(klik op deze tekst om een voorgeadresseerde mail te openen) |
Terug naar het Engelfrieten overzicht |
---|
Naar beneden |
---|
Op onze site hebben we al een verhaal
De Koepel aan de Schiedamse Vest in Rotterdam, AD 1919
J. Verheul Dzn (1860 - 1948) was een heel bekende Rotterdamse architekt en gemeenteraadslid en heeft een groot aantal zeer fraaie boeken geschreven vol met gedeeltelijk zelf getekende prenten, uiteraard heeft Aad een groot aantal boeken van J. Verheul Dzn.
Ook op onze site kom je J. Verheul Dzn geregeld tegen :
Klik hier als je wilt zoeken via Aad's Freefind search engine, vul in het venster jouw woord in, bijvoorbeeld Verheul en klik op ENTER
J. Verheul Dzn (rechts) krijgt op 4 September 1941,
dus na de verwoesting van de door J. Verheul Dzn ontworpen Schouwburg
de ongeschonden stichtingsoorkonde van "zijn" in 1884 gebouwde Schouwburg
links Ir. Fritzlin, Chef Waterbouwkunde Gemeentewerken
LINK
Een paar voorbeelden maar van gebouwen ontworpen door J. Verheul Dzn op onze site :
de Nieuwe Groote Schouwburg op 15 september 1887 geopend aan de Aert van Nesstraat
LINK
Citaat:Verheul heeft de gemeente Rotterdam nog in 1945 geadviseerd om deze schitterende schouwburg, verwoest op 14 mei 1940, weer te herbouwen, niet alles was verwoest, maar de gemeente had andere plannen, zijn levenswerk en kroonjuweel, zoals hij het vaak noemde, werd definitief vernietigd. Verheul overleed in 1948...
Een tot bewondering gestemde menigte in feestgewaad vulde de schouwburg en de waarheid werd opnieuw bewezen van het spreekwoord, dat men een schouwburgzaal moet zien als een schone vrouw in de omgeving welke haar past en in vol toilet.
In de eerste balconloge der avant scène waren de burgemeester en een zijner wethouders gezeten met de voorzitter van het bestuur der Schouwburgvereniging, in de tegenoverliggende loge twee andere wethouders met de ondervoorzitter; terwijl in de balconloge vlak tegenover het toneel de bouwmeester van de Schouwburg, de heer J. Verheul en de andere bestuursleden der vereniging hadden plaatsgenomen. Bijna onnodig hier bij te voegen dat de meeste heren van dames vergezeld waren.
Nu viel het scherm, maar als door een aandrift bezield stonden alle toeschouwers op van hun zitplaatsen, wendden zich tot de frontloge van het balcon en rustten niet voor hun toejuichingen de heer Verheul op het toneel gebracht hadden. Daar begroetten hem fanfares en werd hem een krans aangeboden.
Moge dit getuigenis van zijn medeburgers de bekwame bouwmeester een spoorslag blijven op een lang en vruchtbaar kunstenaarsleven! Thans daalde het scherm voorgoed en langzaam werd het daarna aan het oog onttrokken door het stil en rustig naar beneden komende ijzeren brandscherm .. .
De inwijding was hiermee afgelopen. Zij moge de eerste dag van een nieuwe en blijde toekomst in Rotterdam zijn!
En uit dit verhaal halen we dit fragment :
Het Societeitsgebouw "Eendragt maakt Magt" ontworpen door J. Verheul Dzn
Hoek Oudedijk Waterloostraat
Nadat in 1894 nog het veertigjarig bestaan van het oude sociëteitsgebouw was gevierd, was er in 1903 voldoende kapitaal vergaard en kon er door de architecten J. Verheul Dzn., De Roos en Overeijnder begonnen worden met de bouw van de nieuwe sociëteit op de hoek van de Waterloostraat en de Oudedijk.
