(klik op deze tekst om een voorgeadresseerde mail te openen) |
Terug naar het Engelfrieten overzicht |
---|
Naar beneden |
---|
Inderdaad, mede dankzij de Rotterdammer Pincoffs kreeg de sluwe Koning Leopold II van België zijn door hem uitgebuite privé kolonie Kongo-Vrijstaat. Over wat Leopold II allemaal heeft laten doen in de Kongo, daar valt voldoende over te vinden op allerlei sites. Het ging aanvankelijk helemaal niet goed met Leopold's kolonie, maar dankzij de rubber leverde de Kongo uiteindelijk geld op, maar Leopold ging bijna failliet, zijn kolonie moest worden gered door een lening van de Belgische Staat.
De jacht op rubber liep uit op een van de grootste schandalen in de koloniale geschiedenis, de geschiedenis ingegaan als de Kongo gruwelen. Mede onder internationale (en ook financiele) druk moest Leopold het beheer overdoen aan de Belgische Staat. In dit verhaal gaan we het vooral hebben over het ontstaan van de Kongo-Vrijstaat waaraan de Rotterdammer Pincoffs mede heeft bijgedragen.
We beginnen met een citaat uit ons Pincoffs verhaal :In het citaat wordt ook verwezen naar ons verhaal
Lodewijk Pincoffs
1827 - 1911
LINK
Pincoffs was een Rotterdamse zakenman, gemeenteraadslid, reder en bankier. Hij was betrokken als directielid en / of commissaris bij de Rotterdamsche Bank (nu ABN-AMRO), de Nederlands-Amerikaansche Stoomvaart Maatschappij (later Holland Amerika Lijn) en de Rotterdamsche Handelsvereniging. (link)
In 1863 besloot de Gemeenteraad tot aanleg van havens op het eiland Feijenoord.
In 1872 richtte Pincoffs, met Duits en Belgisch kapitaal, een maatschappij op met het doel de nieuwe terreinen te gaan in richten en te exploiteren in ruil voor het eigendom van het gebied.
Hij deed dit op een moment dat de plannen voor de Willemsbrug, die Feijenoord moesten ontsluiten in een impasse dreigden te raken. Deze maatschappij, de Rotterdamsche Handels Veereniging kreeg in datzelfde jaar de concessie van de gemeente toegewezen.
De RHV had grote ambities. Daarnaast was Pincoffs ook voorzitter van de Afrikaanse Handelsvereniging. Intussen ging het met de AHV niet goed. Ze leed in de handel op Afrika grote verliezen. Pincoffs ontrok kapitaal aan de RHV om de AHV in leven te houden, tot die zichzelf kon bedruipen. Dat laatste gebeurde niet, schulden werden op schulden gestapeld.
Toen zijn vriend en compagnon Marten Mees na het gebleken bedrog weigerde te helpen ging de RHV in 1879 failliet.
Pincoffs verliet spoorslags het land en emigreerde naar Amerika, een financieel gat van 8 miljoen gulden achterlatend.
Elmina, de laatste Afrikaanse kolonie van Nederland
Beide verhalen dienen als achtergrond bij het nu volgende verhaal :
In ons verhaal met de titelEn dan liever de lucht in met Van Speijk
werd België onafhankelijk.
De eerste koning werd Leopold I van Saksen-Coburg. Deze Leopold I had ook Prins-gemaal kunnen zijn van de Britse Kroonprinses, waarvan Aad nu even niet de naam te binnenschiet, maar deze kroonprinses overleed... Ook was hem de Kroon van Griekenland aangeboden, daar had Leopold geen zin in en dus werd hij Koning der Belgen.
Leopold I had absoluut geen koloniale aspiraties, Belgie was een industrieland en geen handelsland zoals Nederland. Halverwege de 19e eeuw was Belgie zelfs een van de meest industrieel ontwikkelde landen van Europa. Belgie beschikte ook nauwelijks over een Marine, ook een voorwaarde voor verre kolonien. Slechts 1 koloniaal avontuur werd in 1845 ondernomen in Guatamala, maar dat werd een grote mislukking. Bovendien moest Belgie voorzichtig omgaan met zijn door de grote mogendheden (de UK en Frankrijk) gegarandeerde neutraliteit in 1839, een van de redenen om het land terzijde te staan in WOI bij de Duitse opmars naar Frankrijk.
Leopold II
1835 - 1909
In 1865 kwam zoon Leopold II aan het hoofd te staan van het Belgische Koninkrijk. Van hem wordt verteld dat hij, om zijn vader te spreken te krijgen, een audientie moest aanvragen. Ook zijn moeder was niet echt hartelijk. Een van de redenen dat Leopold II ook de geschiedenis is ingegaan als een van de grootste koninklijke charmeurs van de 19e eeuw. Zijn sexuele reputatie was na een aantal jaren zelfs zoo algemeen bekend, dat Koninklijke Hoofden van andere beschaafdere (?) Europese landen niet met hem in het openbaar gezien wilden worden.
Kortom, Leopold II zocht wat afleiding, naast al die vrouwen, en die vond hij uiteindelijk ook in zijn grote jacht op .....EEN KOLONIE
Voor we verder gaan, uit dit zeer populaire verhaal op onze site haalden we o.m. deze portretten :
v.l.n.r.
Leopold I van Saksen-Coburg
Leopold II van Saksen-Coburg
Leopold III van Saksen-Coburg
In zijn eerste troonrede in 1860 liet Leopold II al doorschemeren dat een kolonie aantrekkelijke kanten zou hebben. In de eerstvolgende jaren verwees hij geregeld naar het succes van Nederland voor wat betreft Java, waar uit de winsten kanalen en spoorwegen van werden aangelegd, zoals in dat zelfde jaar Multatuli zou hekelen :
......een roofstaat aan de Noordzee......
.....dat spoorwegen bouwt van gestolen geld en tot
betaling de bestolene bedwelmt met
opium, Evangelie en jenever...
Aan U durf ik met vertrouwen te vragen of het
Uw wil is dat daarginds Uw meer dan dertig
millioenen onderdanen worden mishandeld en
uitgezogen in UWEN naam?
Multatuli [1860] ...aan Nederland...Koning Willem III
....dat dorp stond in brand, omdat het veroverd was door Nederlandsche soldaten.......
Ja, 't dorp was veroverd door Nederlandsche soldaten, en stond dus in brand.
Op Nederlandsche heldendaad volgt brand.
Nederlandsche overwinning leidt tot verwoesting.
Nederlandsche krygsbedryven baren wanhoop.
