(klik op deze tekst om een voorgeadresseerde mail te openen) |
Terug naar het Engelfrieten overzicht |
---|
Naar beneden |
---|
Een verhaal met als titel Het beroemde Hotel Des Indes in Batavia heette ooit Hotel Rotterdam, maar dankzij Multatuli..., ja dat kan, want schrijver dezes Aad, (waarom gebruikt niemand toch deze uitdrukking meer....) beheert immers zowel deze site over Rotterdam als een over Nederlands-Indië
Naar Aad's Nederlands-Indië geschiedenis verhalen
We starten ons verhaal met deze schitterende plattegrond van Batavia te vinden op Aad's Nederlands-Indië site :
Batavia plattegrond 1897
Meer foto's en plattegronden van Batavia kun je vinden via deze LINK
Als je onbekend bent in het Batavia van toen, dan is het even zoeken, maar we gaan het hebben over nummer 10....:
Hotel Des Indes
Het noordelijke gedeelte van Batavia werd de Benedenstad genoemd, het zuidelijke gedeelte de Bovenstad. Het zuidelijke gedeelte van Batavia lag wat hoger, vandaar de naam Bovenstad
In de 18e eeuw werd het leven van de in de Benedenstad wonende Europeanen steeds ondragelijker, de grote rivier de Tjiliwoeng die door de stad stroomde, begon steeds meer te stinken, je mag zelf raden waardoor. Ook zakte het waterpeil steeds verder door dichtslibben van de rivier monding.
Een citaat uit dit verhaal:Daendels ging ook de geschiedenis in als de man die grote delen van de Benedenstad liet afbreken en een nieuwe Bovenstad begon, met o.m. de bouw van het bovenstaande paleis, wat later echter geen paleis werd, maar dat is weer een ander verhaal, komen we zoo nog even op terug. Het gebied waar Daendels begon met de Bovenstad was al van een zeer aantrekkelijke naam voorzien :
Daendels, Maarschalk van Holland
In dit verhaal hebben we het al eens over het stormachtige leven van Daendels gehad :
Waar uit die buurt (Hattem) ook Daendels vandaan kwam, de Nederlandse bevelhebber van het latere Bataafse Legioen, toen Gouverneur-Generaal werd van Nederlands-Indië en zijn laatste jaren doorbracht als Gouverneur van Elmina, waar hij in 1818 overleed en werd begraven.
Daendels ging naar Elmina met het idee van Elmina e.o. iets te maken als Nederlands-Indië, maar al zijn brieven met plannen werden door het moederland niet beantwoord, men was blij van Daendels verlost te zijn.
Op 3 Meij 1818 werd den Gouverneur-Generaal Daendels ten 4 uur des namiddags in de Tombe gezet, doende het Hoofdkasteel van Elmina bij die gelegenheid 15 schoten
Tot in 1844 zijn er processen gevoerd over de nalatenschap van Daendels...
In 1962 is toch nog in Elmina een gedenkplaat voor Mr. Herman Willem Daendels aangebracht.
Herman Willem Daendels (1762 - 1818)
Kwam als Brigade-Generaal van het Bataafsche Legioen
samen met een Frans leger o.l.v. Pichegru in de winter van 1795 naar Nederland
waar alle rivieren tot hun geluk bevroren waren....
Het Paleis van en gebouwd door Gouverneur-Generaal Daendels in Batavia
Daendels ging in Indië de geschiedenis in als De Donderende Groote Heer
onder zijn leiding werd onder dwang de Grote Postweg dwars door Java aangelegd
terug in Europa trok hij met Napoleon op naar Moskou en overleefde het ternauwernoodWELTEVREDEN
Op de plattegrond uit 1897 is nog heel goed de scheiding tussen de Benedenstad en de Bovenstad te zien, de Benedenstad was oorspronkelijk natuurlijk ommuurd en bezat een versterkt kasteel, de Bovenstad kon veel ruimer worden opgezet.
het ommuurde oude Batavia (Benedenstad) in 1681 met het kasteel, inderdaad ligt het Noorden links....
in 1897 is de loop van de Tjiliwoeng nog min of meer ongewijzigd
Om er voor te zorgen dat Weltevreden een aantrekkelijk gebied zou worden voor de nog in de Benedenstad wonende Europeanen, liet Daendels de later beroemde Societeit De Harmonie bouwen, nummer 29 op onze kaart.
Inderdaad wat moeilijk te vinden :
In het noorden van de kaart, bij de Kleine Boom, loopt de rivier de Tjiliwoeng. Daar waar de Tjiliwoeng naar het Oosten afbuigt, begint een kanaal met Tramway ernaast, het kanaal werd Molenvliet genoemd.
Trambaan en Molenvliet buigen op een gegeven moment naar het Oosten en daar op die hoek lag Societeit De Harmonie. Een klein stukje naar het Noorden aan de Westkant van Molenvliet, links van het woord (wijk) Noordwijk ligt ons nummer 10, Hotel Des Indes. Ten Zuiden van Noordwijk, aan de andere kant van het Molenvliet, lag de wijk Rijswijk met het beroemde Koningsplein en het Waterlooplein, over deze twee pleinen en Societeit De Harmonie zal Aad het ooit ook nog eens gaan hebben...
We ontvingen, samengevat, deze vragen, allemaal verband houdend met de naam Rijswijk, een chique wijk in Batavia, vooral in de 19e eeuw:
We kunnen hierover het volgende vertellen, het is inderdaad een beetje ingewikkeld en soms heel verwarrend......:
- De wijk Rijswijk was oorspronkelijk een gebiedsdeel van het landgoed Rijswijk en is vernoemd naar het fort Rijswijk.
- Wanneer en waarom kreeg dit gebied bij Batavia de naam Rijswijk, heeft het iets te maken met Rijswijk bij Den Haag?
- Was de stichting van de wijk Rijswijk voor of na de afbraak van Fort Rijswijk.
- Hoe dicht was de bewoning toen Daendels er de Harmonie liet bouwen?
- Is bekend hoeveel oppervlak het grondgebied, c.q. de bebouwde wijk Rijswijk besloeg en hoeveel mensen er woonden, in verhouding tot de rest van de bovenstad?
- Wat is het verschil tussen Paleis Rijswijk en Paleis Koningsplein, die met elkaar verbonden waren ??
- Waren beide paleizen, Paleis Rijswijk en Paleis Koningsplein vroeger de residentie van de Gouverneur-Generaal en waarom werden ze zo genoemd: Paleis Rijswijk en Paleis Koningsplein?
Fort Rijswijk ten zuiden van Batavia
Ten zuiden van Batavia, een maand na de bouw van het Fort Jacatra, werd in augustus 1656 het vierhoekige redoute Fort Rijswijk gebouwd. Fort Rijswijk werd aan de oostzijde van de rivier de Krokot gebouwd te midden van de Rijs velden, waarbij Rijs een Oud-Hollands woord is voor Rijst...
Fort Rijswijk werd in 1697 weer ontruimd en in 1729 afgebroken.
Ten oosten van Fort Rijswijk en Fort Noord wijk (gebouwd een jaar na Fort Rijswijk en pas afgebroken in 1809) verrezen half 18e eeuw de eerste grote, we zouden nu zeggen, Herenhuizen in Weltevreden, een zeer toepasselijke naam !!
Ongeveer op de oude lokatie van Fort Rijswijk zou Daendels Sociëteit de Harmonie laten bouwen, daarbij werden stenen gebruikt van de oude stadswallen van de Benedenstad van Batavia.
Weltevreden lag op een behoorlijke afstand van de steeds onhygiënisch wordende Benedenstad en ook het Gouvernement besloot in Weltevreden een buitenverblijf te bouwen. De eerste die dit deed, was Gouverneur-Generaal Jacob Mossel. Ook zijn opvolgers trokken zich geregeld terug in dit fraaie buitenverblijf.
Gouverneur-Generaal Petrus Albertus van der Parra zou het geheel uiteindelijk zodanig verbouwen dat het paste bij de status van een Gouverneur-Generaal van Nederlands-Indië.... (al werd het toen nog Oost-Indië genoemd)
1750
Weltevreden
Het buitenverblijf van Gouverneur-Generaal Mossel en zijn opvolgers
1750 - 1761
Gouverneur-Generaal Jacob Mossel
1761 - 1775
Gouverneur-Generaal Petrus Albertus van der Parra
LINK:
Biografieën en foto's van alle Gouverneur-Generaals van Nederlands-Indië
Aan het eind van de 18e eeuw was het buitenverblijf van de Gouverneur-Generaal in Weltevreden weer verouderd.
Gouverneur-Generaal Van Imhoff was de eerste die al mocht gaan bouwen in een gebied wat Van Imhoff noemde Buitenzorg, een naam die we in de geschiedenis van Nederlands-Indië nog vaker tegen zullen komen.....
