Een e-mail sturen naar Aad? Zijn e-mail adres is aad@engelfriet.net
(klik op deze tekst om een voorgeadresseerde mail te openen)
Terug naar  het Engelfrieten overzicht

Naar beneden 

Het Gemeentearchief Rotterdam is het oudste Gemeentearchief van Nederland, echt weer typisch Rotterdam






Op zoek naar de excursies / stadswandelingen, meerdaagse reizen en lezingen van Aad Engelfriet, webmaster van deze site?

KLIK HIER voor de homepage van Aad Engelfriet

Alle geplande activiteiten Aad Engelfriet onder voorbehoud, check bij organisatie op doorgaan






Vanaf 2 juli 2012 ondergaat het openbare geheugen van Rotterdam een naamswijziging: Gemeentearchief Rotterdam (GAR) verandert in Stadsarchief Rotterdam (SAR).

De nieuwe naam onderstreept dat de rijke collectie van Rotterdam toegankelijk is voor iedereen die iets wil weten over de stad. Bovendien laat het zien welke informatie het archief in huis heeft: betrouwbare historische informatie van en over Rotterdam.

Voor meer info:
http://www.stadsarchief.rotterdam.nl/nieuws/nieuwe-naam-voor-geheugen-van-de-stad

De naamswijziging wordt de komende tijd geleidelijk doorgevoerd. Het zal dus enige tijd in beslag nemen voordat alles is omgezet.

De website is bereikbaar via het volgende adres

http://www.stadsarchief.rotterdam.nl


De openingstijden van onze studiezaal blijven ongewijzigd: van dinsdag tot en met vrijdag van 9:00 tot 17:00 uur.

Op deze site handhaven we voorlopig de naam Gemeentearchief Rotterdam (GAR)




Voor het blad Ons Rotterdam (van harte aanbevolen) heb ik een 3-tal artikelen geschreven over de geschiedenis van het Gemeentearchief / Stadsarchief Rotterdam, een samenvatting van onderstaand verhaal.....

Deze artikelen zijn te downloaden via

http://www.gemeentearchief.rotterdam.nl/over-ons

(Werkt de link niet ga dan naar de site van het Gemeentearchief / Stadsarchief Rotterdam en klik dan op de tab "Over Ons", 2e van rechts)






Het Gemeentearchief Rotterdam is het oudste Gemeentearchief van Nederland, echt weer typisch Rotterdam, want een citaat uit Februari 1867 over het Gemeentearchief Rotterdam luidt niet voor niets:

Ook nu in de 21e eeuw verdient het Gemeentearchief van Rotterdam nog steeds hetzelfde compliment. Nagenoeg alles wat ooit in druk over Rotterdam is verschenen en nog gaat verschijnen, is en zal terug te vinden zijn in het onvolprezen Gemeentearchief Rotterdam.

De stelling dat het Gemeentearchief van Rotterdam het oudste Gemeentearchief is van Nederland, blijkt niet waar te zijn, het aangehaalde citaat uit 1867 is op onjuiste aannames gebaseerd. Op het eind van dit verhaal kun je hier meer over lezen:

LINK

Gemeentearchief van Rotterdam is niet het oudste Gemeentearchief van Nederland

In 2007 bestond het Gemeentearchief van Rotterdam 150 jaar. Een bijzonder jaar dat het Gemeentearchief van Rotterdam o.l.v. directeur Jantje Steenhuis graag heeft gevierd met alle Rotterdammers. Op het eind van dit verhaal kun je ook daar meer over lezen:

LINK

2007: 150 jaar jubileum Gemeentearchief Rotterdam

Voordat we in de geschiedenis duiken van het Gemeentearchief Rotterdam, geven we graag eerst even gelegenheid aan het Gemeentearchief Rotterdam voor het volgende:

Om te weten wat we allemaal over Rotterdam hebben op onze site, en dan niet schrikken.....:

Klik hier als je wilt zoeken via Aad's Freefind search engine, vul in het venster jouw woord in, bijvoorbeeld Rotterdam en klik op ENTER

gargebouw

              Gemeentearchief Rotterdam
              Hofdijk 651
              3032 CG Rotterdam

garaanwijzer

    Dat iedereen welkom is bij het gemeentearchief aan de Hofdijk 651 weten veel mensen, maar ook heel veel niet. En dat is jammer, want naast de specifieke informatie voor diepgravende onderzoekers zijn er ook heel veel zaken die wat minder moeite kosten ze te bekijken.

    Neem nou de enorme fotoverzameling (meer dan een miljoen). Wedden dat er van iedere Rotterdamse straat wel een foto is te vinden?

    En als er geen foto is, dan is er wel een tekening te vinden van namen als Groenewegen, Richters of Toorop.

    panoramaapril1940atlas

    Panorama van Rotterdam, april 1940

    Marius Richters maakte 3 weken voor het bombardement
    deze panoramatekening van Rotterdam
    vanaf de toren van het Stadhuis.

    LINK

    Alles wordt zorgvuldig bewaard en geconserveerd voor de toekomst door meer dan 100 medewerkers.

    Het gemeentearchief is daardoor niet alleen de oudste maar ook één van de grootste (tevens afgemeten aan de 17 strekkende kilometer aan materiaal). Drie voetbalvelden groot zijn de moderne depots met een relatieve luchtvochtigheidsgraad van 50 % en een temperatuur van 17 á 18 graden. Hier zijn de collectiebeheerders bezig alles zo lang mogelijk te bewaren. En dat kan soms al honderden jaren zijn.

    Het oudste stuk is uit 1201 waarin Dirk VII, graaf van Holland en Hugo, heer van Voorne verklaren dat Walter van Egmond en Antonius van Gelmen tot hulpmiddel hunner zielenheil en van Hugo van IJsselmonde en van die hunner echtgenoten Mabilie en Heilewif, de Albrandswaard aan de van kerk van Thosan (ter Does, Vlaanderen) opgedragen hebben.

    Andere bijzondere stukken zijn het Stadsprivilege van graaf Willem IV van Henegouwen uit 7 juni 1340, waarin Rotterdam stadsrechten krijgt

    thumbnail

    Het Privilege van de Stad Rotterdam

    AD 7 Juni 1340

    LINK

    of het Ultimatum van de Commandant van de Duitse troepen aan de Commandant van Rotterdam en het college van B & W om het verzet tegen het Duitse offensief te staken op 14 mei 1940.

    affiche mei 1940

    LINK

    Het gemeentearchief is ook te meten aan de hand van de 55.000 affiches (zoals die hierboven) of de 90.000 titels grote Bibliotheek.
    In de afficheverzameling zitten prachtige bewijzen van de rijke historie van Rotterdam. Zo vind je er het affiche van A. Driessen Cacao uit circa 1900, het affiche voor Nievelt Goudriaan & Co. Rotterdam uit 1926 ontworpen door W.H. Gispen, het affiche voor de Holland Amerika Lijn (New Statendam) uit 1929 of het affiche voor de Nenijto uit 1928 ontworpen door Jaap Gidding.

    Het is een misverstand te denken dat het gemeentearchief alleen maar zaken bewaard van lang geleden. Ook het affiche dat vandaag in de stad hangt wordt bewaard. De beheerder probeert zo objectief mogelijk te verzamelen. Hierdoor vindt je de meest uiteenlopende onderwerpen terug:
    Informatie over het Holland Popfestival in het Kralingse Bos in 1970 of over de wedstrijd Sparta -VOC op zondag 23 februari 1902, alles is te vinden.

    Naast 'papier' bewaart het gemeentearchief ook bewegend beeld- en geluid.
    In een speciaal hiervoor ingerichte studiezaal kan iedereen alle films bekijken en de geluidsfragmenten beluisteren. Daar zitten prachtige beelden tussen, soms wel van voor 1930.

    Naast deze unieke studiezaal (er zijn niet veel instellingen die dit zo aanbieden) is er de zogenoemde studiezaal Zelfbediening. Dat betekent dat je ongestoord je gang kunt gaan met de vele microfiches van alle Rotterdamse kranten vanaf 1720 of met de gegevens uit de Doop-, Trouw- en begraafregisters of de Burgelijke Stand.
    Veel hiervan staat al op de website

    http://www.gemeentearchief.rotterdam.nl


    maar niet alles. Het plukje van de DTB -gegevens kostte al meer dan 8 jaar invoerwerk door ca. 20 personen.

    In 2007 bestaat het gemeentearchief 150 jaar en staat klaar voor het digitale tijdperk.

    Selectie van nog meer topstukken in het gemeentearchief:

  • Verlening van een nieuw stadswapen door keizer Napoleon I, 1811.

    wapennap

    1811 - 1813

    Het met de Napoleontische Keizerlijke Drie Bijen
    vermeerderde Stadswapen van Rotterdam


    n.a.v. het bezoek van Napoleon in 1811 aan Rotterdam

    LINK

  • Brief van prins Willem van Oranje als stadhouder van Holland aan burgemeesters van Rotterdam inzake geld i.v.m. het ontzet van Haarlem en de krijgsverrichtingen rond Rotterdam, 28 mei 1573.

  • Akte van keizer Karel V houdende vaststelling van de bepalingen in de akte inzake het proces over het stapelrecht, 4 juni 1541, met majesteitszegel in rode was.

  • Ontslagbewijs voor burgemeester P.J. Oud, getekend door dr. A. Seys Inquart, 1941. (Handschr. 1867) (toegangsnummer 33a)



    ontslag oud


    LINK

  • Gouden Boek der stad Rotterdam. (Handschr. 9092) (v/h. 3916) (toegangsnummer 33c)

  • Reisdagboeken van ds. Jan Scharp, 1809. (Handschr. 3660-3661) (toegangsnummer 33b)

  • Rekening van Sander Bikkers te Rotterdam wegens geleverd brandspuitmateriaal.

  • Kwitantie van afkoop van een cijns ten laste van Adrianus Kleinjan te Barendrecht

  • Verlijbrief van Willem Hendrik met uithangzegel in rode was, 1688

  • Volmacht van Rembrandt van Rijn, 22 juli 1634. (ONA 89/290)

  • Volmacht van Michiel Adriaansz. de Ruyter aan Harman Barentsz. Meppel tot het behartigen van zijn belangen inzake een partij zout 'tsij tot Dronten (Drontheimm) of daer het van node wesen sal', 15 april 1667.

  • Album geschonken aan Abraham van Rijckevorsel, voorzitter van de Kamer van Koophandel, als dank voor zijn langdurige inzet voor de 'volkswelvaart', 1862.

  • Schoolschriften van Elie van Rijckevorsel, circa 1855.

  • Plattegrond der stad Rotterdam, met groenaanduidingen langs singels 12 augustus 1858

  • Atlas De Vou

  • Kaart van het Graafschap Holland :Hollandia Comitatus" Datum: 1642 Auteur: Johan Blaeu

  • Foto van Ooster Oude Hoofdpoort aan Oudehaven-Oudehoofdplein uit 1856 door Turing.

    oude oostpoort

    Ooster Oude Hoofdpoort

    LINK

    wittepoort1839

    De Wester Nieuwe Hoofdpoort oftewel de Witte Poort

    LINK

  • Foto's van Berssenbrugge bv. Westerkade aan de Nieuwe Maas in 1909



gargebouw

              Gemeentearchief Rotterdam
              Hofdijk 651
              3032 CG Rotterdam

garaanwijzer



Tot slot nog wat praktische gegevens:



Nieuwsgierig welke archieven het Gemeentearchief van Rotterdam allemaal beheerd?

Klik HIER voor het overzicht van archieven van het Gemeentearchief Rotterdam

Een voorbeeld?

Citaat uit ons verhaal

Over de herkomst van straatnamen in Rotterdam (1910)










T.g.v. de geweldig stijgende populariteit van dit verhaal (dank, dank, dank!) worden de financiële lasten per maand voor onze Engelfriet site ook steeds hoger.....

En dus zijn we op zoek naar sponsors: zakelijk of privé.

Interesse?

Graag kontakt opnemen met

hans@engelfriet.net

Iedere bijdrage is van harte welkom !!


Om het aantal GB / maand beheersbaar te houden, zijn wij helaas genoodzaakt foto's / prenten / kaarten etc als thumbnail weer te geven.

Klik dus op de thumbnail voor het originele formaat en op BACK van je browser om weer terug te keren naar het verhaal.



Ook de vierkantjes met rood kruisje zijn een thumb, die thumb bleek te klein om weer te geven...








Historisch Nieuwsblad - 3 nummers voor EUR 9.00


Adverteren bij Daisycon              Adverteren bij Daisycon             Adverteren bij Daisycon             Adverteren bij Daisycon             Adverteren bij Daisycon

Adverteren bij Daisycon            

Adverteren bij Daisycon

Denksport Kruiswoord Varia - Kruiswoord Varia; de leukste variaties op de eeuwenoude kruiswoord hersenkraker.



AANBEVOLEN

Op zoek naar boeken over Rotterdam?

Klik dan op deze link

Zoek je iets anders dan Rotterdam?

Kan ook:





















We beginnen dit verhaal over de geschiedenis van het Gemeentearchief Rotterdam met wat verhalen en foto's van voor het Gemeentearchief Rotterdam belangrijke personen. In willekeurige volgorde......

Citaat uit dit verhaal:

Tijdens de ziekte van Unger werd het werk op het Gemeentearchief van Rotterdam voortgezet door W. Bezemer, ook zijn naam duikt geregeld op in verhalen over de geschiedenis van Rotterdam, w.o. Unger's bronnen boeken en diverse jaarboekjes van Rotterdam.

W. Bezemer

adjunct-archivaris van Rotterdam

1891 - 1898

Op onze site staat bijvoorbeeld dit, gepubliceerd door Unger in zijn bronnen boeken over de geschiedenis van Rotterdam:

Vereischten om tot Regent van Rotterdam benoemd te kunnen worden

Om tot Vroedschap, Burgemeester of Schepen van Rotterdam gekozen en benoemd te kunnen worden, moest men voldoen aan zekere eischen, wat betreft godsdienst, burgerschap, gegoedheid, ouderdom, bloedverwantschap of maatschappelijke betrekking.

Zooals in ons gemeenebest natuurlijk was, moest men om tot een stadsambt benoembaar te zijn, lidmaat van de gereformeerde kerk wezen. Niet altijd waren de bepalingen daaromtrent even streng. Naarmate de Calvinisten of Remonstranten, meer invloed hadden, werden de voorschriften scherper of milder.

In de Vroedschapsresolutien van 29 December 1615 is opgeteekend, dat eendrachtelick (werd) geresolveert, dat men in de persoonen, die van nu voirtaen tot vroetscappen sullen werden geeligiert ofte genomineert, sal requireren dese qualiteiten, te weeten dat deselve sullen werden gecoren uytte eerlyxste, vreedsamichste ende gequalificeerste persoonen binnen deser stede, het vaderlant mitte christelycke gereformeerde religie toegedaen, ende vyffjaerige poorters wesende.

