(klik op deze tekst om een voorgeadresseerde mail te openen) |
Terug naar het Engelfrieten overzicht |
---|
Naar beneden |
---|
KLIK HIER VOOR HET VORIGE VERHAAL
Een mooi moment om even te gaan mijmeren boven op de St. Laurenskerk, samen met deze 3 wezen uit het Gereformeerd Burgerweeshuis van Rotterdam aan de Goudschewagenstraat :
mijmeren over Rotterdam vanaf de St. Laurenskerk
LINK
LINK
In dit verhaal gaat het dus over het gebied aanvankelijk ten zuiden van de Schielandse Hoge Zeedijk, over het graven van de Schie, daar komt nog wel eens een apart verhaal over, maar de Rotte die is er natuurlijk altijd geweest...
Uit dit verhaal, wat we dus ooit fors gaan uitbreiden:
De stad ontwikkelde zich vanuit de Hoogstraat oftewel de Middendam. Aan de Hoogstraat kwam een herberg voor de Graaf als die op bezoek kwam en in deze Stadsherberg (het "Gasthuis") werd dus ook recht gesproken. Het gebied richting Maas, evenwijdig aan de dam, kreeg de naam Steiger, want de schepen moesten daar noodgedwongen aanleggen voordat ze de Rotte op konden. In 1358 werd als zuidelijke stadsvest de Blaak al gegraven.
Schiedam bleef Rotterdam echter dwars zitten en natuurlijk v.v.. Overstromingen werden wederzijds geweten aan het op het verkeerde moment openzetten van de sluizen van resp. de Schie en de Rotte naar de Maas. Vooral vissers hadden er profijt van dat de sluizen zoo lang mogelijk dichtbleven ten koste van het waterpeil in het achterland, door de stroming richting Maas hoopte de vis zich op voor de sluis, even openzetten en je ving in korte tijd heel veel vis...
Het grootste konflikt met Schiedam bleef echter de verbinding via Overschie naar de Schie. De Rotterdamse Schie mondde als Spui uit in de Steigersgracht en vandaar naar de sluis in de Rotte op de Hoogstraat. Gelukkig voor Rotterdam ontstonden er geen waterafvoer problemen in de Steigersgracht, maar helaas voor het achterland van Schiedam, wel daar waar de Rotterdamse Schie uitkwam in de rivier de Schie, dus ter hoogte van Overschie. Op hoog bevel moest in 1376 de aansluiting op de Schie worden gedicht.
Rotterdam betaalde in 1380 een fors bedrag aan de Graaf om de verbinding met de Schie weer open te krijgen. Uit onverwachte hoek kwam toen een tegenzet.... Om meer grip op de winstgevende vaart vanuit en door Delft te krijgen, besloot Delft een eigen Schie kanaal aan te leggen, ook vanaf Overschie, maar nu richting Maas halverwege Schiedam en Rotterdam, de Delfshavense Schie. Aan de monding van de Maas ontstond weer een nieuwe nederzetting, Delfshaven.
En nu onze verse prenten met een summiere toelichting soms, want het verhaal wordt anders veel te lang...
In de Romeinse tijd liep Schielands Hoge Zeedijk over, zeg, de huidige Kleiweg en Kootschekade.
Later fungeerde de huidige Walenburgerweg en Bergweg als Schielands Hoge Zeedijk, maar in de 19e eeuw werd gesproken over de West-Blommerdijkscheweg (Walenburgerweg) en de Oost-Blommerdijkscheweg (Bergweg). De Blommerdijkscheweg vormde een geheel met de Beukelsdijk, de vroegere Bokelsdijk.
Uiteindelijk volgde Schielands Hoge Zeedijk de Honingerdijk, Oostzeedijk, Hoogstraat, Korte Hoogstraat, Schiedamschedijk, Vasteland en Westzeedijk.
Waar precies de dam in de Rotte werd aangebracht ??