GG Van Imhoff was de man betrokken bij de beruchte moord
op de Chinese bevolking in en rondom Batavia in 1740:
LINK
1775 - 1777
Gouverneur-Generaal Jeremias van Riemsdijk
Daendels kocht, na de stichting van Buitenzorg, de vroegere woning van Gouverneur-Generaal Van Riemsdijk aan het Molenvliet, Rijswijk zijde. Dit huis, vanaf 1796 gemoderniseerd, ging dienen als residentie voor de Gouverneurs-Generaal als deze in Batavia waren en werd al snel Paleis Rijswijk genoemd.
Volgens andere bronnen was het latere Paleis Rijswijk ooit de residentie van J.A. van Braam, die het eind 18e eeuw liet bouwen. De achtertuin grensde, daar is iedereen het over eens, tot aan het latere Koningsplein. In het stuk grond van Paleis Rijswijk, grenzend aan het Koningsplein, zou later Paleis Koningsplein worden gebouwd.
In 1820, na de dood van Van Braam, kocht het Gouvernement het huis en werd het ingericht als officiële residentie van de Gouverneur-Generaal van Nederlands-Indië (1820 - 1879), waarbij dus werd afgeweken van het plan van Daendels, waarschijnlijk omdat het Paleis van Daendels nog lang niet klaar was.
Pas in 1827 zou het Paleis van Daendels gereed komen, in opdracht van de enige, "Belgische" Gouverneur-Generaal Leonard P. J. Burggraaf Du Bus de Gisignies, want het jaar 1830 was immers nog niet aangebroken: LINK
1826 - 1830
Gouverneur-Generaal Leonard P. J. Burggraaf Du Bus de Gisignies
Volgens de overlevering woog bij aankomst Du Bus de Gisignies 145 kg, toen hij weer in 1830 naar Europa terugkeerde was hij 60 kg lichter geworden.
In 1848 werd de bovenste verdieping van het Paleis Rijswijk afgebroken in de hoop het gebouw wat meer status te geven. In de praktijk verbleven de Gouverneurs-Generaal ook liever in Buitenzorg dan in Paleis Rijswijk..... het Paleis Rijswijk kreeg al snel de bijnaam Hotel van de Gouverneur-Generaal....
In Paleis Rijswijk kwam wel geregeld de Raad van Indië bij elkaar, de onofficiële regering van Nederlands-Indië voorgezeten door de Gouverneur-Generaal. De Gouverneur-Generaal had echter in de praktijk, we zouden nu zeggen, dictatoriale bevoegdheden en dus altijd het laatste woord. In 1862 werden in Paleis Rijswijk de eerste gasverlichtings armaturen van Batavia aangebracht.
Ook in 1862 verscheen een wat negatief commentaar over Paleis Rijswijk: waarom werd dit armetierige gebouw Paleis genoemd, aan de voorzijde hangt weliswaar het Wapen van het Koninkrijk van Nederland, maar de rest van het gebouw lijkt meer op een paardenstal dan een Paleis een Gouverneur-Generaal van Nederlands-Indië waardig.
En dus (?) werd in 1879 begonnen met de bouw van Paleis Koningsplein, in de achtertuin van Paleis Rijswijk...
19e eeuw
Het (Oude) Rijswijk Paleis van de Gouverneur-Generaal in Nederlands-Indië in Rijswijk, Batavia
In 1809 begon Daendels dus aan zijn plan voor wat de geschiedenis zou ingaan als het Paleis van Daendels, en ook wel Het Groote Huis genoemd. Pas in 1827 zou het voltooid worden.
Alhoewel groots van opzet (Daendels dacht altijd in het groot) is het dus nooit als Paleis gebruikt. In het Groote Huis zijn altijd overheidsinstellingen ondergebracht, zoals de Raad van Indië, het Departement van Onderwijs en Eeredienst en het Departement van Financiën. Ook werd het gebruikt als centraal magazijn bijvoorbeeld voor schoolmaterialen. Ook het Departement van Oorlog was hier ooit gevestigd.
Bijzonder aan het Paleis is wel dat hier na verloop van tijd alle portretten naar toe verhuisd zijn van alle Gouverneurs-Generaal van Nederlands-Indië. In 1949 werden de portretten van de Gouverneurs-Generaal vanuit het Paleis van Daendels rechtstreeks overgebracht naar het Rijksmuseum in Amsterdam, waar je ze nog steeds kunt bewonderen.
Het Paleis van en gebouwd door Gouverneur-Generaal Daendels in Batavia
ook wel Het Groote Huis genoemd
Voor het Paleis van Daendels:
het standbeeld van Jan Pietersz Coen in Batavia
tot 1942.....
1842
Waterlooplein Batavia
Met op de achtergrond
Het Paleis van en gebouwd door Gouverneur-Generaal Daendels in Batavia
In 1869 kreeg Gouverneur-Generaal Pieter Mijer toestemming voor de bouw van Paleis Koningsplein.
1866 - 1872
Gouverneur-Generaal Pieter Mijer
In 1879 werd het Paleis Koningsplein officieel geopend, het zou dienst doen tot 1949. Op Paleis Koningsplein zou de Indonesische vlag voor het eerst gaan wapperen.
Luchtfoto Koningsplein Batavia
Met het (werk) Paleis / Residentie van de Gouverneur-Generaal in Nederlands-Indië
.......indien aanwezig in Batavia........
Het (woon) Paleis van de Gouverneur-Generaal in Nederlands-Indië was in Buitenzorg
zie hieronder
Waar lagen nu al die Paleizen, daarvoor pakken we de kaart van Batavia uit 1897 weer erbij:
Batavia plattegrond 1897
Ten noorden van het woord Rijswijk op het Koningsplein lag het (nieuwe) Koningsplein Paleis van de Gouverneur-Generaal in Nederlands-Indië, dit is dus het laatste Paleis / Residentie geweest van de Gouverneur-Generaal in Nederlands-Indië. In dit Paleis vond dus de Soevereiniteitsoverdracht in Batavia in 1949 plaats, een foto van deze Soevereiniteitsoverdracht staat verderop in het verhaal.
Het Koningsplein Paleis werd gebouwd in de achtertuin van het (oude) Rijswijk Paleis van de Gouverneur-Generaal in Nederlands-Indië, op de kaart het rode blokje ten noorden van het Koningsplein paleis.
Het Rijswijk Paleis lag aan het Molenvliet water, de weg erlangs heette ook Rijswijk. Aan de overkant van het Molenvliet heette de weg langs het Molenvliet Noordwijk. Kortom, de weg langs de noordoever van het Molenvliet heette dus Noordwijk, de weg langs de zuidoever Rijswijk !
Het Paleis van Daendels ligt aan het Waterlooplein, (nummer 19 op de kaart), ten oosten van het Koningsplein.
Het Waterlooplein is natuurlijk vernoemd naar de Slag bij Waterloo. Ter ere van de overwinning op Napoleon werd op het Waterlooplein een zuil gebouwd met daar bovenop een Leeuw. Helaas was de Leeuw wat klein uitgevallen t.o.v. de zuil en werd al spoedigHet Hondje van Jan Pietersz Coen genoemd
Voor het Paleis van Daendels:
het standbeeld van Jan Pietersz Coen in Batavia
tot 1942.....
Waarom? Het leek net of Jan Pietersz Coen voor het paleis van Daendels zijn hondje riep dat bovenop een paal was gesprongen....
De naam Koningsplein kan worden herleid naar Koning-Stadhouder Willem III.
Koning-Stadhouder Willem III
LINK
In het oosten van de oude benedenstad van Batavia lag het Buffelveld, rond 1690 werd het Buffelveld omgedoopt tot Koningsplein. In de nieuwe bovenstad van Batavia werd rond 1818 het nieuwe centrale plein ten westen van het Waterlooplein ook weer Koningsplein genoemd. Niet alleen ter ere van Koning-Stadhouder Willem III, maar natuurlijk ook voor Koning Willem I.
Koning Willem I
LINK
Tot slot nog een paar schitterende prenten van het Paleis van de Gouverneur-Generaal in Nederlands-Indië in Buitenzorg, ook daarover zullen we het in de toekomst nog eens verder hebben wellicht.
19e eeuw
Het Paleis van de Gouverneur-Generaal in Nederlands-Indië in Buitenzorg
Toen en nu
Het (ex) Paleis van de Gouverneur-Generaal in Nederlands-Indië in Buitenzorg
Het interieur van het Paleis van de Gouverneur-Generaal in Nederlands-Indië in Buitenzorg
"Daar staat, breed en wit en behagelijk laag gebouwd, het paleis van Zijne Excellentie den Hollandschen Gouverneur-Generaal. Ziedaar een van de machtigste mannen der wereld, die te beschikken heeft over leven en dood van 55 millioen bruine menschen in Insulinde. De "Raad van Indië" beredeneert en beraadslaagt, maar zijn wil is macht !
Vijf jaren resideert een Gouverneur-Generaal in dit witte paleis. .....met nu en dan oproer en schietpartijen, weliswaar nog maar lage bergvormingen boven de kalme zee der Hollandsche koloniale politiek, doch hier en daar aan de randen reeds rood geverfd door het bloed der blanken......edoch de inheemschen hier zijn vreedzaam en onderworpen. Zij dienen de blanken met glimlachend geduld.......in afzienbaren tijd kunnen de inlanders de Hollandschen overheersching niet missen.........kleurlingen "Westersch" opvoeden beteekent : den val van de Westersche wereldheerschappij verhaasten.....Azië ontwaakt ? Neen, Europa slaapt in!