Natuurlijk wist je al dat Aad ook een unieke site heeft over Nederlands-Indië :
Naar Aad's Nederlands-Indië geschiedenis verhalen
De landgenoten van Leopold II zagen helemaal niets in een koloniaal avontuur, maar Leopold II bleef lobbyen. Al spoedig kwam hij op de gedachte om dan maar in vredesnaam ZELF een kolonie te KOPEN, ja je leest het goed...
Zoo deed hij serieuze pogingen, die natuurlijk allemaal op niets uitliepen, heb je die rare charmeur weer, om Borneo en / of Nieuw-Guinea van Nederland te kopen.
Ook vroeg hij aan een Spanjaard of hij wist of de Filippijnen (toen een Spaanse Kolonie) te koop waren.
Aan Koningin Victoria bood hij Belgische troepen aan onder het mom, Zoudt U niet eens een expeditie gaan organiseren in China ??
Ook Japan leek hem wel wat, volgens Leopold II werd de Japanse schatkist slecht bewaakt, maar helaas niemand die met hem mee wilde naar Japan.
Een Belgische Marine officier werd gevraagd of hij onderweg geen te veroveren eiland was tegengekomen in Oceanie, de Grote Oceaan of desnoods in de Indische Oceaan. Zou Formosa of Tonkin iets zijn ??
Het spreekt vanzelf dat ook de Belgen er genoeg van kregen. En prompt verklaarde Leopold II in 1869 dat hij voor zijn koloniale plannen nooit geld zou vragen aan de Minister van Financien. Voortaan zou hij opereren als prive persoon, natuurlijk wel met het prestige van een Koning en het geld van zijn familie achter de hand.
Leopold II werd een constitutionele vorst binnen de staatsgrenzen en daarbuiten een onafhankelijke ondernemer die het op een gegeven moment wel zoo financieel benauwd kreeg, dat hij moest bezuinigen op een extra gang tijdens de Koninklijke Lunch, maar als ondernemer moet je offers weten te brengen voor je ideaal.
Toen niemand van plan was Leopold II iets buiten Afrika over te doen, moest hij zich wel richten op Afrika, een ook in die dagen arm gebied. Niet voor niets probeerden allerlei Europese landen hun Afrikaanse koloniale beziitingen in die dagen (zoo rond 1870) af te stoten, w.o. Nederland, aldus ons Elmina verhaal :
Terwijl zij samen verder wandelen wordt de koloniale wereld gedeeltelijk herverdeeld, "natuurlijk het zijn maar ideetjes, denk er is over na" op deze manier zal het wel gegaan zijn... Het gevolg is wel dat er officiële onderhandelingen starten tussen Den Haag en Londen dat uiteindelijk in november 1871 wordt afgesloten met een nieuw tractaat, het Sumatra tractaat. Het oude Londense tractaat uit 1824 (link) werd tegelijkertijd ontbonden.
In het Sumatra tractaat werd het volgende afgesproken, uiteraard zonder de bewoners te raadplegen die toevallig in die gebieden woonden, bijvoorbeeld de Atjeeërs !
- De laatste Nederlandse bezittingen aan de Goudkust van Afrika (het huidige Ghana) worden, na een taxatie van de voorraden in de pakhuizen, voor dfl 47.000,= verkocht aan de Britten, w.o. het Nederlandse ex-slavendepot Kasteel St. George d'Elmina
Dit punt van het Sumatra tractaat levert nog in de Tweede Kamer de nodige diskussies op : " Ik sta geen grond der vaadren af, wier kloekheid ons dat erfdeel gaf". Ook Koning Willem III "betreurt het verlies van Onzen laatste Afrikaansche Erfgoederen "
Ondanks het feit dat de Britten al lang via hun Haagse informanten weten dat die Afrikaanse gebieden nauwelijks nog de moeite waard zijn, want de slaventransporten zijn reeds lang geleden voor het laatst uit Kasteel St. George d'Elmina vertrokken, gaan zij in op de deal om op deze manier hun kuststrook ter plaatse beter te kunnen verdedigen tegen de Ashanti- Ook enkele nog resterende Nederlandse concessies langs de kust van Brits-Indië worden aan de Britten overgedaan
- Nederland mag kontraktarbeiders werven in Brits-Indië t.b.v. Suriname
- Vanuit de Tweede Kamer wordt erop aangedrongen om de Nederlandse soevereiniteit over Noord-Borneo, bijv. Sarawak, te herstellen, maar hierover komt vanuit Londen geen reaktie, want ook zij hebben geen invloed op mensen als James Brooke
- De Britse gouverneur van Singapore wordt geraadpleegd. Hij is er voorstander van dat de Nederlanders Atjeh veroveren om zo rust in het gebied te brengen. Britse zakenlieden worden ook steeds meer gehinderd door de onrust die in en rond Noord Sumatra heerst, doordat "bewoners met bewapende prauwen elkaars havens afsluiten zonder dat dit tot ingrijpen leidt van de soeverein over dit gebied, nl de Sultan van Atjeh".En dit alles gaat ten koste van de ruilhandel peper vs opium en daar gaat het om in deze gebieden !
Minister Engelbert de Waal had, volgens zijn tijdgenoten een geweldige deal afgesloten, niet wetende dat Nederland met de vrije hand wat betreft Atjeh, zeer roerige jaren tegemoet zou gaan. Hadden zij maar geweten dat t.g.v. de Atjehse 'pacificaties' de winsten uit Nederlands-Indië, nagenoeg geheel zouden moeten worden gebruikt om de militaire akties te bekostigen......
In het jaar dat het Sumatra tractaat wordt ondertekend is Engelbert de Waal geen minister meer, want het kabinet waar hij deel van uit maakte, is dan al weer verdwenen. Uniek in de Nederlandse geschiedenis is dan wel dat Koning Willem III weigert om Engelbert de Waal de gebruikelijke medaille op te spelden. Het verlies van "Onzen laatste Afrikaansche Erfgoederen " zit de Koning nog steeds dwars. Engelbert de Waal sterft rond de eeuwwisseling geheel vergeten in een Haagse bovenwoning.
De jaren 1870 waren aan de andere kant ook de jaren van de grote ontdekkingsreizen door datzelfde Afrika, een paar namen: Cameron, Brazza (van Brazzaville) en natuurlijk de bekendere Livingstone en..........Stanley.
Doel van veel tochten was, samengevat, de ontdekking van de bronnen van de Nijl, allerlei fantastische en soms religieus getinte mythen deden hierover de ronde.
