(klik op deze tekst om een voorgeadresseerde mail te openen) |
Terug naar het Engelfrieten overzicht |
---|
Naar beneden |
---|
We kregen een emiel van wvdkuijlen@planet.nl die begon als volgt:
Per toeval kwam ik terecht op jullie website, omdat in het verhaal over dokter Spaapen verwezen wordt naar stalhouderij Van der Kuijlen. Mijn interesse geldt niet op de eerste plaats Rotterdam, (.....) maar de stalhouderij, omdat ik met de genealogie van mijn familie bezig ben. Als je het niet erg vindt, zou ik graag vragen of er misschien bij iemand meer info en/of verhalen bekend zijn van deze stalhouderij(-en). Op jullie site kon ik meer niet vinden. Ik heb slechts data en wat foto's. Wel erg mooi: een foto van de stalhouderij op het Van Hogendorpsplein uit 1906, prachtig gebouw.
Nu hebben we op onze site al heel veel over het Van Hogendorpsplein, maar deze mooie foto van Willem, die hadden we nog niet.
Klik hier als je wilt zoeken via Aad's Freefind search engine, vul in het venster jouw woord in, bijvoorbeeld Hogendorpsplein en klik op ENTER
1906
De stalhouderij van Van der Kuylen aan het Van Hogendorpsplein
En dus nu het verhaal van Willem, mocht je iets meer weten, dan graag een emiel aan wvdkuijlen@planet.nl en/of aan Aad, en uiteraard, zoals gewoonlijk, zetten we de reakties weer onderaan deze pagina.Op 1 mei 1840 vertrekt Johannes Marinus van der Kuijlen van Den Haag naar Rotterdam waar hij een stalhouderij begint. Hij koopt daartoe, zo blijkt uit de verkoopacte, van Jan Hendrik Hegen een pand, bestaande uit drie stallingen, koetshuizen en bovenwoningen gelegen aan de Magere Varkensmarkt (later: Van Hogendorpsplein) tussen de Baan en de Binnenvest (later: Gedempte Vest).
Over dat bezoek van de Koninginnen Wilhelmina en Emma aan Rotterdam hebben we natuurlijk ook een foto :
Tegelijk koopt hij van Hegen rijtuigen en stalbenodigheden en zal hij, zo blijkt eveneens uit de acte, wellicht later ook nog paarden kopen. Met ingang van 1 mei 1856 doet Johannes Marinus zijn zaak in het verhuren van vigelantes en andere rijtuigen over aan A. L. F. Pasche, die de zaak voortzet aan de Schiedamsche dijk (wijk 3, 143, naast het Steijgersche Weeshuis).
De zoon van Johannes Marinus, David (1839-1896), te jong om in 1856 de zaak over te nemen(?), is in 1865 nog kantoorbediende, maar in 1870 is hij stalhouder (volgens de aangifte van het overlijden van zijn eigen zoon Johannes Marinus).
In 1889 wordt na afbraak van de oude stalhouderij op dezelfde plaats aan het Van Hogendorpsplein een geheel nieuwe stalhouderij opgetrokken, die ontworpen werd door de Rotterdamse architect J. Verheul (1860-1948). Als we het nieuwe gebouw, in vergelijking met het oude, mogen beschouwen als een indicatie voor de (toegenomen) welstand van de eigenaar, dan moeten we wel concluderen dat de zaken in de jaren 80 van de vorige eeuw goed waren gegaan. Desalniettemin had de architect het ontwerp naar eigen zeggen sober uitgevoerd: Het geheel kan niet onder de rijk uit te voeren bouwwerken worden gerangschikt, doch een en ander is met het oog op de bestemming solide behandeld.
Uiteindelijk blijft het gebouw gewoon een paardestal midden in de stad.
1889
Schets van J.Verheul Dzn
De toelichting die J. Verheul Dzn (ook op onze site geen onbekende) schreef bij deze plattegrond en een schets van de facade van de nieuwbouw maken duidelijk voor welke problemen hij zich gesteld zag en hoe hij die oploste. De toelichting luidt:Al was de stalhouderij sober en soliede ontworpen het was in zijn eenvoud een dominant en gezichtsbepalend gebouw aan de zuidzijde van het plein. Tegenwoordig zouden we het als markant laat-negentiende eeuws gebouw eerder monumentaal noemen.
J. Verheul Dzn (rechts) krijgt op 4 September 1941,
dus na de verwoesting van de door J. Verheul Dzn ontworpen Schouwburg
de ongeschonden stichtingsoorkonde van "zijn" in 1884 gebouwde Schouwburg
links Ir. Fritzlin, Chef Waterbouwkunde Gemeentewerken
LINK
Dit gebouw wordt opgericht op een terrein, dat slechts aan eene zijde is bebouwd; de voorgevel en beide zijgevels grenzen dus aan den openbaren weg.