Een rijke toekomst kan men de Nederlandsche Oost-Indische kolonie voorspellen, in geval er over honderd jaar nog koloniën bestaat. Waaraan getwijfeld mag worden." Citaat uit 1933.
Het Kerkhof van de Gouverneurs-Generaal van Nederlands-Indië in Buitenzorg
LINK
Sommige nu nog bekende Nederlanders hadden in Buitenzorg ook een residentie, zoals dat toen genoemd werd:
De residentie van Hendrik Colijn in Buitenzorg
Biografie Colijn
Tot slot nog een citaat uit dit verhaal:
Dirk Cornelis Buurman van Vreeden, de laatste Nederlandse legercommandant in Nederlands-Indië: zijn dochter Nan vertelt haar verhaal
We beginnen ons verhaal met deze bekende foto's uit ons Hatta verhaal:
Mohammad Hatta naast Koningin Juliana
tijdens de Soevereiniteits "overdracht" op 27 December 1949
in het Paleis op de Dam in Amsterdam
Op de onderste foto 27 December 1949 in Djakarta,
voor de laatste keer wordt 's avonds de Nederlandse Vlag gestreken
op het Paleis van de Gouverneur-Generaal op het Koningsplein
Over de periode voor en na WOII hebben we slechts enkele verhalen ooit samengesteld:
Wil je weten waar ik mijn kennis allemaal vandaan heb, lees dan eens de boeken zoals die te vinden zijn op mijn pagina
- Het beroemde Hotel Des Indes in Batavia heette ooit Hotel Rotterdam, maar dankzij Multatuli...
- Leven als kind in WOII in Nederlands-Indië (Vic Koopmans)
- Wie is Poncke Princen
- Mohammad Hatta studeerde aan de Handelshogeschool van Rotterdam
book covers
Speciaal aanbevolen o.m. de volgende boeken:
- van den Doel
- van Goor
- de Jong
- van Liempt
- Meijer
- Schouten
Terug naar ons Des Indes verhaal:
Reizigers in de 19e eeuw die aankwamen op de rede van Batavia, werden met kleine scheepjes afgezet bij de Kleine Boom en werden vandaar met een rijtuig langs Molenvliet naar bijvoorbeeld Hotel Des Indes vervoerd.
rechts aan de overkant de Kleine Boom, het douane kantoor van Batavia.....
Eind 17e eeuw werd Batavia als volgt aangeprezen, een heel kontrast t.o.v. wat reizigers in de 19e eeuw van Batavia vonden...
Batavia, vroeger Jacatra geheten, is nu voor de Nederlanders de hoofdstad van Oost-Indië. Het ligt aan de fraaie binnenkust van het groot en lustig eiland Java op 5 graden en 50 minuten zuiderbreedte. In het westen ligt het beroemde koninkrijk en de stad Bantam, aan de oostkant bevinden zich de mooie landstreken van de Mataram. In het noorden wordt het door de zee en een paar kleine eilandjes begrensd, waardoor een veilige ankerplaats ontstaat. Naar het zuiden toe strekken zich mooie landerijen, tuinen, bossen en weilanden uit, omgeven door hemelhoge bergen.
De stad en het Kasteel worden van elkaar gescheiden door een prachtig plein en een brede rivier. Het voorname Kasteel Batavia ligt aan de fraaie zeekust en langs de oever van de mooie rivier van Jacatra, die met haar helder en heerlijk water dwars door het midden van de bedrijvige stad stroomt. De rivier mondt uit in zee, waar zij een geschikte haven vormt voor allerhande grote en kleine vaartuigen, zelfs voor flinke Chinese jonken. Iedere dag krioelt de rivier van sampans, boten, prauwen, sloepen, jachten en andere vreemde vaartuigen, die op de bijna altijd volle rede van Batavia allemaal profijt trachten te vinden.
Maar nu weer verder over het voortreffelijke Kasteel. Dit wordt versterkt met vier hoekpunten, namelijk Diamant, Robijn, Saphier en Parel. Het heeft stevige muren, diepe grachten, fraaie poorten en valbruggen en is goed voorzien van alle middelen ten dienste van de oorlogsvoering. In het Kasteel bevinden zich het hof van de gouverneurgeneraal en veel andere, bijzonder mooie gebouwen waar de Raden van Indië en andere hoogwaardigheidsbekleders hun woonplaats hebben.
Wat de stad verder betreft: die is flink uitgestrekt en dichtbevolkt want er wonen niet alleen Nederlanders, maar ook moren, Chinezen, Javanen, Maleiers en andere Indische volken. De onzen hebben daar echter de regering, macht en godsdienst volgens de wetten en gebruiken van ons vaderland ingevoerd en die worden daar nog tot op de dag van vandaag uitgeoefend.
In de nijvere stad Batavia bevinden zich verder veel mooie stenen gebouwen, deftige straten, bewoonde grachten, fraaie burgwallen, stenen bruggen en pasars of markten, die op bepaalde tijden van de dag zeer druk zijn.
Een flinke kruiskerk pronkt in het beste deel van de stad en er is ook nog een andere waar, in de aangenaam klinkende Maleise taal, de zuivere christelijke leer wordt gepredikt. Ook wordt er op zondag in het Kasteel gepredikt voor de gouverneur-generaal, Raden van Indië en anderen die daarvoor zijn uitgenodigd.
De stad heeft ook nog een aanzienlijk raadhuis, een hospitaal of gasthuis voor zieken en gewonden alsmede een tuchthuis voor vrouwen die niet deugen, een weeshuis enzovoort.
Batavia is voorzien van sterke poorten, bolwerken, hoekpunten en muren, omringd door een brede gracht. Landinwaarts zijn er heel mooie wandelpaden langs lustige akkers, boomgaarden, tuinen, en fraaie buitenplaatsen. Hier kan de nieuwsgierige wandelaar wat vertoeven om op een plezierige en veilige manier de landbouw gade te slaan.
Op de Javaanse toegangswegen buiten Batavia staan diverse fortificaties en versterkingen die door Hollandse garnizoenen zijn bemand. Aan de landzijde, niet ver van de Nieuwpoort, bevinden zich allerlei soorten molens voor de bereiding van papier, suiker, buskruit en het malen van allerhande soorten graan. Ook staan er zaag- en andere molens die niet door wind, maar door waterkracht van de rivier van Jacatra worden aangedreven. Allemaal zijn ze door de Nederlanders op deskundige wijze gebouwd. Hiermee overtreft de nijvere stad Batavia, wat staat en luister betreft, alle andere steden van Indië.
In de 19e eeuw werd Batavia dus door reizigers als volgt toegelicht, niet meer zoo positief... :
Het prachtige, wereldberoemde Batavia is een puinhoop geworden, een duidelijke samenvatting van het proces van vervuiling en verval van de stad, die eens de 'Koningin van het Oosten' werd genoemd, maar langzamerhand bekend wordt als het 'kerkhof der Europeanen'.
De lezer denke zich nu eene ouderwetsche oud-Hollandsche stad met eenige breede straten en grachten, en talrijke voor-, achter-, dwars- en zijstraten, alle dicht bebouwd met oud-Hollandsche huizen. Maar het Batavia van heden is het Batavia van voorheen niet meer.
Thans ziet het er op vele plaatsen uit alsof er een regiment kozakken hadde huisgehouden. Niet alleen zijn de voormalige fraaije stadsmuren, de bolwerken, het Vierkant, het Kasteel, het daarin voormaals aanwezige paleis van den Gouverneur-Generaal, en zeer vele gebouwen meer, tot den grond geslegt en vernield, maar ook de meeste kerken en publieke gebouwen zijn in een bouwvalligen staat, en een groot gedeelte der partlkuliere huizen zijn verlaten en staan ledig met geslotene deuren en vensters.
Ter illustratie wordt een verhaal verteld over een Nederlandsen ambtenaar, die voor het eerst in Indië kwam, aan de werf met rijdtuig afgehaald door een zijner vrienden, die op het Koningsplein (bij Weltevreden) woonde. Nadat zij reeds een goed eind weegs voortgereden waren, vroeg de vreemdeling: "Maar zijn we dan nog niet haast te Batavia?" - "Batavia!" was het antwoord, "meent gij de stad? Daar zijn wij reeds lang door gereden."
Dit alles betreft de oude stad, de benedenstad. Bij het verslechteren van de gezondheidstoestand in de stad trokken de Europeanen begin 19de eeuw langzamerhand meer het land in
De Maarschalk Gouverneur-Generaal Daendels die, gelijk men weet, geen vriend was van halve maatregelen, kwam op het denkbeeld om de geheele stad onder de voet te halen en een nieuw Batavia op een genoegzamen afstand van het ongezonde terrein te stichten.