David Livingstone
1813 - 1873
Livingstone werd de lieveling van de Britse opinie in zijn strijd tegen de slavernij en zijn inzet voor de missie, al lukte het hem slechts, aldus de overlevering, 1 Afrikaan te bekeren die later ook weer terugviel, zoals dat toen genoemd werd.
Het verhaal is bekend, Livingstone raakte in 1870 zoek en Stanley ging hem in opdracht van een Amerikaanse krant (The New York Herald) zoeken en inderdaad vonden zij elkaar, waarna Stanley de onsterfelijke (Britse) woorden sprak:
10 Mei 1871
Stanley, links met de USA vlag begroet Livingstone rechts met de onsterfelijke woorden:
Dr. Livingstone, I presume
Ujiji, 10 november 1871
We baanden ons een weg door een woud van hoog gras, bereikten de akkers die de haven van Ujiji van groenten en dergelijke voorzien en stonden tenslotte op de top van de laatste van de talrijke heuvels die we waren over getrokken. De door palmen omgeven haven van Ujiji, omspoeld door de zilveren golfjes van de Tanganyika, lag recht onder ons.
We staan op het punt af te dalen, en het wordt tijd te laten weten dat er een karavaan in aantocht is, dus wordt het commando 'gereedmaken om te vuren' langs de rijen van de colonne doorgegeven, waarop enthousiast wordt gereageerd.
Ze hebben de musketten halfvol geladen, die bulderen als het boordgeschut van een oorlogsschip. Neerwaarts gaan de laadstokken, die de staartstukken vol kruit stampen, en salvo na salvo wordt afgevuurd. De vlaggen wapperen, de vrolijk wuivende banier van Amerika voorop, de gids beleeft het hoogtepunt van zijn glorie.
De Arabieren verkeren intussen in grote opwinding, de inboorlingen van Ujiji, Waguha, Warundi en Wanguana stromen bij honderden toe om te zien wat dit allemaal betekent - het geweervuur, het geschreeuw, de schallende hoorn en de wapperende vlaggen.
Tientallen Yambo's schreeuwen me toe en opgewonden Arabieren komen ademloos aanrennen om me de hand te drukken en nieuwsgierig te vragen waar ik vandaan kom. Maar mijn geduld raakt op. We komen veel te langzaam vooruit. Ik wil antwoord op mijn kwellende vraag. Waar is hij? Is hij gevlucht?
Opeens staat een man - een zwarte - naast me die me in het Engels toeschreeuwt:Dag meneer, hoe gaat het met u?
en voor ik hem meer kan vragen, rent hij als een bezetene de stad in.
Hallo, wie voor de duivel ben jij?
Ik ben de bediende van Dr. Livingstone
We zien een groep zeer waardige Arabieren, en als ik dichterbij kom, zie ik tussen hen het bleke gezicht van een oude man. Hij draagt een pet met een gouden band en is gekleed in een korte jas van rode dekenstof, en zijn broek - nu ja, die is me ontgaan.
We schudden elkaar de hand.
We nemen onze hoeden af en ik zeg:Dr. Livingstone, I presume?
En hij zegt:Yes
Livingstone zou nooit meer 'uit de wildernis' te voorschijn komen, maar stierf in mei 1873 nog steeds op zoek naar de bronnen van de Nijl.
David Livingstone, de beroemdste ontdekkingsreiziger van Groot-Brittannie, werd in 1813 geboren in het Schotse Blantyre, een plaatsje vlakbij Glasgow, in een eenvoudig gezin. Zijn ouders huisden in een eenkamerwoning naast de katoenfabriek, waar alle mensen uit het dorp werkten. Op zijn tiende stond ook David Livingstone, van zes uur 's morgens tot acht uur 's avonds, achter het stoomweefgetouw, dromend van een carrière als zendeling in het verre, mysterieuze China.
Het lot was hem goed gezind. In 1836 kreeg Livingstone de kans zich in te schrijven aan het Anderson's College in Glasgow, voor een studie medicijnen en theologie. Livingstone studeerde 's winters en verdiende 's zomers zijn studiegeld terug in de textielfabriek van zijn kinderjaren. Niet China, dat sloot in de Opium oorlog die net was uitgebroken zijn grenzen, maar Afrika werd het doel van zijn missie.
In Glasgow was Livingstone geroerd geraakt door een lezing van een andere Schot, dr. Robert Moffat, die een zendelingenpost had opgezet in Kuruman, diep in het binnenland benoorden Kaapstad.
Livingstone raakte in de ban van de geheimen van het nog onontdekte en ondoordringbare continent vol wilde dieren en wilde stammen. Livingstone trok verder en verder, het geloof verbreidend en nieuwe gebieden en stammen ontdekkend.
Op een van die expedities werd Livingstone door een leeuw aangevallen, die hem zo ernstig aan zijn schouder verwondde dat Livingstone zijn linkerarm nooit meer optimaal kon gebruiken.
Langzaam veranderde het karakter van die expedities en verschoof zijn aandacht van de zending naar de ontdekking. Niet meer de Missionary Society, maar de Royal Geographical Society in Londen werd zijn opdrachtgever.
Livingstone was geobsedeerd geraakt door de slavenhandel. Er was maar één manier, vond Livingstone, om dat voor altijd uit te roeien - door het continent open te gooien en handelsroutes te ontwikkelen die de beschaving tot in de diepste uithoeken zouden uitdragen.
Livingstone ontdekte de Victoria Watervallen, vond nieuwe routes van kust naar kust, en gaf de wereld een impressie van het donkere hart van het duistere continent. Toen er, op zijn laatste tocht op zoek naar de bronnen van de Nijl, al heel lang niets meer van hem was vernomen, werden hulpexpedities uitgezonden. Een ervan, geleid door de Amerikaanse journalist H. M. Stanley, vond hem aan de oevers van het Tanganyikameer. Livingstone wilde niet mee terug naar de beschaafde wereld, maar zijn onderzoek afronden.
Twee jaar later, op 1 mei 1873, overleed Livingstone. Zijn expeditieleden troffen zijn levenloos lichaam aan in zijn hut, geknield in gebed. Ze begroeven zijn hart onder een boom, voor eeuwig verbonden met zijn geliefde continent, en droegen zijn lichaam naarde kust, waar het verscheept werd naar Groot-Brittannie.
Een jaar later werd Livingstone bijgezet in Westminster Abbey, het Pantheon van The British Empire.
Henry Morton Stanley
1841 - 1904
Stanley heette eigenlijk John Rowlands en werd geboren in Wales, als, oh schande, een bastaard.... Zijn moeder, Elisabeth Parry zou nog drie onwettige kinderen krijgen. John werd eerst opgevoed door zijn grootvader en na diens dood, door de buren. Uiteindelijk belandde John in het St. Asaph Union Workhouse, tegenwoordig heet dat het H.M. Stanley Hospital.