Het ontwerp was van J. Verheul Dzn. Deze architect heeft niet alleen veel gebouwd, maar heeft zich ook jarenlang als gemeenteraadslid van Rotterdam actief ingezet voor het behoud van "oude schoonheid in en om Rotterdam'. Van zijn liefde voor Rotterdam's oude monumenten en mooie plekjes getuigen de vele publicaties, die van zijn hand verschenen zijn. Over Kralingen publiceerde hij twee boekjes, waarin hij ondermeer uitgebreide beschrijvingen gaf van in zijn tijd nog aanwezige buitenplaatsen. Het sociëteitsgebouw van Verheul was een mengeling van Jugendstil en de architectuur van Berlage. Kenmerkend voor deze mengstijl uit het begin van onze eeuw zijn het gebruik van baksteen en geglazuurde steen, houtkleurige grenenhouten betimmeringen en de aanwezigheid van ornamenten in jugendstil.
Uit dit verhaal deze fraaie prent met tekst:
1889
Schets van J.Verheul Dzn
De toelichting die J. Verheul Dzn (ook op onze site geen onbekende) schreef bij deze plattegrond en een schets van de facade van de nieuwbouw maken duidelijk voor welke problemen hij zich gesteld zag en hoe hij die oploste. De toelichting luidt:Dit gebouw wordt opgericht op een terrein, dat slechts aan eene zijde is bebouwd; de voorgevel en beide zijgevels grenzen dus aan den openbaren weg.
Het van Hogendorpsplein is ruim van afmetingen, zoodat een hooge gevel er op zijn plaats is. Het is zeker een der dankbaarste punten uit Rotterdam, om een gevel goed te doen uitkomen. De straten waaraan de zijgevels zijn gelegen, zijn echter zeer nauw.
Het gebouw, bestemd voor stalhouderij, heeft eene lengte van gemiddeld 29.17 M. en een breedte van gemiddeld 18 M.
Om zooveel mogelijk groote ruimten te vermijden, die voor een particuliere stalhouderij niet gewenscht zijn, is de stal in drie afdelingen verdeeld, met het oog 1e. op het gebruik, 2e. op het uitbreken van ziekte onder de paarden, zoodat elke stal van de andere kan worden afgesloten en 3e. omdat dergelijke stallen, bij het voortdurend in- en wegbrengen van paarden zooals dit dikwijls voorkomt, in den winter niet zoo koud zijn als gewoonlijk.
Een der drie stallen doet dienst als heerenstal, en is voorzien van twee boxen, en geheel op zoogenoemde Engelsche wijze ingericht. De standplaatsen voor de paarden zijn hier ruimer dan in de overige stallen, die voor gewone werkpaarden worden gebruikt. Deze laatste zijn op gewone Hollandsche wijze ingericht.
Boven de stallen zijn de hooizolders en haverkamer geplaatst.
Het koetshuis is ongeveer 275 M2. groot, en heeft een toegang naar den hooizolder, de woning van den patroon, de haverkamer, enz.
Boven het koetshuis zijn drie bovenwoningen ingericht, waarvan de twee buitenste verhuurd worden. Daar het een eisch was, dat de toegangen naar deze bovenhuizen in het midden en aan de einden van den gevel kwamen, deden zich bij het indeelen der plattegronden eigenaardige bezwaren voor die, volgens mijn gevoelen, zoo goed als mogelijk zijn opgelost.
Het geheel kan niet onder de rijk uit te voeren bouwwerken worden gerangschikt, doch een en ander is met het oog op de bestemming solide behandeld.
De voorgevel is ontworpen, eenigszins in verhouding tot het plein. De onderpui en het balkon zijn geheel van hardsteen, terwijl het hoogere gedeelte van den gevel wordt opgetrokken van waalsteen met lijsten, banden en versieringen van getrokken en gestampte cement.
Het geheele werk is door den heer T. L. Kanters, aannemer alhier, aangenomen voor de som van dfl 48.880. De begrooting was dfl 51.405, waaronder moest gerekend worden eene tegemoetkoming van dfl 1500 voor de afbraak van de bestaande inrichting, hetgeen dus bij de begrooting of de aannemingssom gevoegd moest worden om tot den kostenden prijs van het werk te komen.