Dat dit zelfs deze ijzeren maarschalk niet één, twee, drie lukte valt te begrepen. Toch heeft hij binnen enkele jaren het oude kasteel en de stadsmuren laten slopen, grote aantallen bouwvallige huizen opgeruimd en de bossen tussen Batavia en Weltevreden laten kappen om de frisse berglucht vrij spel te geven. Nieuwe woonwijken verrezen langs het Molenvliet, in Noordwijk en Rijswijk en rondom het Koningsplein en het Waterlooplein te Weltevreden.
Nog geen tien jaar geleden, was de eerste indruk welke de reiziger die zich van de rede naar de hooggeroemdebegaf, een grote teleurstelling. Na met een stoomscheepje of tambangan het smalle havenkanaal met zijn morsige oevers doorgevaren te zijn, kwam hij aan een onaanzienlijk douanekantoor, dat op z'n oudhollands de Kleine Boom heette in tegenstelling met de Grote Boom, het verderop aan de rivier gelegen kantoor, waar ook het entrepot is en de douanezaken op grotere voet behandeld worden.
Vervolgens bracht een pover rijtuig met een paar magere, kleine paarden bespannen, hem de stad binnen, die geheel in Europese trant gebouwd is en welker kantoren, magazijnen, werkplaatsen over het algemeen weinig vertonen van de spreekwoordelijk geworden Hollandse netheid en zindelijkheid.
De troebele wateren der grachten, de stoffige wegen, door de regen bij wijlen in modderpoelen herschapen, het gekrioel van Europese, Chinese, Arabische, Klingalese en Inlandse handelaars en zeelieden, van bedienden en beambten, van halfnaakte koelies, waartussen zich onooglijke palankijns en niet veel fraaier dos-a-dos en karretjes bewogen, deed dit gedeelte van Batavia veel meer op een slavin, afgebeuld door zware arbeid onder de brandende tropische zon, in bestoven haveloze kledij, dan op een schone en fiere koningin lijken.
Het is nog slechts een bestoven, verouderde verzameling van gouvernementsgebouwen, handelskantoren, winkels, magazijnen en pakhuizen.Gedurende de dag heerst er zeer veel bedrijvigheid en vertier, doch alle gemak en weelde is verdwenen; 's nachts is het er doods en ledig.
Maar zodra men langs Molenvliet komt, verandert het hele aanzien:
Geleidelijk worden de huizen fraaier en groter, door sierlijke tuinen omgeven, als villa's gebouwd. Links en rechts treden daar tussendoor, de kampongs uit klapperbossen en vruchtentuinen tevoorschijn en eindelijk aanschouwen we een opeenvolging van de heerlijkste lustverblijven. We zijn in dat gedeelte van Batavia, dat Rijswijk genoemd wordt,
's Morgens tussen acht en tien uur ziet men deze weg overdekt met duizenden voertuigen van allerlei soort, alle in ijlende vaart; de heren begeven zich dan naar hun kantoren. De trams snorren er met een zekere nieuwerwetse deftigheid tussendoor, in scherpe tegenstelling met de logge houten karren op twee hoge wielen, door ossen getrokken.
Plotseling zwenkt de koetsier rechts af, voert ons een met hoge, schaduwrijke waringinbomen beplant plein op en doet het rijtuig voor de marmeren vestibule van het kolossale Hotel des Indes stilstaan. We stappen uit en zeggen de koetsier om vijf uur weet voor te komen om te gaan toeren.
Te vijf uur komt het rijtuig voor en gaan we Batavia eens bezichtigen. We slaan rechts af, komen allereerst voorbij het Marinehotel en bevinden ons dan aan een driesprong. Dat grote gebouw op de hoek is de sociëteit de Harmonie, welker rijke en ruime zalen meermalen het toneel zijn van schitterende feesten, bals en concerten. Een eind verder ligt het Hotel der Nederlanden en het Java Hotel en andere officiële en particuliere woningen. Alle verscholen tussen lommerrijk groen en bomen, die met hun brede takken ook de weg grotendeels overschaduwen en waaronder we ook weer de reusachtigste soorten aantreffen, maken ze op ons een niet alleen zeer aangename, maar onvergetelijk liefelijke indruk.
De vurige, rood-gele bloem van de boom, door de Engelsen the flame of the wood geheten, valt hier bijzonder in het oog. Eerst nu begrijpen we hoe men Batavia de naam van Koningin van het Oosten kon geven en worden we overtuigd hoezeer het die naam verdient.
Al snel komen onze reizigers er hopelijk ook achter dat in Batavia o.m. de nu zeer beroemde Engelse fotografen
Woodbury & Page
werkzaam zijn, bij wie je prachtige foto's van Batavia en omgeving kon verkrijgen.
het atelier van Woodbury & Page in Batavia
met het Britse wapenschild boven hun namen
Woodbury & Page in Batavia nemen het er even van en terecht....
Nu moet Aad eerlijk bekennen dat het nooit precies duidelijk is geworden wie is nu Woodbury en wie is nu Page. Maar in alle oude fotoboeken over o.m. Batavia kom je (bijna) altijd tegen dat de foto is genomen door Woodbury & Page.....dankzij hen kun je je helemaal verdiepen in het oude Batavia, wat Aad dus heel graag doet met al zijn boeken met foto's van Woodbury & Page
Reeds in 1857 begonnen Walter Bentley Woodbury (1834 - 1885) en James Page (1833 - 1865) hun atelier in Batavia. Zij maakten grote reportages niet alleen van Batavia, maar ook van Java en dan natuurlijk altijd in de vroege nog koele ochtend, helaas dus zelden met een Europeaan op de foto. Later kwam nog een broer Henry James Woodbury erbij.
Uit advertenties is af te leiden dat je bij hen komplete albums kon kopen, nu natuurlijk onbetaalbaar en zeldzaam, maar gelukkig is er een paar jaar geleden een prachtig overzichtsboek verschenen door Aad binnen een dag gefinancierd....
Want als een van je hobbies Nederlands-Indië is, dan kun je ademloos naar een foto van Woodbury & Page kijken en dan weten dat hier ooit o.m. Loudon, van Swieten, Snouck Hurgronje, Köhler, van Daalen, Christoffel en natuurlijk de bekendere Van Heutsz en Colijn hebben rondgelopen. Wie dit allemaal waren :
Klik hier als je wilt zoeken via Aad's Freefind search engine, vul in het venster jouw woord in, bijvoorbeeld Heutsz en klik op ENTER
De onderstaande foto is een van de eerste van Woodbury & Page geweest, waarschijnlijk uit 1857, de beroemde tijger foto gemaakt ergens op Java. De tijger sprong te vlug en daarom, aldus het verhaal, is de tijger er later "bijgeplakt" :
een van de eerste foto's van Woodbury & Page
1857 Java
de tijger werd later "bijgeplakt" ???
We hebben dus nu zoo'n mooi foto album gekocht van Woodbury & Page en spoedden ons weer voorzichtig terug naar ons Hotel Des Indes, want wat we zojuist hebben gekocht is over zoo'n 150 jaar heel zeldzaam....
In 1747 begon men al met bouwen op de grond waar later ons hotel Des Indes zou ontstaan. In 1760 werd het terrein opgekocht door de latere Gouverneur-Generaal Reynier de Klerk :
1777-1780
Gouverneur-Generaal Reynier de Klerk
LINK
De residentie van Gouverneur-Generaal Reynier de Klerk is onlangs gerestaureerd
In 1824 werd het geheel opgekocht door het Gouvernement die er een kostschool voor meisjes vestigde. In 1828 werd het gebouw weer verlaten, in 1832 werd de kostschool voor meisjes weer opgeheven omdat de leraressen maar steeds weggingen om te trouwen....
In 1829 werd het geheel opgekocht door de Fransman Surleon Antoine Chaulan die er als eerste een hotel begon onder de naam Hotel de Provence.
In 1845 kocht zoon Etienne Chaulan op een veiling het hotel van zijn vader voor dfl 25.000,=, vraag me niet waarom....
Etienne maakte het hotel al een beetje beroemd, want hij was de eerste die ..... verschillende soorten ijs ging verkopen.
In 1851 ging het management over in handen van Cornelis Denninghoff die de naam veranderde inHOTEL ROTTERDAM
Ook wel het Rotterdamsch Hotel genoemd. Het had niet zoo'n goede naam, iemand schreef dat hem Hotel Rotterdam was aanbevolen, maar hij had veel beter Hotel der Nederlanden kunnen kiezen en toen op een dag in 1856 kwam Douwes Dekker voorbij, mogelijk op weg naar de Franse kleermaker Oger Frèves tegenover Societeit De Harmonie.
En natuurlijk moet dit er dan even bij, de voetnoot onder bijna ieder Nederlands-Indië verhaal van Aad :
......een roofstaat aan de Noordzee......
.....dat spoorwegen bouwt van gestolen geld en tot
betaling de bestolene bedwelmt met
opium, Evangelie en jenever...
Aan U durf ik met vertrouwen te vragen of het
Uw wil is dat daarginds Uw meer dan dertig
millioenen onderdanen worden mishandeld en
uitgezogen in UWEN naam?