Een 19e eeuws werkhuis was uiteraard geen pretje en John nam in 1858 de benen naar New Orleans. En daar vond hij een nieuwe voogd, de rijke katoenhandelaar Henry Hope Stanley.... na zijn officiele adoptie werd hij dus tot Henry Morton Stanley hernoemd.
In de Amerikaanse Burgeroorlog liep hij over, na krijgsgevangen te zijn gemaakt, naar de Noordelijken en ontpopte zich al snel tot oorlogscorrespondent. Na het einde van de Burgeroorlog trok hij door de wereld als (oorlogs)correspondent en werd uiteindelijk beroemd door zijn zoektocht naar Livingstone.
Na zijn ontmoeting met LIvingstone ging Stanley weer in opdracht van o.m. The New York Herald naar Afrika. Hij kreeg de opdracht om van kust tot kust te trekken en onderweg de raadsels op te lossen over o.m. de grootte van het Victoriameer en natuurlijk weer een onderzoek naar de bronnen van de Nijl. Over de details van zijn ontdekkingen gaan we hier niet verder op in, wel dat hij onderweg een uitneembare boot bij zich had en dat hij onderweg soms genadeloos optrad tegen zijn Afrikaanse dragers.
Zoo behandelde Stanley soms zijn dragers....
Stanley werd door tijdgenoten een disgrace to humanity genoemd, agressief, dominant, sentimenteel, gefrustreerd. In Leiden schijnt er zelfs ooit iemand op te zijn gepromoveerd...
Stanley zelf omringde zich tijdens zijn tocht met grote luxe, zilveren bestek en een grote voorraad champagne. De Britten waren dol geweest op Livingstone, maar waren niet verrukt van die Stanley. Koningin Victoria noemde Stanley a determined, ugly, little man, with a strong American twang. En je voelt al aankomen met wie het wel wederzijds klikte, Leopold II....
In augustus 1875 organiseerde Leopold II een 'wetenschappelijke' Aardrijkskundige Conferentie in Brussel. Het lukte Leopold II om uit allerlei landen vertegenwoordigers naar Brussel te lokken. Leopold II opende op 12 september 1876 plechtig de Conferentie...
In zijn grote (historische) rede stelde Leopold II dat de beschaafde mens een grote taak had te vervullen in Centraal Afrika, het gebied moest beschaafd en bij voorkeur ook bekeerd worden.
Om een lang verhaal kort te maken, het lukte Leopold II om de Association Internationale Africaine (AIA) op te richten, natuurlijk onder zijn voorzitterschap en te vestigen in Brussel. Een van de doelen zou zijn het vergaren van geld d.m.v. bijvoorbeeld loterijen. In Frankrijk werd dit bijvoorbeeld georganiseerd door Ferdinand de Lesseps, de aanlegger van het Suez kanaal.
Met het geld zouden in Centraal Afrika stations worden opgericht als basis voor de verdere menslievende en dus beschavende aktiviteiten van het AIA o.l.v. Leopold II...
En toen dook plotseling Stanley weer op uit de wildernis. Leopold II liet Stanley opvangen in Marseille (op weg naar Londen) en deed hem het voorstel in dienst te treden van de AIA. Uiteindelijk werd Stanley natuurlijk ook vorstelijk ontvangen in Brussel, twee soortgelijke karakters ontmoetten elkaar. Stanley was bovendien niet al te belangstellend ontvangen in Londen en dan zoo'n warm welkom in Brussel....kortom, het klikte tussen Stanley en Leopold II.
En wat stelde Stanley voor : er moet een spoorweg worden aangelegd tussen alle stations van de AIA en Leopold II was het hiermee meteen eens, maar hoe kwam je daarvoor aan geld ??
Leopold II nam o.m. kontakt op met Pincoffs in Rotterdam, ook een man met altijd grootste plannen. Pincoffs was in 1857 samen met zijn zwager, de Rotterdammer H(endrikus) Kerdijk, zaken gaan doen in de Kongo, in 1868 werd o.m. hiervoor de Afrikaanse Handelsvereniging opgericht (AHV). Net als Leopold II had dus ook Pincoffs flair en bezat ook voldoende overtuigingskracht om bijvoorbeeld mensen als de Rotterdamse Bankier Mees en Prins Hendrik, de broer van Koning Willem III, te laten investeren in de AHV.
En inderdaad, de eerste jaren van de ook door Stanley en Leopold II gesteunde AHV keerde de AHV dividenden uit van ca 10%. Geen wonder dat Pincoffs ook in de Rotterdamse Gemeenteraad belandde, ja zelfs in de Eerste Kamer, waar hem zelfs het Ministerschap van Financien werd aangeboden. Gelukkig is daar nooit iets van terecht gekomen, want, samengevat, Pincoffs knoeide in de boeken. En toch mocht hij naast de Belgische Koningin zitten tijdens zijn vele bezoeken aan Leopold II, dagdromen over hun verborgen agenda's : Leopold II zijn kolonie en Pincoffs de aflossing van zijn geheime schulden..., maar beide heren kenden elkaars verborgen agenda natuurlijk niet....
Op 27 April 1877 werd de Nederlandse Afdeling van de AIA opgericht met als leden o.m. Pincoffs, Kerdijk en Prins Hendrik. De AHV zou zorgen voor gratis transport naar, van en in Afrika. En toen werd iemand als Stanley achterdochtig, want als Amerikaan wist hij dat je altijd moest uitkijken voor zulke genereuze aanbiedingen.... want de AHV had wel bedongen dat zij het monopolie zouden krijgen op de handel en handelsvaart in de Kongo, maar die afspraken kwam Leopold II weer niet na. Kort daarop moest Pincoffs overhaast vluchten naar New York, Rotterdam was onthutst dat zoiets mogelijk was.
Citaat uit dit verhaal :Ook Leopold II zal ongetwijfeld geld verloren hebben, de zelfmoord poging van Kerdijk was ongetwijfeld ook een schok, maar Leopold's droom was desondanks toch wat dichterbij gekomen, we zouden nu zeggen het begin van de Kongolese Infrastruktuur was dankzij de AHV van de grond gekomen. Leopold II wist ook dat dat wiel niet meer teruggedraaid kon worden, te veel mensen zouden er aan verliezen en dus deed Leopold II weer een geniale zet, hij voerde, in stilte natuurlijk, een staatsgreep uit binnen de AIA. Stanley zou alleen nog in naam handelen namens de AIA, maar in werkelijkheid had Leopold II nu alle touwtjes in handen.