Meest waarschijnlijk op de plaats van het vroegere Moriaansplein:
Uiterst links op de bovenste foto zien we nog net een hoek van de St. Laurenskerk, als we onder het viadukt naar rechtsonder zouden lopen, dan lopen we over het Moriaansplein waar ooit C & A was gevestigd (meteen links op de hoek direkt voor het viadukt op de onderste foto) en Dagblad De Rotterdammer.
Dagblad de Rotterdammer op het Moriaansplein in 1903
LINK
LINK
Kortom, de dam in de Rotte werd aangelegd op de kruising van de Hoogstraat en het spoorviadukt en het spoorviadukt is weer aangelegd op de gedempte loop van de Binnenrotte, zoals te zien op deze foto's uit dit verhaal:
1865
vanaf de Boerenvismarkt in de richting van de Lombardbrug en de Blauwe Molen
het water is natuurlijk de Binnenrotte
oh wat mooi, maar nu niet meer voor te stellen
want let eens op dat huis links met die dakkapel,
dat heeft in de loop der jaren een heel ander uitzicht gekregen...
1870
Vijf jaar later t.o.v. de vorige foto
de Binnenrotte wordt gedempt t.b.v. het Spoorviadukt
LINK
En ja die Rotte, ze stroomde ooit ook via de Botersloot en de Slikvaart en de Leuve (via de Kolk ten noorden van de Delfsche Poort) naar de Maas, de hoofdstroom was echter de Binnenrotte, zoals zoo mooi te zien is op deze kaart:
Op deze kaart uit 1340 zien we de dam in de Rotte. Als we de Rotte volgen naar het noorden, zien we net boven de bocht naar rechts een kasteel liggen, helemaal omgeven door een vierkant water. Het kasteel had de naam Het Hof van Weena.
Als je nog beter zou kijken, zul je zien dat Het Hof van Weena aan een zijtak van de Rotte ligt, die zijtak heette de Leuve en daar komt de naam Leuvehaven vandaan.
De volgende prent komt uit ons Hofpoort verhaal, het water wat we zien komt ook van de Rotte..., ter plaatse heette het ook De Kolk....
1751
vanaf de Goudsevest
rechts de brug over de Buitenbotersloot of Karnemelkshaven en het Couwenburghseiland
links Pompenburg met de Blauwe Molen, de Hofpoort met valbrug en de Delftse Poort, een beetje vaag, net links van de bomen
via de valbrug van de Hofpoort was vanaf de Oppert het gebied buiten de vesting te bereiken
T.g.v. de aanleg van het spoorwegviadukt werd dus ook de laatste direkte verbinding van de Rotte naar de Maas gedempt en moest de afwatering van de Rotte via het Stokvischverlaat en dat was dan ook meteen de enige mogelijkheid om vanaf de Maas weer op de Rotte te komen, v.v. natuurlijk.
Aangezien het water in de Rotte vaak veel lager stond dan in de Maas, was in de overgang Maas naar Rotte al in de Middeleeuwen een zichzelf afsluitende deur aangebracht die door het hogere Maas water werd dichtgeduwd. En dus kon je alleen de Rotte in en uit bij laag water op de Maas, een situatie die nog steeds bestond vlak voor WOII en daarom was het overal zoo druk op de Binnenwateren van Rotterdam (Stokvischwater, Delftschevaart, Spui), want de sluis onder de Vlasmarkt was dicht....
Had je haast dan mocht je er eerder door, tegen een hoger tarief en dus bleven de meesten wachten, liever voor een dubbeltje erdoor dan voor een kwartje, heette het dan..
Misschien vraag je je langzamerhand af, waar komt die naam Stokvis toch vandaan? Het schijnt dat er ooit op de hoek van de Oppert een herberg is geweest met de naam Het Stokvischje, veel schippers gingen daar wachten tot het bij de Vlasmarkt weer voor een dubbeltje was geworden....