Multatuli [1860] ...aan Nederland...Koning Willem III
....dat dorp stond in brand, omdat het veroverd was door Nederlandsche soldaten.......
Ja, 't dorp was veroverd door Nederlandsche soldaten, en stond dus in brand.
Op Nederlandsche heldendaad volgt brand.
Nederlandsche overwinning leidt tot verwoesting.
Nederlandsche krygsbedryven baren wanhoop.
Maar terug naar ons verhaal:
1863
Woodbury & Page
vanuit de Benedenstad langs het Molenvliet (links)
meteen rechts de ingang van ons hotel
in de verte links De Harmonie met rechts in dat ronde gebouw de Franse kleermaker Oger Frèves
Het Hotel Rotterdam had in 1852 al weer een andere eigenaar gekregen, de Zwitser Wijss die in 1851 getrouwd was met een 16-jarige nicht van Etienne Chaulan. En deze Wijss was degene die op advies van Douwes Dekker op 1 Mei 1856 de naam veranderde in het veel chiquer klinkendeHOTEL DES INDES
In 1860 verkocht Wijss het hotel weer door aan de Fransman Cresonnier en deze Cresonnier was degene die Woodbury & Page foto's liet maken van zijn Hotel Des Indes, waarom ? Inderdaad, om met deze fotographieën reclame te maken.....
En dus hier slechts twee foto's genomen van Hotel Des Indes door Woodbury & Page :
1863
1870
Maar natuurlijk hebben we ook een schets van iemand anders met een van de beroemde Javaanse Waringinbomen, een mistieke boom die nooit gekapt mocht worden, want in de boom wonen boomgeesten.
Plotseling zwenkt de koetsier rechts af, voert ons een met hoge, schaduwrijke waringinbomen beplant plein op en doet het rijtuig voor de marmeren vestibule van het kolossale Hotel des Indes stilstaan.
Cresonnier overleed in 1870, zijn familie verkocht het hotel aan Theodoor Gallas die het op zijn beurt weer verkocht in 1886 aan Jacob Lugt voor dfl 177.000,=. Lugt breidde het hotel fors uit met allerlei grondaankopen van de buren. In 1897 werd zelfs de N.V. Hotel Des Indes door Lugt opgericht, want in de jaren negentig ontstond er in de kolonie een economische depressie. Door die N.V. was Lugt niet meer persoonlijk aansprakelijk.
In 1903 kwam het hotel in handen van Gantvoort en die maakte het hotel uiteindelijk beroemd. In 1918 werd zelfs 25% dividend uitgekeerd, maar toen werd het hotel gerund door Nieuwenhuys.
De schrijver Rob Nieuwenhuys is op 7 november 1999 overleden, op zeer hoge leeftijd. Eenennegentig is hij geworden. In zijn laatste grote interview vertelt hij onder andere over de Indische samenleving waarin iedereen zijn plek had, ook een lichtgekleurde Indo als hijzelf was.
Zijn vader was directeur van het beroemde Hotel Des Indes in Batavia. Hij was een man van aanzien, maar geen ambtenaar of hoge militair. Mocht iemand als hij lid worden van Sociëteit De Harmonie?
Rob Nieuwenhuys, ook onder het pseudoniem Breton de Nijs, heeft ook een groot aantal fotoboeken over Nederlands-Indië samengesteld, Aad heeft ze bijna allemaal, hoopt hij, met natuurlijk heel veel Woodbury & Page....
1910
het kantoor van Hotel Des Indes met helemaal rechts de vader van Rob Nieuwenhuys
Tot slot nog twee foto's van Hotel Des Indes uit de jaren 1925 -1940, uiteraard niet meer van Woodbury & Page :
En dan deze fraaie obligatie uit 1937 :
En natuurlijk nog wat bezoekers :
Een koloniale rijsttafel in Hotel Des Indes in Batavia AD 1935, wat een bedienden.... De man aan tafel is de auteur van dit boek, wat een titel, hè
En dit schreef de auteur van dat boek erbij over zijn verblijf in Hotel Des Indes :
En gezorgd wordt er voor u, gezorgd, dat ge weken lang geen andere beweging behoeft te doen dan te drukken op een schelletje: Boy, thee! Boy, een borrel! Boy, mijn schoenen!
En telkens haast zich over de roode vloertegels een lachende bruine jongen - geluidloos en barvoets (want hij laat zich wel in een katoenen uniform steken, maar schoenen, dat nooit!) En kijkt u met zijn groote, vochtige antilopenoogen aan.
Men raakt eraan gewend, geen sigaret meer zelf aan te steken. De vochtige warmte maakt slaperig. Men heeft het eigenlijk niet zoo warm, als men maar languit op zijn ligstoel blijft uitgestrekt. Maar iemand hoeft slechts honderd snelle passen te maken tot aan de eetzaal van het hoofdgebouw, of zijn koffer zelf uit te pakken: en het water loopt uit al zijn poriën, bevochtigt zijn ondergoed, zijn witte pak, zijn boord, zijn das en zijn portefeuille.
Zonder bruine bedienden kunnen blanken hier niet leven.
Terwijl van haar kant de bruine bevolking van tijd tot tijd op de idee komt, dat ze zonder blanken heel goed zou kunnen leven ...
Boy, vruchten bij de koffie! Papaia's en die groote bruine dingen, die er als pruimen uitzien. Wat zeg je, weet je niet wat ik bedoel? Wat ben je dom! Breng me ananas! In ijs? Neen, gestoofd!!! O, tropen! En een hotelauto, die mij naar Buitenzorg brengt!
....................
Dezelfde man schreef ook, aldus Aad's verhaal over de Gouverneur-Generaals van Nederlands-Indië pagina ( LINK ):
Daar staat, breed en wit en behagelijk laag gebouwd, het paleis van Zijne Excellentie den Hollandschen Gouverneur-Generaal. Ziedaar een van de machtigste mannen der wereld, die te beschikken heeft over leven en dood van 55 millioen bruine menschen in Insulinde. De "Raad van Indië" beredeneert en beraadslaagt, maar zijn wil is macht !
Vijf jaren resideert een Gouverneur-Generaal in dit witte paleis. .....met nu en dan oproer en schietpartijen, weliswaar nog maar lage bergvormingen boven de kalme zee der Hollandsche koloniale politiek, doch hier en daar aan de randen reeds rood geverfd door het bloed der blanken......edoch de inheemschen hier zijn vreedzaam en onderworpen. Zij dienen de blanken met glimlachend geduld.......in afzienbaren tijd kunnen de inlanders de Hollandschen overheersching niet missen.........kleurlingen "Westersch" opvoeden beteekent : den val van de Westersche wereldheerschappij verhaasten.....Azië ontwaakt ? Neen, Europa slaapt in!
Een rijke toekomst kan men de Nederlandsche Oost-Indische kolonie voorspellen, in geval er over honderd jaar nog koloniën bestaan. Waaraan getwijfeld mag worden. Citaat uit 1933.
Ook aan de rijsttafel in Hotel Des Indes in 1935 Fie Carelsen met de heren Pugh en Herman Salomonson, pseudoniem Melis Stoke.
Ook tijdens de onafhankelijkheids onderhandelingen werd Hotel Des Indes gebruikt :
Roem-Royen onderhandelingen in Hotel Des Indes
Batavia 14 April 1949
Na de onafhankelijkheid werd de naam veranderd in Hotel Duta Indonesia, heel slim, want door deze naam hoefden de handdoeken etc met opschrift HDI niet veranderd te worden.
Maar het verval zette toch in, vooral toen in 1962 het door Soekarno geinspireerde Hotel Indonesia werd geopend, het nieuwe (toen) Grand Hotel van Jakarta.
Het ex-Hotel Des Indes werd begin jaren zeventig gesloopt.
En nu zul je je misschien afvragen hoe het nu zit met dat Haagse Hotel Des Indes : via deze link kun je daarover het volgende vinden :
Het statige herenhuis des Indes werd 1858 gebouwd door Baron van Brienen van de Groote-Lindt, persoonlijk adviseur van koning Willem III. De Baron wenste naast zijn buitenhuis te kunnen beschikken over een passend onderkomen in de Residentie waar hij zijn gasten kon ontvangen. De Baron kocht drie huizen op de hoek van het Lange Voorhout en de Vos in Tuinstraat. De bekende architect A. Rodenburg kreeg de opdracht om een huis te bouwen waar de mensen aan konden zien dat het bewoond werd door een zéér welgestelde heer. De bouwkosten liepen op tot anderhalve ton puur goud.
Het huis beschikte over een riant binnenhof, stallen, een hooischuur, bediendenkwartieren, een prachtige balzaal voor de talloze festiviteiten die de Baron organiseerde en uiteraard zijn privé-verblijven. Baron van Brienen woonde 20 jaar in Des Indes. Na zijn overlijden besloten zijn kinderen het dure huis niet langer aan te houden.
Zij verkochten het voorname huis aan een lokale hotelier, Friedrich Wirtz, die het na vele verbouwingen en renovaties vier jaar later heropende als het summum van verfijnde elegance. Twee wapenschilden van de stad 'Batavia' (nu Jakarta) werden aan de struktuur toegevoegd, en het hotel werd gedoopt tot: 'Hotel des Indes'.