Het geheel moet in het einde van dit jaar voltooid zijn.
En dan nog een bank, uit dit verhaal:
De Bijbank van de Nederlandsche / Nederlandse Bank aan de Boompjes
geopend in 1907
Het nieuwe Bankgebouw volgens ontwerp van den architect van de Nederlandsche Bank, den Heer A. Salm G.B.zn., en den Heer J. Verheul D.zn., architect te Rotterdam, is opgericht op een rechthoekig terrein dat vrij kwam door het amoveeren van een groot heerenhuis met pakhuis en kantoren aan de Boompjes, met aantrekking van den daarachter gelegen tuin uitkomende aan de Reederijkade. De breedte is ± 19.-M., de diepte ± 57.-M.
Na de voorbereidende werkzaamheden, zooals graafwerk, uitbreken van oude fundeeringen, uitzetten, optrekken van de Directiekeet enz, werd op 6 November 1905 begonnen met het heiwerk, dat op 2 Maart 1906 gereed kwam.
Tijdens deze werkzaamheden waren talrijke moeilijkheden te overwinnen, waardoor de geregelde gang van zaken, vooral in den beginne, zeer belemmerd werd.
De muren der belendende perceelen moesten geheel ondervangen worden, daar gebleken was, dat geen paalfundeering onder deze muren aanwezig was, terwijl de fundeering van het nieuwe bankgebouw bovendien belangrijk lager gelegd moest worden, dan de aanleg der bovengenoemde muren.
Ook dit gebouw uit o.m. dit verhaal, was van de hand van j. Verheul Dzn :We stoppen met citeren, want natuurlijk zijn ook heel veel teksten op onze site samenvattingen van verhandelingen van J. Verheul Dzn, want we gaan het nu hebben over dit verhaal :
We eindigen met een citaat uit ons Proveniers verhaal :
1930
Het Heilige Geest Huis
Gerard Scholtenstraat
Een zekere Aelwijn Floriszn besluit in 1434 zijn geld aan de armen te schenken en sticht een armenhuis aan de Hoogstraat, wat later de naam krijgt Heilige Geest Huis. Na vier eeuwen ontstaat er een konflikt over de zeggenschap tussen de regenten en het stadsbestuur. Pas in 1895 wordt het konflikt beeindigd. De regenten blijven de baas en eindelijk kan het besluit genomen worden voor een nieuw gebouw.
Op een geschikt terrein aan de Gerard Scholtenstraat bouwt architect J. Verheul een nieuw gebouw wat op 1 april 1898 wordt geopend en gaat fungeren als 'oude mannenhuis'.
In 1972 worden de laatste 8 mannen verhuisd naar het Gerard Goosenhuis. Twee jaar later wordt het Heilige Geest Huis betrokken door de Bewonersorganisatie Oude Noorden. Later trekt Woningstichting Patrimonium erin.
Tijdens een van Hans' befaamde rondritten kwamen we er nog langs, zie dit verhaal :
Het Heilige Geest Huis
De zendingskapel tegenover het Heilige Geesthuis in de Gerard Scholtenstraat En toen vond Aad een stukje tekst geschreven in 1936 door J. Verheul Dzn zelf, waarin hij zijn visie geeft op de afbraak van de theekoepel, waaraan hij zelf dus heeft meegewerkt door met dit terrein te komen waarop de door hem ontworpen Waalse Kerk werd gebouwd, wat een dilemma moet dit voor Verheul zijn geweest.......
Als we er dan ook nog even onze 1 MB stadsplattegrond uit 1897 bij halen uit dit verhaal :
want het is altijd wat verwarrend, vroeger werd het water de Schiedamsche Vest genoemd en het weggetje ernaast de Schiedamsche Singel, langzamerhand is de naam Schiedamsche Vest verdwenen en werd alleen de naam Schiedamsche Singel nog gebruikt, het water van de oude vest is in de jaren 1920 gedempt.