De klap valt kort na de dood van prins Hendrik in 1879. De Prins sterft in Januari, in Mei stort het Pincoffs-imperium onder groot schandaal ineen
Pincoffs Afrikaansche Handels Vereeniging blijkt op het drijfzand van een vervalste boekhouding gebouwd, Pincoffs' speculatie in Peruaanse effecten levert een verlies op van een half miljoen gulden, de Belgische koning-ondernemer-fraudeur Leopold II komt zijn Kongo-beloften niet na. Pincoffs' miljoenen smelten sneller dan de spreekwoordelijke sneeuw.
De val van père noble Ludovicus Pincoffs, in edele verontwaardiging teruggetreden uit de gemeenteraad na het opduiken van de eerste geruchten over zijn malversaties, komt toch nog onverwachts. Pincoffs vlucht naar Amerika.
Ooggetuigen vertellen naderhand dat zij de familie Pincoffs op het nieuwe Beursstation nog in de trein hebben zien stappen. Ze maakten een gejaagden indruk.
Sindsdien ontbreekt enige tijd elk spoor. Pincoffs onttrekt zich op die manier aan de acht jaar gevangenisstraf, waartoe hij bij verstek veroordeeld wordt.
Er is echter nog geen uitleveringsverdrag met de Verenigde Staten. Hij leeft nog dertig jaar onopvallend in Noord-Amerika. Al die tijd mislukken zijn zaken. Ook drijft hij nog enkele jaren een sigarenwinkeltje in New York.
De stad Rotterdam en een aantal investeerders draaien op voor zijn schulden. Alleen al van de Afrikaansche Handels Vereeniging bedraagt het deficit dfl 9.501.006,82.
Relatief het zwaarst getroffen is de firma R. Mees &Zoonen. Mees draait op voor ongeveer één miljoen gulden.
Marten Mees
LINK
Marten Mees weet het familiebedrijf slechts boven water te houden met steun van enige machtige zakenvrienden, zoals de Hengelose gebroeders Stork. Zijn commentaar is overgeleverd:
Pincoffs miste een fond van moraliteit. Op dit punt stond hij laag; hij kende geen hooger beginsel, zoals wij. Christenen, dit willens of onwillens met ons meedragen, en dat zich telkens aan ons opdringt door kwelling van het geweten, wanneer wij daartegen zondigen.
De vlucht van Pincoffs kwam de Politie op zware kritiek te staan, uiteindelijk was de Pincoffs affaire reden voor een grote reorganisatie van de Rotterdamse Politie (link)
Meer over de N.V. Nieuwe Afrikaans HandelsVennootschap, de Rotterdammers H. van Rijckevorsel en Kerdijk kun je vinden in ons Elmina verhaal.
Via deze LINK kun je nog meer vinden over allerlei bekende Rotterdammers uit de 19e eeuw, w.o. de gebroeders Kerdijk:
Henry Kerdijk
1822 - 1889
Lodewijk Kerdijk
1831 - 1861
LINK
Citaat uit dit verhaal:
Lodewijk Pincoffs kwam uit een goed gesitueerd commercieel joods milieu dat contacten had met het Jodendom in West-, Midden- en Zuid-Europa. Na privéscholen in Rotterdam bezocht te hebben, ging hij naar een handelsschool in Duitsland, deed praktijk op bij zijn broer Simon in Manchester en Antwerpen. Zo voorbereid volgde in 1849 zijn associatie met zijn zwager Henry Polak Kerdijk. De firma Kerdijk en Pincoffs deed in indigo en meekrap. Toen het laatste produkt door aniline werd verdrongen schakelde de firma in 1857 over op algemene export naar Afrika. Een broer van Henry Kerdijk, Lodewijk Kerdijk, was hun representant op de Afrikaanse kust.
Pincoffs' Afrikaanse zaken ontwikkelden zich geleidelijk, maar de dood van de bekwame Lodewijk Kerdijk in 1861, voor wie geen goede opvolger gevonden kon worden, almede de vernietiging door brand van de hoofdfactorij te Banana (toenmalig Congo) luidden het begin van het einde in van Pincoffs, al was dat naar buiten nog niet zichtbaar.
Rustplaats
van
LODEWIJK P KERDIJK
Consul der Nederlanden
voor de Portugeesche bezittingen
aan de Zuid-West Kust van Afrika
geboren te Rotterdam
den 22 Februari 1831
overleden te Banana
den 30 Mei 1861
Zijne assche ruste in Vrede
In augustus 1879, dus een paar maanden al na de vlucht van Pincoffs, komt Stanley, in opdracht van Leopold II, weer aan in Kongo. Bij zich, in opdracht van Leopold II, een groot aantal te ondertekenen verklaringen waarin de bewoners van en rondom een AIA station zouden gaan verklaren dat zij alleen exclusief voor de stations zouden gaan werken, om het maar zoo samen te vatten, een begin van de overdracht van de soevereiniteit aan Leopold II, achteraf....Maar de concurrentie zat niet stil, ook de Fransen via Brazza kwamen met een stapel ondertekende Korte Verklaringen terug naar Parijs.
In die tijd iets heel normaals, ook de Nederlanders deden dit in Nederlands-Indië, bijvoorbeeld via de Korte Verklaring opgesteld door Snouck Hurgronje en Colijn :
Geen oorlog, maar beeindiging van allen oorlog, geen tuchtiging van vreemde volksstammen, maar de onderwerping aan een geregelde toestand van alle, onder Nederlandse vlag staande volkeren van den archipel, in het algemeen belang, dat is het doel
Je roept gewoon, het land staat vanaf nu onder Nederlands bestuur, want er is ooit wel eens een Nederlander geweest en dus hebben wij over dit land de morele soevereiniteit, want wij zijn immers veel ontwikkelder. Vervolgens ga je het die volken met geweld uitleggen waarom ze vanaf nu onder beschaafd Nederlands bestuur staan........en dat in hun eigen belang!
Via Stanley reageerde Leopold II razendsnel, zijn Korte Verklaringen (alleen een kruisje zetten was al voldoende) omvatten nu een steeds groter gebied rondom de stations. Op deze manier konden gebieden uiteindelijk tot een aaneengesloten gebied worden gebracht, maar dan moesten die Korte Verklaringen natuurlijk wel erkend worden, niet door de 'inlanders', maar door de andere Europese koloniale landen, zoo ging dat in die tijd.