Het Stadswapen van Batavia boven het Haagse Hotel Des Indes
is Aad in Den Haag, dan altijd even kijken en dan eten bij Garuda
De tweede zoon van Koning Willem I opende op 1 mei 1881 het hotel met de woorden: 'Mijnheer Wirtz, met het aanstoten van deze, met Champagne gevulde glazen, wil ik Hotel des Indes als geopend beschouwen'.
Het toenmalige hotel bezat 120 slaapkamers en de onvoorstelbare luxe van één badkamer per verdieping. Later werden de slaapkamers tot badkamers verbouwd en werd het huidige totaal van 76 kamers bereikt. Ook nu nog zijn sommige van de badkamers groter dan de slaapkamer, één van de redenen voor de speciale sfeer van Hotel des Indes: geen twee kamers zijn hetzelfde. Sommige gasten prefereren bij hun bezoek aan het hotel dan ook hun 'eigen' kamer. Nog steeds zijn er herinneringen van de Baron te zien, zoals deurknoppen met zijn initialen.
We ontvingen de volgende reaktie:
Het ontroerde mij zeer deze site van u te lezen.
Ik heb jaren in dat hotel gewerkt als zaalchef. Ik herkende er nog zo veel van.
Ik had daar gediend onde dhr.Zijlinga. Het benieuwd mij zo zeer hoe het met hun is vergaan.
Ik moest dit even kwijt.
Bedankt voor de mooie (voor mij zeker) site. Met vriendelijke dank, Vic Koopmans
Onze website: http://members.home.nl/vvanwijk
Een paar maandjes later volgde van Vic Koopmans nog dit, met schitterend historisch materiaal:
In de jouw geschiedenis verhaal over Hotel des Indes komt ook de Sociëteit de Harmonie ter sprake. Daar heb ik n.l. ook heel even gewerkt. Ik weet niet of je het wilt gebruiken maar ik stuur ze toch maar op. Er zit ook een foto bij. Toen ik daar in dienst ging, heette het geen Sociëteit de Harmonie meer maar Djakarta Club. Het adres is altijd het zelfde gebleven.
Boven aan de trap sta ik in de laatste rij van links naar rechts op de derde plaats. Naast mij de heer Macenzie, secretaris van de Club. Vroeger heette het Sociëteit de Harmonie. Later is die naam veranderd in Djakarta Club.
Ik heb daar precies 1 jaar gewerkt.
En verhuisde naar een andere baan anex woonplek Hotel des Indes. Precies schuin er tegenover!
Als je nog iets moet weten, ik ben bereid iets er over te vertellen..... HEEL GRAAG, Vic !!!
En toen rolden deze foto's met toelichting binnen, allemaal iets te maken met Hotel des Indes in Djakarta, zoo rond 1957-1959, in willekeurige volgorde:
V.l.n.r.
Dhr Muyen (chefkok)
Dhr.Daniëls (Chef Buitenpartys)
Vic Koopmans (Chef eetzaal en Balzaal)
Foto gemaakt op de Iraanse Ambassade in Djakarta.
v.l.n.r.
Hr. Daniëls, Muyen met bril en kokshoed en de Hr. Dreyer met strikdas.
Carnaval
Helemaal rechtsachter staan Vic Koopmans en Dhr Simon Abe Dreyer (Restaurateur)
.............een kader dinertje......
St.Nicolaasfeest in de Lobby van Hotel des Indes
Oud en Nieuw in de eetzaal van Hotel des Indes.
Op het terras naast de eetzaal van Hotel des Indes.
Wij (Hr.Simon Dreyer en Vic Koopmans) tussen het eetzaal-personeel.
Op de trap naar de balzaal.
v.l.n.r. Vic Koopmans, Simon Dreyer en Rob Chantaraprapha.
Een foto van John Wayne op bezoek in Hotel des Indes
Tevens een menu door hem getekend.
De tafel is gedekt voor een zakenlunch van de S.A.S. (Scandinavian Airlines System)
Lunch menu met handtekening van de beroemde Amerikaanse worstelaar Ricky Waldo.
en een handtekening op een menu van een Vice Admiraal uit de V.S.
Koudbuffet in eetzaal Hotel des Indes
Vic heeft op onze site ook nog een indrukwekkend verhaal getiteld:
Leven als kind in WOII in Nederlands-Indië
We kregen, samengevat, de volgende email voor Vic die dan ook door Vic werd beantwoord:
Ik ben volbloed een Indonesier en tot nu toe hebben wij gewoond in Jakarta bijna 50 jaar sinds mijn geboorte waarvan een paar jaren heb ik met mijn familie in Amsterdam gewoond en volgde toen in late 60’s zogenaamd HBS B opleiding van Geert Grootte School te Amsterdam. Na onze terugkomst in Jakarta heb ik mijn universitaire opleiding in UI Jakarta afgemaakt en weer naar Rotterdam teruggekeerd in 1990 om mijn MBA opleiding te volgen op Erasmus Graduate School of Business in Rotterdam . Nu ben ik nog werkzaam in Jakarta. That was my short introduction
Dit jaar, heb ik precies 50 jaar gewoond aan Jalan Tanah Abang Dua no.108 in de omliggende buurt van Tjideng. Om precies te zijn wonen wij in Blok III.
Omdat jij ook eens in de buurt van Molenvliet gewerkt had (Hotel Des Indes) , sinds wanneer is Laan Trivelli gebruikt als de straat naam dat nu Jalan Tanah Abang Dua is geworden. In welke Formal Map kun jij de naam Laan Trivelli vinden en heb jij misschien enig idée waar ik zulke plattegrond kan vinden.
Van vroeger af ben ik een bewonderaar van Hotel Des Indes, en God wat vind ik het hotel gebouw zo deftig. Maar ja omdat de mensen hier geen behoefte hebben aan de zogenaamde heritage , komen alles in verkeerde concept.
Wat ik ook te komen val, is over culinaire geval. Toevallig in een van jouw verhalen kom ik tegemoet met “what you so called Des Indes Rijstafel . Hierover gesproken, als je geen bezwaren hebt heb jij nog misschien enig menu lijst van Des Indes Rijstafel?
Hartelijk groeten
J.Soe’oed
Mijn naam is dus Victor Andrew Koopmans en ik heb drie jaar lang gewoond aan de Jl.Tanah Abang, toevallig ja? Maar het nummer ben ik vergeten. Mijn stiefvader was bij de verkeerspolitie, zijn naam was Frans Nunumete (Suku Maluku). Ik heb daar gewoond vanaf 1953 tot en met 1955. Ik ben toen verhuisd naar Sociëteit de Harmonie. Daar gewerkt als zaalchef voor ongeveer 1 jaar (Jakarta Club) en in 1956 ben ik de straat overgestoken en gaan werken in Hotel des Indes als zaalchef. Hierbij weer de foto van Hotels des Indes in 1956 of 1957.
En in 1960 ben ik naar Negeri Dingin (Nederland) gegaan.
In 1995 ben ik naar Indonesia terug geweest ook naar Jakarta maar kan de weg niet meer vinden naar Tanah Abang!
Stuur mij alsublieft ook een foto van Tanah Abang anno 2005.
Bij voorbaat dank.
Banyak terima kasih dan sampai berjumpah lagi.
Vic Koopmans
Informatie uit dit verhaal is terug te vinden in de Special Edition over het Haagse Hotel Des Indes van het schitterend vormgegeven
Business Lifestyle Magazine
GLOBAL DUTCH
Special Edition Hotel Des Indes
October 2005
http://www.globaldutch.com
Via de site http://www.globaldutch.com kunnen exemplaren worden besteld van deze Special Edition Hotel Des Indes, Global Dutch Magazine.Van harte aanbevolen!
We kregen n.a.v. de bovengenoemde Special Edition uitgave van Global Dutch over het Haagse Hotel Des Indes deze zeer bijzondere reaktie:
Laatst ben ik met een aantal vrienden gaan eten in Hotel Des Indes in Den Haag. Daar kreeg ik het tijdschrift Global Dutch waarin een artikel van u in stond over Des Indes in Indonesie. Verder heb ik op uw website gezien dat u veel over Hotel Des Indes in Batavia weet. Indien u geinteresseerd bent in nog meer documentatie, kan ik u wellicht helpen.
Mijn naam is Ronald Rietberg en ik ben zelf in Hotel Des Indes aanwezig geweest in de periode 1952 tot 1956. De toenmalige eigenaar c.q. beheerder was in die tijd de Fam. Zeilinga. Deze familie was heel goed bevriend met mijn ouders. Mijn vader vloog n.l. in die tijd op uitleenbasis van de KLM bij Garuda.
Ik als kleine jongen heb heel veel gelogeerd in Des Indes en heb mij op latere leeftijd ingezet samen met de heer Ede Zeilinga, zijn toenmalige accountant om schadevergoedingen te krijgen omtrent Hotel Des Indes.