Het zal nu wel duidelijk zijn dat de Delftschevaart een druk kanaal werd, want zowel de Rotte als de Schie kwamen erop uit. Zuidelijker ging de Delftschevaart over in het Spuiwater en dan via de sluis in de Vlasmarkt de Steiger in.
En nu gaan we eens reconstrueren hoe een schipper vanaf de Maas naar de Vlasmarkt kon komen, het is bijna niet te geloven....
We beginnen met de route vanaf de Leuvehaven, uit dit verhaal halen we deze foto's:
Op de bovenste foto gaan we vanuit de Leuvehaven, links van de Vischmarkt onder de Soetenbrug door het Steiger in. Op de onderste foto staan we op de Soetenbrug, de brug over het water en we kijken in de richting van het Steiger.
Op deze foto zien we de Soetenbrug in 2001:
2001
Soetenbrug
Op de volgende foto kunnen we heel mooi de bocht naar rechts ontdekken, in de richting van de Vlasmarkt:
Willen we net de hoek om op de prent hierboven, worden we bijna overvaren door de Catharina Maria uit Capelle a.d. IJssel.....
Deze boot begint net de bocht om te komen in de richting van de Soetenbrug.
Dat mooie boogbruggetje op de achtergrond, dat is de Weezenbrug. De Weezenbrug verbindt de Keizerstraat rechts met de Weezenstraat links, waar ooit in de 16e eeuw het oudste Weeshuis van Rotterdam heeft gestaan. Op de brug is aan een kant het hoofd van een weesjongen aangebracht (van steen natuurlijk) en aan de andere kant het hoofd van een weesmeisje.
Hoe de Weezenbrug er in 2001 uitziet?
Op deze foto staan we er boven op.....
Voor ons in de verte de Grote Markt met afschuwelijke Parkeergarage en links, voor de graffiti, de ingang naar de Vlasmarkt.
Als we nu voor WOII onder de Weezenbrug door zouden varen, voorbij de Vlasmarkt, en ons hadden omgedraaid, dan zouden we dit uitzicht hebben gehad:
Heel in de verte zien we weer de Weezenbrug, rechts de ingang van de Vlaschmarktsluis. Ook valt inderdaad op dat het vroeger veel smaller was of is dit maar verbeelding....
Van Willem Engering ontvingen we deze fraaie ets met een vraag:
Natuurlijk zien we weer, al is de prent wel gespiegeld, de Wezenbrug met ernaast de Steigerse Kerk en dit is de vraag van Willem:
bij de ontruiming van mijn vaders huis kwam er een oude ets van het Steiger met op de achtergrond de St Dominicuskerk (Steigerse Kerk), alleen de vervaardiger van de ets kan ik niet ontcijferen, het is abraham of adam van muurst of van muur. Mijn vraag is dan ook, kan iemand mij daar iets meer over vertellen, de ets moet van rond 1920 -1925 zijn
Komt het bekend voor, ons emieladres staat helemaal bovenaan.
Terug naar ons verhaal:
Als we nu rechts langs het water in de richting van de Vlasmarkt zouden lopen, en we draaien ons even om, dan zien we een gat.... door dat gat moesten de boten onder de Grote Markt door, maar dat komt straks....
want eerst kijken we nog even recht op de Vlasmarkt sluis:
Een citaat uit dit verhaal:
Onder de Vlasmarkt loopt de Spuisluis van de Delftsevaart, rechts zie je het sluiswachtershuisje. In de verte de huizen aan de Delftsevaart, nu niet meer voor te stellen...
Ook daar werd een, we zouden nu zeggen, kontinue veiling gehouden, was toen meer gebruikelijk dan nu in de open lucht, ooit schreef iemand daarover:een raadsel hoe de veilingmeester op de Vlasmarkt er urenlang onbegrijpelijke woorden en cijfers kon zingzeggen zonder duizelig van zichzelf te worden. De Joodse koopmannetjes en koopvrouwtjes schenen dat gebed zonder einde allemaal te begrijpen. Ze verstonden de veilingmeester nog als door het rooster van de sluiskolk uit de diepte de doffe blaf van scheepshonden klonk en de sluiswachters met hun rinkelapparaat bij de peilschaal de doorvaart organiseerden. De onverstoorbaar mijnende mannen en vrouwen met hun gekorven gezichten staan mij in de herinnering geetst.
