Een e-mail sturen naar Aad? Zijn e-mail adres is aad@engelfriet.net
(klik op deze tekst om een voorgeadresseerde mail te openen)
Terug naar  het Engelfrieten overzicht

Naar beneden 

De oude Rotterdamse binnenstad kerken

We hebben op onze site al een aantal verhalen over Rotterdamse kerken :

  • De geschiedenis van Schotland en Rotterdam
  • De geschiedenis van de Groote of St. Laurenskerk
  • De Waalse Kerk van Rotterdam
  • Foto's oude kerken van Rotterdam
  • De St. Rosaliakerk
  • De Zweedse kerk in het oude gebouw van de Maatschappij tot Nut der Zeevaart
  • De Noorse kerk in het Park
  • Mijn eerste kerkgang in 1925
  • De eerste kerkgang vanaf het Pijnackerplein in 1927
  • De punten van een preek


  • Als je onze onderstaande stadsplattegrond uit 1897 bekijkt, gekopieerd van deze link, zul je, met enige moeite, diverse kerken vinden die vlak voor WOII of tijdens het bombardement in de mei dagen van 1940 zijn verdwenen. Op de volgende kaart worden alle verdwenen kerken via een nummer aangegeven.

    Over een aantal van die verdwenen kerken gaan we hier hebben, ben je op zoek naar een speciale kerk, dan zou je onze Search Engine op Aad's homepage kunnen proberen.

    Klik hier als je wilt zoeken via Aad's Freefind search engine, vul in het venster jouw woord in en klik op ENTER

    stadsplattegrond1897

    1897

    In de onderstaande lijst een overzicht van alle kerken die in Mei 1940 zijn verdwenen, de nummers refereren naar de kaart onder de lijst:

    1. Grote of St. Laurenskerk (Hervormde Gemeente), Grote Kerkplein (ged. hersteld)
    2. Schotse Kerk (Schotse Gemeente), Vasteland, hoek Herderstraat
    3. St. Laurentiuskerk (Oud. Kath. Kerk), Lange Torenstraat
    4. Joodse Synagoge (Nederl. Isr. Gemeente) Boompjes
    5. Evang. Lutherse Kerk (Evang. Luth. Gemeente). Wolfshoek
    6. Doopsgezinde Kerk (Doopsgez. Gemeente), St, Laurensstraat
    7. St. Rosaliakerk (R.K. Kerk), Rodezand - Leeuwenstraat
    8. St. Laurentiuskerk (R.K. Kerk), Houttuin
    9. St. Dominicuskerk (R.K. Kerk), Hoogstraat
    10. Zuiderkerk (Hervormde Gemeente), Gedempte Glashaven
    11. Hovenierstraatkerk (Vrije Evang, Gemeente), Hovenierstraat
    12. Westerkerk (Hervormde Gemeente), Kruiskade. hoek Crispijnlaan
    13. St. Antoniuskerk (R.K. Kerk). Bosje
    14. Allerh. Hartkerk (R.K. Kerk), Van Oldenbarneveltstraat
    15. Kerk van O.L. Vrouw Onbevl. Ontvangen (v.h. R.K. Kerk), (sedert 1929 als kerk buiten gebruik), Wijnhaven
    16. Nieuwe Westerkerk (Geref, Kerk), Ammanstraat
    17. Joodse Synagoge (Nederl. Isr. Gemeente), Gedempte Botersloot
    18. Nieuwe Oosterkerk (Geref. Kerk), Goudseweg
    19. Chr. Geref. Kerk (Chr. Geref. Gemeente), Jonker Fransstraat
    20. Hotel „Jeruël" (Ver. Stadsevangelisatie „Jeruel"). Jan van Loonslaan
    21. Hotel „Elim" (Leger des Heils), Schiedamsedijk
    22. Kerkzaal „De Hoop" (Presbyteriaanse Gemeente), Generaal van der Heydenstraat
    23. Zweedse Kerk (Zweedse Zeemanskerk), Boompjes hoek Terwenakker
    24. Kerk van O.L. Vrouw van Lourdes (R.K. Kerk), Prins Hendriklaan (Noordereiland)
    25. Gebouw „Het Nut" (Ver. van Vrijz. Hervormden), Oppert
    26. Kerkzaal van de Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen, Sint Janstraat, hoek Van Spaanstraat
    27. Gebouw „Bethel" (Baptisten Gemeente), Goudseweg
    28. Doelenzaal (Ver. van Vrijz. Hervormden), Coolsingel bij Hofplein
    29. Noorse Kerk (Noorse Zeemanskerk), Drooglever Fortuynplein (Westzeedijk) (hersteld)
    30. Zaal Kralingen (Leger des Heils), Dijkstraat
    31. Zaal Noord (Leger des Heils), Benthemstraat
    32. Zaal Centrum (Leger des Heils), Hartmanstraat
    33. St.Elisabethkerk (R.K.Kerk), Mathenesserlaan (hersteld, niet op de kaart)
    34. Mathenesserkapel (Geref. Kerk), Mathenesserweg hoek Dirk Danestraat (niet op de kaart)
    35. Synagoge van de vereniging Agoedas Achiem aan de Kipstraat no. 76


    verdwenenkerkenkaart

    De verdwenen kerken uit de binnenstad van Rotterdam
    na 14 Mei 1940







    T.g.v. de geweldig stijgende populariteit van dit verhaal (dank, dank, dank!) worden de financiële lasten per maand voor onze Engelfriet site ook steeds hoger.....

    En dus zijn we op zoek naar sponsors: zakelijk of privé.

    Interesse?

    Graag kontakt opnemen met

    hans@engelfriet.net

    Iedere bijdrage is van harte welkom !!







    Historisch Nieuwsblad - 3 nummers voor EUR 9.00


    Adverteren bij Daisycon              Adverteren bij Daisycon             Adverteren bij Daisycon             Adverteren bij Daisycon             Adverteren bij Daisycon

    Adverteren bij Daisycon            

    Denksport Kruiswoord Varia - Kruiswoord Varia; de leukste variaties op de eeuwenoude kruiswoord hersenkraker.



    AANBEVOLEN

    Op zoek naar boeken over Kerken?

    Klik dan op deze link

    Zoek je iets anders dan Kerken?

    Kan ook:





















    We gaan het in dit verhaal zoo doen, eerst alle prenten met wat stukjes tekst en erna nog wat stukken overzichtstekst, kun je zelf de besproken kerken er wel even bijzoeken.

    kerkjemeentro

    1915

    schotsekerk1904lombardstraat

    St. Sebastiaanskapel of Schotse Kerk op de hoek van de Lombardstraat en de Meent (1904)

    (link)



    Meer over de St. Sebastiaanskapel kun je vinden in dit verhaal

    marktgedemptebotersloot1900

    De markt op de Gedempte Botersloot in 1900

    Op de hoek de Prinsenkerk, afgebroken voor de (oude) gemeente bibliotheek

    (link)

    prinsenkerkhoek

    De Prinsenkerk

    stadhuismetprinsenkerk

    1700

    Links de Prinsenkerk, de kapel van het voormalige St. Agnietenklooster (link) aan de Botersloot

    ervoor de Huibrug

    pal achter de Huibrug de achterzijde van het Stadhuis (link)

    prinsenkerkrellen

    Op 3 april 1784 vonden rellen plaats

    een compagnie van de Patriottische Burgerwacht grijpt in, er worden diverse salvo's gelost voor de Prinsenkerk

    in de menigte bevindt zich ergens Kaat Mossel (link)

    links van de Prinsenkerk de Boterhal

    prinsenkerksoldaten

    In 1795 werden de Franse troepen in de Boterhal ondergebracht, naast de Prinsenkerk

    Citaat uit dit verhaal:



    oosterkerkets

    De Oosterkerk omstreeks 1850

    oosterkerk1933

    De Oosterkerk vlak voor de afbraak in 1933

    De Oosterkerk aan de Hoogstraat, in 1933 nog tegenover het City Theater, gebouwd door Persoons in de jaren 1680 - 1681 voor dfl 70.000,=. Vanaf december 1933 wordt de kerk afgebroken, het orgel en een gedeelte van de inventaris wordt overgebracht naar de nieuwe Prinsenkerk aan de Schepenstraat in Blijdorp.