De heer Zeilinga heeft alles wat er nog over is gebleven van decoratie materiaal als papierwerk van het hotel. Jaarlijks bezoek ik nog de heer Zeilinga Jr., die in Italie woont en wij nog regelmatig over die tijd praten. Hij heeft uiteraard nog heel veel documentatie en film materiaal over die tijd. Mijn bedoeling was om ooit een documentaire van Hotel Des Indes te laten maken, maar helaas ontbraken de financiele middelen. Ik ben er van overtuigd dat met behulp van sponsors en nog levende personen uit die tijd het mogelijk moet zijn.
Ronald Rietberg
En uiteraard is er reeds kontakt geweest met Ronald die ons op dit moment aan het voorzien is van allerlei zeer bijzondere dokumenten, w.o. een kopie van het zeer zeldzame boek
50 jaar
N.V. Hotel des Indes
Batavia
1948
Helaas, helaas, lukt het nauwelijks om uit dit boek
50 jaar
N.V. Hotel des Indes
Batavia
1948
iets in te scannen, het contrast is helaas onvoldoende, maar een paar fragmentjes dus helaas:
Over de keuken van Hotel des Indes:
De omgeving is geheel in overeenstemming hiermede. Blinkende potten en pannen en de vele andere 'attributen, welke de outillage van een moderne keuken vormen, de marmeren werktafels, de glimmende fornuizen, de geëmailleerde ovens en al wat verder des keukens is. Tot zelfs de vloer met de frisch gekleurde tegels glanst den bezoeker van dit heiligdom van Epicuris tegen.
Over de wasserij van Hotel des Indes:
Zonder deskundige voorlichting zou het nut en de beteekenis van al die onbekende werktuigen niet tot iemand doordringen. Er zijn heetwaterbaden om eten en sausen warm te houden, bordenwarmers, droogkasten voor z. g. fantasiestukken, zooals deze bij uitzonderlijke gelegenheden het piece de milieu van een decoratief aangekleede tafel vormen, deeg- en pureemachines, banket- en broodbakkerij, gehaktmolens enz. enz.
Dit alles dient om ongeveer 300 menschen, gasten en Europeesch personeel, van voedsel te voorzien.
Voor het Inheemsche personeel bestaat een afzonderlijke keuken, waar voor ruim 500 menschen wordt gekookt. Ook deze keuken staat onder Europeesch toezicht.
In een aparte keuken wordt de groote rijsttafel, welke des Zondags wordt geserveerd, gereed gemaakt. Deze rijsttafel is een specialité de la maison en heeft ook ver buiten de grenzen van Indië een groote vermaardheid verworven, welke haars gelijke moeilijk zal vinden.
Men zou hier bijna kunnen spreken van een ritus, waarbij een twintigtal dienaren van Lucullus de meest geraffineerde bijspijzen voor een veritabele rijsttafel als een loopende band aandragen om een hongerige godheid te spijzigen.
Het aantal ingrediënten, daartoe benoodigd, kunnen alleen geselecteerd worden door hen, die in de geheimen van de Indische keuken doorkneed zijn.
Machineriën, waarvan de levering vanuit Europa door de tijdsomstandigheden groote vertraging ondervonden, in werking konden worden gesteld. Vanaf dien tijd kon het waschgoed van de gasten in eigen beheer en onder Europeeseh, vakkundig toezicht, worden behandeld. Een kijkje in de wasscherij, waar momenteel per maand ongeveer 100.000 stuks goederen, niet alleen voor het hotel, doch ook voor het Paleis, stoomvaartmaatschappijen en leger kuisching ondergaan, is voor een buitenstaander even interessant als leerzaam.
Over de periode tot de Japanse inval:
Reeds om zeven uur in den morgen vangt het werk aan.
De kamerbedienden brengen de wasch, welke door een mandoer zorgvuldig wordt genoteerd.
Na telling en sorteering worden de goederen over een viertal groote waschtrommels, die electrisch worden rondgewenteld, verdeeld om, na 1 1/2 uur lang door stoomverwarmd water van alle onreinheden te zijn gezuiverd, in duizelingwekkend rondtollende centrifuges binnen tien minuten vochtvrij te \vorden gemaakt.
De droogkamers, met haar spiraalvormige buizen, waardoor heete stoom circuleert, dienen voor verdere droging, waarna de wasch naar de strijkinrichting gaat.
Niet minder dan 30 strijkers en strijksters zorgen voor de verdere behandeling der goederen. Electrisch gedreven dubbele mangels leveren de voor het bedrijf benoodigde gewasschen textiel af, als ware er een strijkijzer over gegaan.
Een aparte persinrichting zorgt voor de behandeling van overhemden, broeken en jassen. Binnen een dag kunnen de gasten desgewenscht hun wasch schoon en wel terug hebben. Een tweetal stoomketels met oliestookinrichting, waarvan er om de beurt een in bedrijf is, produceert de benoodigde stoom.
Er werd gewerkt van 's morgens half vijf tot elf uur 's avonds. Intusschen werd hard gearbeid aan de camouflage der gebouwen. Door de streng doorgevoerde verduisteringsvoorschriften kwam van avond-amusementen al zeer weinig terecht. Alle lokalen moesten geheel lichtdicht zijn, hetgeen noodwendig ook een luchtdichtheid met zich medebracht.
Na 5 maart 1942:
De dans- en Troikazaal op de bovenverdieping van het frontgebouw, welke zich sedert haar bestaan in een steeds toenemend bezoek had mogen verheugen, werd voor de avonden geheel uitgeschakeld.
Het Receptie-paviljoen diende, toen de noodtoestand intrad, gedeeltelijk voor onderbrenging van de Stadswacht.
Wat de bedrijvigheid in de Lobby betrof, spreekt het vanzelf, dat deze verre beneden peil bleef als gevolg van wat de directeur in zijn December 1941 rapport noemde: de fantastische lijkenhuisverlichting.
Het geheele personeel, zoowel Europeesch, Chineesch als Inheemsch was gemobiliseerd. Verschillende dames, die in het bezit waren van een diploma "Eerste hulp bij ongelukken", gaven leiding aan de verbandploegen, die met het Europeesch personeel beschikten over eenvoudige verbandtasschen, welke de noodige verbandmiddelen bevatten. Dag en nacht werd wacht gehouden en werden rondes over het terrein gemaakt door de verschillende afdeelingsleiders.
Het bedrijf was dan ook dag en nacht tenvolle paraat om de volledige verantwoording te nemen voor de vele inwonenden van het hotel, zoowel gasten als personeel.
De vele moeilijkheden, welke het gevolg van den oorlogstoestand waren, konden daardoor worden ondervangen, zij het dan ook ten koste van groote inspanning, vooral in de tijden dat de sirenes met steeds grootere frequentie hun sinister alarmsignaal deden hooren.
De Jappen begrepen, dat, wilden zij hun gemak er van kunnen nemen, het personeel zou moeten aanblijven. Deze opvatting leidde er toe dat het den toenmaligen directeur den heer G. Hötte die sedert 1938 het beheer over Des Indes voerde en het nog aanwezige Europeesche personeel werd vergund hun werkzaamheden voort te zetten tot na ruim een jaar ook de staf van het hotel achter het prikkeldraad werd gezet.
De toenmalige commissarissen de heeren J. Berendsen, Mr. A. A. J. de Neef en A. F. Vas Dias werden genoodzaakt af te treden. Alleen de heer W. F. Daniels, chef algemeenen dienst, die bij het lnheemsche personeel hoog stond aangeschreven en deswege onmisbaar werd beschouwd, bleef werkzaam, zoomede een Zwitsersche kok, de linnenjuffrouwen een telefoniste.
Een Japansche hotelhouder nam ten slotte de leiding van het bedrijf op zich.
Bestonden de gasten in den eersten tijd uit Japansche opper- en hoofdofficieren en autoriteiten, later kwamen de z.g. economen bezit nemen van het hotel. Het behoeft geen betoog, dat het met de exploitatie van het bedrijf snel bergafwaarts ging. Op de groote voorraden werd echter nog lang geteerd. De bekende wijnkelder vooral werd duchtig aangesproken, aangezien de Japansche gasten over het algemeen met een zeer slappe lip waren behept.
Toch bleef zoo goed en kwaad als het ging, het hotel in bedrijf. Het lnheemsche personeel werd niet bepaald vriendelijk behandeld, doch bleef niettemin in dienst, daartoe door de oude getrouwen onder de bedienden aangespoord.
Na de capitulatie nam de R.A.P.W.I. het hotel van de Japanners over en maakte daarvan een veilig toevluchtsoord voor vele autoriteiten.
In de "bersiap" periode nam het grootste deel van het Inheemsche personeel, door vrees voor represailles van de zijden der extremsiten ontslag.
Eerst op 1 juni 1946 kwam het Hotel des Indes weer in eigen beheer. De Heer G.P.M. van Weel werd tot directeur benoemd, terwijl de mede-directeuren, de Heeren A. en F.J. Zeilinga bij perioden in Indië vertoeven teneinde de dagelijksche leiding met hunne adviezen en langdurige ervaring bij te staan.