Qua naamgeving is het daar nog verwarrender geweest, want er was daar ook een (beruchte) Schiedamse Dijk, alles wordt een beetje samengevat in dit verhaal :In het bovenstaande verhaal kunnen we ook al iets lezen over de oude Waalse Kerk, toen deze Waalse Kerk werd afgebroken, werd op de plaats van een (thee)koepel aan de Schiedamsche Vest de nu nog steeds bestaande Waalse Kerk gebouwd, citaat uit ons Waalse Kerk verhaal :
Zonder nu moralistisch te worden, de Gemeente Rotterdam vond al in de jaren twintig dat het gebied rondom de Schiedamsche Dijk e.o. wel een face lift kon gebruiken en dat kwam mooi uit : men wilde die buurt toch wegbreken voor de grote verkeersdoorbraak van de Blaak naar de Coolsingel, zie weer ons vorige verhaal .
Zoo werd op de hoek van de Gedempte Schiedamsche Vest, de Baan en de Schiedamsche Singel vast wat afgebroken, jaren bleef dit echter braak liggen, niemand had interesse om nu juist daar te gaan bouwen. De Gemeente Rotterdam had visioenen van een luxe hotel, maar in tijden van recessie, is dat, in zoo'n buurt, wat te hoog gegrepen.
Om een lang verhaal kort te maken, de Bijenkorf zag het blijkbaar toch wel zitten om daar een nieuwe vestiging op te bouwen. Binnen de kortste keren waren de vergunningen rond.
Om het Bijenkorf gebouw, ontworpen door Dudok, beter tot zijn recht te doen komen werd zelfs de Schiedamsche Singel tot aan de Witte de Withstraat gedempt.
De architecten J.Verheul Dzn en J. van Wijngaarden werkten voortvarend aan het bestek voor de nieuwe kerk. Na gereedkomen werd het uitvoerig met het Consistoire besproken en na een enkele aanvulling goedgekeurd. Vervolgens werd het aan de "membres de la communauté" voorgelegd, die er positief over oordeelden.
De kosten van de nieuwbouw van kerk annex kosterswoning werden door Dr. Dutilh met f 10.000 naar beneden afgerond op f 351.000. Inmiddels werd naarstig gezocht naar een geschikt bouwterrein op een passende locatie.
Architect Verheul deed ijverig mee. Op diens aanwijzing werd een terrein aan de Boschhoek bezocht. Oorspronkelijk was dit een stadstuin met een schilderachtige achttiende eeuwse tuinkoepel, gelegen aan het brede Vestwater van de Schiedamsche Singel. Deze locatie leek uitermate geschikt.
Huidige Waalse Kerk Schiedamse Vest
hoek Pierre Bayle straat
Dezelfde Waalse Kerk
maar dan na Mei 1940
We ontvingen de volgende informatie en zeer fraaie prenten, weer een stukje onbekende Rotterdamse geschiedenis duidelijker geworden...:
In 1919, dus vlak voor de afbraak van de koepel en de bouw van de Waalse Kerk werd het volgende gepubliceerd:
Het erf, waarop de koepel gebouwd werd, gelegen tussen de Binnenwegsche en de Schiedamsche Poort, werd uitgegeven bij Vroedschapsresolutie van 21 juli 1727.
De eerstvolgende verkoopakte stamt van 20 december 1766. Het perceel werd toen omschreven als tuijn, tuijnhuijzen, bepotingen en beplantingen, benevens de verdere opstal van heyningen, glintingen, cieraden enz. Het strekte zich uit van voor de Baan, waar ooit de lijnen voor de VOC schepen werden getrokken, citaat uit dit verhaal :tot achter de aardwasserij der erven van de bekende tegelbakker Johan Aelmis. Aan de voorzijde van het terrein, aan de Baan kant, stonden 3 huizen die bij de koop waren inbegrepen.
Tusschen Schiedamschedijk en Schiedamschevest richtte de VOC Kamer in 1630 haar eigen lijnbaan op. Aan deze ontleende de straat, die daar langs liep, haar naam, n.l. de "Baan".