Den 13 April 1623 daarentegen besloot de Vroedschap, voor zooverre het de leden van haar College betrof, dat de persoonen die van nieus tot vroetscap werden gekooren, moesten zijn het vaderlant ende de christelycke gereformeerde Religie toegedaen, ende publyckelick coomende tot het gehoor van Godes Woort.

Het bovenvermelde Octroy van 13 December 1650 bepaalde, dat niemand tot het Burgemeester- of Schepenambt sal werden genomineert als die geene die professie sal doen van de publycque gereformeerde religie ofte tenminste dezelve ende de oeffeninge van dien sal wesen toegedaen.

Bij Vroedschapsresolutie van 9 September 1672 werd vastgesteld, dat ingevolge van de resolutie van de Groote Vergaderinge in den Hage op de Zaele A°. 1650 genomen, niemant voortaen nominabel sal sijn tot het vroedschapsampt, ten sij deselve litmaten sijn van de ware gereformeerde publijcque Religie daer van professie doende.

Bij privilegie van Hertog Aelbrecht van Beieren, gegeven op 13 Maart 1382, werd bepaald dat wi noch onse bailieu nyemant soepen noch raet maken en sullen in onser stede voorsz , hi en hebbende vyf jaer poerter gheweest ende dat een jaer aen ^t ander daerbinnen ghewoent als men scepen oft raet maect.

In de Vroedschapsresolutien van 29 December 1614, 13 April 1623 en 3 April 1628 werd deze bepaling nog eens nader bevestigd.

In aansluiting met deze resolutien werd 20 april 1624 door de Vroedschap besloten, dat geen personen tot Vroetscap sullen werden genomineert, dan die gebooren Hollanders ende van Hollantse ouders gebooren syn, sonder dat nochtans daer onder begrepen werden de kinderen van degeene die Raden off Vroetscappen deeser stede geweest syn, maer werden deselve gehouden voor gequalificeert ende gelyck als genaturaliseert om tot Vroetscap genomineert te moogen werden. Op 15 Maart 1632 en 7 Maart 1633 werd nogmaals aldus besloten.

Op grond van deze bepaling werd 16 November 1637 in de Vroedschap, naar aanleiding eener vacature, beslist, dat aangezien de ingeborenen van alsulcke steden die wt haere Regeeringe weeren, ingeborenen van andere Provinciën ende Steden, wederomme in deselve Provinciën ende Steden werden geweert ende dat de Ingeborenen vande Stadt Delft als andere weerende, mede wt de Regeringe deser Stede behooren te werden geweert.

Volgens het privilegie van Hertog Philips van Bourgondië van 8 Juli 1436 moesten de Vroedschappen gekozen worden uit de rijksten der stad. Later in het privilegie van Maximiliaan en Maria van 18 April 1479 werd dit nog nader omschreven: men moest behooren tot de rijkste, notabelste en bekwaamste personen, terwijl in het privilegie van Hertog Philips van Bourgondie van 8 December 1483 wordt gesproken van de rycxste ende notabelste, elc gegoet ten minsten tot vyftich nobelen vry goets.

De vereischte ouderdom blijkt uit de hierboven gemelde privilegies van 2 Maart 1439 en 14 Maart 1658. Om zitting te kunnen nemen in het gerecht of in de Vroedschap moest men 27 jaren oud zijn.

Aangaande de graden van bloedverwantschap bepaalde het privilege van Hertog Philips van 8 December 1483, dat in de Vroedschap niet gecoren en zullen worden de vadere metten zone, noch oec gheen ghebroederen.

In de Vroedschap werd 29 December 1614 geresolveerd dat te samen niet en sullen moogen dienen, die personen die malcanderen bestaen in bloede ofte affiniteit , tot susters ofte broeders kinderen incluys, welverstaende soo lange als d' affiniteit is duerfinle, doch op 16 Juli 1618 werd besloten dat het verbot van affiniteijt om geen Vroetschappen te mogen wesen, inde Resolutie van 29 December 1614 gestelt coempt te cesseren bij 't overlijden vande persoonen door wien d' affiniteijt is gecontraheert.

Op deze besluiten werd evenwel meermalen, o. a. in 1773, inbreuk gemaakt, toen tegelijkertijd gekozen werden en zitting namen, Mr. Pieter Cornets de Groot, Mr. Paulus Gevers en Mr. Cornelis Groeninx van Zoelen, van welke de twee laatstgenoemden ieder gehuwd waren met eenc zuster van eerstgenoemde.

Door de Vroedschap werd 24 Juli 1645 besloten dat onvereenigbaar met het lidmaatschap van deze vergadering was het ambt van Rekenmeester van de Domeinen, omdat dit perpetueel was.

Oudste reglement van orde voor de vergadering van de Vroedschap van Rotterdam AD 19 Februari 1587

Gebed uitgesproken door den Secretaris bij den opening van de vroedschap vergadering AD 1634 - 1644

De Stadszegels van Rotterdam 1351 - 1892

Als opvolger van Unger werd benoemd Eppe Wiersum:

Stadsarchivaris E. Wiersum

1904 - 1935

LINK

Citaat uit zijn biografie:


In 1915 verscheen een boek van Archivaris Wiersum waarin hij, aan de hand van tekeningen van Briedé, een uitvoerige historische toelichting gaf op wat er in Rotterdam nog over was, op dat moment, dus in 1915, aan 17e eeuwse huizen.

In zijn inleiding kon hij niet laten en terecht, om met spijt en met een heel beleefde sneer uit te halen naar de afbrekers van Rotterdam, lees maar eens mee in dit verhaal:

Uit de biografie van Wiersum kopiëren we ook deze lijst met zijn publicaties:

LIJST VAN GESCHRIFTEN



Artikelen in:





Tot opvolger van Wiersum werd benoemd Hazewinkel:

Hendrik Cornelis Hazewinkel

archivaris van Rotterdam (1935 - 1961)

LINK

Citaat uit zijn biografie:

Uit de biografie van Hazewinkel kopiëren we ook deze lijst met zijn publicaties:

1924

Het z.g. Spaansche Archief, 1578-1630. Inventaris van stukken uit de Rekenkamer van Roermond, op Overijssel betrekking hebbende. V.R.O.A. 1924, II, 484-514.

1934

Inventaris van de archieven der gemeenten Pernis en Hoogvliet, 1936 (gestencild).

1937

Uiteenzetting over het Nederlandsche archiefwezen in het algemeen en het Rotterdamsche Archief in het bijzonder, 15 april 1937 (gestencild).

1957

Honderd jaar gemeentelijke archiefzorg.

1967

Inventaris van het archief van Het Gereformeerd Burgerweeshuis (Evert Zoudenbalch Huis) te Utrecht (door H. C. Hazewinkel, G. Brinkhuis en A. Graafhuis).

Historische werken

1938

Kroniek van de stad Rotterdam.

1940-42

Geschiedenis van Rotterdam, 3 delen.

1942

Vier eeuwen Rotterdam. Citaten uit reisbeschrijvingen, rapporten, redevoeringen, gedichten en romans, 1494-1940, verzameld door mr. H. C. Hazewinkel en J. E. van der Pot.

1943

Beschrijvinge der Stad Rotterdam en eenige omleggende dorpen, door Gerard van Spaan, voor onze tijd bewerkt door mr. H. C. Hazewinkel.

1954

Prentenboek van Rotterdam, door J. Aarse, mr. H. C. Hazewinkel en Alfred Kossmann.

1958

Verleden en heden van een stukje Rotterdam. Uitgegeven t.g.v. het gereedkomen van het kantoorgebouw van de Algemeene Friesche Levensverz. Mij. en van "De Groot-Noordhollandsche van 1845".

Artikelen in verzamelwerken

1946

Haven en handel tot aan de tweede helft der negentiende eeuw, in Rotterdam. De Poort van Europa.

1949

Alargaretha Pirot, openbare koopvrouw en klopje te Rotterdam, in Huldeboek Pater dr. Bonaventura Kruitwagen O.F.M.

1958

Rotterdamse Boekverkopers uit de Patriottentijd, in Opstellen, aangeboden aan dr. F. K. H. Kossmann.

1959

Pierre Bayle à Rotterdam, in Pierre Bayle le Philosophe de Rotterdam. Uitgegeven door l'Institut Français d'Amsterdam, Maison Descartes.

1966

De zegels en het wapen van Rotterdam, in Zegels en wapens van steden in Zuid-Holland, Zuid-Holl. Studien XII van de Hist. Ver. voor Zuid-Holland.

Artikelen in historische tijdschriften

1932

Twee attestaties over de Nederlandsche kolonisatie aan de Goudkust, in Bijdr. en Meded. Hist. Gen. 53.

1934

Een Rotterdamsch plan voor een democratische bestuursorganisatie uit het begin van de 18e eeuw, in Bijdr. en Meded. Hist. Gen. 55.

1934-35

De heerlijkheid Hogenban en de commerciëele rivaliteit tusschen Delft en Rotterdam, in Bijdr. Vad. Gesch. en Oudheidk. 7e reeks, 4 en 5.

1941

Ds. Scharp maakt een speelreisje, in Historia, okt. en nov. 1941.

1947

Blitz in Rotterdam. Last of Munro Architect's Work damaged by Fire, in Clan Munro Annual, no. 2.

1957

Rozenburg, in Zuid-Holland, orgaan van de Hist. Ver. voor Zuid-Holland, dec. 1957.

Artikelen in het Jaarboekje van "Oud Utrecht"

1927

Professor Buurman. De Kerkeraad en het Toneel.

1928

Lakmoesindustrie in Oud-Utrecht.

1928

Voor 400 jaar.

Artikelen in het Rotterdams Jaarboekje

1931

De postkaart van Quack en haar auteur.

--

Een episode uit het Roomsche kerkelijke leven te Rotterdam in 1691.

1933

De oudst bekende Rotterdamsche almanak.

--

De aanvang der katoendrukkerij te Rotterdam.

--

Het Heintje.

1934

De opkomst van drie nieuwe industrieën in XVIIde-eeuwsch Rotterdam.

1936

Een zeldzame prent van J. C. Philips.

1937

Symptomen van den naijver tusschen Rotterdam en Amsterdam gedurende de jaren volgende op den tweeden Engelschen Oorlog.

--

Een memorie over den handel van Rotterdam uit 1729.

1937-39

Feyenoord.

1938

De Oostvest.

--

Bij de portretten van mr. Toussaint Woordhouder en zijn vrouw.

1939

Een Rotterdamsche menagerie.

1940

De concertzaal in de Bierstraat.

1941

Nogmaals "Oud Rotterdam in beeld".

--

Pieter Jacobsz. den Dop.

1942

Misgewas en duurte (1698, 1699).

1943

Hoe kwamen de Rotterdammers drie eeuwen geleden aan den kost?

1944

Het debuut van Abraham Maggaris.

1945

"Zuivering" in de achttiende eeuw.

1946-47

Rondom het De Vletter-oproer.

1948

John Goddard, Engels koopman te Rotterdam, 1690-1767.

1949

Hendrik Toren, een ooggetuige van het Costermanoproer.

--

Justitie in Rotterdam.

1950

Uit het dagboek van Jacoba van Thiel.

1951

De hofstad Rodenrijs.

1952

Het veer.

1952-53

Het begin van de straatverlichting te Rotterdam.

1955

Dirk en Jan Anthonie Langendijk en Christoffel Meyer.

--

Poging tot ontvoering.

1957

Mislukt Fonteinplan.

--

De mummie van Rotterdam.

1958

Vergeving van ambten.

1958-61

Vergeten figuren (Teunis Herman Philips, Frédéric Rainville, Johannes Cornelis de Jongh, Pieter Isaak Annokké).

1959

Het Rotterdamse Panorama-gebouw.

1960

De oudste berichten over het ontstaan van het eiland Rozenburg.

1961

Een achttiende-eeuws plan voor stadhuisbouw.

1962

Een onhistorische historieprent.

1963

De rode haan kraaide in Rotterdam.

1965

De nieuwe heren van 1797.

Verspreide artikelen

 

1932

Knoeierijen in de Gouden Eeuw. Hoe het er in Rotterdam toeging, in De Zondagscourant, 21 aug. 1932.

1932-39

Diverse artikelen over de synagoge en de Joodsche Gemeente te Rotterdam, in Weekblad voor Isr. Huisgezinnen, 9 sept. 1932, 10 febr. 1933, 13 sept. 1939.

1935

De buitenplaats Woudenstein, in N.R.Ct., 26 juli 1935.

1935-36

Rotterdamsche Archivalia, in Oud-Holland.

1936

De Waterweg van Rotterdam naar Zee, in N.R.Ct., 30 okt. 1936.

1938

De Rotterdamsche schildersfamilie Verburgh, in Oud-Holland.

1939

Herinnering Dan eene langdurende en gevaarlijke kwaal en derzelver volkomene genezinge, door Abraham Wynants anno 1773, in Ned. Tijdschr. voor Geneesk., 1 juli 1939.

1941

De Scheveningsche vischmarkt op de Coolvest, in De Maastunnel, juli 1941.

1942

Een oude gildebrief, in De Schakel, weekblad voor het Gemeentepersoneel, 20 nov. 1942.

1943

De schenking van Marie van Eysden-Vink, in De Schakel, weekblad voor het Gemeentepersoneel, 29 jan. en 5 febr. 1943.

1946

Romance. Rott. Liefdesgeschiedenis in het begin van de 18de eeuw, in Taak en Tolk, dec. 1946.

1947

Toen "comedianten landlopers wierden geacht". Stedenbedervende oeffeningen en guychelspelen, in Het Parool van/voor onzen schouwburg, 10 jan. 1947.

1951

De schepper van het elixer. C. van der Veen, in Hier Rotterdam, 30 nov. 1951.

1951

De lotgevallen van de Vicarie op het altaar van St. Jeroen in de St. Laurenskerk, in De Maasstad, 10 mei 1951.

1952

Koken op stoom, in De Maasstad, okt. 1952.

1952

Zo kreeg Rotterdam zijn Coolsingel-ziekenhuis, in Hier Rotterdam, 1 febr. 1952.

1952

De topografische verzameling van het Gemeentearchief te Rotterdam, in Ned. Arch. Blad, 1952/53.

1953

Een Nederlands Typografisch Lexicon (1801), in Drukkersweekblad, 15 aug. 1953.

1957

Topografische documentatie, in Ned. Arch. Blad, 1956/57.