Nadien ging door zaakkundig beheer en doeltreffende maatregelen het bedrijf weder sprongsgewijs op den weg naar het succes voort.
Het blijve zoo!!
Ook kregen we de volgende reaktie:
Zojuist je website over hotel Des Indes gelezen. Ik vond het erg leuk om te lezen, omdat mijn opa ooit directeur is geweest van dit hotel, volgens mij van 1917 of 1918 tot zijn overlijden in 1923.
Volgens mijn vader, die in 1918 in het hotel was geboren, had zijn moeder hem verteld dat mijn opa was vermoord door een kokkie die even daarvoor ontslagen was, maar dat was nooit bewezen.
Het kokkie had tegen mijn opa gezegd dat de haan een ei gelegd had. Mijn opa zei dat dat onmogelijk was, maar kokkie hield voet bij stuk en dit liep uit op een ruzie, waarna kokkie ontslagen werd. Een vriendin van hem, die ook in het hotel werkte zou gemalen haren door mijn opa’s eten gedaan hebben, waarna hij overleed. Wat er waar is van dit verhaal kan ik niet zeggen. Het lijkt me onwaarschijnlijk dat je aan gemalen haren dood kunt gaan, maar ik heb het altijd een fascinerend verhaal gevonden.
Het enige wat aan deze periode is overgebleven is een kleine brochure van het hotel, waarvan ik de eerste pagina bijvoeg:
Hotel Des Indes, Weltevreden - Java
Bedankt voor je website, erg leerzaam en leuk om te lezen.
Geert Moojen
Gelukkig scande Geert Moojen ook de andere bladzijden in van de brochure van Hotel Des Indes:
We kregen ook de volgende reaktie van Aad Wirtz:
Met zeer veel plezier ben ik begonnen je fantastische familie website te bekijken. Daar ben ik voorlopig zoet mee!
Het is vooral bijzonder om de fotos en illustraties te zien van Rotterdam door de eeuwen daar wij, mijn broer en drie zussen allemaal geboren en getogen zijn, thuis, in het midden van de oude stad namelijk op de Wijnhaven 15 in het rijtje naast het Witte Huis.
Ik ben als vierde kind geboren in 1952 en kan me nog heel goed de omgeving herinneren. Wij woonden daar tot 1964 en verhuisden naar de 's-Gravenweg in Kralingen. De havens met hun verschillende geuren van touw, teer en specerijen zijn nog vers in mijn gedachten.
Ik sluit een copy bij van een foto die ik heb gekregen van mijn ouders met het uitzicht van de Laurenskerk, ik geloof dat het een origineel is en ik neem aan dat het ook van de fotograaf Wotke is. (LINK)
Volgens mijn moeder was één van de pakhuizen rechts op de voorgrond van haar grootvader die importeur/handelaar was van thee en koffie.
Ik zag ook een vermelding van Friedrich (Johannes Gerardus) Wirtz in verband met Hotel des Indes in Den Haag. Hij was een broer van mijn overgrootvader, van mijn vader's kant. Hij, mijn overgrootvader, waren met zijn broers en zusters de eerste kinderen in het geslacht Wirtz die in Nederland geboren waren. Hun vader oorspronkelijk uit Duitsland kwam naar Den Haag waar hij leraar was aan de "Haagsche Muzykschool".
Dat is dus nog wat meer geschiedenis van een oud Rotterdammer!
Ook deze, historisch zeer interessante, reaktie van Karin Riper voegen we toe:
Wat een geweldige website hebben jullie gemaakt. Ik kwam er zelfs mijn indische voorouder Chaulan en zijn broer op tegen. Het gaat over Hotel des Indes te Batavia.
De verhalen over welk oorspronkelijk gebouw uiteindelijk bedoeld wordt als men over Hotel des Indes praat, vind ik erg verwarrend. De een zegt dat het de voormalige residentie Moenswijk was van Adriaan Moens, destijds directeur-generaal van de V.O.C. en een ander zegt dat het het voormalige huis was van de Klerk. De huizen lagen schijnbaar heel dicht bij elkaar.
Het huidige archief in Djakarta zit in het huis van de Klerk en Moenswijk het huis van Moens (zou Hotel des Indes geweest moeten zijn) is afgebroken en daar staat sinds die tijd een groot winkelcentrum Duta Merlin.
Hoe ben jij aan je gegevens gekomen? Door heel veel te lezen (Aad)
Surleon Antoine Chaulan (geboren in 1793 te Aubagne, Provence, Zuid-Frankrijk, vandaar Hotel de Provence), die als eerste Chaulan de meisjesschool gekocht zou hebben om er Hotel de Provence van te maken was de oudere broer en dus niet de vader van mijn voorouder Etienne Chaulan (geboren in 1806, geboorte ingeschreven te Aubagne, maar zeer waarschijnlijk geboren te Verona, Italie, zijn vier jaar jongere zus was geboren in Piacenza, Italie).
De verhalen gaan echter ook (ik heb het dan over bronnen buiten mijn familie, want die weten helemaal niets (of vinden dat er niet over de doden gesproken mag worden) over hun voorouders laat staan over Hotel des Indes), dat hun vader Antoine (Michel Antoine) Chaulan, degene was die de meisjesschool kocht, waarschijnlijk ten gunste van zijn oudste zoon.
Surleon Antoine verloor in Aubagne binnen vijf jaar na zijn huwelijk eerst zijn dochtertje en toen zijn vrouw. Ik denk dat hij naar Nederlandsch-Indië gevlucht is om in den vreemde alle verdriet te proberen te vergeten. Dit Chaulan gezin was best reislustig te noemen. Ondanks dat zij in Zuid-Frankrijk woonden kregen ze twee van hun vier kinderen in Italie. Nederlandsch-Indië was schijnbaar ook niet te ver.
Trouwens in 1852 verkocht Etienne Chaulan Hotel des Indes aan een Zwitsers personeelslid genaamd Francois Auguste Emile Wijss. Deze Wijss was op 4 december 1851 te Batavia gehuwd met Antoinette Victorine Chaulan, oudste dochter (op dat moment pas 16 jaar) van Surleon Antoine Chaulan, die dus de broer was van Etienne Chaulan.
Scott Merrillees heeft het in zijn boek Batavia over Surleon Antoine Chaulan die het gebouw in 1829 kocht. Dat zou dan Antoine (Michel-Antoine) Chaulan, zijn vader moeten zijn geweest. In 1835 werd het hotel geleid door een van Surleon Antoine Chaulan's zoons, geboren in 1793. Dat zou dan juist Surleon Antoine moeten zijn en ook daar noemen ze Etienne ten onrechte de zoon van Surleon Antoine Chaulan.
Het boek Adoeh, Indie, het beste van Hein Buitenweg, geschreven door Rene Wassing en Rita Wassing-Visser noemt residentie Moenswijk van Adriaan Moens als plek waar Hotel des Indes gestaan heeft.
Rob Nieuwenhuys heeft het in Baren en oudgasten (Tempo doeloe-een verzonken wereld) ook over landgoed Moenswijk. In het boek Logementen en Herbergen van Oud-Batavia heeft L.F. van Gent het ook over Moenswijk. Misschien zat alleen de dependence van Hotel des Indes daar.
Oud Batavia deel twee, het gedenkboek uitgegeven door het Bataviaasch Genootschap van Kunsten en Wetenschappen naar aanleiding van het driehonderdjarig bestaan der stad in 1919, verhaalt over Moenswijk, het vroegere buiten van den Directeur-Generaal A. Moens, de tegenwoordige Dependence van het Hotel des Indes.
Ronald Rietberg kwam nog met de volgende foto's, met commentaar:
Frits Zeilinga schudt de hand van President Sukarno
President Sukarno
links: Frits Zeilinga - rechts: Ede Zeilinga
Links naar rechts: Ede Zeilinga, Frits Zeilinga, onbekend
Borrel in de bar van Hotel Des Indes
Jubileum werknemer Hotel Des Indes
Afscheidsreceptie mevr. van de Wind
links naar rechts: Eimert Kruithof, Huta Galung, Jaap Croes, Frits Zeilinga - 1955
Indisch buffet
Bezoek John Wayne Hotel Des Indes
Borrel in de bar Hotel Des Indes
links: Ede Zeilinga, 1ste rechts: Truub Rietberg, 3de rechts: Frits Zeilinga
Drankje in lobby met vrienden
1ste en 2de links Truub & Hein Rietberg
Geinteresseerd in een historische rondleiding voor uw eigen groep(je) door Aad 'arcengel' Engelfriet, webmaster van deze grootste Nederlandstalige geschiedenis website, door o.m. een stad of streek in bijv. Nederland, België, Duitsland, Groot-Brittannië, Ierland en/of een historische lezing, publicatie, recensie:
Voor meer vrijblijvende informatie
aad@engelfriet.netWilt U eerst meer weten over Aad Engelfriet:
klik dan HIER
Terug naar Aad's homepage, met links naar al zijn verhalen |
---|
|
wat zijn we trots op ons familiewapen ...., beetje jaloers zeker .... |
Terug naar de top |
---|