De Vlasmarkt is ook de geschiedenis ingegaan als de doorgang naar Leiden in 1574 van ruim 200 platboomvaartuigen van de geuzen op weg naar Leiden met je weet wel, nee, je weet het niet ??? Klik dan maar vlug HIER..., om je te helpen doen we er vast deze prenten bij .....
Hopelijk is te zien dat het overdekte gedeelte veel dieper de Delftsevaart ingaat dan in 2001. Het verlengde gedeelte (in feite weer niets anders dan een brug) werd Spui genoemd.
2001
Vanaf de Vlasmarkt in de richting van de Delftsevaart
Vlak voor de brug over het Spuiwater in de richting van de Vlasmarkt, lagen vroeger boten te wachten tot het sluis tarief een dubbeltje zou worden...
Tijd om nu eens te gaan kijken hoe je vanaf Plan C bij de Vlasmarkt kwam:
Uit dit verhaal :
Hotel Weimar op de hoek van de Spaanse Kade en het Haringvliet (rechts)
links op de foto Plan C
de brug is natuurlijk de nog steeds bestaande Spanjaardsbrug
Rechts de Spanjaardsbrug weer, met op de hoek Hotel Weimar
en natuurlijk een mooie inkijk in het Haringvliet
Direkt achter het schip met de mast, links van dat puntige, hoge pand heet het Mosseltrap, naar rechts Sleepersvest.
Onderaan op de foto de huizen aan de Gelderschekade. Links van de tram Plan C.
Voor een afdoende oplossing van de verkeerssituatie daar, die te benepen was geworden, had de voortvarende Gerrit de Jongh de vroedschap in 1880 drie plannen voorgelegd.
Na veel geredekavel kwam C van A, B en C bovendrijven, met een nieuwe bebouwing voor het oude schiereiland van het Westnieuwland. Die bebouwing werd veel grootscheepser geacht dan wat voor de bijl ging.
Wat voor de bijl ging op het oude schiereiland [dat aanzienlijk verbreed werd] was een mooi stuk stadsantiek. Het blok van tien dubbele panden, dat zich in de Oudehaven stond te spiegelen met een paar toppers van zeven verdiepingen, leek een repliek van de achterzijde van de Haringvliet bebouwing, die, vóór de Oosterkade er tegenaan werd gelegd, ook uit het water verrees.
En dieper de stad in gaven Steiger en Binnenrotte eenzelfde Venetiaans idee.
De naam Plan C bleef verbonden aan het grote winkels- en kantorenfort met zijn arcadengalerij. De architect Van Dam had het zich eigenlijk hoger gedacht, maar meer dan dit kreeg hij er niet door.
Zijn collega Molenbroek was vrij kort daarna gelukkiger met het ambitieuze plan voor het Witte Huis.
Wat verder verloren ging was de Mosseltrap op het eind van de Spaanschekade, waarover de omwonenden in 1725 al hadden geklaagd vanwege hetvuyl en leelyck spreken van de mosselwijven
de overheid de raad gevend, de trap te verplaatsen naar het eind van het Haringvliet, waar de mosselschuiten uit Bruinisse immers al meerden. Ook daar moest een complex mooie oude panden weg.
En dan de Draaibrug met haar mastenklepje. Voortaan gingen alleen nog maar schepen die de mast konden strijken naar de Kolk, maar dan onder het Plan C door. Velen hadden in de strijd om het Plan C, dat De Jonghs eigen voorkeur had, geroepen dat die onwaardige doorgang naar de Kolk. centrum van Rotterdam, een ramp voor de stad zou betekenen.