    Rechts van de Oosterkerk het voormalige Oudemannenhuis uit 1720. De kroonlijst en het klokkentorentje werden aangebracht in 1856.

    waalsekerkhoekhoogstr

    De Waalse Kerk met links de bloemenmarkt (1790)

    we kijken de Hoogstraat in

    waalsekerk1922

    De Waalse Kerk in 1902

    In 1685 werd door de Franse zonnekoning Lodewijk XIV, het Eeuwige (!) Edict van Nantes uit 1598 herroepen. De protestanten hadden erna geen vrijheid meer om in het openbaar hun godsdienst uit te oefenen en dus kwamen veel zogenaamde Hugenoten naar de protestantse Republiek. Eind 17e eeuw bedroeg het aantal Hugenoten in Rotterdam ca 25% van de bevolking en dat zonder problemen......

    Aanvankelijk werd in de St. Sebastiaanskapel gekerkt, later werd dit bovenstaande gebouw betrokken. In de middeleeuwen stond op deze plaats de Bagijnenkapel. De toren werd in 1625 aangebracht. De diensten werden uiteraard in het Frans gehouden.

    Links van de kerk een brandspuithuisje, rechts van de kerk een poortje dat toegang gaf tot o.m. de consistorie.

    Merkwaardig was dat de toren van de kerk en een klein deel van de grond eigendom waren van de gemeente Rotterdam. Na jaren van onderhandelingen werd in 1922 het geheel voor dfl 160.000,= verkocht aan C & A.

    cena1924

    C & A in 1924

    het gebouw werd ontworpen door Sickler, er waren, heel uniek in die tijd, 25 etalages

    bij de opening organiseerde concurrent Gerzon (in hun pand) de tot dan grootste modeshow ooit gegeven in Rotterdam, de opbrengst (dfl 675,=) werd geschonken aan de armen
    of op de openingsdag C & A toen veel klanten kreeg ???

    In dit verhaal kun je lezen dat na de oorlog op de plaats van C & A, V & D zich vestigde en dus kijken we op de bovenstaande foto's de huidige Hoogstraat in !! De HEMA heeft altijd gezeten waar ze nu nog steeds zit, C & A zat dus op de plaats waar nu V & D is gevestigd.

    We zijn nu toch een beetje aan het afdwalen, weet je waar dit was ?

    coolsingellaurensstraat

    Hoek Coolsingel Laurensstraat

    links op de hoek zijn nu de trappen van het "Beursgebouw", rechts op de hoek stond destijds het Erasmiaans Gymnasium en nu dus C & A,

    kortom we staan bovenop de koupgout........

    doopsgezindets

    De Doopsgezinde Kerk aan de St. Laurensstraat in 1929

    deze kerk stond wat achter de vroegere C & A in de richting van de St. Laurenskerk

    de St- Laurensstraat was voor WOII de straat waar we op de foto eentje hoger inkijken

    in de tekst onderaan deze pagina komen we nog op deze kerk terug

    doopsgezinddempbotersl

    Het gebouw van de Doopsgezinden aan de Gedempte Botersloot

    18e eeuw

    LINK

    dominicuskerkachter

    De St. Dominicuskerk aan het Steiger

    Ook in dit verhaal wat foto's van deze kerk.

    In 1826 werd de kerk wegens bouwvalligheid gesloten. Adams, die ook het nieuwe 19e eeuwse stadhuis ontwierp, werd de bouwmeester van de in 1832 opnieuw geopende kerk. In het huis links van de kerk was het RK parochiale armenhuis gevestigd. De ingang van het armenhuis was aan de Hoogstraat, waar ook de pastorie was te vinden. In de kerk was een monumentaal orgel, geregeld werden er orgelconcerten gegeven, net als in de volgende weggebombardeerde Lutherse kerk

    dominicusenwaalsekerk1850

    1850

    Links de St. Dominicuskerk, rechts de Waalse Kerk

    Op de plek van de Waalse Kerk staat nu V&D

    luthersekerkets

    De Lutherse Kerk aan het Wolfshoek (1778)

    Gebouwd in 1726

    op de ets de Keizersbrug of Houtbrug met in het verlengde de Posthoornsteeg

    in de tekst onderaan deze pagina komen we nog op deze kerk terug

    Uit dit verhaal nog een foto van de Lutherse Kerk :

    En verderop was dan Gerzon, met er tegenover de mooie Lutherse kerk met haar dak van groen koper.

    blaakenwolfshoek

    Wolfshoek met rechts de Lutherse Kerk met koperen dak
    links de Vischmarkt
    recht voor ons het Postkantoor

    recht voor ons het water van de Blaak, naar rechts de Leuvehaven

    kerkheilighartolde

    De Heilige Hart Kerk aan de Van Oldenbarneveltstraat

    synagogeets

    De Synagoge aan Boompjes (1790)

    Gebouwd in 1725

    Het sierlijke hek werd aangebracht in 1768

    De wijzers van de klok zijn voor ons wat merkwaardig, i.p.v. een X wordt een P toegepast

    in de tekst onderaan deze pagina komen we nog op deze kerk terug

    Uit ons Rosaliakerk verhaal nog een foto en een citaat :

    Het was inmiddels geen toeval - dit zij nog terloops opgemerkt - dat de oude binnenstad zoveel Katholieke kerken betrekkelijk dicht bij elkaar telde en bovendien de Joodse synagogen op Gedempte Botersloot en Boompjes.

    kerkboompjessynagoge

    De Boompjes Synagoge

    Het is een typisch Nederlands verschijnsel, naar wetenschappelijk vaststaat, dat zich in de binnenstad van alle steden speciaal de Katholieken en Joden groepeerden, als de handeldrijvende middenstand en die der industriëlen bij uitstek. Uitgesloten van het bekleden van openbare ambten, als beide groepen waren, legden ze zich in het bijzonder op handel en nijverheid toe. En de situatie is tot op de huidige dag vrijwel dezelfde gebleven.

    zuiderkerk1863

    De Zuiderkerk (1863)

    Herbouwd in 1848

    Op de onderstaande kleurenprent uit dit verhaal kun je ontdekken waar de Zuiderkerk heeft gestaan :

    koningsbrugkleur

    Op 24 september 1860 werd door Willem III de Koningsbrug geopend
    de verbinding tussen de Boompjes en het Haringvliet

    de Koningsbrug over de Oude Haven, rechts de Jan Kuitenbrug

    bijna recht achter de Koningsbrug het torentje van de Zuiderkerk

    Laten we ook maar eens op het Witte Huis klimmen en dan weer naar het Westen kijken :

    wijnenscheepmhavenappelpunt

    De toren van de Zuiderkerk is nu duidelijk herkenbaar

    We kijken links in de Scheepsmakershaven en rechts in de Wijnhaven. Rondom die mooie afgeplatte punt van de hoek Scheepmakershaven Wijnhaven kwamen de schepen uit de Betuwe met vers fruit voor de stad, de grootste aanvoer was natuurlijk van appels en daarom werd deze punt de Appelpunt genoemd. 's Avonds was het op de Appelpunt niet veilig......