Als je je verdiept in de Geschiedenis van Rotterdam, dan kun je ook niet om bijv. J. Verheul Dzn (LINK) en dus helemaal niet om H.C. Hazewinkel, archivaris van Rotterdam (van 1935 - 1961), heen. Aad verzamelt eigenlijk alles wat deze beide heren hebben geschreven, geweldig goed gedokumenteerde publikaties !!

J. Verheul Dzn (rechts) krijgt op 4 September 1941,
dus na de verwoesting van de door J. Verheul Dzn ontworpen Schouwburg
de ongeschonden stichtingsoorkonde van "zijn" in 1884 gebouwde Schouwburg
links Ir. Fritzlin, Chef Waterbouwkunde Gemeentewerken

LINK

Maar we gaan verder met nog een aantal markante figuren uit de geschiedenis van het Gemeentearchief Rotterdam:

Dr. H.C.M. Moquette

adjunct-archivaris van Rotterdam

1901 - 1929

Over haar goedgelijkende vader hebben we trouwens dit verhaal:

Hoe de echte Ds Moquette zich meldde in Rotterdam

Ds Francois Jules Pierre Moquette
de vader van Mevrouw H.C.H. Moquette

Uit het verhaal over de vader van Hermine Christine Hélène Moquette halen we deze citaten:


Hermine Christine Hélène Moquette is vooral bekend geworden voor ingewijden in de geschiedenis van Rotterdam door haar boek over de straatnamen van Rotterdam en dan natuurlijk de historische achtergronden van allerlei straatnamen van Rotterdam.

Begin jaren '90 heeft het Gemeentearchief Rotterdam ook een boek uitgegeven over de achtergronden van allerlei Rotterdamse straatnamen. Maar i.p.v. dit boek willen we misschien toch iets meer weten over het boek van Hermine Christine Hélène Moquette

Rotterdamsche Straatnamen

Geschiedkundig verklaard door

J.M. Droogendijk

met medewerking van

Dr. H.C.H. Moquette

Adjunct Archivaris

Rotterdam 1910

met omslagversiering van Johan Briedé

En dus kun je op onze site dit verhaal vinden met een schitterende samenvatting van de geschiedenis van Rotterdam, geschreven door Mevr. Moquette:

Over de herkomst van straatnamen in Rotterdam (1910)

Dr. H.C.M. Moquette

adjunct-archivaris van Rotterdam

1901 - 1929

Op 1 januari 1901 kreeg, zoals dat toen omschreven werd, Mej. Dr. H.C.H. Moquette een vaste aanstelling als Adjunct-Archivaris van het Gemeentearchief Rotterdam, in die tijd als vrouw ongetwijfeld zeer bijzonder. Waarom Dr. H.C.H. Moquette in 1904 niet tot opvolger van de overleden Unger werd benoemd, is nergens meer te achterhalen. Tot opvolger van Unger werd immers Eppe Wiersum benoemd.

Hazewinkel schrijft over het afscheid van Dr. H.C.H. Moquette:

Hazewinkel voegt er in dezelfde paragraaf aan toe:



Dr. A.C. Kersbergen

medewerkster Gemeentearchief Rotterdam

1930 - 1953

Dr. A.C. Kersbergen is de auteur van het schitterende boek Zes Eeuwen Rotterdam.

Het boek geschreven door Dr. A.C. Kersbergen, Zes Eeuwen Rotterdam, is in 1949 uitgebracht waarschijnlijk als een terecht verlaat herdenkingsboek 600 jaar Rotterdam 1340 - 1940.

Zes Eeuwen Rotterdam werd aangeboden door de Gemeente Rotterdam aan belangrijke gasten zoals aan Der Regierung des Kantons Basel Landschaft bei Gelegenheit ihres Besuches an Rotterdam op 27 Mei 1949. Voorzien van de handtekening van de Voozitter van de Kamer van Koophandel van Rotterdam, Van de Mandele en de Algemeen-Secretaris van de Kamer van Koophandel van Rotterdam, aldus het exemplaar van Aad.


En dan natuurlijk ook hieronder een samenvatting over de oudste dokumenten in het bezit van het Gemeentearchief Rotterdam:

En dit alles n.a.v. het boek geschreven door Dr. A.C. Kersbergen, Zes Eeuwen Rotterdam....

Over het afscheid van Dr. A.C. Kersbergen vertelt Hazewinkel:

Voor we in de geschiedenis duiken van het Gemeentearchief van Rotterdam, in de jaren '50 verscheen daarover het boek Honderd Jaar Gemeentearchief Rotterdam, natuurlijk geschreven door Hazewinkel, laten we eerst deze lijst met archieven zien die in de jaren '50 in het Gemeentearchief Rotterdam o.m. aanwezig waren.

Nieuwsgierig welke archieven het Gemeentearchief van Rotterdam nu allemaal beheerd?

Klik HIER voor het huidige overzicht van archieven van het Gemeentearchief Rotterdam

En natuurlijk hebben we over allerlei onderwerpen genoemd in de onderstaande lijst van het Gemeentearchief Rotterdam uit de jaren '50, al het een en ander op de site staan, maak dus gebruik van onze zoekmachine:

Klik hier als je wilt zoeken via Aad's Freefind search engine, vul in het venster jouw woord in, bijvoorbeeld Gilde of Amicitia en klik op ENTER

    Archieven van de gilden

  1. Apothekers
  2. Bakkers
  3. Beenhakkers of vleeshouwers
  4. Bierbrouwers
  5. Bierwerkers
  6. Blikslagers
  7. Boekverkopers
  8. Chirurgijns
  9. Hoedenmakers
  10. Houtkopers
  11. Kleermakers
  12. Kolenmeters of Wegers
  13. Korenmeters
  14. Kuipers en Wijnverlaters
  15. Lakenbereiders
  16. Makelaars en Pondgaarders
  17. Manufacturiers en Kramers
  18. Manufactuurververs
  19. Metselaars
  20. Molenaars
  21. Schilders en Kunstwerkers
  22. Schippers (Groot-)
  23. Schippers (Klein-)
  24. Schoenmakers
  25. Slepers
  26. Spekslagers en Spekverkopers
  27. Spelden- en Naaldenmakers
  28. Tappers
  29. Timmerlieden
  30. Tinnegieters
  31. Voerlieden en Wagenaars
  32. Wijnkopers
  33. Zakkendragers
  34. Zeilmakers


    Archieven van kerkelijke instellingen

  1. Doopsgezinde gemeente te Rotterdam
  2. Evangelisch Luterse gemeente te Rotterdam
  3. Gecommitteerden tot de Zaken der Ned. Hervormde gemeente te Rotterdam
  4. Ned. Hervormde gemeente te Kralingen
  5. Ned. Hervormde gemeente te Rotterdam
  6. Voormalige Classis van Schieland en tegenwoordige Classis van Rotterdam
  7. Remonstrants Gereformeerde gemeente te Rotterdam
  8. Waalse Kerk te Rotterdam
  9. Diaconie Ned. Hervormde gemeente te Delfshaven


    Handelsarchieven

  1. Maatschappij van assurantie, disconteering en beleening der stad Rotterdam
  2. Sociëteit van Assurantie.
  3. Boutmy & Co.
  4. Fa. Corns. van der Hoeven
  5. Kamer van Koophandel
  6. H. Muller
  7. Noteringscommissie van de Grote Koopmansbeurs
  8. Coöp vereeniging tot exploitatie van onroerende goederen Volharding


    Bedrijfsarchieven

  1. De Rotterdamsche Bouwvereeniging
  2. Distilleerderij J. H. Henkes
  3. Scheepswerf- en familie-archief Van Kerckhoff-De Ruyter
  4. Departement Rotterdam van de Maatschappij van Nijverheid
  5. Sleephellingsociëteit
  6. Suikerraffinadeurs in Rotterdam en Amsterdam
  7. Tegelbakkerij en Steenhouwerij Van Traa
  8. Overschiesche Motorenfabriek


    Archieven van medische instellingen

  1. Gasthuis
  2. Maatschappij ter bevordering van de geneeskunde
  3. Geneeskundige school
  4. Plaatselijke commissie van geneeskundig Toevoorzicht
  5. Gezondheidscommissie
  6. Heel- en verloskundige instrumentenverzameling
  7. Krankzinnigengesticht (Pest- en Dolhuis)
  8. Mannencomité voor hulp aan zieke en gekwetste krijgslieden
  9. Afd. Rotterdam van het Nederl. Roode Kruis
  10. Commissie van administratie van het ziekenhuis
  11. Ziekenhuis aan de Hoogstraat
  12. Syphilitisch ziekenhuis
  13. Geneeskundig genootschap Disce docendus adhuc
  14. Heelkundige Vereeniging In Sociorum Salutem
  15. Vereeniging van Medicinae Doctores


    Archieven van sociale en charitatieve instellingen

  1. Vereeniging tot weering van bedelarij door kinderen
  2. Comité voor Belgische vluchtelingen
  3. Bureau voor beroepskeuze
  4. Burgelijk Armbestuur
  5. Hofje van Gerrit de Koker
  6. Heilige Geesthuis
  7. Huurcommissie Hoek van Holland
  8. Kamers van Arbeid te Rotterdam
  9. Katholieke Armmeesters
  10. Commissarissen van de Leenbank
  11. Leprooshuis (Proveniershuis)
  12. Pest- en Dolhuis
  13. Commissie tot ondersteuning van behoeftige poklijders
  14. Afdeeling Rotterdam der vereeniging Reisbelasting
  15. 3e, 10e, 13e en 14e Kwartier van het korps Schalisten
  16. Spaar- en Hulpkasvereeniging
  17. Vereeniging tot oprichting van Kinderspeeltuinen
  18. Algemeene Commissie tot Steun
  19. Financieele Commissie van de Algemeene Commissie tot Steun
  20. Vereeniging tot verzorging van verweesde en verwaarloosde kinderen
  21. Vereeniging tot veredeling van Volksvermaken
  22. Vereeniging ter behartiging van de belangen der Vrouw
  23. Vrouwencomité
  24. Luthers Weeshuis
  25. Hervormd Burgerweeshuis te Delfshaven
  26. Weeskamer te Rotterdam
  27. De Rotterdamsche Werkvereeniging
  28. Het Zeemanshuis
  29. Zieken- en begrafenis sociëteiten
  30. Ziekenfonds voor homoepathische behandeling "Samuel Hahneman"


    Archieven van culturele instellingen

  1. Commissie voor het Archief
  2. Rotterdamsche Bachvereeniging
  3. Betaafsch Genootschap der Proefondervindelijke Wijsbegeerte
  4. Rotterdamsche Diergaarde
  5. Vereeniging voor geschiedenis en Kunst
  6. Handelssociëteit Het Leesmuseum
  7. Rotterdamsche Kring
  8. Vereeniging Kunst en Wetenschap
  9. Hollandsche Maatschappij voor Fraaie Kunsten en Wetenschappen
  10. Rotterdamsche Kunstkring
  11. Société de lecture utile et agréable
  12. Commissie ter bevordering van het onderzoek naar de verschijnselen op de Oceaan
  13. Groote Schouwburg (Coolsingel )
  14. N.V. Nieuwe Rotterdamsche Schouwburg
  15. Studium Scientiarum Genitrix
  16. Tivoli-schouwburg
  17. Hollandsch Tooneel en Hoogduitse Opera
  18. Nederlandsch Tooneel
  19. Rotterdamsch Toneel
  20. N.v. Vereenigd Rotterdamsch Hofstadtooneel, Tooneelgezelschap Legras, Van Zuylen en Haspels
  21. Genootschap Vriendelijke Letteroefening


    Archieven van scholen

  1. Avondnaaischolen voor meisjes boven de twaalf jaren van alle gezindten
  2. Maatschappij tot oprichting van Bewaarscholen
  3. Hoogere Burgerschool aan het Van Alkemadeplein
  4. De Rotterdamsche Kookschool


    Familie-archieven

  1. Van den Abeele
  2. Baelde
  3. Chabot
  4. Van der Hoeven
  5. Hoyer
  6. Hutschenruyter
  7. Van Kerckhoff-De Ruyter
  8. Koops-Hoos
  9. Van Oordt
  10. Van Teylingen en Veltcamp Helbach
  11. Van Zeiler


    Andere archieven

  1. Groote Sociëteit Amicitia
  2. Klooster van St. Marie te Boudelo
  3. Brandweer
  4. Kiesvereeniging "Burgerplicht"
  5. Vereeniging Charlois' Belang.
  6. Genootschap Decem.
  7. Commissie tot redding van drenkelingen
  8. Evacuatie-commissie
  9. Vereeniging Floralia
  10. Vereeniging voor Gemeente- en volksbelangen
  11. Vereeniging van patroons in de grafische vakken
  12. Vereeniging van kantoorbedienden
  13. Gezelschap "De Kapotjas"
  14. Laanarchieven
  15. Vereeniging Het Metalen Kruis
  16. Eeuwfeest van de Nederl. onafhankelijkheid
  17. Onderwijzersgezelschap "Tot heil van het Aankomend geslacht"
  18. Algemeene Onderwijzersvereeniging
  19. Vereeniging voor gymnastiek. en zwemscholen
  20. Genootschap "Roterodamum"
  21. De Rotterdamsche Manège
  22. Scheepsjournalen van de Rotterd. Lloyd
  23. Commissie tot weering van schoolverzuim
  24. Litteraire nalatenschap van Willem Schürmann
  25. De Rotterdamsche Schutterij
  26. Stukken, afkomstig van Abraham van Stolk Czn., commandant van het korps Koninklijke scherpschutters
  27. Advocaten- en familie-archief Siewertsz. van Reesema
  28. Commissie Oud Rotterdam van de tentoonstelling Rotterdam Ahoy'
  29. Tucht. en Werkhuis
  30. Koninklijke Maatschappij tot aanmoediging van de tuinbouw
  31. Advocatenkantoor Verniers van der Loeff en Knottenbelt
  32. Vleermuizenclub
  33. Commissie van advies inzake welstandsbepaling
  34. Vereeniging Het Westen
  35. Woningcommissie te Rotterdam
  36. Commissarissen van de Wijken
  37. Koninklijke Nederlandsche Yachtclub


En nogmaals: dit was de status in de jaren '50....... en ook heeft Aad nog niet eens alles overgenomen uit de lijsten van Hazewinkel.....



Halverwege de 19e eeuw stond het archiveren door gemeentes nog in de bekende kinderschoenen. In 1851 omschreef de Archivaris des Rijks, Dr. R.C. Bakhuizen van den Brink, een goed archief als volgt: openbaar, toegankelijk en op liefst wetenschappelijke wijze ingericht.

Pas in 1918 zou de eerste Archiefwet van kracht worden, waarin niet alleen de taakomschrijving van een Gemeentearchief werd omschreven, maar ook die van het Rijksarchief.