Gezien in de richting van *de schande' [ = de Kleine Draaisteeg waar de schepen onderdoor moesten kruipen] het centrum van de stad, de Kolk, een tobbe van 35 meter breedte, als de Voorhaven in Delfshaven. Maar daar werd al in de 15de eeuw de Engelse wol ingevoerd die verder verscheept moest worden naar de weverijen in Delft en Den Haag, door de Schie en de Vliet. En voor de export werden hier de zuivelprodukten uit het achterland aangevoerd.
En dan nog de Rijstuin. 'Open' -Rijstuin om precies te zijn, met bomen op de kade. De 'Toe'-Rijstuin leidt naar binnen, naar de Hoofdsteeg.
De naam Rijstuin is al ontzaglijk oud en berust op het feit dat men er rijshout verwerkte. Nog vindt men er de mandenmakers. Het geurt er zoet naar drogende twijgen, zowel voor grote, grove aardappelmanden als voor de kokette boodschappenmandjes die de booien van de gegoeden in de slanke leest drukken.
En men maakt er ook de hartbrekend simpele speelgoed-kinderwagentjes van een in meekrap gedompeld mandje op een oranje plankje met drie wieltjes, het kleurige droompje van de arme kindertjes in de overbevolkte stegen van de polderstad.
Pas over tien jaar zal links het Westnieuwland verbreed worden voor de bouw van het spoorwegviaduct, een monster, dat toch bezongen zal worden door beroemde Franse dichters als Paul Verlaine en Valéry Larbaud, want uniek is eigenlijk toch wel een treinrit op het resonerende ijzer dwars door Rotterdam, vlak langs de Groote Kerk, en over de bruggen met uitzicht op wegscherende waterbekkens in een speelgoedstad met hoge huizenblokken, bomenrijen, scheepjes en torenspitsen. Maar hoeveel indrukwekkender was het centrum van Rotterdam eens zónder dat viaduct, waaraan de oude Korenbeurs ten offer moest vallen, maar die niet alleen.
De strijd om het behoud van de Kolk als kransslagader van de Rotterdamse bloedsomloop werd tot in 1880 gevoerd, omdat de hoop dat Rotterdam ooit weer eens bereikbaar zou worden voor grote zeeschepen na de triomfale uitvaart van de Richard Young opeens weer was vervlogen toen Caland opnieuw pech had en in 1889 de Tweede Kamer voor de Nieuwe Waterweg geen geld meer over had.
En tot overmaat van ramp kreeg Rotterdam de Pincoffs debacle te verwerken.
Een bescheiden schip van de pas opgerichte Holland-Amerika Lijn moest er maar eventjes vier dagen over doen om door de binnenwateren via Zierikzee buitengaats te komen! Ons heil voor de grote vaart bleef dus Brouwershaven, waarmee wij dan ook onze eerste telegrafische verbinding hadden. Daar overladen uit en in lichters, die hier bevracht of ontlast werden, was wat de Voorzienigheid van Rotterdam, scheen het, wenste. Maar een staatscommissie en de bereidheid van Rotterdam om mee te betalen aan het project van Caland, dat in principe juist werd geacht, doorbraken het defaitisme en de Kolk werd toen spoedig niet meer dan een pittoreske tobbe.
Uit een andere bron :
Het Plan C dat de Kolk monumentaal moest afsluiten was nóg eens zo^n ingewikkeld arrangement. Dat was eens een kaap geweest die wel met een brug naar links verband legde met de Mosseltrap en de Spaanschekade, maar de doorvaart niet belemmerde. Nu moest een schipper die van de Rotte kwam voor de derde maal door een Styx, om onder het Plan C door de Oudehaven te bereiken, en dan eindelijk de vrije rivier.
Hij kon onder de logge steenmassa tegenliggers ontwijken, want er waren twee poorten.