    En dan nu nog wat stukken tekst uit diverse bronnen :

    De Prinsenkerk was het tweede kerkgebouw der Gereformeerde Gemeente. In 1608 werd de kapel van het voormalige St. Agnietenklooster aan de Botersloot als zodanig in gebruik genomen. De naam Prinsenkerk hing samen met die van Prinsenhof, waarmee delen van het oude kloostercomplex aangeduid werden.

    In de loop van de 17de eeuw werd de Prinsenkerk vergroot, in 1639 door de aanbouw van een noordpand (ter plaatse van de voormalige ambtswoning van de stadspensionaris), in 1659 door de aanbouw van een zuidpand. In 1795 en 1814 is de kerk tijdelijk gebruikt als kazerne In 1784 hadden er ernstige onlusten plaats in de omgeving van dit kerkgebouw. Toen de oranjegezinde volksmassa uit de omgeving van het Achterklooster in 1783 in beweging gekomen was, werd om de onrust tegen te gaan aan de Patriotten toegestaan een vrij-corps op te richten onder leiding van kolonel Elseyier.

    Op 3 april 1784 werd er geweld gepleegd in de omgeving van de Prinsenstraat bij de Prinsenkerk; daarbij was Catharina Mulder, alias Kaat Mossel, betrokken.

    In 1676 is de Zuiderkerk aanzienlijk vergroot en in 1690 werd er een torentje toegevoegd. Tot 1844 heeft dit kerkgebouw gestaan. Toen is het vervangen door de Zuiderkerk, die in 1940 werd verwoest. Het vierde kerkgebouw van de Gereformeerde Gemeente was de Nieuwe- of Oosterkerk in de Hoogstraat, die op 1 januari 1682 door de bekende predikant Franciscus Ridderus werd ingewijd.

    Het St. Pieterskerkje op de hoek van de Hoogstraat en het Rodezand, tevoren in gebruik als stadswapenhuis, werd in 1631 afgestaan aan de Waalse Gemeente, die eerder achtereenvolgens gekerkt had in de Bagijnhofkapel en de St. Sebastiaanskapel.

    Het gebouw werd vergroot en van een toren voorzien. De Waalse Gemeente had er evenwel niet lang plezier van, want toen in 1635 de Court van de Merchants-Adventurers zich in Rotterdam had gevestigd, wees het stadsbestuur het gebouw, dat daartoe opnieuw vergroot werd, toe aan de Engels-Episcopaalse Gemeente met belofte aan de Walen dat zij in hun bezit hersteld zouden worden, wanneer de Court zou verdwenen zijn. Het laatste gebeurde in 1656.

    Vanaf 1657 tot de afbraak in 1922 bleef de ,,Franse kerk" het bedehuis van de Waalse Gemeente. Enige malen is de kerk uitgebreid, met name ook na de herroeping van het Edict van Nantes in 1685, toen vele Réfugié's de wijk naar ons land hadden genomen en de gemeente daardoor aanzienlijk was gegroeid.

    De Engels-Episcopaalse Gemeente kwam in 1708 aan het Haringvliet - geheel aan het oosteinde - terecht in de nieuwgebouwde St. Mary Church (in 1914 afgebroken). In de tweede helft van de 17de eeuw - in de tijd van de Engelse Oorlogen - waren er niet zoveel belijders van de Engels-Episcopaalse Gemeente in de stad dat ze een eigen kerkgebouw nodig hadden. In en na de Franse tijd, van 1795 tot 1817, vonden er krijgsgevangenen een onderdak, was er een artillerie-magazijn in gevestigd en hebben er zelfs Russische troepen in gehuisd.

    De Lutheranen, die na de val van Antwerpen naar Rotterdam gekomen waren, stichtten hun eerste nog kleine kerkgebouw op het Colchoseiland of Lutherse vest (1609). Het aantal Duitsers in Rotterdam nam in de 18de eeuw zo sterk toe, dat de kerk, die in 1651 het oudste gebouwtje had vervangen, veel te klein werd.

    Het huis van de overleden burgemeester Jan de Mey, heer van IJsselmonde, aan het westeinde van de Zuidblaak (Wolfshoek), met een aangrenzend pakhuis werden in 1732 gekocht. Door de architect Titus Favre werd een nieuwe kerk met een hoog koepeldak gebouwd, die in 1736 plechtig werd ingewijd.

    In 1789 werden de leien van het dak vervangen door koperen platen. Het was een der gebouwen die aan het Rotterdam van vóór 1940 zijn charme verleenden. Dat was vooral mede te danken aan de unieke ligging aan het water van de Blaak.

    Behalve de hier genoemde kerken heeft Rotterdam er nog een aantal gehad :

    de Doopsgezinde kerk aan de Leeuwenstraat, de Remonstrantse kerk aan de Vissersdijk en de Rooms- en Oud-Katholieke kerken aan Steiger, Oppert en Slijkvaart (Paradijskerk) - alle schuilkerken, evenals de St. Rosaliakerk aan de Leeuwenstraat.

    In 1610 werd door de Vroedschap aan de ,,Portugese Joden" toegestaan ,,tot bevorderinge van de traficquen ende negotiatie binnen deze Stadt" zich in Rotterdam te vestigen en er een synagoge in te richten. In de eerste helft van de 17de eeuw treffen we dan ook al een synagoge van de Portugees-Joodse Gemeente aan. De Joden uit het oosten -,,Hoogduitse Joden" genoemd - kwamen later. Hun eerste synagoge was die aan de Glashaven (1674). Toen in 1723 parnassijns verzochten die synagoge te mogen uitbreiden, meenden burgemeesteren dat ,,die van deJoodsche natie beter souden doen van naer andere plaatse, van de publijckc kercke (bedoeld werd de Zuiderkerk) wat meer geeloigneerd, omme te sien".

    Zij kregen verlof om te gaan bouwen op de Boompjes naast het Oost-Indisch Huis, dus zomaar zichtbaar aan de openbare weg, hoewel daarvan afgescheiden door een muur. De inwijding van de nieuwe Synagoge had plaats op 8 juli 1725; in 1768 werd de muur door een sierlijk hek vervangen.



    Uit een andere bron :

    Bijna even onbekend, behalve dan bij de eigen gemeenteleden, als de Oud Katholieke schuilkerk, was die der Doopsgezinde gemeente aan de Sint Laurensstraat. Nadat het Rode Zand en de Zandstraat waren afgebroken, kwam daar een kerkmuur zichtbaar, begroeid met klimop, waarvan vele Rotterdammers zich tot het laatst toe hebben afgevraagd, wat er in 's hemelsnaam achter lag. Het was overigens moeilijk, zich voor te stellen, dat enkele tamelijk onaanzienlijke deuren in de smalle Sint Laurensstraat, welke ter plaatse geheel door het geweldige complex van C. & A. beheerst werd, de toegangen waren tot een interessant kerkje.

    Men weet, in tegenstelling met de Oud Katholieke kerk aan de Lange Torenstraat, door wie de Doopsgezinde kerk ontworpen werd. De kerk van de Doopsgezinde gemeente is een schepping van Aart Kool, stadsbouwmeester van Rotterdam. In 1773 werden de eerste stenen gelegd. Door de zoon van Aart Kool aangevuld, bevatte het ontwerp verschillende kenmerken van de overgang van de Lodewijk XV naar de Lodewijk XVI stijl, die in die dagen plaats vond.