In 1898 verscheen het boek van de HH Muller Feith en Fruin

Handleiding voor het ordenen en beschrijven van archieven

Vanaf de jaren '30 ging men overal in Nederland de toegankelijkheid van Gemeentearchieven verhogen door de invoering van klappers.
Ouderen onder onze lezers zullen dit zich nog herinneren bijv. uit bibliotheken waar je de klappers ("kaarten"), waarop op ieder kaartje bijv. een naam van een auteur, in kleine laadjes kon doorzoeken.
Een nog redelijk te overziene klus voor een bibliotheek, maar een enorme klus voor een Gemeentearchief. Want meteen moet dan ook de vraag beantwoord worden, welke rubrieken moeten er worden gemaakt. In hedendaagse dBase taal, welke doorsnijdingen moeten worden kunnen aangebracht via max. hoeveel trefwoorden.

Voor de 19e eeuw werd natuurlijk ook al van alles gearchiveerd, alleen gebeurde dit toen meer op ad hoc basis en werd bijv. niet alles systematisch verzameld en geordend. Voor een stad als Rotterdam heeft het daarom vanaf de 19e eeuw jaaaaren geduurd voor alles bijv. systematisch was geordend, waardoor dokumenten veel sneller terug te vinden waren, nu zouden we zeggen, traceerbaar. Een met recht monnikenwerk, waaraan sommige medewerkers van het Gemeentearchief Rotterdam jaren van hun leven hebben gewerkt en nu bij het begin van de 21e eeuw vindt er een soortgelijke activiteit plaats, want nu moet alles gedigitaliseerd worden, waardoor iedereen zelfs vanachter zijn thuis PC al een groot gedeelte van het Gemeentearchief Rotterdam kan raadplegen.

Niets dan lof dus
voor alle vroegere, huidige en toekomstige medewerk(st)ers
van het Gemeentearchief Rotterdam

En van (evt. stiekum) iets weggooien, zoals nu bij het bedrijf waar Aad werkt, gebeurd, is natuurlijk voor een Gemeentearchief Rotterdam absoluut ondenkbaar. Bij het bedrijf waar Aad werkt, wordt, i.v.m. een grootschalige verhuizing, in principe alles wat gedurende het afgelopen jaar niet nodig is geweest, weggegooid. Uiteraard zijn de belangrijkste dokumenten gedigitaliseerd, maar de tendens is en blijft opruimen, want archiveren kost ruimte en is dus niet productief en levert geen geld op. Een kompleet andere wereld.....

Hazewinkel heeft nagegaan hoe in een stad als Rotterdam in vroeger eeuwen werd gearchiveerd, waarbij hij aantekent dat de oudste archieven natuurlijk veel vollediger zijn geweest en dat vooral in de 15e - 17e eeuw veel is verdwenen.

Bij de schaarsheid aan gegevens uit de Rotterdamse Middeleeuwen behoeft het geen verwondering te wekken, dat er vóór het begin van de 16de eeuw van het archief geen melding gemaakt wordt. Eerst in de Vroedschapsresolutiën van 29 april 1500 lezen we:

Deze Daniel Ariaensz. was in 1499 tresorier en daarvóór burgemeester; Ewout ]ansz. was lid van de Schepenbank.

Drie jaar later, op 29 april 1503 vermelden de resolutiën dat

overhandigd zijn aan Huych Claesz., Ghysbert Willemsz. en Reyer ]ansz. (de eerste was burgemeester, de twee anderen schepenen).

We moeten nu een sprong maken van een halve eeuw, voor we weer iets vernemen van de archieven: op 7 juni 1553 besloot de Vroedschap met algemene stemmen,

Hieruit volgt, dat althans de privileges niet op het stadhuis bewaard werden, zonder dat er blijkt waar heur plaets dan wel was. Het is niet onwaarschijnlijk, dat deze allergewichtigste documenten opgeborgen waren in het veiligste gebouw in een stad van nog voornamelijk houten huizen, n.l. de parochie kerk, onze St. Laurens.
De resolutie is ook hierom interessant, omdat we nu weten dat de belangrijkste oorkonden in een copieboek waren afgeschreven. Dit copieboek, dat nog is bewaard gebleven, dagtekent trouwens al uit de 15de eeuw: de meeste privileges daarin zijn gecopieerd in een handschrift, dat onmiskenbaar uit die eeuw stamt.
De in de resolutie voorgeschreven maatregel bedoelde, zich te vergewissen, of de copiën eensluidend waren met de tekst van de privilegiën en bovendien om de vermoedelijk jarenlang in een ijzeren kist bewaarde en beschimmelde documenten eens wat frisse lucht te geven en te drogen (verluchten en vieren).

Drie jaar later is er sprake van een franchynne (perkamenten) bouck met afschriften van de privilegiën; blijkbaar was dit inmiddels vervaardigd en wilde men nu de originelen er mee vergelijken.

In chronologische volgorde komt dan een resolutie van 7 juli 1578 aan de beurt:

En nogmaals, op 24 juni 1592, nam de Vroedschap het besluit

Tenslotte is er uit het laatste kwartaal van de 16de eeuw nog een resolutie van 2 april 1579 waarbij Pieter Henricxz aangesteld werd tot bewaernisse van de sloetel, by Claes van Dryel vande privilegien bewaert geweest synde; Claes van Dreyl was lid van de Vroedschap geweest van 1572-1578 en Pieter Henricxz. (van Willigen) was het van 1577-1581.

De 7de augustus 1628 beraadslaagde de Vroedschap over de al of niet wenselijkheid om de privileges te laten drukken, maar ze besloot

een van de leden, de heer Sonmans, had n.l. gewaarschuwd,

maar 25 jaar later, op 13 oktober 1653, werd er toch geresolveerd

Voor zover kan worden nagegaan, is deze resolutie onuitgevoerd gebleven.

De 8ste september 1693 benoemde de Vroedschap een commissie van 3 leden uit haar midden

Dit scheen een eerste stap op de goede weg, vooral toen deze gevolgd werd door een resolutie van 2 januari 1697 van de volgende inhoud:

Deze commissie bracht verslag uit over haar werkzaamheden in de vergadering van 7 mei 1697, waaruit bleek dat zij voornamelijk haar gedachten had laten gaan over

De commissie kreeg toen in de eerste plaats de opdracht om een

samen te stellen

en in de tweede plaats om vidimussen van de belangrijkste charters te laten maken

en daarvan een inventaris te vervaardigen.
Die originelen zouden dan na de ordre van den inventaris hun plaats krijgen in een kast of kist dewelcke niet anders geopent sal connen werden als met vier diversche sleutels, waarvan een zou bewaard worden door de burgemeesteren en de drie andere door de leden van de archiefcommissie, terwijl de inventaris met de vidimussen op een andere plaats, maar met deselve precautien en ordre als de principalen zou worden opgeborgen.

Met dergelijke waarborgen zou de bewaring van de charters en de daarvan op te maken inventaris worden omringd; want ook van de charters zouden afschriften gemaakt worden, die in het vervolg in plaats van de originelen zouden moeten gebruikt worden en die in een van twee sloten voorziene kist moesten worden opgeborgen: burgemeesteren en leden van de archiefcommissie hadden ieder een exemplaar van de sleutel die op het ene slot paste, terwijl het andere slot alleen geopend kon worden door de pensionaris en de secretaris van de burgemeesterkamer.

En alsof dit nog niet genoeg was, bepaalde de Vroedschap, dat als de originelen een enkele maal geraadpleegd moesten worden

Bovendien werd alle leden en ook alle ambtenaren en bedienden op het hart gebonden,

Een goed bedoeld, maar weinig doeltreffend voorschrift, evenals dat van dergelijke strekking dat tot Burgemeesteren het verzoek richtte

Ten slotte moest de archiefcommissie jaarlijks in december charters, vidimussen en copiën controleren om te zien

en daarvan aan de Vroedschap rapport uitbrengen.

Een zo voortreffelijk en gedetailleerde opzet had een beter lot verdiend dan haar blijkens resolutie van 25 januari 1701 ten deel viel, toen la mort sans phrase aan de commissie voltrokken werd. Blijkbaar had ze niet aan de verwachtingen beantwoord.

Maar het archiefprobleem zelf liet de Vroedschap toch niet los: op 5 maart 1703 besloot ze, de burgemeesteren benevens de heren Van Belle en Van Teylingen te machtigen

In 1703 werd de volgende schickinge toegepast voor het geordend archiveren:

  1. Religie en Chariteyt
  2. Ordre en forme van Regeringe
  3. Justitie en Jurisdictie
  4. Finantie
  5. Fabricage
  6. Heerlyke goederen
  7. Schieland
  8. Vaerten, heulen, wegen, overvaerten, binnendycks en buitendycks
  9. Binnenvaert op Amsterdam
  10. Commercie, neering en manufacturen
  11. Schipperyen en Veren
  12. Stroomen, bakens en lootsen
  13. Visscheryen
  14. Miscellaniën


Mr. Isaac van Hoornbeeck

Van 1692 - 1720 Stadspensionaris van Rotterdam

LINK

erna Raadpensionaris van Holland

speelt ook een rol in ons Gilden van Rotterdam verhaal

LINK

Uiteindelijk werd de Stadspensionaris van Rotterdam, Isaac van Hoornbeeck belast met het op orde brengen en beschrijven van de archiefstukken. Al snel kon Van Hoornbeeck iets publiceren getiteld

Sommier berigt rakende de chartres der Stadt Rotterdam

De bovengenoemde in 1703 gekozen schickinge werden door Van Hoornbeeck gewijzigd, Van Hoornbeeck maakte er de volgende rubrieken van, aldus opgenomen in zijn Generale Notitie, een hoofdstuk van zijn Sommier berigt rakende de chartres der Stadt Rotterdam:

  1. Privilegiën
  2. Ordre van Regeringe
  3. Relegie en Chariteyt
  4. Justitie en Jurisdictie
  5. Jurisdictie in Overschie
  6. Finantie
  7. Fabricage na de ordre vande tyd
  8. Heerlyke Goederen en Domeynen gekogt inden Jare 1576
  9. Hillegersberg
  10. Moordrecht
  11. Bleyswijk
  12. Cool
  13. Hof van Wena, Charlois
  14. Cralingen
  15. Moercapel, Ryweg vande Heul tot de Schans
  16. Benthuysen
  17. Schieland
  18. Heulen, Wegen, Vaerten, Overvaerten
  19. Binnen-vaert op Amsterdam in 't Generael en Saken behoorende tot meer als een van de hierna gespecificeerde Binnen-vaerten, of buyten deselve gespecificeerde Binne-vaerten
  20. Vaert over den Hildam
  21. Vaert door Noord-Waddinxveen in de Gouwe
  22. Vaert door Sevenhuysen
  23. Vaert door Overschie
  24. Commercie, Neringen, Manufacturen
  25. Posterye
  26. Schipperye en Veren
  27. Stroomen, Bakens, Lootsen
  28. Visscherye
  29. Miscellania




Bij het ordenen van alle aanwezige archiefstukken bleek al snel dat veel dokumenten niet meer te vinden waren en dus besloot de Vroedschap op 14 oktober 1709 overleg te plegen over maatregelen om de zoekgeraakte stukken weer te traceren en natuurlijk om dit in de toekomst te voorkomen.

Een van de maatregelen was het uitgaan van het dringende verzoek aan nabestaanden van bijv. regenten om na te gaan of in de inboedel toevallig geen belangrijke, vanuit het Gemeentearchief Rotterdam geleende dokumenten, waren gevonden. Blijkbaar was het een normale zaak dat sommige mensen belangrijke stukken mee naar huis namen en dan vergaten dit weer terug te brengen. Of er veel zoekgeraakte stukken n.a.v. dit verzoek weer opdoken, is onduidelijk.

Op 14 maart 1740 werd vergaderd over wat te doen indien er evt een brand zou uitbreken, 't geen egter verhoopt werd, dat God Almagtig genaedelyk sal gelieve te verhoede.
Kortom, er werd nagedacht of het niet verstandig zou zijn de belangrijkste stukken in het Gemeentearchief Rotterdam te kopiëren en voortaan alleen nog maar deze kopiëen ter inzage te geven en ook proberen te vermijden dat originele stukken zouden worden uitgeleend. Ook in 1757 werd over deze quaestie gedelibereerd en werd zelfs een voorstel uit 1737 aangehaald.

En dus werd besloten een van de Stadssecretarissen Mr. Jacob van Belle te vragen of hij een aanvang zou willen maken met het kopiëren. Jacob van Belle stond erom bekend dat hij zich bewust was van oude saken van de stad, geoeffent in het leese van de Archiven en daartoe ook nieuwschierigheyd had.

Jacob van Belle had toch wat bezwaren, aangezien het heel veel extra werk voor hem zou betekenen, omdat de meeste stukken met een zeer oude letter waren beschreven en dus het overschrijven daarvan extra veel tijd zou gaan kosten, naast zijn gewone werkzaamheden die natuurlijk moesten doorgaan.......
En natuurlijk kwam toen de tegenvraag of Jacob van Belle toevallig niet iemand anders wist en jawel hoor, Jacob van Belle dacht aan Willem Lugte werkzaam bij de financiële administratie. Maar de baas van Willem Lugte, Mr. Johan Timmers, had bezwaren. Toen Timmers in 1738 overleed, kwam Willem Lugte in dienst van de oud-burgemeester Hendrik Gevers, uit een bekende Rotterdamse regentenfamilie

Aanklager Paulus Gevers, vanaf 1785 baljuw van Rotterdam

1741 - 1797

LINK

Aanvankelijk was het de taak van Willem Lugte om het consignatieboek bij te houden, maar toen Hendrik Gevers dat ook zelf ging doen, kwam Willem Lugte op het comptoir van de Admiraliteit op de Maese (LINK) terecht bij Nicolaas van Hoorn en pas daar bleek dat Willem Lugte toch wel enige uren per dag overhad.
En dus werd besloten om onder de bezielende leiding van Jacob van Belle Willem Lugte voor een extra loon van Dfl 200,= per jaar te belasten met het, laten we het zomaar noemen, overschrijven van de belangrijkste oorkonden aanwezig in het Gemeentarchief van Rotterdam.

Willem Lugte heeft 10 jaar aan deze taak gewerkt en liep natuurlijk tegen allerlei problemen aan.

en woorden die zelfs na raadpleging van de Franse predikant van de Waalse Kerk en Hoogleraar Philosophie aan de Illustere School, Jérémie Frescarode, de Rector van de Latijnse School, Joannes Jensius, en de Conrector van de Latijnse School, Johan Albertus Jacobi, niet verklaard konden worden. De heren stelden uiteindelijk voor om een enkel moeilijk woord maar over te slaan....