De Lijnbaan van de VOC op de Schiedamsevest
vandaar nog steeds de huidige naam Baan, met het Oogziekenhuis (link)
Linksonderaan kunnen we de Schotse Kerk zien liggen :
Schotse Kerk op de hoek van de Herderstraat en het Vasteland (1800)
LINK
De koopsom bedroeg dfl 10.500,=, eigenaars werden Martinus Schouten en Cornelis Olivier Bermon. BIj gifte brief van 19 november 1776 droeg Bermon zijn helft weer over aan Schouten.
Schouten overleed in mei 1779, waarna zijn weduwe Apolonia Cornelia Janson eigenaris werd, aldus een akte opgemaakt door Notaris Adam Schadee op 13 januari 1768.
De voogden van hun minderjarig kind verkochten het perceel op 7 februari 1783 aan de timmerman Boudewijn van Driel, met de bepaling dat zij het voor 47 jaar konden huren met ingang van 1 oktober 1781, de koopsom bedroeg toen dfl 12.625,=
Later werd een zekere H.C. Willemse eigenaar. Na diens dood vraagt de boedelexecuteur toestemming aan B&W om de opstallen van de branderij, met pakhuis, woonhuis en verdere getimmerten te verkopen aan de toenmalige gebruikers Lutz en Van Langeveld. Op 15 oktober 1868 geeft de gemeente toestemming voor deze transaktie.
Op het terrein Baan 115 - 117 is dus lange tijd een branderij gevestigd, zie ook ons bierbrouwerijen verhaal.
In de koopakte van 1766 wordt ook gesproken van een tuinhuis dat op het erf stond. Waarschijnlijk is dit echter niet de koepel zoals we die kunnen zien op de onderstaande prenten, waarschijnlijk is de onderstaande koepel ge(ver)bouwd door de timmerman Boudewijn van Driel. In 1919 was deze koepel aan de Boschhoek 25, met de fraaie ingang, een van de weinige overblijfsels uit het fraaie Oud Rotterdam.
De theekoepel van de familie Lutz
tot ca 1920Al hebben onze voorvaderen altijd van het buitenleven gehouden, al verpoosden zij zich gaarne in de vrije natuur, het heeft in onze ,.lage landen bij de zee" vrij lang geduurd, eer men tot den aanleg van welgeordende tuinen overging. Eerst in het laatst der 16e en in het begin der 17e eeuw begonnen de welgestelde stadsbewoners, die zich met vaak primitieve tuintjes binnen de stadsmuren hadden moeten behelpen, buiten die muren tuinen aan te leggen, waarin meer vorm en systeem werden aangebracht.
Z.s.m. gaan we nog meer aandacht besteden aan de geschiedenis van deze omgeving en gaan we ons best doen om een biografie van J. Verheul Dzn samen te stellen. Heb je suggesties c.q. bijdragen, helemaal bovenaan deze pagina staat mijn email adres...
Tot de tweede helft der 19e eeuw waren er even buiten de oude stadskern van Rotterdam, omsloten door de stadsvesten en de rivier de Maas, in het zoogenaamde Lanengebied, dat zich zoowel ten westen, ten noorden als ten oosten der stad uitstrekte, tal van kleine of groote tuinen om zich 's zomers te kunnen verpoozen. Veelal stonden hierin steenen of houten zomerhuisjes en koepels voor dagverblijf.
Nochtans waren ook verscheidene koopmanshuizen binnen den ouden stadsdriehoek in het bezit van tuinen. Zoo hadden b.v. de groote panden aan de Boompjes achtertuinen, die aan de Scheepmakershaven uitkwamen; die aan de Korte Hoogstraat en aan de Baan hadden aangelegde erven tot aan de Coolvest en de Schiedamschevest.
Behalve deze waren er echter ook tal van grootere tuinen met royale buitenhuizen op iets verderen afstand rondom de stad gelegen. Hieronder waren prachtig aangelegde buitenplaatsen met deftige gebouwen, die meestal door bekende oude Rotterdamsche families waren gesticht. Men trof ze aan te Katendrecht, Overschie, Hillegersberg, in den Muizenpolder, in de polders Schoonderloo en Cool, Oost- en West-Blommersdijk met de beide Schieën, te Rubroek en aan den Oudendijk, den Oostzeedijk, den 's-Gravenweg en den Honinger- en Nesserdijk te Kralingen.