    De totaalindruk van het interieur was meer beheerst, maar ook vlakker dan van de Oud Katholieke kerk. Er was een duidelijk verschil in geest waar te nemen en er werd naar voorname soberheid gestreefd, die sommigen intussen nogal kil aandeed. De kerkmeubelen, met de mooie preekstoel als pièce de resistance, het orgel, ze deden in menig opzicht niet onder voor al het schone, dat de andere Rotterdamse schuilkerken bevatten. Het interieur was door een gewelfd plafond afgesloten. Aan alle kanten werd het oog getroffen door fraaie, beheerste lijnen. Als voorbeeld van artistieke, Protestantse kerkarchitectuur was deze Doopsgezinde kerk waarlijk bewonderenswaardig en het lag daarom voor de hand, dat de leden der gemeente haar een warm hart toedroegen en er gaarne ter kerke gingen.

    Op de Vissersdijk stond nog, wat eens een schuilkerk der Remonstranten geweest was, van 1648 tot 1894. Er voerden vijf toegangen heen, waarvan het lage poortje op het West Nieuwland tot de Rotterdamse bezienswaardigheden behoorde. In de achttiende eeuw werd er een spotdicht op gemaakt, dat luidde:

    De volgelingen van Armijn, kruipend door het gat van Patijn

    Patijn was een Gereformeerd predikant, die toen het huis bewoonde.

    Er zijn in de Rotterdamse binnenstad nog verschillende andere kerken verwoest of zo zwaar beschadigd, dat ze moesten worden afgebroken. We noemen o.a. de Joodse synagoge aan de Boompjes, de Zuiderkerk aan de Gedempte Glashaven, met de mooie glasramen van Richters, diens levenswerk, de voormalige Katholieke kerk aan de Wijnhaven, de Katholieke kerken aan Houttuin, Steiger, Bosje en van Oldenbarneveltstraat, de Protestantse kerken aan Ammanstraat en Kruiskade, de Westerkerk en de nieuwe Oosterkerk aan de Goudseweg, de mooie Lutherse kerk aan de Posthoornsteeg met het stijlvolle, groenkoperen dak. Deze kerk werd graag voor orgelconcerten gebruikt. Ze werd in de jaren 1617-'19 inplaats van de uit 1603 daterende eerste Lutherse kerk te Rotterdam gebouwd en in 1736 verbouwd, waardoor ze historische betekenis bezat. Er bevond zich een fraaie lambrizering in en een kostbaar avondmaalstel.

    Van vele dezer kerken hebben de klokken jaren lang geluid en voor de Rotterdammers, al naar hun gezindheid, een symbolische betekenis gehad. Sommige waren betrekkelijk nieuw en bezaten geen of weinig kunstwaarde, andere bevatten enkele mooie dingen of onderscheidden zich door iets bijzonders, zoals de Steigerse kerk door haar eigenaardige koepel en de Zuiderkerk door het feit, dat ze eens een comediegebouw was, dat echter slecht ging en daarom voor kerkelijke doeleinden werd omgebouwd.

    De kerk aan de Ammanstraat was de hoofdkerk van de Gereformeerden, ook hun eerste kerk, na de Doleantie. Het was een grote, ruime kerk, waarin 1600 mensen gemakkelijk een plaats vonden. Er werden menigmaal bijeenkomsten gehouden ter herdenking van de verkiezingsuitslagen. De kerk bezat een heel mooi orgel en was net vijftig jaar oud.

    Generatie na generatie is naar deze bedehuizen opgegaan. Er zijn ontelbare Rotterdammers in gedoopt of in de belijdenis aangenomen. Talrijke bekende Rotterdamse namen zijn er aan verbonden. Menig huwelijk is er in gesloten. Vele feesten zijn er plechtig gevierd. Ze hadden haar colleges als die van kerkmeesters, collectanten, koorzangers en leden van de verenigingen voor eerbied in God's Huis, haar consistoriekamers, catechismuslokalen, catechisatieloka-len, etc., waar grote en kleine Rotterdammers samenkwamen, elkander leerden kennen, dikwijls voor een hele mensenleeftijd. Elk dezer bedehuizen had zijn traditie, zijn historie, zijn sfeer, ze vormden elk een deel van het oude, vertrouwde Rotterdam. Hun torens of koepels zullen het stadsbeeld niet meer markeren, het dreunen van hun orgels zal niet meer weerklinken....



    Tot slot nog 3 aparte gedeelten over :

    De Synagoge

    In 1492 werden de Arabieren en Mooren uit Spanje verdreven, wat voor de aldaar gevestigde Joden noodlottige gevolgen had. Na de inneming van Granada, het laatste bolwerk der Mooren in Spanje, werd door samenvoeging der koninkrijken Arragon en Castilië, heel Spanje onder een scepter vereenigd. Spoedig daarop werd de inquisitie ingesteld onder den wreeden Groot-Inquisiteur Torquemada, biechtvader van koningin Isabella van Castilië, gehuwd met Ferdinand II van Arragon.

    Toen kort daarop de Joden uit Spanje verdreven werden, trokken velen naar noordelijke gewesten en vestigden zich in de Zuidelijke Nederlanden, doch sommigen, waaronder de meest kapitaalkrachtigen, gingen naar Portugal, waaruit zij weinige jaren later toch ook verjaagd werden.

    Degenen, welke gedwongen waren hun verblijf in Spanje te behouden, hadden zich, om aan verbanning te ontkomen, laten doopen en bleven voorloopig als z.g. schijnchristenen (voor wie de schimpnaam van "Marranen" werd gebruikt) in het land. Zij werden echter vrij spoedig eveneens verbannen, omdat men beweerde, dat zij in het geheim hun eigen godsdienst trouw gebleven waren. Zij allen volgden hun geloofsgcnooten in ballingschap en vestigden zich vooral in de Zuidelijke Nederlanden.

    Toen echter de Noordelijke provinciën zich los trachtten te maken van het Spaansche juk en de Zuidelijke veel te lijden hadden van de Spaansche heerschappij, verplaatsten zij zich veelal nog meer noordelijk. Rotterdam kreeg van deze verplaatsing zijn deel, dat nog later aangevuld werd door de zg. Hoogduitsche Joden, die uit het Oosten van Europa kwamen.

    De allereerste Joodsche gemeente binnen Rotterdam werd door Portugeesche Joden, uit Antwerpen afkomstig, gesticht. Onder hen bevond zich de hoog in aandien staande familie De Pinto, waarvan vooral Abraham Gillez Lopez de Pinco niets naliet, om de Joodsche gemeente te maken tot een waardige gemeente.
    Hij was een rijk man, die het dubbele boerenhuis bewoonde aan de zuidzijde van de Wijnhaven No. 62, hoek Bierstraat. Na verbouwing werd dit een verzamelplaats en leerschool der Joden, die behoefte gevoelden hun kennis van Talmud en Bijbel te vermeerderen.

    De Portugeesche en Hoogduitsche Joden hadden een tijdlang ieder hun eigen Synagoge, doch toen het aantal Portugeesche Joden sterk verminderde, besloten beide gemeenten in 1682 zich te vereenigen en gebruik te maken van de Synagoge aan de Glashaven W.Z.

    Al spoedig werd deze Synagoge te klein en werd een belendend pand aangekocht om de bestaande kerk te vergrooten. Na overleg met het stadsbestuur liet men dit plan echter varen en kocht men van de stad een groot terrein, gelegen aan de Boompjes en uitkomende aan de Scheepmakershaven, ten einde daarop een groote Synagoge te bouwen. Het plan daartoe werd vermoedelijk gemaakt door den architect Titus Faber, denzelfden, die eenige jaren later de Luthersche kerk zou bouwen.