Zonder dat er nu echt sprake was van een, zeg, ekonomische noodzaak onstond er een konkurrentie slag die zich snel uitspreidde over geheel Afrika. De Britten, Frankrijk, Italie, maar ook Duitsland en zelfs Portugal, allemaal waren ze op jacht naar meer gebied d.m.v. ondermeer Korte Verklaringen.
Arme Leopold II ?? Nee hoor, hij speelde het eindspel geniaal, maar had natuurlijk ook een beetje geluk, daar zijn alle historici het over eens !!
En dus ontstond al snel de 'Kongo kwestie'..... want het oudste 'recht' op de Kongo lag bij Portugal dat geregeld in de voorgaande eeuwen de kust van 'Kongo' had bezocht en daar kun je, zoals we gezien hebben, rechten aan ontlenen.
Maar gelukkig vonden de Britten dat in deze moderne tijd er wel sprake moest zijn van een 'min of meer effectieve aanwezigheid' en de Portugezen konden dat niet aantonen. Stanley, en dus Leopold II, dus weer wel, maar die keken op hun beurt weer met argusogen naar de Fransen, want de Fransen zaten al in wat nu Kongo Brazzaville heet.
Het wordt ingewikkeld, maar de Britten wilden zeker niet dat de Fransen verder zouden opdringen, dan maar liever de Portugezen, Leopold II koos dus al snel de kant van de Britten en vond een geniale oplossing voor het Portugal probleem, toen Londen toch voorzichtig Portugal enige rechten wilde toekennen aan de Kongolese kust.
Portugal was een van de oudste kolonisators van Afrika en zou ook zijn kolonien tot het laatst toe blijven verdedigen (Angola, Mozambique, Guinee Bissau en de Kaap Verdische eilanden. Pas na de Portugese Anjer Revolutie in 1974 werden onderhandelingen gestart met de diverse bevrijdingsbewegingen, maar dat is weer een ander verhaal)
Portugal was gewend aan een monopolistisch bestuur van zijn kolonien, ook de andere kolonisators hadden dat altijd gedaan, maar daar was zoo tegen het einde van de 19e eeuw een kentering ingekomen, ook bijv. in Nederlands-Indië. Het vrije ondernemerschap deed zijn intree, het monopolie van de Staat of bijv. een instituut als de VOC (al een eeuw daarvoor failliet gegaan) had zijn langste tijd gehad, maar niet in het conservatieve Portugal. En dus kwamen allerlei Britse kooplieden meteen met bezwaren toen hun regering aan Portugal rechten dreigde toe te staan op de Kongolese kust, gegarandeerd dat zij er dan geen handel meer mochten drijven, net zoals de AHV van Pincoffs dat had geprobeerd.
En toen kwam dus Leopold II met het geniale voorstel om van de Kongo inklusief het kustgebied een Vrijstaat te maken, iedereen mocht er vrij in en uit en handel drijven.
Zijn vele zeer uitgestrekte AIA stations waren door Stanley ondertussen bemand door een militaire macht van totaal honderden goed getrainde inheemse soldaten, die, aldus Leopold II, de rust en orde zouden handhaven. De Britse regering vroeg toen wel heel voorzichtig hoe Leopold II dit alles dacht te financieren. Het antwoord van Leopold II was wederom geniaal: de AIC, de inderhaast opgericht Association Internationale du Congo, gepresenteerd als de rechtmatige opvolger van de meteen opgeheven AIA. Volgens Leopold II was de AIC te vergelijken met het net opgerichte Rode Kruis, ook de financiering van het AIC zou dus geen problemen moeten opleveren. Portugal kwam toen nog wel met het argument dat in de Korte Verklaringen van Stanley toch ook duidelijk monopolistische regels waren afgesproken, maar Leopold II wuifde dit weg met het vaak gehoorde koloniale argument dat je eerst het monopolie wel moest bezitten voordat je het weer met anderen kon delen...... een heerlijke logica !!
Onder druk van de Britse handelaren die uiteraard enthousiast waren over Leopolds plannen, trok Londen zijn toezeggingen aan Portugal in. Maar Leopold II moest nog een hobbel nemen....
Want hoe dachten de Fransen over zijn Vrijstaat idee ? De Fransen geloofden er niet in en wisten al bijvoorbaat dat het experiment van Leopold zou mislukken en dan zou de Kongo, aldus hun angst, wel eens aan de Britten toe kunnen vallen. Ook hier had Leopold II een geniale oplossing voor, als de Fransen nu eens het AIC zouden erkennen, dan zou Leopold II in de statuten van de AIC laten opnemen dat bij een faillisement van de AIC de Fransen een 'droit de préférence' zouden krijgen. De verbaasde Fransen konden niet anders dan toestemmen, tegelijkertijd was deze clausule voor Leopold II een soort verzekering dat Portugal zich niet zou mengen in de Vrijstaat, zou door hun toedoen de Vrijstaat failliet gaan, dan zou Frankrijk het gebied binnentrekken. Dat de Fransen Leopolds clausule serieus hebben genomen en goed hebben onthouden, bleek in 1960 toen niemand minder dan Charles de Gaulle bij de onderhandelingen over de Kongolese onafhankelijkheid nog even met het 'droit de préférence' dreigde, gelukkig zette de Gaulle niet door.
Lenin zou later dit 'droit de préférence' als het hoogste stadium van het imperialistische opportunistische denken bestempelen, een achteraf groot compliment voor Leopold II, niet waar ??
De Pruisische Kanselier Otto Bismarck
LINK
En toen kwam Bismarck, ook hij ging er zich meebemoeien, de Kongo kwestie was wel een Conferentie waard, dat was hij eens met Portugal dat in 1884 met dit voorstel kwam. Bismarck was, zeg maar, net begonnen aan de opbouw van een Duits koloniaal rijk (bijvoorbeeld het huidige Namibië met als hoofdstad Windhoek, inderdaad van oorsprong Duits, dat na WOI tot zo'n 15 jaar geleden een Zuid-Afrikaans Protectoraat zou blijven) . Bismarck was van mening dat een evt Brits-Portugees verdrag over Kongo internationaal erkend moest worden, bilateraal afgesloten verdragen over zulke belangrijke zaken dat kon niet meer in deze moderne tijden. En dus kwam er de Conferentie van Berlijn :
Conferentie van Berlijn
15 november 1884 - 26 februari 1885
de beroemde prent, met op de achtergrond de kaart van Afrika
Ook over deze conferentie slechts een samenvatting. Stanley maakte deel uit van de Amerikaanse delegatie, maar was ook nog steeds in dienst van Leopold II. Waarschijnlijk is het aan Stanley te danken dat in de wandelgangen Leopold II ook formeel zijn Kongo Vrijstaat kreeg, want Stanley liet niet na om maar steeds de filantropische, onbaatzuchtige Leopold II de hemel in te prijzen. Als je het probeert samen te vatten dan is het ongeveer zoo gegaan :
Na veel onderhandelingen kwamen rechtsgeleerden tot de konklusie dat i.p.v. een land ook een vereniging als het AIC best de soevereiniteit over een gebied kon hebben, een punt voor Leopold II. Stanley hield o.m. een beroemd geworden speech voor de Kamer van Koophandel van Manchester en betoogde o.m. dat Portugal nooit zou toestaan dat vanuit Manchester costuums zouden worden verkocht in een eventueel Portugees Kongo.