Maar in de rechter helft mondde, onderaards, tussen de heipalen van het Plan C, een andere tunnel uit, de langste en dufste en onmogelijkste van heel Rotterdam, de tunnel van de Blaak die onder het Hoofdpostkantoor wegkroop, het hele Beursplein doorboorde, een bocht borduurde door het heipatroon van Beursstation en Plan C en ondergronds op de verbin- ding van Kolk en Oudehaven zijn vunzige snoet zette. Of die slurf ooit is gebruikt, behalve door ratten, betwijfel ik.
De andere weg na Spui en Vlasmarkt leidde door het Steiger naar de Blaak en die weg bestaat nu dan nóg. Toen: een gistende waterbocht vol ongerechtigheden, die tussen de grauwe gevels met aangevreten gesteente de Roer in Monschau nog even koket wilde imiteren, maar groen van schaamte met gore gasbellen op haar huid onder de Blaak door naar de Zeevischmarkt sloop en zich in de Leuvehaven verloor.
Arme, eens zo weelderig bezongen Rotte, die Dirk Smits met zijn 18de eeuwse barokke verrukking nog blank om de leest van speelse najaden heeft zien schuimen! Gelukkig bleef haar bovenloop onbedorven, onbegrijpelijk-onbedorven, innemend in elk jaargetijde, volop waard om opgenomen te worden in het Randstad-park dat zich eens door heel Holland zal uitstrekken. Integraal met een gehucht als Oude Verlaat en met de meren waarin de Rotte haar oorsprong vindt.
Men moet er in de zomer het natuurgenot weliswaar delen met een krioelende massa watersportliefhebbers, maar de najaden zijn er van onnoemelijk beter gehalte dan de Rotte-sirenes waren die op het droge van de gedempte benedenarm een zakelijk slot aan alle dithyramben breiden.
Links om de hoek van Plan C is de Hoofdsteeg
En zoo moest een schipper onder Plan C door
En zoo zag het er aan de andere kant van Plan C uit:
Als de schepen onder Plan C waren doorgevaren, dan moesten zij alsnog door een gat, bijna niet te zien op de volgende foto, helemaal links op het einde van de kade.
De onderstaande foto is gemaakt vanaf ongeveer dezelfde positie als die hier boven, maar dan precies in de andere richting...
Op onze site hebben we al deze 2 prenten van de Grote Markt en daar stond dan ook het standbeeld van Erasmus:
Achter de rug van Erasmus het spoorwegviadukt, tussen het spoorwegviadukt en Erasmus werd later een grote tunnel voor de scheepvaart aangebracht, want kijk maar eens goed naar deze foto:
Door de spleten zie je wat bomen en links voor die bomen de achterkant van Erasmus !!
Want op die grote foto hierboven, met de vlag op de St. Laurenskerk, is nog heel veel water te zien, en dat is dus later gewoon overwelft....., net als bij de Zeevismarkt en de Vlasmarkt, je liep daar dus in feite over een hele brede brug, zoo mooi te zien op de foto hierboven.
En op de 2 foto's hieronder het latere uitzicht op de achterkant van Erasmus, die begroeiing direkt achter de rug van Erasmus was niets anders dan een camouflage van de roosters over het water!
De Groote Markt in de richting Noord Oost
De Groote Markt vanaf de Gedempte Binnenrotte
wat we zien is in feite 1 grote brug
De schepen voeren dus onder Erasmus en de Grote Markt door en kwamen vervolgens weer uit dit gat op de foto die we in dit verhaal al eerder hebben laten zien:
Nu, maar weer vlug even naar de top van de St. Laurenskerk, dat moeten we inderdaad even rustig verwerken, niet ??
mijmeren over Rotterdam vanaf de St. Laurenskerk
LINK
LINK
KLIK HIER VOOR HET VERVOLG
![]() |
wat zijn we trots op ons familiewapen ...., beetje jaloers zeker .... |
Terug naar de top |
---|