    Donderdag 27 Augustus 1724 werd de eerste steen van de Synagoge gelegd en reeds op Vrijdag 8 Juli 1725 kon de inwijding met grooten luister plaats hebben. Het nieuwe gebouw, dat een oppervlakte had van 12 X 22 m, lag aan drie zijden vrij. Aan de voor- en achterzijde was een open terrein, terwijl aan de rechterzijde een open gang van voor naar achter voerde.

    Het aan de voorzijde gelegen open terrein was afgesloten door een fraai, uit 1768 dateerend, gesmeed ijzeren hek uit het Lodewijk XV tijdperk. De gevels van het gebouw waren hoofdzakelijk in donkerrooden baksteen opgetrokken, terwijl enkele voorname details in Bentheimer zandsteen waren uitgevoerd.

    De strenge, eenvoudige voorgevel had in het midden een iets vooruitspringend gedeelte, waarin de hoofdtoegang tot de kerk gelegen was, die alleen voor mannen was bestemd. De gevelhoeken waren door bloklisenen afgesloten, terwijl een houten kroonlijst als gevelafsluiting was aangebracht.
    Boven het vooruitspringende gevelgedeelte was een fraai versierde, houten gevelbekroning zichtbaar, waarin een groote, zwarte wijzerplaat met vergulde cijfers was geplaatst.

    Een laag, met blauwe pannen gedekt zadeldak, droeg een mooi achtkantig, houten torentje, bekroond met een gesmede finale en koperen windvaan.

    De gevel was ingedeeld door twee kleine vensters bezijden den hoofdingang en door drie hooge, boogvormig afgesloten vensters daarboven, waarvan het middelste eenigszins versierd was. Inwendig gaf de kerk een bepaald indrukwekkend, harmonieus geheel te zien, waarvan de "Heilige Arke" of "Hechal" het hoofdornament was. In een afgesloten kast waren de "Heilige Wetsrollen" opgeborgen.

    Een tweede voornaam onderdeel was de tegenoverliggende "Biema" waarop de Wetsrollen werden voorgelezen. Rondom de Biema waren de banken voor de mannen geplaatst, terwijl de vrouwen op de drie galerijen achter een versierd opengewerkt hekwerk haar plaatsen vonden. Deze galerijen hadden een afzonderlijken toegang van buiten af.

    De kerkwanden waren door breede pilasters ingedeeld, die een kroonlijst droegen, waarop het gewelfde plafond rustte. Een daklantaarn in het midden van het gewelf geplaatst, liet naast de vele zijramen fraai licht in de kerkruimte vallen. Op overvloedige wijze werd dit interieur nog verlevendigd door den blinkenden koperglans der oude kerkkronen en kandelaars en door de wandramen, die de schoonheid van het geheel verhoogden.

    De verdere, aan de open gang uitkomende gebouwen, waren als kerkelijk badhuis in gebruik en die aan de achterzijde, aan de open plaats liggende, voor woningen van voorzanger en koster en verder voor bibliotheek, receptielokalen en hulpsynagoge. In de laatste jaren werd de Synagoge aan de Boompjes niet meer zoo druk bezocht als vroeger. Aanleiding daartoe was het feit, dat een geleidelijke verplaatsing der Joodsche bevolking naar de buitenwijken der stad plaats had en men daar te ver van de Synagoge aan de Boompjes woonde.

    Men dacht er dan ook over dit historische bouwwerk te verkoopen, doch de ontzettende Mei-catastrophe van 1940 heeft alles en alles een prooi der vlammen gemaakt, zoodat er niets anders overbleef dan een troostelooze ruïne.

    We ontvingen ook deze aanvulling over de Synagoge van Rotterdam:

    Bron:

    onsrdamlogo

    www.onsrotterdam.nl

    Jaargang 29, (1), 2008

    En dan verschijnt er een geweldig artikel, gepubliceerd in Ons Rotterdam (29e Jaargang, No 1, 2008) ook over

    De Synagoge van Rotterdam aan de Boompjes

    wat wij, met toestemming van Ons Rotterdam, hieronder integraal mogen weergeven, waarvoor onze grote dank:

    De Lutherse Kerk

    De groote afscheiding van de Roomsche kerk heeft plaats gehad nadat de Augustijner monnik en hoogleeraar Maarten Luther in 1517 zijn 95 stellingen tegen den aflaathandel en andere misbruiken in de Roomsche kerk aan de poort van de slotkerk te Wittenburg deed aanplakken. Aanvankelijk werden allen, die zich van de Roomsche kerk hadden afgescheiden, zoolang de zg. Augsburgsche Confessie nog niet was aangenomen, "Lutheranen" genoemd.

    De Lutherschen vereenigden zich, nadat deze geloofsbelijdenis was bekrachtigd, in een genootschap, dat de Evangelisch-Luthersche kerk werd genoemd, terwijl de andere Protestanten, die meer overhelden naar den Zwitserschen hervormer Calvijn, den naam van Gereformeerden aannamen.

    De Lutherschen, die zich ook te Rotterdam in een kerkgenootschap hadden vereenigd, moesten in den beginne veel verduren van de Gereformeerden, die in aantal veel grooter waren en in alles een overweldigden invloed hadden ten koste van andere kerkgenootschappen, die feitelijk niet geduld werden.

    De eerste kerk, die de Lutherschen hier ter stede in gebruik namen, was een schuilkerkje, gelegen aan de zuidzijde van de Binnen Vest, omtrek Heerenstraat. Het was een zeer eenvoudig gebouwtje, dat tus-schen 1609 en 1617 voltooid moet zijn geweest.
    In 1651 bouwde het kerkgenootschap een nieuwe kerk, ongeveer op dezelfde plaats, welke kerk aan betere eischen voldeed en tot 1736 in gebruik is gebleven, toen de groote kerk aan den Wolfshoek gereed was.

    Het op 25 Februari 1732 door drie leden van den Kerkeraad aangeboden terrein, dat zij aan den Wolfshoek, Posthoornsteeg en Korte Wijnstraat hadden aangekocht, werd, nadat gemeenteleden er in waren geslaagd het benoodigde bouwfonds bijeen te brengen en nadat Burgemeester en Wethouders verlof gegeven hadden tot den bouw der kerk naar het ingeleverd schetsplan, voor den bouw met dank geaccepteerd.

    De architect Titus Faber werd tot bouwmeester aangesteld, terwijl in 1733 met den bouw werd aangevangen, waarna 16 December 1736 de plechtige inwijding van het bedehuis kon plaats hebben. De gevels van de kerk waren in hoofdzaak van donker-bruinrooden baksteen op hardsteenen plint opgetrokken, terwijl de sprekende versieringen en voornaamste geveldetails in Bentheimcrsteen waren uitgevoerd.

    Een aantal pilasters van kapiteelen en basementen voorzien, deelde de gevels in, waartusschen de hoofdingangen en de hooge, boogvormig afgesloten vensters waren geplaatst.
    Boven een flinke houten kroonlijst, die de gevels afsloot, verhief zich het met koperen platen bedekte koepelvormig dak, waarvan het middelste gedeelte iets hooger opging en een sierlijk klokketorentje droeg dat zich met zijn finale en windvaan hoog in de lucht verhief.

    Aan iedere zijde der drie gevels was een zeer rijk in Bentheimersteen bewerkte toegang. Die aan den Wolfshoek was het fraaiste versierd en afgesloten met een karakteristiek hekwerk. Een dezer toegangen en wel die aan de Posthoornsteeg, deed als zoodanig geen dienst meer.

    Het interieur der kerk was zeer indrukwekkend en bestond uit een hoog opgaand, overwelfd middenschip en twee zijpanden die ieder twee boven elkander liggende galerijen bevatten van ca 7 m diepte.