Letterlijk zei Stanley dat als iedere Kongolees 1 zondagspak en 4 doordeweekse pakken zou kopen Manchester kostuums een grote toekomst tegemoet zouden gaan. Een zelfde argument hoor je nu nog wel eens over China: stel dat iedere Chinees 1 stuk speciale zeep zou kopen, dan ....
Stanley schijnt de eerste geweest te zijn die met dergelijke berekeningen kwam en natuurlijk sloeg dit in Manchester aan, want Stanley liet niet na om Leopold II ook daar de hemel in te prijzen. In de Vrijstaat van Leopold zouden Manchester costuums vanzelfsprekend zelfs gestimuleerd worden, want ook Leopold II droeg vaak een Manchester costuum, ook nu nog steeds een vaak gebruikt argument in een winkel om de aarzelende aspirant koper te stimuleren.
En de rest is bekend, uiteindelijk kreeg Leopold II zijn kolonie, dankzij de Britse Amerikaan Stanley en de financiele impuls van een man als Pincoffs.
Een detail nog : Leopold II moest wel een kaart laten goedkeuren met wat hij tot het gebied van de AIC vond behoren, uiteraard was de kaart wat ruim opgezet, je moet tenslotte altijd wat wisselgeld achter de hand houden en iets kunnen teruggeven.
Volgens de overlevering werden in Londen de laatste door Leopold II ingediende kaarten niet goed bestudeerd en namen ambtenaren aan dat alle kaarten die zij aantroffen in het dossier allemaal identiek waren. Pas later kwamen zij erachter dat bijvoorbeeld het rijke Katanga nog was toegevoegd en dat was zeker niet de bedoeling geweest, die Leopold II toch....
Eén ding had Leopold II wel bereikt, de koloniale toekomst van Afrika zou een deel worden van de Europese onderlinge machtsverhoudingen. Ooit zullen we het misschien nog eens gaan hebben over het Fashoda incident in 1899, dat bijna uitliep op een Frans-Britse oorlog en dan natuurlijk de Marokko crisis van 1905 tot 1911, waar Duitsland bijna in oorlog kwam met Frankrijk. Duitsland hoopte en passant een wig te drijven tussen de Britten en de Fransen, wat helaas voor Duitsland mislukte, een van de oorzaken van WOI toen de Britten meteen de Fransen gingen steunen...
Wel hebben we op onze site al dit verhaal met bijbehorend slotcitaat, waarin de Duitse Keizer Wilhelm II de Britten tot razernij brengt ook over een Afrikaanse kwestie, het beroemde telegram van Wilhelm II aan Kruger direkt na het mislukken van de Jameson Raid :
Van Jan van Riebeeck en Kaap de Goede Hoop tot Paul Kruger, de Boerenoorlog en uiteindelijk Rotterdam
Door de kritiek op Britain n.a.v. de Boerenoorlogen moest Britain wel zijn politiek van Splendid Isolation verlaten, men ging op zoek naar bondgenoten, de eerste met wie een overeenkomst werd gesloten was Frankrijk. Deze overeenkomst leidde in 1911 al bijna tot een gezamenlijke oorlog met Duitsland vanwege de Marokko crisis. De relatie tussen Engeland en Duitsland was al gespannen door de Duitse Penetratie gedachte en door het telegram dat de Duitse Keizer ooit naar Paul Kruger had gestuurd n.a.v. de mislukte Jameson Raid van Rhodes. De Duitse Keizer had, aldus de Britten, de brutaliteit om in dit telegram aan Kruger, o.m. te melden dat Kruger er trots op moest zijn dat hij geen hulp van bevriende mogendheden had hoeven in te roepen. Volgens de Britten HET bewijs voor de Duitse Penetratie gedachte, want wie anders dan Duitsland was een bevriende mogendheid in staat om Kruger toen evt te helpen ??
Duitsland stuurde de Pantserkruiser Panther naar Marokko toen Frankrijk begon met de kolonisatie van Marokko, uiteindelijk leidde die kluwen van onderlinge verdragen tot de Eerste Wereldoorlog....., maar daarover later meer, alhoewel deze anekdote is toch ook wel leuk: veel gewone Duitsers hadden voor WOI enige tijd in Britain doorgebracht als hulp in de huishouding. Toen een Britse soldaat vanuit een loopgraaf riep : Waiter, werd vanuit de Duitse loopgraaf geantwoord met Coming, Sir...
Voordat we weer verder gaan met Paul Kruger nog iets over de aanvang van WOI: deze begon met akties niet in Europa, maar in o.m. Zuidelijk Afrika. Na een telegram vanuit Londen brak er een opstand uit onder, zeg maar, de oude Boeren leiders en hun aanhang. Men wilde niet vechten tegen Duitse stamgenoten.... De opstandelingen o.l.v. de Boeren helden Beyers en De Wet brachten in oktober 1914 een leger op de been van ruim 11.000 man, de regering kwam met een leger van 30.000 man. Na 2 maanden was de opstand al weer onderdrukt en trok een leger van 43.000 man o.l.v. de Boerengeneraals Botha en Smuts Zuid West Afrika binnen en veroverden zonder veel moeite de hoofdstad Windhoek, de Duitsers hadden niet meer dan 5000 man.
Namibië zou tot voor enkele jaren een Zuid Afrikaans protectoraat blijven, dankzij de Boerengeneraals. Vanuit Namibië werd zelfs zoo'n 20 jaar terug Angola binnengevallen, maar we dwalen nu wel erg ver af....
We kregen van Michel van den Nieuwenhof uit Pointe-Noire informatie toegestuurd over de Nederlandse Begraafplaats in Brazzaville:
Bijgaand de tekst van de plaque die op A2 formaat zal worden aangebracht op de Nederlandse begraafplaats van Brazzaville. Het idee voor de plaque is ontstaan tijdens de restauratie van de begraafplaats met steun van het Ministerie van Buitenlandse Zaken in Den Haag via de Nederlandse Ambassade in Kinshasa en het Nederlands Consulaat in Brazzaville.