Het van Hogendorpsplein is ruim van afmetingen, zoodat een hooge gevel er op zijn plaats is. Het is zeker een der dankbaarste punten uit Rotterdam, om een gevel goed te doen uitkomen. De straten waaraan de zijgevels zijn gelegen, zijn echter zeer nauw.
Het gebouw, bestemd voor stalhouderij, heeft eene lengte van gemiddeld 29.17 M. en een breedte van gemiddeld 18 M.
Om zooveel mogelijk groote ruimten te vermijden, die voor een particuliere stalhouderij niet gewenscht zijn, is de stal in drie afdelingen verdeeld, met het oog 1e. op het gebruik, 2e. op het uitbreken van ziekte onder de paarden, zoodat elke stal van de andere kan worden afgesloten en 3e. omdat dergelijke stallen, bij het voortdurend in- en wegbrengen van paarden zooals dit dikwijls voorkomt, in den winter niet zoo koud zijn als gewoonlijk.
Een der drie stallen doet dienst als heerenstal, en is voorzien van twee boxen, en geheel op zoogenoemde Engelsche wijze ingericht. De standplaatsen voor de paarden zijn hier ruimer dan in de overige stallen, die voor gewone werkpaarden worden gebruikt. Deze laatste zijn op gewone Hollandsche wijze ingericht.
Boven de stallen zijn de hooizolders en haverkamer geplaatst.
Het koetshuis is ongeveer 275 M2. groot, en heeft een toegang naar den hooizolder, de woning van den patroon, de haverkamer, enz.
Boven het koetshuis zijn drie bovenwoningen ingericht, waarvan de twee buitenste verhuurd worden. Daar het een eisch was, dat de toegangen naar deze bovenhuizen in het midden en aan de einden van den gevel kwamen, deden zich bij het indeelen der plattegronden eigenaardige bezwaren voor die, volgens mijn gevoelen, zoo goed als mogelijk zijn opgelost.
Het geheel kan niet onder de rijk uit te voeren bouwwerken worden gerangschikt, doch een en ander is met het oog op de bestemming solide behandeld.
De voorgevel is ontworpen, eenigszins in verhouding tot het plein. De onderpui en het balkon zijn geheel van hardsteen, terwijl het hoogere gedeelte van den gevel wordt opgetrokken van waalsteen met lijsten, banden en versieringen van getrokken en gestampte cement.
Het geheele werk is door den heer T. L. Kanters, aannemer alhier, aangenomen voor de som van dfl 48.880. De begrooting was dfl 51.405, waaronder moest gerekend worden eene tegemoetkoming van dfl 1500 voor de afbraak van de bestaande inrichting, hetgeen dus bij de begrooting of de aannemingssom gevoegd moest worden om tot den kostenden prijs van het werk te komen.
Het geheel moet in het einde van dit jaar voltooid zijn.
Betrekkelijk kort na de bouw in 1889 werd het echter in 1916 afgebroken (reden verplaatsing stalhouderij? verzakking?). Met de na-oorlogse reconstructie van de Rotterdamse binnenstad is ook het Van Hogendorpsplein verdwenen. Precies op de plek waar decennia lang de stalhouderij gevestigd was, ligt nu het Churchillplein.
Bij de dood van David in 1896 kondigt zijn weduwe, Metta Johanna Schoonhoven, aan dat de stalhouderij, de verhuring van maandpaarden en de handel in luxe paarden met behulp van de oudste zoon Coenraad Willem (uit David's eerste huwelijk) zal worden voortgezet. Het bedrijf is dan gevestigd aan het Van Hogendorpsplein 18 en de Mauritsweg 28-29.
Op 13 maart 1907 stapt Metta Johanna uit de zaak en draagt de volledige aansprakelijkheid met betrekking tot de stalhouderij over aan Coenraad Willem en haar zoon Leendert en verleent toestemming om de stalhouderij onder de naam D. van der Kuijlen uit te oefenen.
Met ingang van 1 januari 1913 ontbinden beide half-broers de bestaande Vennootschap onder de firma D. van der Kuylen en exploiteert ieder voortaan zijn eigen stalhouderij: Coenraad Willem (hij overlijdt in 1923) aan het Van Hogendorpsplein en Leendert aan de Mauritsweg.
Leendert overlijdt in 1925 en, zoals blijkt uit de oproep aan crediteuren en debiteuren, hij bezit dan een stalhouderij aan de Gouvernestraat 20.
Op dit adres (vlak naast (inderdaad een) bioscoop) blijft tot in jaren '70 een stalhouderij gevestigd.
In de jaren '40 herinnert een bord op de gevel van dit adres nog aan de stalhouderij van Leendert: Voorheen L. v.d. Kuylen.