    Bijzonder mooi was de fijn en smaakvol bewerkte, donker eikenhouten preekstoel met klankbord, welke aan den westwand van de kerkruimte was aangebracht. Aan den oostwand, vlak tegenover het spreekgestoelte, was een grootc ornamentale compositie in stuc te zien, die in hoofdzaak een bijzonderen gedenksteen en een daarboven geplaatste wijzerplaat van een fraaie klok omsloot. Deze gedenksteen vermeldde de namen van hen, die den eersten steen van het gebouw in 1733 hadden gelegd.

    Een solide eikenhouten paneellambrizeering liep langs de kerkwandcn rond, waartegen de kerkbanken aansloten.

    Een betrekkelijk hoog gelegen en iets in de kerkruimte vooruitspringend fraai orgel was een geschenk van een achttal leden der gemeente. Later is dit orgel verbouwd en uitgebreid met twee hooge hoektorens en feitelijk als een nieuw orgel weer in 1887 in gebruik genomen.

    Door goede verhoudingen werkte het in de kerkruimte, niettegenstaande enkele wel wat te massale onderdeden, zeer decoratief. Op allerlei wijzen werd het door fijn, sprekend ornament, veelal in goudtoon verhoogd, sterk verlevendigd. De manier, waarop de ingewikkelde houten bekapping over dit groote gebouw was saamgesteld en aangebracht, was werkelijk hoogst ingenieus en origineel.

    Een later in de Korte Wijnstraat bijgetrokken en verbouwd pand, heeft voor de gemeente een nuttige bestemming gehad. Het diende als consistorie, kantoor voor den koster, catechisatie- en vergaderlokalen, alsmede als woning voor den koster.

    Midden in de stad en grenzende, aan drie zijden, aan den openbaren weg, was de ligging der kerk bijzonder fraai en gunstig, wat dan ook, van welke rijde men haar bezag, direct opviel. Vooral het koepelvormige dak, bedekt met de groen aangeslagen, koperen bedekking, de stemmige donkere baksteen, de mooie zandsteenen hoofdingangen en vooral het sierlijke klokketorentje, maakten het geheel tot een statig, forsch, karakteristiek 18e ecuwsch bouwwerk uit het Régence tijdperk, den overgang van den Lodcwijk XIV op den Lodewijk XV stijl.

    Voor vele, tot de Luthersche gemeente behoorende Rotterdamsche families zijn tal van dierbare herinneringen aan dit helaas verwoeste monument verbonden.

    De Doopsgezinde Kerk

    In het midden der 16e eeuw hebben er te Rotterdam verschillende Doopsgezinde gemeenten bestaan, die veelal in particuliere huizen in het geheim bijeenkwamen. De voornaamste waren: de Dantzigers, de Oud-Vlamingen, de Vlamingen, de Friezen, de Waterlanders en de Hoogduitschen.

    Dikwijls vereenigd en dan weer elk op zichzelf, kwam eindelijk omstreeks 1700 een hereeniging tot stand, meer bekend onder den naam van de "Vereenigde Gemeenten".

    Sedert 1811 zijn nagenoeg alle Doopsgezinde gemeenten vereenigd in de te Amsterdam gevestigde Algemeene Doopsgezinde Sociëteit.

    Het begin der geschiedenis van de Rotterdamsche Doopsgezinden is een tijdperk van voor- en tegenspoed geweest. De leden der Oud-Vlaamsche gemeente, welke gemeente gewoonlijk als de moeder van alle andere gemeenten werd aangeduid, vergaderden in 1615 en volgende jaren in een lang, smal huis, "het Arkje" genaamd, dat gelegen was tusschcn de Eerste Lombardstraat en de Botersloot.

    De Vlaamsche gemeente, die reeds in het laatst der 16e eeuw bestond, vergaderde in een gebouw ongeveer gelegen op de plaats, waar de nu verwoeste Doopsgezinde kerk tusschen de St. Laurensstraat en de Leeuwenlaan was gevestigd. Door uitbreiding van het ledental was hun kerkgebouw het grootste van de drie bestaande Doopsgezinde kerken.

    De Friesche Doopsgezinde gemeente had een pied-a-terre aan het Quakernaat, waar zij in 1593 een pand had gekocht, dat in 1657 vergroot moest worden en tot 1775 in gebruik gebleven is.

    Na veel gehaspel kon aan het einde der 17e eeuw een vereeniging beproefd worden met de Vlamingen, waarbij beide kerkgebouwen aian Quakernaat en St. Laurensstraat ten dienste der bijeenkomsten zouden blijven.

    De twee gebroeders Bisschop, die in het Kromme Hang woonden, daar een zaak dreven en zeer welgesteld waren, hadden tevens een kunstkabinet saamgesteld, dat zoowel binnens- als buitenslands groote bekendheid had verworven.

    Pieter Bisschop, de jongste der twee gebroeders, stierf in Juni 1758 en had bij zijn dood een niet onaanzienlijk bedrag aan de kerkelijke gemeente gelegateerd.
    Jan Bisschop, die 5 Maart 1771 op 91-jarigen leeftijd overleed en bij zijn leven reeds veel aan de kerkelijke gemeente had geschonken, vermaakte bij testament, na aftrek van enkele legaten en onder een enkele reserve, zijn geheele vermogen aan de "Vereenigde Vlaamsche en Waterlandsche Gemeenten" binnen deze stad. Het was een voor dien tijd groot kapitaal, waarvan de gemeente in het bezit kwam.

    Dank zij dit groote vermogen kon de gemeente toen overgaan tot het bouwen van een grootere kerk op het terrein, gelegen tusschen de St. Laurensstraat en de Leeuwenstraat. De nieuwe kerk werd als schuilkerk gesticht met toegang aan beide zijden door een gang. Zij lag verscholen achter eenige huisjes, die voor rekening van de kerkelijke gemeente waren gesticht.

    De kerk was in 1773 gebouwd naar de plannen van den stadsbouwmeester Aart Kool, die geassisteerd werd door zijn zoon Aart Kooil Jr., welke door zijn jeugdigen leeftijd beter dan zijn vader vertrouwd was met de zich toen voltrekkende verandering van den heerschendcn bouwstijl.

    Op 28 Mei 1775 was het geheel voltooid en kon de plechtige inwijding plaats hebben. Uitwendig was aan het verborgen bouwwerk niet veel meer te zien dan de twee monumentaal bewerkte hoofdingangen, waarvan er een, die niet veel gebruikt werd, later vervangen is door een overdekten ingang aan den zijkant.

    Het interieur der kerk was echter het voornaamste; daar werd de meeste aandacht aan gewijd. Het was dan ook met smaak ontworpen en uitgevoerd in den overgangsstijl van den Lodewijk XV op den Lodewijk XVI stijl.
    De zijwanden van het interieur waren licht getint en door vier vlakke pilasters en vier holle hoekpilasters ingedeeld. Zij hadden fraaie, Corinthische kapiteelen en droegen een krachtige versierde kroonlijst, waarop het in vakken verdeelde, gewelfde plafond rustte. Tusschen de vlakke pilasters waren de halfcirkelvormige afgesloten vensters geplaatst, die het interieur meer dan voldoende verlichtten.

    De onderzijden der wanden waren tot op 3 m. betimmerd met een eikenhouten paneellambrizeering, waartegen de zijbanken der kerk-ruimte aansloten.

    Rondom de zijingangen waren betimmeringen aangebracht, die met een fijn lijstwerk en bekroning waren versierd.

    De met verfijnden smaak bewerkte preekstoel met klankbord, het alles beheerschende hoofdmotief van een kerkinterieur, was met de beide kwartronde trapjes tegen den zuidwand geplaatst en was een waar kunstwerk, zoowel in stijl als in uitvoering. Omgeven door eikenhouten kerkbanken en gebogen vrijstaande borstwering, om de ruimte voor den preekstoel af te sluiten, was het geheel volmaakt in harmonie.