Willem Lugte had dus een zeer ondankbare taak, wat zal die man hebben zitten puzzelen!!

Zelfs Ds Patijn, hoogleraar in de Zinnebeeldige Godgeleerdheid aan de Illustere School, werd via Jacob van Belle op een dag geraadpleegd over de betekenis van het woord ENPHITHEUDIXOS, wat door Ds Patijn na sulx 2 á 3 maal overgeleezen te zijn, werd vertaald met lijfeigenen of dienstbaren van den leenheer. Prompt trok Jacob van Belle dit na in een Grieks Dictionarium en het klopte.
Volgens Hazewinkel helemaal fout, want in de oorspronkelijke tekst zou zijn bedoeld EMPHYTEUTIKOS, erfpacht. Volgens Hazewinkel had de klerk die het desbetreffende woord in de Vroedschapsresolutie heeft geschreven, een schrijffout gemaakt...

Jacob van Belle werd, zoals we kunnen lezen in de Vroedschapsresolutie van 4 april 1757, uiteindelijk beloond met een zilveren tabakspot á Dfl 700,=. Deze zilveren tabakspot, met uiteraard een uitvoerige inscriptie, waarin o.a. opgenomen dat Jacob van Belle ook Ambachtsheer van Sleeswijk was, is ook in 2005 nog steeds te bewonderen.

Op 7 december 1750 werd besloten de 10 oudste resolutieboeken van de Vroedschap uit de jaren 1595 - 1655 te laten kopiëren door Jacobus de Roy, die daarvoor dagelijks van 9 - 12 en van 2 uur tot 's avonds daaraan zou moeten werken tegen een dagloon van 36 stuivers.

In 1768 werd opnieuw vastgesteld dat een aantal dokumenten waren verdwenen.

Gerard Meerman

In 1766 had Stadspensionaris Gerard Meerman namelijk een nieuw Sommier berigt opgesteld, als vervolg op het Sommier berigt van de Stadspensionaris Isaac van Hoornbeeck. En daaruit kon worden afgeleid dat de volgende stukken niet meer aanwezig waren in het Gemeentearchief van Rotterdam:

  1. 66 folio-registers Gastding Weth-boeken, van 1419 tot 1602.
  2. 28 Poortding Weth-boeken, van 1414-1578.
  3. 22 Memorialen, van 1435 tot 1582.
  4. 124 folio registers Burgers-, Boel- en Erfhuisboeken, van 1636 tot 1764.
  5. 32 folio registers Week-Erfhuisboeken, van 1706 tot 1765.
  6. 22 folio registers Auctie-boeken, van 1721 tot 1764.
  7. een groot aantal Poorterboeken, van 1408 tot 1689.
  8. 14 Vredemakersboeken, van 1628 tot 1671.


En natuurlijk werd er in die dagen ook al van alles vernietigd, zo blijkt uit de Vroedschapsresolutie van 14 augustus 1764 waarin de secretarissen Bisdom en Van Berckel werden gemachtigd om de daartoe in aanmerking komende archieven te vernietigen, niets nieuws onder de zon dus...

Ook vanuit de Staten van Holland werd soms een oproep gedaan om zorgvuldiger met Gemeentearchieven om te gaan en ook kwam het natuurlijk voor dat een bepaald archief overgebracht moest worden naar Den Haag waar het jaren later ook niet meer te traceren was.

Rondom de Franse tijd (1795 - 1813) vonden allerlei veranderingen plaats.

Ruimtegebrek: in 1790 kreeg secretaris J. van Zuylen van Nyvelt, (je komt van Zuylen van Nyvelt ook tegen in de bovengenoemde verhalen), de opdracht om de archieven over te brengen naar de zolders van het Raadhuis.

Het Stadhuis van Rotterdam

LINK

Na de omwenteling van 1795 werd de Klerk Petrus Vink, al 30 jaar in dienst, belast met het beheer van het Gemeentearchief van Rotterdam. Een jaar later kon een trotse Vink al melden dat hij alles wat aanwezig was, had gekontroleerd en in orde had bevonden. Vink had dit samen gedaan met de Klerk Plemp van Duiveland en enige hellebaardiers. Als beloning kreeg Vink Dfl 210,=, Plemp van Duiveland Dfl 150,= en de hellebaardiers ieder Dfl 10,= en 10 stuivers.

In 1797 werd ook een aanvang gemaakt met de inventaris van het archief in het Logement van de Stad Rotterdam in Den Haag.


In de Franse tijd werden alle Stedelijke Logementen gesloten en dus werden de Rotterdamse logementsarchieven overgebracht naar een van de zalen van het Bataafs Genootschap bovenin de Beurs van Rotterdam.

1910

Natuurkundeles ergens bovenin het Beursgebouw van Rotterdam

LINK

Er wordt les gegeven door A.H. Borgesius, amanuensis W.N. van de Zalm kijkt toe

Waarschijnlijk gaat de causerie over Rutherford en dus zal het iets met radioactiviteit te maken hebben

op de 1e rij uiteraard Het Bestuur van Het Bataafs Genootschap der Proefondervindelijke Wijsbegeerte

op de overige rijen ontdekken we zowaar wat vrouwen
de Heeren hebben allemaal hetzelfde uniform aan

1910

Het Beursgebouw van Rotterdam

LINK

1780

De 3e Beurs van Rotterdam aan het Westnieuwland
ontwerp Van der Werff

met weer de Gapersbrug, tegelijk gebouwd met de 3e Beurs

1783

De 3e Beurs van Rotterdam aan het Westnieuwland van binnen....maar zonder dak

1830

De 3e Beurs van Rotterdam aan het Westnieuwland

de Gapersbrug is nu van steen

er is nu ook ruimte voor o.m. een bloemenmarkt

In 1810 werden de Logementsarchieven weer ondergebracht in een speciaal daarvoor vervaardigde kast in de Vroedschapskamer en op zolder. Bekend was toen al dat de Generaliteits-resoluties (afspraken gemaakt in de Staten-Generaal) ontbraken uit de jaren 1695, 1700, 1701, 1704, 1707, 1709, 1713, 1714, 1715, 1717 en 1718. Ook de resoluties uit 1634 en 1674 van de Staten van Holland ontbraken en nog zo het een en ander.

Tijdens de Franse tijd veranderde Nederland van een gedecentraliseerd bestuurd land in een gecentraliseerde eenheidsstaat en dus moesten alle aanwezige archieven z.s.m. geinventariseerd worden en moesten sommige archieven ook naar Den Haag worden overgebracht.

Ook de reorganisatie van bijv., laten we maar zeggen, Justitie, had grote invloed op de archieven. Justiële archieven, of alles wat daar mee te maken had, moesten worden opgeslagen in een Justieel gebouw en niet meer beheerd worden op een Stadhuis: de scheiding van de Rechterlijke Macht van de Uitvoerende Macht. En deze boedelscheiding had in Rotterdam nogal wat voeten in de aarde. Pas na herhaald aandringen lukte het een boedelscheiding tot stand te brengen.

Rotterdam werd in de Franse tijd een van de Arrondissementsrechtbanken van het Departement van de Monden van de Maas. Ook werd in Rotterdam een Rechtbank van Koophandel opgericht, een voorloper van de nog steeds bestaande Kamer van Koophandel.

Alle archieven van de voormalige Schepenbanken, Commissarissen voor Kleine Zaken of Vredemakers werden per Keizerlijk Decreet verzegeld overgebracht naar de nieuw opgerichte Griffie van de Rechtbanken die het vervolgens weer ontzegelde en archiveerde. Ook de archieven van de Schepenbank van Schieland werden in 1821 overgebracht naar het Gerechtsgebouw aan het Haagse Veer, waar ze 40 jaar zouden verblijven.

Citaat uit het Gerechtsgebouw van Rotterdam verhaal:

In de Franse tijd kwam het archief van de Weeskamer tussen wal en schip te hangen. De gehele structuur rondom, laten we het maar zakelijk zeggen, het Weeshuis van Rotterdam, tot die tijd ook een van de beheers- en uitvoerende taken van de Vroedschap, werd veranderd.

Uiteindelijk werd het Weeskamer archief pas in 1860 overgebracht naar Den Haag. Twintig jaar later kwam het weer terug naar het Gemeentearchief van Rotterdam...

Tja, en dan het eigenlijke Gemeentearchief van Rotterdam, hoe ging het daarmee in de Franse tijd en erna:

Eind 19e eeuw werd al betoogd dat tijdens de verbouwing van het Raadhuis (1823 - 1835) een van de toenmalige stadssecretarissen, Lambertus van Oyen Azn., geboekstaafde daden van vandalisme heeft gepleegd.

Lambertus van Oyen was volgens zijn tijdgenoten een niet onverdienstelijk poëet en bestuurslid van het Genootschap Studium Scientiarum Genetrix en was vanaf 1795 tot 1833 stadssecretaris en had o.m. tot taak, ondanks alle machtswisselingen in die dagen, vanaf het bordes van het Stadhuis allerlei verordeningen af te kondigen.

Lambertus van Oyen had dan ook als bijnaam

de eeuwige lezer

Omdat Lambertus van Oyen niet van oude stukken hield, werd een aanzienlijk deel van het Stadsarchief op het Oude Hoofd, (de aanlegsteigers voor de Oude Hoofdpoorten, ook wel Bolwerk genoemd), aan een vuurproef onderworpen, aldus onze bronnen eind 19e eeuw.

De tijdgenoot van Lambertus van Oyen, Mr. François Frets, President van de Rechtbank, Gemeenteraadslid en lid van de Tweede Kamer noemde Lambertus van Oyen daarom even klein in zijn beginselen als in zijne daden.

Maar natuurlijk was de jarenlange verbouwing van het stadhuis er ook schuld aan dat men niet wist wat tijdelijk met de archieven te doen, een gedeelte werd ondergebracht in het Schielandshuis, waar het echter ook al krap was qua ruimte.

Citaat uit het Schielandsverhaal:

Op 2 juni 1827 krijgen alle gemeentes van Zuid-Holland een opmerkelijke brief van de Commissaris van de Koning. In een K.B. van 23 december 1826 was bij Wet vastgelegd dat de Vaderlandse Geschiedenis zoveel mogelijk gebaseerd moest zijn op bestaande archieven en dus kreeg ook Rotterdam de volgende vragen te beantwoorden:

  1. Welke zijn de verzamelingen van archieven, die zich zoowel van stadswege als ook meer byzonder van voormalige of nog aanwezige Collegiën, Corporatiën, Kloosters, Abtdijen enz. binnen Uwe stad bevinden?
  2. Waar zijn deze verzamelingen geplaatst? Is het locaal geëigend voor die bestemming? Is het genoegzaam verzekerd tegen gevaar van brand of andere schade?
  3. Wie is met het opzigt over die verzamelingen belast?
  4. In welken staat van orde of verwarring bevinden zich de archieven?
  5. Bestaat er een inventaris vande verzameling? Zoo ja, dan gelieve UEd. Achtb. een uittreksel van een gedeelte derzelve over te zenden, ten einde de wijze waarop zij is samengesteld, te doen kennen.
  6. Tot welk tijdstip de oudste acten en stukken behooren?


Voor Rotterdam kwamen deze gewetensvragen op een wat ongelukkig tijdstip vanwege de verbouwing van het Stadhuis en de onderbrenging van de archieven in het Schielandshuis.

En dus kwam met Rotterdam met het wel erg formalistische antwoord dat het archief onzer stad slechts uit zulke stukken en documenten bestaat, welke tot de algemeene geschiedenis des Vaderlands niets kunnen toebrengen. Kortom, Rotterdam beschikt alleen over archiefstukken die alleen locale belangen ten onderwerp hebben.

Zo'n 20 jaar later (!) komt de Commissaris van de Koning er nog eens op terug en prompt refereert Rotterdam weer aan het antwoord uit 1827 al wordt wel toegegeven dat het Gemeentearchief van Rotterdam nu in een betere orde is...
Ook verwijst men naar den Heer G. van Reyn met zijne beschrijving onzer Stad waarvan bereids het 1e Deel het licht ziet
Commentaar van Unger zo'n 60 jaar later:

In 1853 publiceert J.J.F. Noordziek een samenvatting van de enquetes van 1827 en 1847, waarin hij over Rotterdam het volgende meldt:

In 1854 wordt geschreven, n.a.v. van die verdubbeling, dat het nodig is dat eerlang eenige voorzieningen worden genomen en meerdere bergplaatsen worden gemaakt.

Na de invoering van de Gemeentewet wordt steeds meer en meer het nut van een goed beheer van gemeentelijke archieven onderkend. In 1856 verschijnt in Het Tijdblad, gewijd aan de belangen van Rotterdam, de verzuchting dat vele provinciale en gemeentebesturen het voorbeeld van het Rijk hebben gevolgd, maar Rotterdam alleen, het grote en verlichte Rotterdam, heeft niets gedaan.

Volgens Het Tijdblad worden onderzoekers van historische dokumenten op het Stadhuis met een beleefde boodschap weer weggestuurd. Is dat niet, om een zacht woord te gebruiken, ergerlijk? Aldus Het Tijdblad.

Op de Gemeentebegroting van 1857 verschijnt een post van Dfl 1000,= voor de aanschaf van een brandkast t.b.v. het Gemeentearchief. De Gemeente-Secretaris Storm van 's-Gravensande krijgt uiteindelijk toestemming om ook dat wat in het Stadstimmerhuis ligt opgeslagen, te inventariseren.
De Ambtenaar van de Burgerlijke Stand F. van Vollenhoven klaagt dat er geen alfabetisch register aangemaakt is vanaf 1790 bij de doodboeken van diverse kerkelijke gemeenten, nodig voor de uitvoering van de Armenwet. Het Raadslid W. Siewertsz van Reesema houdt, n.a.v. het ontbreken van dit alfabetisch register, een betoog vol met suggesties, waarop B&W antwoordden dat zij er geen zwarigheid in zien om de verklaring af te leggen dat de door Spreker gegeven wenken ten aanzien van het archief in nadere overweging te geven.

In 1856 stelt Gemeente-Secretaris Storm van 's-Gravensande voor om de vertrekken onder het bordes aan de Kaasmarkt zijde van het Stadhuis en onder een gedeelte van de grote vestibule tegen brandgevaar te beveiligen, waarna een gedeelte van het archief daar zou kunnen worden opgeslagen. W.A. Scholten, directeur van Gemeentewerken stelt een negatief advies op, de gesuggereerde ruimtes kunnen niet vochtvrij gemaakt worden. Scholten suggereert, in overleg met Gemeente-Secretaris Storm van 's-Gravensande, de aanschaf van grote brandkasten die in de vier nissen van de vestibule van het Raadhuis geplaatst zouden kunnen worden.