Rotterdam kon in die dagen wel geen tuinstad genoemd worden in de beteekenis, die wij thans aan dit woord hechten, geen verzameling van huizen met tuinen, doch het was omgeven door een gordel van groen, van beplante wegen, tuinen en buitenplaatsen, welvarende boerderijen, kortom door een gordel van landschapsschoon, wat het bewonen der stad veraangenaamde.
De gelegenheid om des zomers in een dicht bij huis gelegen boomrijke omgeving ontspanning en verpoozing te vinden, was hier ter stede waarlijk veel grooter dan ergens anders.
In 1770 werd bovendien de Oude Plantage door Zuydwijk als stadspark aangelegd en in 1852 volgde het door Zocher ontworpen Park aan het Nieuwewerk. Van al die particuliere heerlijkheden, welke na een tijd van verval, veelal ten behoeve van stadsverbetering of stadsuitbreiding moesten wijken, is niet veel meer over.
De meeste groote buitenplaatsen verdwenen, de eene na de andere, doch de eenige, die nu nog als oude, laat 18e eeuwsche buitenplaats over is, het fraaie "Trompenburg" aan den Honingerdijk. is nog een waar lustoord.
Citaat uit dit verhaal :Eerst kort geleden, in 1923, is te Rotterdam een zeer merkwaardig oud stadstuintje gesloopt en wel het laatste, dat als zoodanig gebruikt werd.
Zonder dat we er erg in hebben missen we heel wat, bijvoorbeeld de Botanische Tuin Trompenburg, klik maar even op deze link, deze foto kom je dan meteen tegen :
Rustig en schilderachtig gelegen binnen de vroegere stadsvest, grensde het ten zuiden aan het breede singelwater, waaraan een van hout geconstrueerde, fraai bewerkte tuinkoepel uitkwam, die een riant uitzicht bood op den tegenoverliggenden Schiedamschesingel.
Het tuintje, dat ongeveer 1770 M2, groot was en een typisch voorbeeld van ouden tuinaanleg te zien gaf, was verder omsloten door eenvoudige woon- en pakhuisjes en had aan de westzijde een gemetselden tuinmuur met verscheidene nissen, waarin antieke beelden waren geplaatst.
Boudewijn van Driel, timmerman te Rotterdam kocht in 1783 den toen reeds bestaanden tuin met tuinhuis, bepotingen en be-plantingen alsmede drie huisjes in de Baan, waar het tuintje, evenals in den Boschhoek, een uitgang had naar de openbare straat. Van Driel liet het geheel opnieuw vakkundig aanleggen op de wijze zooals het tot 1923 is gebleven; hij verfraaide de afscheidingen en bouwde aan de zuidzijde den uniek mooien tuinkoepel aan het water, met een omloopend gedeelte aan de westzijde, waardoor in den linkerhoek een open balcon gevormd werd, dat, voorzien van een balustrade, een aangenaam zitplaatsje bood.
Dit merkwaardige overblijfsel uit het Lodewijk XVI tijdperk, hetwelk het laatst aan de familie Lutz behoorde, moest eveneens gesloopt worden voor de te bouwen Waalsche kerk. Alle aangewende pogingen om den ouden tuinkoepel te behouden leden schipbreuk, daar de gansche constructie met de betimmering zoo vergaan was, dat aan bewaring of herplaatsing helaas niet te denken viel.
In het volgende verhaal een poging tot een biografie van J. Verheul Dzn :
J. Verheul Dzn, architekt, schrijver over en tekenaar van een verdwenen Rotterdam
Klik hier voor de overige Waalse Kerk verhalen op onze site |
---|
![]() |
wat zijn we trots op ons familiewapen ...., beetje jaloers zeker .... |
Terug naar de top |
---|