Twintig jaar na dato fungeert de verwijzing naar Van der Kuijlen blijkbaar nog als reclame. Eind jaren zestig is er de stalhouderij van Van Leeuwen gevestigd, maar niet meer in dezelfde panden als twintig en vijftig jaar eerder. Deze zijn inmiddels gesloopt en hebben plaats gemaakt voor een soort schuur waarin (tenminste) tot 1975 een stalhouderij zat. Ook dit is in de loop van 1978 afgebroken om plaats te maken voor de nieuwbouw van flats.
In 1957 wordt over een aantal impressies van Rotterdammers naar aanleiding van een foto van het Van Hogendorpsplein bericht. Over de stalhouderij wordt vermeld dat ze op de hoek met de Baan, aan de zuidzijde van het plein was gevestigd. Van der Kuylen verhuurde aan particulieren de z.g. spannen equipagepaarden en: De stalhouderij van Van der Kuylen. Wanneer onze geliefde vorstin Rotterdam bezocht, dan werden aldaar de paarden van de Koninklijke rijtuigen gestald.
Het is niet moeilijk voor te stellen dat de bedrijvigheid in en rond de stalhouderij aan het Van Hogendorpsplein een onderhoudend schouwspel kon opleveren. De stal van Van der Kuylen tegenover ons gaf de kinderen veel afleiding, noteert Marten Mees over de tijd (vanaf 1861) dat hij met zijn gezin aan de Baan ter hoogte van de stallen woonde.
9 juni 1899
Bezoek van Koningin-Moeder Emma en Koningin Wihelmina aan Rotterdam
vlak langs het Beursstation over het Westnieuwland
LINK
En natuurlijk ook een foto van een dokterskoetsje, mogelijk ook uit de stalhouderij van Van der Kuylen, in zoo'n koetsje werd bijv. dokter Spaapen rondgereden.
Een dokterskoetsje
De Regentessebrug in het jaar van de opening, 1899
Waarom waren de Koninginnen in Rotterdam? Voor de naamgeving van de Regentessebrug, over de Wijnhaven, ook over de Regentessebrug hebben we meer foto's natuurlijk en vanzelfsprekend werd er 's avonds gegeten in de Doele :En de volgende foto's komen uit dit verhaal, want de Regentessebrug wordt vaak verward met een andere beroemde Rotterdamse brug :
Grenzend aan de gebouwen van de Harmonie, werd door de stadsarchitekt Rose de Doelenzaal gebouwd. Op de foto's wat sfeeropnamen van de concertzaal die ook werd gebruikt voor grote ontvangsten met diner, bijvoorbeeld in 1899 ter gelegenheid van het bezoek van de Twee Koninginnen, Wilhelmina en Emma.
Alles staat klaar voor Wilhelmina en Emma (1899)
1920
Vanaf de Wijnhaven richting Posthoornsteeg
de koepel is van de Lutherse Kerk aan het Wolfshoek
LINK
De Wijnhaven met de Regentessebrug, ook wel soms de Vierleeuwenbrug genoemd en dus vaak verward met de volgende brug :
Een citaat uit ons Hofpoort verhaal :
Op 24 september 1860 werd door Willem III de Koningsbrug geopend
de verbinding tussen de Boompjes en het Haringvliet
de Koningsbrug over de Oude Haven, rechts de Jan Kuitenbrug
Door de architekt Stracké werden de 4 leeuwen bevrijd uit hun opslagplaats, wat opgeknapt en op de uiteinden van de Koningsbrug geplaatst.
Zoals zoo vaak in Rotterdam kreeg de brug een bijnaam (link) : de Vierleeuwenbrug.
De Vierleeuwenbrug was aangelegd om een snelle verbinding tussen het Station Beurs en het Maasstation te hebben, want het doortrekken van de Rijnspoorlijn naar de Staatsspoorlijn, dat was een brug te ver. Over de geschiedenis van de Rotterdamse spoorwegen hebben we ook al een verhaal trouwens, klik maar eens hier.
De Vierleeuwenbrug was voor vele Rotterdammers een bron van ergenis, was je trein te laat, moest je vlug over de Vierleeuwenbrug naar het andere station, ging uiteraard de Vierleeuwenbrug open.....
De Vierleeuwenbrug overleefde het bombardement en de overstromingen van 1953, maar werd in 1960 afgebroken i.v.m. de aanleg van een verzwaarde Zeedijk, de uiteindelijke Maasboulevard. Daar waar de brug heeft gelegen heet het nu Koningsdam, en dus werd de Oude Haven volledig afgesloten.
![]() |
wat zijn we trots op ons familiewapen ...., beetje jaloers zeker .... |
Terug naar de top |
---|