En dan uiteindelijk, wordt in de Raadsvergadering van 22 oktober 1857 een verordening vastgesteld op het bewaren en op orde houden van het Gemeentearchief van Rotterdam. Men begint met de aanschaf van de door Scholten voorgestelde brandkasten!

Ook wordt een vaste raadscommissie ingesteld die B&W moet adviseren over het Gemeentearchief van Rotterdam. In 1858 ziet deze eerste archief commissie er als volgt uit:

J.H. Scheffer

Eerste archivaris van Rotterdam

1858 - 1886

Johannes Hendrikus Scheffer was op 19 februari 1832 in Rotterdam geboren. Na daar het voorbereidend onderwijs te hebben gevolgd, had hij zich in 1852 als student in de rechten te Leiden laten inschrijven. Door een zekere ongedurigheid, die ook zijn werkzaamheid bij het archief zou kenmerken, voltooide hij zijn studie echter niet. Op de Secretarie van zijn geboortestad geplaatst, werd hij vrijwel onmiddellijk belast met de zorg voor het archief, aanvankelijk als aanvullende werkzaamheid, maar in de loop van 1858 permanent.

De commissie kwam iedere eerste zaterdag van de maand geregeld bijeen en beschouwde het als haar eerste taak, onder particulieren berustende archivalia met het stadsarchief te verenigen. Twee daartoe door B. en W. uitgevaardigde publicaties hadden echter voorshands nog niet veel succes.

Tot in 1859, zo wordt gemeld, is de commissie, waarin Scheffer ongetwijfeld het hoofdaandeel in heeft gehad, bezig met de sortering en rangschikking van de archieven. Om verlies of zoekraken in de toekomst te voorkomen, wordt besloten alle archiefstukken te bestempelen met het Stadswapen, een taak waar Scheffer zich ook mee moet belasten....

De aanvankelijke aarzeling om archiefstukken over te dragen aan het Gemeentearchief lijkt voorbij, kaarten, gravures, tekeningen, oude handschriften, gedenk- en vroedschapspenningen en een groot aantal boeken worden aan het Gemeentearchief van Rotterdam aangeboden, ongetwijfeld meteen gestempeld door Scheffer.

Over de openbaarheid van het Gemeentearchief van Rotterdam wordt gemeld dat reeds eenige geleerden en oudheidkundigen zijn aangelokt!

Scheffer klaagt al snel over ruimtegebrek en over de nadelige gevolgen van de overheveling van allerlei archieven naar o.m. het Gerechtshof. In 1861 krijgt Scheffer al de beschikking over twee extra kamers. In 1862 krijgt de eenzame Scheffer versterking van een schrijver en wordt Scheffer vanaf 1 januari 1862 benoemd tot Archivaris der Stad Rotterdam.

In 1862 wordt de archiefruimte nog verder uitgebreid, het hele gemeentearchief van Rotterdam is nu opgeborgen in 104 van glazen deuren voorziene kasten op de tweede verdieping van het Raadhuis, de zijgevel aan de Gasthuissteeg, de achtergevel aan de Hoogstraat en de zijgevel aan de Stadhuissteeg.

Rotterdam in 1865

source

de kaart komt uit ons verhaal over de stadsplattegronden van Rotterdam (LINK)

De raadscommissie kan met trots aan B&W melden dat de gehele inrichting in ruime mate voldoet, zowel aan de eis van doelmatige plaatsing als makkelijk gebruik. De goede gasverlichting geeft gelegenheid om ten alle tijde de werkzaamheden te kunnen voortzetten.

In 1863 wordt de Secretarie Ambtenaar F.D.O. Obreen (uiteindelijk) als adjunct-archivaris toegevoegd.

F.D.O. Obreen

adjunct-archivaris van Rotterdam

1863 - 1883

Obreen zou zelfs later Directeur worden van het Museum Boymans, vervolgens Hoofddirecteur van het Rijksmuseum en redacteur van het Archief voor Nederlandse Kunstgeschiedenis.

Samen met Scheffer zou Obreen de uitgave gaan verzorgen van de Rotterdamse Historiebladen, de voorloper van de Rotterdamse Jaarboekjes.

Unger zegt hierover:

In 1865 verkreeg het Gemeentearchief van Rotterdam de op Rotterdam betrekking hebbende collektie van Abraham Stolk.

Abraham van Stolk Czn

1814 - 1896

Abraham van Stolk had een jaloersmakende hobby !!!

De Atlas Van Stolk valt onder het beheer van het Historisch Museum van Rotterdam en de juiste zoekformulieren zijn dan ook daar te vinden (www.hmr.rotterdam.nl), of rechtstreeks via

http://cardweb.hmr.rotterdam.nl/atlas_nl.html

In september 1865 werd in Rotterdan een Taal- en Letterkundig Congres georganiseerd, waarbij het Gemeentearchief van Rotterdam volop in de belangstelling stond, een uitstekende PR aktiviteit, want veel deelnemers brachten natuurlijk een bezoek aan het voor die tijd modern en wetenschappelijk verantwoord ingericht archief.

Het Gemeentearchief van Rotterdam in de rotonde van het oude Stadhuis

Vanaf 1866 werd het Gemeentearchief van Rotterdam ingeschakeld bij het verzinnen van historisch verantwoorde straatnamen. Pas in 1896 werd het officieel niet meer toegestaan dat particulieren zich in Rotterdam mochten bemoeien met het geven van straatnamen.
Tot ver na WOII bleef de Archivaris van het Gemeentearchief van Rotterdam voorzitter van de Straatnamen-Commissie, iets waar Hazewinkel wel eens een hekel aanhad, maar desondanks, o.m. de Lijnbaan en Weena hebben hun naam te danken aan Hazewinkel!

In 1864 brak een verwoestende brand uit in het Schielandshuis, citaat uit dit verhaal:

De exakte oorzaak van de desastreuze brand is nooit opgehelderd, maar algemeen wordt aangenomen dat de brand is begonnen in de ruimte van de Academie waar 's avonds laat nog een vierarmige gasverlichting had gebrand c.q. had laten branden, aldus getuigen.
Enkele maanden na de ramp, werd de eerste stoombrandspuit van Rotterdam aangeschaft, niet geheel toevallig waarschijnlijk? Meer over de Rotterdamse Brandweer kun je vinden in dit verhaal.

Een gevolg van de brand was wel dat besloten werd in Juni 1864 om in het Schielandshuis alleen nog Museale akitiviteiten onder te brengen, maar ook het Gemeentearchief en de Gemeentelijke Bibliotheek. Ook de concierge moest er weer kunnen wonen, en dan werd er ook nog een plaatsje gevonden voor een verzameling Stedelijke Zeldzaamheden, die al snel de Rariteitenkamer werd genoemd.

En toen moest natuurlijk ook nog even het verbrande Schielandshuis weer hersteld worden en dat werd uitgevoerd met nauwelijks enige respekt voor de schoonheid van de oorspronkelijke architectuur, zoals iemand dat zo mooi verwoordde...

Eind 19e eeuw begonnen het Museum Boymans, het Archief en de Bibliotheek elkaar danig in de weg te zitten. En dus verlieten begin 20e eeuw het Archief en de Bibliotheek het Schielandshuis en werd in 1904 ook in het Schielandshuis het Museum van Oudheden opgericht met als directeur A. Hoynck van Papendrecht. De basis van het Museum van Oudheden werd natuurlijk gevormd door de verzameling Stedelijke Zeldzaamheden.... op de begane grond....

Citaat uit dit verhaal:

Over de gedeeltelijke verhuizing van archieven naar het Schielandshuis na de brand van 1864, valt nog dit te melden:

Gemeentesecretaris Nierstrasz merkte op in een brief, geschreven November 1866, dat een verplaatsing van een groot deel van de gemeentelijke archieven naar het Schielandshuis niet te rijmen viel met zijn instruktie uit 1855 waarin aan de zorg en verantwoording van de gemeentesecretaris, Nierstrasz dus, het beheer over het gehele archief werd toevertrouwd.

Kortom, Nierstrasz kon er na de verhuizing van de archieven naar het Schielandshuis niet meer makkelijk bij en dus stelde hij voor om het te verhuizen deel van het Gemeentearchief op te slaan op de begane grond van het Raadhuis. Plaats genoeg, want door de opheffing van de plaatselijke belastingen op verbruiksvoorwerpen, was er immers weer ruimte vrijgekomen.

Wat betreft Nierstrasz mochten de boekerij, de prentencollektie en de oudheden gerust naar het Schielandshuis verhuisd worden, daar kwamen ze volgens Nierstrasz immers veel beter tot hun recht.

Scheffer reageerde hoogst verontwaardigd op de suggesties van Nierstrasz:

J.H. Scheffer

archivaris van Rotterdam

1858 - 1886

Naar Scheffers' mening kon Nierstrasz onmogelijk ook nog het beheer voeren over de archieven, waarover Scheffer graag de supervisie had gehad.....

Scheffer betoogde dat op basis van de ingevoerde Gemeentewet overal de archieven geheimzinnig werden weggesloten en verborgen gehouden.
Een van de redenen om de archieven slecht toegankelijk te maken was o.m., we zouden nu zeggen, de privacy. Maar volgens Scheffer waren het ook de hopeloze verwarring en de gebrekkige, slecht ingerichte bewaarplaatsen die de gemeentesecretarissen niet aanspoorden om de archieven te redden. Bovendien had een Gemeentesecretaris het veel te druk, aldus Scheffer.

Scheffer betoogde verder dat hij er niet vanuit ging dat er bezwaren waren tegen het in brandvrije ruimtes opslaan van het gemeentearchief. Bovendien is nergens voorgeschreven dat een gemeentearchief op het Raadhuis bewaard moet worden. Heeft de gemeentesecretaris iets nodig, dan wordt het hem toch zo spoedig mogelijk bezorgd, bovendien had de gemeentesecretaris toch de beschikking over allerlei copieën waar hij, Scheffer, toch mee bezig was. Kortom, Scheffer was zeer geirriteerd door het voorstel cq suggestie van Nierstrasz om een deel van het archief niet te verhuizen naar het Schielandshuis. Een complicatie was natuurlijk dat de baas van Scheffer Nierstrasz heette...

De Archiefcommissie kwam eraan te pas om B & W op diplomatieke wijze duidelijk te maken dat het Gemeentearchief van Rotterdam grotendeels verhuisd moest worden naar het Schielandshuis om daar op verantwoorde wijze te worden opgeslagen. Scheffer bracht in de hele diskussie ook nog naar voren dat hij niet alleen behartiger van de gemeentebelangen was, maar ook dienstknecht der geschiedenis, wetenschap en kunst...

Hoe liep het af: alle archieven ouder dan 4 Januari 1824 (het jaar van de invoering van het Bestuursreglement der Stad Rotterdam) werden overgebracht naar het Schielandshuis met uitzondering van de eigendomsbewijzen en akten van verkoop van gemeente-eigendommen.
In de Rotonde van het Raadhuis zou dan dat gedeelte van het archief worden opgeborgen dat blijkbaar onmisbaar was voor de dagelijkse uitvoering van het gemeentebestuur.

Het Gemeentearchief van Rotterdam in de Rotonde van het oude Stadhuis

Ook adviseerde de archiefcommissie de instruktie van de gemeente-secretaris zodanig te wijzigen dat daardoor aan zijn bezwaren ten aanzien van zijn verantwoordelijkheid geheel zou worden tegemoet gekomen.

En dus werd in 1868 een bedrag van DFL 3600,= op de begroting gezet voor de inrichting van het Gemeentearchief volgens de bovengenoemde voorstellen. In de Rotonde van het Raadhuis kwamen 24 kasten met glazen deuren, zo mooi te zien op de bovenstaande foto.

In deze jaren werd door het archiefpersoneel ook gewerkt aan het eerste deel van de catalogus van de historische en topografische prentenverzameling die zou gaan verschijnen onder de titel

Roterodamum Illustratum

Daarnaast werden o.m. alfabetische bladwijzers t.b.v. de Burgerlijke Stand vervaardigd, ook werden duplikaten gemaakt van oude doop-, trouw- en begraafregisters. Al spoedig kon de Burgerlijke Stand van Rotterdam beschikken over ca 20.000 duplikaten. De originelen konden veilig opgeborgen worden.

In 1868 werd het Gemeentearchief van Rotterdam zelfs vereerd met een bezoek van Prins Alexander en werd meegewerkt aan de Nederlandse Afdeling van de Wereltentoonstelling in Parijs.

Op 15 oktober 1868 kon de Burgemeester de gemeenteraad mededelen dat de herinrichting van het Gemeentearchief voltooid was, de gemeenteraadsleden werden van harte uitgenodigd om eens een keer een kijkje te gaan nemen in het Gemeentearchief, waar nog diezelfde maand op de eerste verdieping van het Schielandshuis ook werken van Erasmus, Gijsbert Karel van Hogendorp en C.H. Tollens waren verzameld.

Over Erasmus hebben we zoveel op deze site.....:

Klik hier als je wilt zoeken via Aad's Freefind search engine, vul in het venster jouw woord in, bijvoorbeeld Erasmus en klik op ENTER

Gijsbert Karel van Hogendorp

LINK

Hendrik Tollens

1780 - 1856

LINK

In een verslag uit 1868 lezen we:



Aan een van die bezoekers, Ds. J. Craandijk, hebben we het volgende verslag te danken, genoteerd in 1878 in het derde deel van Ds. J. Craandijk's Wandelingen door Nederland:

In 1873 werd besloten dat de heer Scheffer voortaan de titel kreeg van archivaris-bibliothecaris, de heer Obreen die van adjunct-archivaris (hij zou in 1879 tevens benoemd worden tot directeur van het Museum Boymans) en de in 1859 aangestelde en sedertdien tot schrijver bevorderde J. W. de Bruyn die van klerk. Obreen bleef in die functie tot 1883, het jaar van zijn benoeming tot directeur van het Rijksmuseum te Amsterdam; tot zijn opvolger als adjunct-archivaris werd toen benoemd de heer J. H. W. Unger, te 's-Gravenhage.

In het verslag over 1874 wijst de archivaris op de snelle groei van en de grote belangstelling voor de bibliotheek, die tot een spoedige in gebruikneming van een derde bibliotheek-vertrek zou nopen. Eerst in 1878 besloot de Gemeenteraad, op de begroting voor het volgend jaar een crediet toe te staan voor het in orde brengen van dit lokaal. De bibliotheek verdiende het: we lezen in het verslag over 1877: Zodra dit vertrek gereed was gekomen werd de bibliotheek overzichtelijk opgesteld en kon aan het samenstellen van een kaartcatalogus gewerkt worden, die in 1880 14.000 nummers bleek te omvatten.