    Ook het tegenoverliggende orgel, dat uit 1775 dateerde, was een bijzonder mooi instrument, dat echter later wel eens vernieuwd en verbeterd is geworden, doch met behoud van de fraaie onder- en bovenorgelkast.
    Beide kasten waren zeer geslaagd van verhouding en bijzonder verlevendigd met geestig ornament en met prachtige cherubijntjes en grootere beeldgroepen. De orgelkastcn waren van donker gevernist eikenhout, hier en daar op sprekende deelen met goud verhoogd.

    De kerkruimte was electrisch verlicht en eveneens electrisch verwarmd. In het later aangebouwde dienstgebouw, bevattende de woning van den koster, catechisatievertrek en groote consistoriekamer, waren enkele bijzonderheden, op de kerk betrekking hebbende, opgeborgen. Zoo hingen er o.a. in de consistoriekamer verschillende geschilderde en geteekcnde portretten van vroegere predikanten, alsook een pastwlteekening, voorstellende de gebroeders Bisschop, de milde gevers. waaraan de Doopsgezinde Gemeente zooveel verplicht is.

    Niets en ook niets is er, na den fellen brand van 1940, van dit gebouw overgebleven; alles is door de vuurzee verzwolgen.




    Tot slot nog een bijdrage van Gerard Martens die dit gedicht op de ULO voor zijn examen moest leren :

    Op de jongste Hollantsche transformatie

    Door Joost van den Vondel

    Gommer en Armijn te Hoof
    Dongen om het recht geloof,
    Yeders in-gebracht bescheijt
    In de Weech-schael wert geleijt.
    Docter Gommer arme knecht
    Haddet met den eersten slecht,
    Mits den schranderen Armijn
    Tegen Bezam en Calvijn
    Ley den Rock van d'Advocaet,
    en de Kussens van den Raet,
    En het breijn dat geensins scheen
    Ydel van gesonde reen,
    Brieven die vermelden plat
    'tHeylich recht van elcke Stadt.
    Gommer sach vast hier en gins 
    Tot so lang mijn Heer de Prins
    Gommers syd' die boven hing,
    Trooste met sijn stale Kling
    Die so swaer was van gewicht,
    Dat al 't ander viel te licht.
    Doen aenbad elck Gommers pop
    En Armijn die kreech de Schop.

    Uit: Vondel, Werken, I, 790-791.

    Maar we hebben nog veel meer foto's, bijvoorbeeld deze van de bekende Rotterdamse fotograaf Wotke

    wotke21861

    wotke11861

    1861

    Vanaf de toren van de St. Laurens een fraai uitzicht op o.m.

    het Coolsingelziekenhuis,
    Molen de Hoop,
    de Waalse Kerk (links)
    en de St. Rosaliakerk

    inderdaad, allemaal internet links...

    ook heel duidelijk te zien het verschil tussen de Hoogstraat, links van de Waalse Kerk en de St. Laurensstraat, rechts van de Waalse Kerk

    De onderstaande foto's en de twee foto's hierboven zijn rond 1861 gemaakt door de destijds zeer bekende fotograaf Wotke, aan hem hebben we veel foto's van het 19e eeuwse Rotterdam te danken.

    De onderstaande 2 foto's komen uit het verhaal


    oudehavenoverzichtvanaflaurens

    1861

    Vanaf de toren van de St. Laurens een fraai uizicht over de Oude Haven

    direkt voor ons, dus voor de brug, de Kolk

    De kade links van de Kolk heet Open Rijstuin,
    gaat in de richting van de brug over in Toe-Rijstuin

    Rechts het Westnieuwland

    Een mooi moment om even te gaan mijmeren boven op de St. Laurenskerk, samen met deze 3 wezen uit het Gereformeerd Burgerweeshuis van Rotterdam aan de Goudschewagenstraat :

    weesmijmeren

    mijmeren over Rotterdam vanaf de St. Laurenskerk

    LINK

    LINK

    Maar waarschijnlijk is ook deze foto gemaakt door Wotke of een tijdgenoot, komt uit ons Hofplein verhaal:

    haagseveerrichtingschie1870

    Op deze foto uit 1870 kijken we vanaf het huidige Haagse Veer in de richting van de Schiekade, voor de fijnproever, de foto is gemaakt vanaf de Grote Kerk.

    En bij een verhaal over Kerken hoort natuurlijk ook wat over het ontstaan van de Waterstaatskerken, citaat uit dit verhaal:

    lodnaplarge

    Het beroemde schilderij van Koning Lodewijk Napoleon

    hortensept

    Koningin Hortense de Beauharnais

    Even een klein intermezzo over een van die maatregelen die Lodewijk Napoleon heeft genomen, die we nog steeds op diverse plaatsen in Nederland kunnen herkennen, de zogenaamde Waterstaatskerken. Een klein voorbeeldje uit bijv. Ootmarsum:





    We ontvingen deze zeer gewaardeerde bijdrage van Ger van Dam, meer verhalen van Ger van Dam kun je vinden via deze LINK

    Citaat uit ons Kloosters van Rotterdam verhaal:

    KERKEN EN KLOOSTERS VAN DE DOMINICANEN IN ROTTERDAM

    De rooms-katholieken vormden in deze stad een aanzienlijke minderheid. Eén van de citykerken in de naoorlogs jaren Het Steiger werd bediend door de Dominicanen. Eerder hadden deze paters al kerkgebouwen in Rotterdam. Pater Wolfs, auteur van enkele boeken over zijn orde in Nederland, bericht daarvan. Ik noteer enkele gegevens ter wille van Rotterdammers die wellicht nog herinneringen hebben aan deze kerken. Ik beperk me waar mogelijk tot datgene wat ouderen nog kunnen hebben gezien. Het meeste van deze historie, vooral de verhalen over de vele paters, moet men zelf maar bij de auteur Wolfs lezen.

    De Dominicanen of Predikheren vormen een orde van "bedelbroeders", dus geen monniken in grote gebouwencomplexen wonend en werkend. Net als de Minderbroeders of Franciscanen kwamen zij, telkens met een paar man, in de dertiende eeuw in meerdere Hollandse en Zeeuwse steden. In de vijftiende eeuw bewoonden zij een klooster in de Hoogstraat, dicht bij een oostelijke stadspoort. De stadskaart van Braun en Hogenberg tekent de gebouwen. Tijdens de protestantse hervorming verloren zij hun huis en kapel.

    Men bedenke, dat de parochie Rotterdam, die van de Sint Laurentius, door een seculiere pastoor werd bediend. Een seculier of wereldheer is een priester die niet tevens lid van een kloosterorde is. Jezuïeten, franciscanen, dominicanen, augustijnen, carmelieten zijn dat veelal wel. Deze paters opereerden in de tijd dat de katholieken onderdrukt werden als eenlingen, in burgerkleding rondtrekkend. Het eigenaardige van de situatie in Rotterdam is, dat meerdere kerken bediend werden door kloosterlingen of religieuzen. Geleidelijk werden de staties in huizen en schuren vervangen door schuilkerken en dan door grotere godshuizen. Toen werd het mogelijk met enkele broeders samen te wonen in een pastorie of klooster.