Een van de belangrijkste aanwinsten waarmee het archief in deze tijd verrijkt werd was het omvangrijke archief van de voormalige Weeskamer over de jaren 1560-1830, dat gedurende 20 jaar in Den Haag berust had en waarvoor nog een plaats gevonden kon worden in het 6de lokaal.



Coolsingelziekenhuis

In 1885 daarentegen moest het archief aan het Algemeen Rijksarchief in den Haag het archief van de Vierschaar van Schieland afstaan; de opengevallen plaats werd echter terstond aangevuld met dat van de commissie van Administratie voor het Ziekenhuis aan de Coolsingel en, het jaar daarop, met dat van de Grondheerlijkheid Charlois over de jaren 1454-1881, terwijl van het Raadhuis het Secretariearchief van 1825-1851 naar het Museumgebouw werd overgebracht.

J.H. Scheffer

Eerste archivaris van Rotterdam

1858 - 1886

Het verslag over 1886 wijdt waarderende woorden aan de op 13 februari van dat jaar overleden archivaris-bibliothecaris Johannes Hendrikus Scheffer. Het was immers voornamelijk aan zijn toewijding te danken, dat het Rotterdamse archief, in zeer verwaarloosde toestand door hem aangetroffen, bij het beëindigen van zijn levenstaak de vergelijking met de best ingerichte archieven kon doorstaan.
Gedurende de maandenlange ziekte, die aan zijn dood voorafging, was hij vervangen door zijn adjunct, de heer J. H. W. Unger, die op 24 Februari 1886 tot zijn opvolger werd benoemd; met ingang van gelijke datum werd tot adjunct-archivaris aangesteld de heer E. W. Moes.

1861 - 1904

Johan Hendrik Willem J.H.W. Unger

archivaris van Rotterdam

1883 - 1904

Johan Hendrik Willem Unger was een Hagenaar, na het vroegtijdig overlijden van zijn vader opgevoed bij zijn grootvader, die de betrekking bekleedde van zilverbewaarder bij Prins Frederik in het Paleis aan het Korte Voorhout.
Het was daar, te midden van de vele kunstschatten, dat Unger de eerste indrukken opdeed, die beslissend geweest zijn voor zijn latere ontwikkeling. Voor kunst en literatuur heeft hij altijd opengestaan en na zijn eindexamen H.B.S. wilde hij daarom letteren gaan studeren.
Het was toen, vóór het in werking treden van de wet van 28 April 1876, die het Hoger Onderwijs opnieuw regelde, nog mogelijk, door het afleggen van een admissie-examen met dispensatie voor de klassieke letteren tot de Universiteit te worden toegelaten.
Een langdurige ziekte stond de verwezelijking van dit plan echter in de weg en na zijn herstel was het afleggen van dit examen niet meer mogelijk. Toch liet hij zich als student inschrijven, om althans de acte middelbaar geschiedenis te behalen en volgde hij de colleges van de hoogleraren mr. R. Fruin en M. de Vries. Deze beide bezorgden hem, hoewel hij nauwelijks 22 jaar oud was en zijn studie nog niet had voltooid, in 1883 door hun van grote waardering getuigende referenties de betrekking van adjunct-archivaris bij het Rotterdamse archief.
De noodzakelijke kennis van het archiefwezen, waarmee hij tijdens zijn studie alleen zijdelings in aanraking was gekomen, moest hij zich toen nog eigen maken.

Dat de archiefcommissie ruim twee jaar later de nog geen 25 jarige jongeman tot opvolger van Scheffer aanbeval, wijst er wel op, dat hij zich inmiddels behoorlijk had ingewerkt; de wijze, waarop hij de overbrenging van het archief van de geannexeerde gemeente Delfshaven had geregeld zal bij het advies van de commissie ook wel een woord hebben meegesproken.
Bij proces-verbaal van 30 januari waren n.l. door het dagelijks bestuur van Rotterdam de Delfshavense archieven, berustende onder het voormalige Delfshavense gemeentebestuur, overgenomen. De eigendomsbewijzen waren overgebracht naar de Rotonde in het Stadhuis, terwijl de rest vooralsnog in het oude Raadhuis aan de Voorstraat bleef berusten onder toezicht van de vroegere Delfshavense archivaris, sedert 1886 commies ter Secretarie, C. M. van Heijzelendoorn, in afwachting van de in de benedenvertrekken van het voormalige Schielandshuis te nemen maatregelen, om dit omvangrijke archief onder te brengen.

Ongeveer gelijktijdig met het in functie treden van de nieuwe archivaris-bibliothecaris werd de werkkring van de commissie voor het Archief en de Bibliotheek bij verordening van 25 april opnieuw geregeld: ze was toen als volgt samengesteld: wethouder C. E. Viruly, voorzitter, en de heren Jhr. P. H. A. Martini Buys, J. Hudig en R. P. Thooft, leden.

In 1887 schonk de Schouwburg aan de Coolsingel het komplete archief over de jaren 1774 - 1887aan het Gemeentearchief inklusief een nog steeds unieke collektie affiches uit de jaren 1791 - 1887. Ongetwijfeld zal daar ook informatie bij geweest zijn over Jan Punt:

Citaat uit dit verhaal: Unger kreeg destijds wel eens het verwijt dat hij zich meer bezig hield met het ordenen van de bronnen in plaats van het inventariseren van het archief. Ook Hazewinkel kreeg wel eens zo'n verwijt, want ook Hazewinkel hield zich meer bezig met historisch onderzoek dan inventarisatie. Beide heren zijn we er nu dankbaar voor!

Maar terug naar 1893 toen de vloeren werden geopend om na te gaan waar die vochtige atmosfeer toch vandaan kwam of zoals het toen al genoemd werd een onderzoek naar de champignons in te stellen. De onaangename geur verdween toen de ventilatie onder de vloer en onder de kasten werd verbeterd. Om een lang verhaal kort te maken, ruimte gebrek en de manier van archiveren werden, net als in de tijd van Scheffer, weer een urgent probleem.

Er werden in 1896 plannen ontwikkeld voor de bouw van een nieuw Gemeentearchief Rotterdam waarbij met zeer vooruitziende blik ruimte werd gereserveerd tot minimaal 1950. De zaken werden groots aangepakt, niemand minder dan de Directeur van Gemeentewerken mocht zich ermee gaan bemoeien en Gerrit Jan de Jongh was altijd een man die van aanpakken hield.

Directeur der Gemeentewerken

Gerrit Jan de Jongh

Unger, de Jongh en architect D.B. Logemann gingen op bezoek in 's-Hertogenbosch, Arnhem, Leiden, Münster en Parijs en het in Münster toegepaste archiveringssysteem bleek het meest ideale: twee afzonderlijke, vrijstaande gebouwen, onderling door een gang verbonden en aldus geschiedde...

Gerrit Jan de Jongh kwam met het voorstel om ergens in de Coolpolder te gaan bouwen.

Citaat uit deze verhalen:

Volgens de Jongh zou in de niet al te verre toekomst ook wel een nieuw stadhuis in de Coolpolder gebouwd kunnen worden, genoeg argumenten om definitief te kiezen voor de Coolpolder voor een nieuw te bouwen Gemeentearchief van Rotterdam. En weer was het de Jongh die voorstelde om het nieuw te bouwen Gemeentearchief van Rotterdam te bouwen op een stuk grond ter breedte van 28 meter aan de noordzijde van de Mathenesserlaan tussen de Claes de Vrieslaan en de Heemraadsweg (de Heemraadssingel moest toen nog gegraven worden...). Aan de achterzijde zou het gebouw uitkomen op de Robert Fruinstraat waar ruimte gereserveerd zou blijven voor een evt toekomstige uitbreiding van resp 3 km archiefruimte tot totaal 11 km archiefruimte.



Op 5 april 1898 vond de aanbesteding plaats, de laagste inschrijver, J.J. Gort, mocht het werk uitvoeren voor Dfl 114.262,=.

Niet ten onrechte kon de Archiefcommissie in haar verslag over 1900 schrijven:


Op 5 juni werd in tegenwoordigheid van Burgemeester en Wethouders, van leden van de Gemeenteraad, van de directeur van Gemeentewerken en van de architect, de heer Logemann, het nieuwe archiefgebouw in gebruik gesteld.

In de schepping van Logemann prezen bevoegde beoordelaars een zeker cachet van voornaamheid.

Het Gemeentearchief van Rotterdam

Mathenesserlaan

De gevel was opgetrokken uit rode siersteen met Oberkirchner zandsteen, rustende op een hardstenen borstwering. Hier en daar waren symbolische versieringen aangebracht, b.v. op de sluitstukken der boogramen van de begane grond en in de vier pilasterkapitelen.

Geroemd werd de doelmatige indeling van het gebouw. De garderobe en de bodenkamer aan weerszijden van de voorvestibule, de binderij en de commissiekamer met haar eikenhouten lambrizering, vormden, met de van dit complex door een ijzeren branddeur gescheiden conciergewoning, de benedenverdieping. In de vestibule was een marmeren gedenkplaat aangebracht. De vloeren van vestibules en portalen waren van Italiaans marmermozaiek. Een brede marmeren trap, met een smeed-ijzeren van koperen dekstukken voorziene leuning, voerde naar de eerste en tweede verdiepingen.

In het trappenhuis trokken vier glas in lood ramen van de Belgische glazenier L. de Contini de aandacht: ze stelden symbolische, door bloemmotieven omrankte vrouwenfiguren voor, die Rotterdam, Handel, Scheepvaart en Kunsten en Wetenschappen verzinnebeeldden.

Op de eerste etage waren de leeszaal voor het publiek en de kamers voor de archivaris en de adjunct-archivaris, alle betimmerd met een eikenhouten lambrizering en voorzien van kasten met schuifdeuren en parketvloeren.

De bovenverdieping bevatte een werkkamer van de binder, speciaal ingericht voor het herstellen en opzetten van kaarten en tekeningen, een berglokaal voor doubletten, een fotografisch atelier en een donkere kamer.

Bij de bouw van het dépot was het toentertijd overal toegepaste type gevolgd, met ijzeren tralieroosters tussen de verdiepingen, maar met een ijzeren trap in het midden, dus geen smalle wenteltrap in een der hoeken, zoals elders. Houten kasten met verstelbare houten planken waren op afstanden van 1.25 m geplaatst.

Het enige gedeelte van het dépot, dat niet uitsluitend op utiliteit was afgestemd, was de charterkamer, een ruim vertrek van 12.50 m lang, 5.60 m breed en 5 m hoog met eiken betimmering, bestemd voor de berging van de charters en de prentverzameling en berekend op een capaciteit van 160 portefeuilledozen van gewoon- en 40 van buitengewoon formaat.
Het midden van dit vertrek werd ingenomen door vitrinekasten voor expositie van merkwaardige archiefstukken, zegels of prenten. Onder het magazijn en gedeeltelijk ook onder het voorgebouw waren luchtkelders aangebracht ten behoeve van de ventilatie.

Voor de verwarming van het dépot was er een centrale stoomverwarming, waarvan de stookgelegenheid in het sous-terrain van het administratiegebouw was geplaatst; de dienstvertrekken werden door gashaarden verwarmd en door gaskronen verlicht; ook in de vestibules en gangen was gasverlichting.
Voor het magazijn was dit natuurlijk te gevaarlijk: hier ontbrak alle kunstverlichting, zodat de ambtenaren er 's winters uiterlijk om half vier in de middag hun werk moesten staken.

Maar afgezien van dit destijds nog volstrekt niet als zodanig besefte inconvenient mag men toch zeggen, dat Rotterdam zich weer eens aan de spits geplaatst had van de archiefzorg in Nederland.

De opberging van de archiefstukken was voorbeeldig te noemen, in het magazijn heerste steeds een gelijkmatige temperatuur en aan de straatzijde had het gebouw onmiskenbaar een zekere allure. Het Rotterdamsch Nieuwsblad noemde het

een mooi en merkwaardig gebouw,
een sieraad voor Rotterdam, dat in ons land niet geëvenaard wordt.

Over het Slagveld hebben we ook een apart verhaal, LINK

In zijn toespraak bij gelegenheid van de opening verzuimde Burgemeester s'Jacob niet, er de aandacht op te vestigen, dat Rotterdam de eerste gemeente in ons land was, die uit eigen middelen een archiefgebouw gesticht had, dat aan alle eisen voldeed, die toen aan dergelijke inrichtingen gesteld werden.
Het was een aan het voorgeslacht verschuldigde daad van piëteit, de archieven zo goed mogelijk te conserveren en bewaren.
Want daar aan had nog veel ontbroken: was niet de commissaris der Koningin bij een recent bezoek aan de onderaardse spelonken van het oude Schielandshuis door de daar heersende duisternis bijna gestruikeld?

Citaat uit dit verhaal en dit verhaal:



Reeds in 1902 was 2/3 van het archief al gevuld, want Unger lukte het ook om allerlei particuliere archieven in bewaring te krijgen, zoals van het Heilige Geesthuis en van de steenhouwerij en tegelbakkerij Van Traa.

Na het overlijden van Unger schreef Mr. Seerp Gratama in het Nederlandsch Archievenblad:



In WOI moest in 1917 door een tekort aan brandstoffen de verwarming van het depot worden uitgeschakeld, deze situatie, een onverwarmd depot, heeft geduurd tot 1920. In 1919 brak paniek uit toen bleek dat tijdens een koude winterdag de brandleiding in het depot bevroren was, het afsluitstuk was er reeds afgesprongen.

Door sluiting van de hoofdkraan en voorzichtig ontdooien van de bevroren hoofdleiding werd een historische ramp voor Rotterdam voorkomen.

Wiersum had er geen vertrouwen in dat er niets zou gebeuren als er electrisch licht zou worden aangelegd in het depot en dus moesten de ambtenaren in het schemerdonker hun weg zien te vinden in het depot. Hazewinkel lukte het pas in 1938 om het depot electrisch te laten verlichten. De aanleg kwam op de begroting voor een bedrag van dfl 2.225,=.

Een andere innovatie ingevoerd ten tijde van Hazewinkel waren de schrijfmachines, tot die tijd werd alles handgeschreven.

Hazewinkel liet ook in het jaarverslag van 1938 weten dat er langzamerhand een onhoudbare situatie aan het ontstaan was, er moest dringend een depot worden bijgebouwd, zoals ooit ook al aanbevolen door Wiersum.

Vlak voor WOII werden her en der stalen rolluiken en stalen deuren aangebracht. Sommige ramen werden simpelweg dichtgemetseld. Allemaal maatregelen om schade veroorzaakt door bijv. een bombardement zo laag mogelijk te houden.
Om dezelfde reden werden op het dak tegels van schokbeton gelegd en werden de belangrijkste archiefstukken ondergebracht in de kelder.

Vanaf 1937 werden een aantal werklozen in het kader van een werkverschaffingsprojekt ingezet voor het indiceren van archiefstukken. Later werden jonge werkloze kunstenaars ook van werk voorzien door opdrachten te plaatsen voor de aanmaak van topografische tekeningen en aquarellen t.b.v. een atlas. Hazewinkel schreef jaren later dat deze vorm van werkverschaffing zeer geslaagd was geweest.

Tijdens WOII bleef het Gemeentearchief tamelijk ongeschonden, de bommen van 14 Mei 1940 kwamen niet in de Coolpolder terecht. Wel kreeg veel later de op 30 meter afstand gelegen St. Elisabethkerk op een avond een voltreffer, met als gevolg dat gelukkig slechts een paar ruiten van het Gemeentearchief eraan gingen.

Citaat uit ons verhaal

Wat gebeurde er in Rotterdam voor, in en na Mei 1940



Op 29 November 1944 werd het gebouw van de SD op de hoek Mathenesserlaan / Heemraadssingel gebombardeerd, waarbij ook enkele huizen aan de achterkant van het Gemeentearchief, de Robert Fruinstraat, werden geraakt. Ondanks grote materiele schade bleef wonder boven wonder de inventaris van het Gemeentearchief ongedeerd.
Je mag het eigenlijk niet zeggen, maar t.g.v. dit bombardement ontstond aan de achterkant van het Gemeentearchief een ideaal leeg bouwterrein....

Tijdens WOII werd het Gemeentearchief (niet alleen die van Rotterdam) overspoeld met vragen naar bewijzen voor arische afstamming....vooral de jaren 1942 en 1943 behoorde dit tot een van de hoofdtaken van het Gemeentearchief personeel.
Uit veiligheidsoverwegingen werden in 1941 een aantal Burgelijke Stand archieven overgebracht naar een kluis in de kelder van het Stadhuis om uiteindelijk in februari 1944 op hoog bevel te worden overgebracht naar Kasteel De Cannenburgh bij Vaassen. Het grootste deel van het notarieel archief werd overgebracht naar een bunker in de duinen bij Heemskerk die al in 1938 / 1939 was aangelegd. Ook naar de duinen verdwenen 55 mappen met topografische prenten en tekeningen.

Op 24 April 1942 werd de eerste paal geslagen voor de uitbreiding van het depot op het nu lege bouwterrein aan de achterkant van het Gemeentearchief. Pas na de oorlog werd met de bouw begonnen, op 15 November 1948 werd het nieuwe depot geopend met de tentoonstelling Rotterdam voor 150 jaar.

Hazewinkel wist tijdens WOII via via geregeld de hand te leggen op officiele Duitse bekendmakingen, affiches en raambiljetten. Duidelijk geinspireerd door zijn voorganger Unger die ooit was begonnen met het verzamelen van, laten we maar zeggen, Rotterdamse affiches etc. Tijdens WOII werd deze Unger verzameling ongesorteerd, onder een dikke stoflaag in een zolderkast van het Gemeentearchief weer ontdekt...

Dankzij deze basis gelegd door Unger en Hazewinkel bevindt zich nu in het Gemeentearchief van Rotterdam een van de grootste affiches verzameling van Nederland, nu uitgegroeid tot een collektie van meer dan 50.000 stuks!

Tijdens WOII lukte het ook nog om de in de 18e eeuw aangelegde genealogische en heraldische verzameling van de Rotterdamse Notaris Hartman de Custer (1687 - 1760) te verwerven. Van de tekenaar Jan Daniel Bisschop werd, opgeborgen in een 18e eeuwse kast, 40 in perkament en leer gebonden delen met gekleurde wapens van allerlei ooit belangrijke Rotterdamse families overgenomen.

In 1941 werd ook de, in de net opgeheven gemeente Hillegersberg bewaarde prentenverzameling van de Vereniging "Hillegersberg en Rotterban", overgenomen. Ook een groot aantal originele tekeningen van Johan Briedé werden nog verworven:

Slot citaat en prenten uit dit verhaal:



In 1998 vond de verhuizing plaats van het Gemeentearchief van Rotterdam van de Mathenesserlaan naar de Hofdijk, naar het gebouw van de voormalige Rijks Automobiel Centrale. Het gebouw, een ontwerp van architect Maaskant, kreeg van het Ministerie van Economische Zaken de Nationale Voorbeeldstatus. Waarom?

Bij de verbouwing is zoveel mogelijk gebruik gemaakt van milieuvriendelijke materialen en methoden. Zo bevindt zich in de bodem een koude- en warmte-opslag, wordt zonne-energie toegepast en worden de toiletten doorgespoeld met (gelukkig) gefilterd regenwater.

Wat heeft het Gemeentearchief van Rotterdam allemaal? Te veel om allemaal op te noemen en dus:

maak gebruik van deze link:

Klik HIER voor het overzicht van archieven van het Gemeentearchief Rotterdam

Enkele voorbeelden: naast doop-, trouw- en begraafboeken worden ook de archieven van de Gemeenten Albrandswaard, Bleiswijk, Bergschenhoek, Berkel en Rodenrijs, Capelle en Ridderkerk beheerd.

Heel uniek is ook het geluidsarchief en natuurlijk het onovertroffen beeldarchief.

En dan natuurlijk de in Rotterdam verschenen kranten vanaf 1711, maar ook allerlei tijdschriften, adresboeken etc etc.

En natuurlijk niet te vergeten, in het Gemeentearchief van Rotterdam bevindt zich een van de grootste affiches verzameling van Nederland, begonnen door Unger en nu uitgegroeid tot een collektie van meer dan 50.000 stuks!

Rotterdam mag terecht trots zijn op zo'n uniek Gemeentearchief

Tot slot nog wat praktische gegevens:






We ontvingen de volgende reaktie van Klaas Zandberg, hoofd dienstverlening Historisch Centrum Leeuwarden:

Via google stuitte ik bij toeval op uw interessante site. De kreet Rotterdam oudste gemeentearchief van Nederland viel mij bijzonder op. Dit op zich misschien niet wereldschokkende feit klopt beslist niet. Zoals de meeste archivarissen (van de oude stempel) wel weten is dat toch echt het gemeentearchief Leeuwarden.

Op deze reaktie van Klaas Zandberg werd gereageerd door Jantje Steenhuis, Gemeentearchivaris van het Gemeentearchief van Rotterdam:

Surfend op deze onvolprezen site, met een schat aan informatie over de geschiedenis van Rotterdam, trof ik bovenstaand bericht aan van Klaas Zandberg van het Historisch Centrum van Leeuwaarden.

Aangezien het Gemeentearchief Rotterdam in 2007 150 jaar bestaat, ben ik er even in gedoken: volgens een opgave in Archivum (1969), p. 67-68, een tijdschrift van de ICA (International Congres of Archives/Conseil International des Archives) is Rotterdam inderdaad niet het oudste gemeentearchief van Nederland maar Leeuwarden, dat is opgericht in 1838. De eer komt ons dus niet toe.......




In 2007 bestaat het Gemeentearchief van Rotterdam 150 jaar. Een bijzonder jaar dat het Gemeentearchief van Rotterdam o.l.v. directeur Jantje Steenhuis graag wil vieren met alle Rotterdammers.

In het voortreffelijke blad Ons Rotterdam verscheen over het jubileum van het Gemeentarchief het volgende artikeltje. Uiteraard zullen we nog wel meer informatie over dit komende jubileum gaan toevoegen, zodra we dit ontvangen hebben:

onsrdamlogo

www.onsrotterdam.nl

Jaargang 28, (3), 2006

In 2007 viert het Gemeentearchief Rotterdam haar 150-jarig bestaan. Een bijzondere aangelegenheid, die we een jaar lang willen vieren met tal van activiteiten voor alle Rotterdammers. Op dit moment zijn we druk bezig met de voorbereidingen voor dit feestelijke jaar.

We willen hierbij zoveel mogelijk Rotterdammers, orga­nisaties en onderwijsinstellingen in de stad betrekken, zodat we alle jubileumactiviteiten met zoveel mogelijk mensen kunnen vieren:

'In anderhalve eeuw is er veel veran­derd op archiefgebied', zegt Steen­huis. 'Denk bijvoorbeeld aan de opvattingen over archieven en publieksbereik. Een goed voor­beeld hiervan is terug te lezen in verordening die in de raadsvergadering van 22 oktober 1857 werd vastgesteld. In dat officiële besluit dat het begin van het Gemeentearchief Rotterdam markeert, stond te lezen dat het archief van de gemeente bewaard en in orde gehouden moest worden onder toezicht van een raadscommissie met een secretaris".

'Over het ontvangen van publiek en het stimuleren van het gebruik van de archieven en verzamelingen werd toen nog niet nagedacht', zegt Steenhuis. 'Voor die tijd al helemaal niet trouwens. Toen werden de documenten van het stadsbestuur wel bewaard, maar dat gebeurde naar het inzicht van hun klerken. Regels waren niet voorhanden'.

'Gelukkig is dit vandaag de dag bij wet geregeld. Het Ge­meentearchief bezit daardoor een schat aan bijzondere objecten en daar zijn wij zuinig op. Er gaat daarom veel aandacht uit naar de conservering en restauratie van ons bijna zeventien strekkende kilometer archief, een om­vangrijke en waardevolle collectie.

'Het meest bijzondere object dat wij in huis hebben? Dat is het stadsrecht, verleend door Graaf Willem de IV in 1340. In mijn ogen het meest bijzondere stuk, omdat het de juridische basis vormt van de stad Rotterdam. Een uniek exemplaar van bijna 7 eeuwen oud'.

Het Privilege van de Stad Rotterdam

AD 7 Juni 1340

LINK

'We bewaren, ordenen en beschrijven het materiaal dat binnenkomt, zodat Rotterdammers en hun nakomelingen er iets aan hebben. Bewaren is één ding, maar daarnaast is het belangrijk om onze topografisch historische collectie met miljoenen affiches, kaarten, tekeningen en prenten, en omvangrijke geluids-, film- en fotoarchieven open te stellen voor een zo breed mogelijk publiek'.

'En natuurlijk niet te vergeten ons stamboomonderzoek. Het toegankelijk maken van dit materiaal op onze website

Website: interactief !!!

http://www.gemeentearchief.rotterdam.nl


Email:

info@gar.rotterdam.nl

is daar een belangrijk onderdeel van. Door de digitale ontsluiting kunnen niet alleen bewoners van onze stad, maar geinteresseerden uit de hele wereld bijvoorbeeld foto's van Rotterdam bekijken en onderzoek doen naar hun Rotterdamse voorouders'.
In het jubileumjaar zal het Gemeentearchief haar collectie het hele jaar op verrassende wijze presenteren. Zowel binnen als buiten de muren van het archief aan de Hofdijk.

Steenhuis: 'Dit betekent dat onze reguliere publicaties, tentoonstellingen, historische cafés en presentaties een feestelijk tintje krijgen, maar dat we daarnaast ook ver­nieuwende invalshoeken kiezen om ons materiaal te kunnen presenteren. En dat doen we niet alleen. Als Ge­meentearchief Rotterdam staan wij midden in de stad en zorgen wij ervoor dat het verleden van Rotterdam toekomst heeft.

Een stad zonder geheugen is immers een stad zonder identiteit





In 2008 heeft het Ge­meentearchief Rotterdam zelfs de honderdduizendste notariële akte op het internet gezet:

Bij het digitaal toegankelijk maken van de notariële akten heeft het Gemeentearchief Rotterdam onlangs een belangrijke mijlpaal bereikt: de publicatie van de honderdduizendste akte. De akten zijn voor iedereen raadpleegbaar op de website van het archief:

http://www.gemeentearchief.rotterdam.nl

Eén van de recent gepubliceerde records is een verkoopakte uit 1640 van een pand in de Nieuwe Kerkstraat dat bekend stond als het geboortehuis van de beroemde geleerde Desiderius Erasmus (1467 of 1469 – 1536). In de akte, opgemaakt door notaris Jacobus Delphius, staat:



Kroonprins

Of dit ook echt het geboortehuis van Erasmus is geweest, is overigens niet zeker. Betrouwbare bronnen over waar en wanneer Erasmus is geboren, ontbreken. Sommigen menen daarom dat Erasmus helemaal niet in Rotterdam ter wereld is gekomen, maar in Gouda.
Voor tijdgenoten van de geleerde was het echter een uitgemaakte zaak dat de Nieuwe Kerkstraat in Rotterdam zijn geboorteplek was. Al vrij snel na zijn dood werd het huis een internationale trekpleister. Een van de bezoekers was de Spaanse kroonprins Philips die Rotterdam in september 1549 bezocht.

Omgangsvormen

Behalve koopcontracten omvatten notariële akten testamenten, boedelinventarissen, verklaringen en schuldbekentenissen. Wat ze waardevol maakt is dat ze een schat aan gegevens bieden over de omgangsvormen en gebruiken van gewone mensen. Ze vormen daardoor een nuttige bron voor historici die onderzoek doen naar aspecten van het dagelijks leven in het verleden. Ook mensen die meer willen weten over hun familiegeschiedenis kunnen uit notariële akten veel informatie halen.

Half miljoen

De database Notariële Akten van het gemeentearchief bevat uittreksels van akten die door notarissen in de regio Rotterdam zijn opgemaakt tussen 1585 en 1811 en voor Ridderkerk zelfs tot en met 1915. Het gemeentearchief bezit ongeveer een half miljoen akten, waarvan er inmiddels dus honderdduizend via de website vindbaar zijn. Ruim 80% van die akten is afkomstig van Rotterdamse notarissen uit de periode 1585-1650. Elke maand komen nieuwe records beschikbaar.




Op zoek naar een boek over Rotterdam?

Klik dan op deze link

Zoek je iets anders dan een boek over Rotterdam?

Kan ook:


Of helemaal iets anders? Mag ook:







    Geinteresseerd in een historische rondleiding voor uw eigen groep(je) door Aad 'arcengel' Engelfriet, webmaster van deze grootste Nederlandstalige geschiedenis website, door o.m. een stad of streek in bijv. Nederland, België, Duitsland, Groot-Brittannië, Ierland en/of een historische lezing, publicatie, recensie:

    Voor meer vrijblijvende informatie

    aad@engelfriet.net

    Wilt U eerst meer weten over Aad Engelfriet:

    klik dan HIER







Terug naar Aad's homepage, met links naar al zijn verhalen





Familiewapenklein
wat zijn we trots op ons familiewapen ...., beetje jaloers zeker ....


Terug naar de top





Last update :

1 April 2015