    In de zeventiende eeuw verbouwden katholieken een herberg aan Het Steiger tot een schuilkerk, een zg. statie en dus geen parochie. Andere kerken stonden aan de Oppert, aan de Leeuwenstraat (met Jezuïeten als bedienaars) en aan de Delftse Vaart. Aan de Houttuin zou er nog een R.K. kerk komen. De Redemptoristen zouden aan de Goudse Rijweg hun kerk bouwen. In de achttiende eeuw was er de scheiding onder de katholieke geestelijkheid, waaraan het ontstaan van de Oud-Katholieke Kerk toe te schrijven is. Tot op de dag van vandaag is er de fraaie oud-katholieke Paradijskerk aan de Nieuwe Binnenweg.

    Parochies kwamen er pas enkele jaren na het herstel van het bestuur door bisschoppen in 1853. Een stad werd opgedeeld in een aantal "gemeentes" (eerder een protestants woord) rond een kerkgebouw met bijgebouwen als pastorie, scholen en patronaten. De intense bemoeienis van de geestelijkheid met de roomse gezinnen bracht weer veel cohesie, het gevoel van "Wij Roomschen".

    In de negentiende eeuw werd de Steigerse kerk gesloten wegens instortingsgevaar. Er kwam een noodgebouwtje achter het Schielandhuis bij de Binnenwegse Poort. De nieuwe kerk kwam weer aan de Hoogstraat te liggen, kreeg een klassiek front met zuilen en een koepel. Een foto uit 1934 laat een ruim interieur met bovengalerijen zien, volop met bloemen, kaarsen en vaandels opgetuigd. Menige roomse kerk zag er in die jaren zo uit op feestdagen.
    De naoorlogse kerk aan Het Steiger zou er zeer sober uitzien. De roomse beeldenstorm van de jaren zestig van de vorige eeuw had veel uit de kerken doen verdwijnen. Na 1880 werd er een hulpkerk gebouwd aan de Oldenbarneveltstraat. Ook deze zou met zovele kerken op 14 mei 1940 verwoest worden. De dominicaner kerk aan de Provenierssingel, dus buiten het centrum dateert van 1904. Hier moet even de naam van "Pastoor Van Apeldoorn" genoemd worden: hij was een vooraanstaand lid van het verzet tegen de bezetters. Ook Blijdorp kreeg een kerk door deze Dominicanen bediend.

    Rond de eeuwwisseling kwamen er veel immigranten uit de zuidelijke provincies naar Rotterdam. Het aantal inwoners steeg met 60%. Hoewel zij vaak uit katholieke plaatsen kwamen verloren zij vaak de relaties met familie en kerk. Overigens was een parochie toch voor velen een soort dorp binnen de stad. Wel kwamen de meesten van deze inkomelingen in Rotterdam-Zuid terecht en dus minder in het stadscenturm en bij de paterskerken.

    Een detail is nog wel aardig. Paters zijn religieuzen die tevens priester zijn. Eigenlijk droegen zij in het klooster een habijt: de Dominicanen een fraai wit kleed, de Minderbroeders een bruine pij. Maar nog lang hebben zij als missionarissen burgerkleding gedragen en later het zwarte priesterpak of toog, zoals de seculiere priesters die droegen. De mensen in de parochie en stad wisten nauwelijks dat hun pastoor of kapelaan een lid van een religieuze orde was. Maar geleidelijk gingen ook deze paters in de Hollandse steden hun habijt dragen. Toen de emancipatie van de katholieken op gang kwam, kregen vele honderden roomse jongens een aantal voorbeelden te zien. Enkele tientallen jaren hebben zij seminaries en kloosterscholen bevolkt.

    In 1954 kwam er de nieuwe Steigerse kerk met pastorie die formeel een stadsklooster was. Het fraaie kloosterhofje sloot direct bij de ruime kerk aan.




    We kregen de volgende reakties:

    Ik wil graag een detail rechtzetten betreffende de glas-in-loodramen van de Zuiderkerk. Deze zijn namelijk weliswaar ontworpen door Marius Richters, maar vervaardigd door de Dordtse glazenier Harry van Lamoen.

    U kunt dit terugvinden in het standaard werk van Carine Hoogveld e.a.: Glas in lood in Nederland 1817-1968 (Den Haag: SDU, 1989), blz. 272. In dat werk wordt overigens ook verwezen naar een artikel van Scheen in de NRC van 19-04-1930.

    Martin Slabbekoorn




    De laatste (nr.34) op bovengenoemd overzicht (helemaal bovenaan in dit verhaal) vermelde kerk, nl. de Mathenesserkapel (Geref.) aan de Mathenesserweg/ hoek Dirk Danestraat is niet in mei 1940 verwoest maar in de eerste(?) helft van 1943.
    Een verkeerd terechtgekomen Engels bombardement op de havens ten Zuid-Westen van de Rotterdamse wijk Delfshaven. trof een aangelegen woonwijk (omgeving Schiedamscheweg e.a.) en vernietigde daarvan een groot deel w.o. ook een aantal huizen aan de Mathenesserweg waaronder bovengenoemde Kapel.

    Ik was toen 22 jaar (nu 87), toen ik, komende vanuit het Stadscentrum, aanvankelijk bij geruchte doch al voortgaande steeds meer concreet, vernam van dit bombardement op klaarlichte dag. Voor zover ik mij meen te herinneren was dat in de namiddag. - De datum kan ik me niet meer herinneren. Geen wonder, want vooral de tijd daarna was een hectische tijd waarin steeds vele woonhuizen en -wijken door verdwaalde e.d. bommen werden getroffen en de bombardementen van de geallieerden op Duitsland sterk toenamen -.
    Grote rookkolommen stegen inmiddels op en werden van ver af zichtbaar.

    De Mathenesserkapel (een onder woningen gebouwde kerk) was mijn wijkkerk. De wijkpredikant was ds. Herm. Knoop die enige tijd in Dachau gevangen heeft gezeten.

    Dit bombardement heeft de vader van mijn vriend Johan de Jong (oen wonende aan de Spaanschebocht, wijk Spangen), het leven gekost. Hij was als 'treinbegeleider' zwaaiend met een rode seinvlag bezig een goederentrein vanuit de richting Schiedam over het toen (zeer brede) Marconiplein naar het havengebied te loodsen, toen de eerste bommen vielen.
    Toen hij plichtgetrouw eerst nog, in het ter plaatse aanwezige rangeerhuisje, de treinseinen op onveilig had gezet, werd hij bij de ingang van de aldaar aanwezige schuilkelder door een bomscherf dodelijk aan het hoofd getroffen.

    Ook andere slachtoffers w.o. een vroegere klasgenote is met het gehele gezin bij dit bombardement omgekomen.

    Ongetwijfeld kunt u nadere gegevens hierover nagaan bij het Historisch Archief van de gemeente Rotterdam.

    P. van den Dool




    Misschien een aardige toevoeging op uw website: de kerk aan de Jacob Catsstraat is ontworpen door mijn D. Vernij, bouwkundige, die in 1915 op Benthuizerstraat nr. 100 b woonde. Althans, dat vertelde mijn moeder J.S. Acker-Vernij, zijn kleindochter, ons.

    Hanneke Acker





      Geinteresseerd in een historische rondleiding voor uw eigen groep(je) door Aad 'arcengel' Engelfriet, webmaster van deze grootste Nederlandstalige geschiedenis website, door o.m. een stad of streek in bijv. Nederland, België, Duitsland, Groot-Brittannië, Ierland en/of een historische lezing, publicatie, recensie:

      Voor meer vrijblijvende informatie

      aad@engelfriet.net

      Wilt U eerst meer weten over Aad Engelfriet:

      klik dan HIER







    Klik hier voor de overige kerk verhalen op onze site





    Familiewapenklein
    wat zijn we trots op ons familiewapen ...., beetje jaloers zeker ....


    Terug naar de top





    Last update :

    20 Februari 2014