De plaque is gerealiseerd door enkele Nederlanders woonachtig in Brazzaville en in Pointe-Noire in samenwerking met een Congolees en een Fransman.
We proberen hiermee - in navolging van verschillende voorgangers - de herinnering aan de Nederlandse activiteiten in de regio levend te houden. Zoals te zien is, is de namenlijst met data compleet, maar het zou interessant zijn meer te weten te komen over de achtergronden van de diverse personen, die het overigens gemiddeld niet lang uithielden.Op het eind van de 19e eeuw werd de Nederlandse Begraafplaats gesticht op de "Pointe Hollandaise" aan de rechteroever van de rivier de Congo in Brazzaville. De begraafplaats, evenals de straatnaam "Avenue de la Pointe Hollandaise" herinneren vandaag de dag aan de aanwezigheid van de Nieuwe Afrikaanse Handelsvereniging (NAHV), een Nederlandse firma (Aad: zie ons verhaal Lodewijk Kerdijk, een Rotterdammer die stierf in Banana) die in die tijd actief was op diverse plaatsen aan de kust van Afrika en aan de oevers van de Congo die vanaf Brazzaville stroomopwaarts bevaarbaar is.
De concessie van de NAHV werd begin jaren 1920 verkocht aan het Belgische Interfina.
In het begin van de jaren 1950 dreigde het hele bedrijfsterrein onteigend te worden ten gunste van de uitbreiding van de haven van Brazzaville. De Nederlandse Begraafplaats bleef gespaard door toedoen van de toenmalige Consul-Generaal Jhr van den Brandeler met als doel de herinnering aan de Nederlandse activiteiten in de regio levend te houden. De begraafplaats kreeg de status "historisch monument" van de plaatselijke overheid, onder grote belangstelling van de lokale pers.
Sindsdien werd het monument diverse keren gerestaureerd met ondersteuning van het Nederlandse bedrijfsleven en het Nederlandse Consulaat waarbij een vlaggenstok en een herdenkingsplaque werden toegevoegd. Ook werden er zo nu en dan ceremonies georganiseerd met kransleggingen.
De Nederlandse Begraafplaats ligt ingesloten net buiten de muren van landelijke oliedistributeur SCLOG. Er liggen 17 graven daterend van 1893 tot 1920 van voornamelijk Nederlanders, onder bakstenen tomben afgedekt met een wit beschilderde cementlaag. Het geheel is omringd door een muurtje van lokale natuursteen met een opening richting de ommuring van SCLOG. Deze toegang wordt gemarkeerd door eem vertikale betonnen plaat met daarop geschilderd het wapenschild van Nederland en de letters "Je Maintendrai".
De meest recente restauratie werd uitgevoerd begin 2004 door het Nederlands Consulaat in Brazzaville met hetzelfde doel als in de jaren 1950: het levend houden van de herinnering aan de Nederlandse activiteiten in de regio aan het begin van de koloniale periode. Deze kregen een impuls door de ontsluiting van het stroomgebied van de Congo door ontdekkingsreizigers. De Brazza voor Frankrijk en Stanley voor België. (LINK) met in het kielzog een beweging van handelaars, missionarissen en zendelingen stroomopwaarts aan het eind van de 19e eeuw.
Sinds de laatste restauratie reikt het fraaie uitzicht vanaf de Nederlandse Begraafplaats weer weids uit naar Kinshasa en over het vlakke waterland van het eiland Bamou en de Stanley Pool, het binnenmeer van de Congo.
Mogen zij die begraven liggen op deze historische plek rusten in vrede.
- H.J. Luning
- Chr. Berendsen
- J.Ph.W.R. Kerbert
- P.A. Kelder
- L.Th. Kentgens
- J.C. Bolhuis
- P. v.d. Sluys
- C.K.V. Adam
- C.J. Fionnet (Français)
- Arie Terwolde
- P. Noordhoff
- B.A.J. Santen
- F.H. Cramer
- H.A. Shaw
- G.A. de Haan
- W.F.L. Oudenhoven
- W.Gokkel
We kregen de volgende reaktie van Tonko Kentgens, waarop Michel van den Nieuwenhof uit Pointe-Noire geweldig reageerde:
Op zoek naar mijn voorouders kwam ik heel toevallig op deze website terecht.
En kwam daar de naam van mijn overgrootvader tegen. Het gaat om nummer vijf op de lijst L (Leonardus) Th. (Theodorus) Kentgens.
Ik wist dat hij was gestorven in Brazzaville, maar wist niet dat het op een begraafplaats was die nog steeds intact is.
Heeft u of de heer Michel van den Nieuwenhof meer informatie voor mij over hoe mijn overgrootvader is gestorven of andere informatie en bestaan er misschien gedetailleerde foto's van zijn graf en de gehele begraafplaats.
Waarop Michel dus reageerde met:
Het doet me genoegen dat de begraafplaats ook op deze manier nieuw leven wordt ingeblazen. Ik ben nu in Brazzaville voor een paar dagen en zal morgen de andere geinteresseerde Nederlanders hier informeren over het laatste nieuws.
Ik was als architect betrokken bij de restauratie van de begraafplaats en als Nederlander geinteresseerd in de achtergronden van de diverse landgenoten die destijds hier hun leven hebben geriskeerd om diverse redenen. Zoals je ziet aan de stijl van de bovengenoemde plaque hebben de Nederlanders hier de begraafplaats geadopteerd als een soort nationaal symbool met steun van de Ambassade in Kinshasa en het Consulaat in Brazzaville.
Hierbij aangehangen twee foto's van de begraafplaats waarop het graf van L.Th. Kentgens staat afgebeeld.
Op deze foto (8 januari 2004, tijdens de restauratie): Het meest rechts gelegen graf. Op de achtergrond de Congorivier richting de Stanley Pool.
Niet zichtbaar is Kinshasa aan de overkant dat meer naar rechts is gelegen.
Op deze foto (8 januari 2004, tijdens de restauratie): Links van het midden helemaal achteraan tegen de boom. Met op de achtergrond de silo's van de SCLOG.
En een detail van een van de graven:
Op deze foto (4 oktober 2003): Een graf van voor de restauratie met enkele bakstenen onder de cementlaag zichtbaar.
L.Th. Kentgens is een maand na aankomst in Brazzaville gestorven op 46 jarige leeftijd, waarschijnlijk na een tocht te voet of hangmat met twee dragers vanaf de dichtstbijzijnde zeehaven. Dit kan Loango geweest zijn waar de Nieuwe Afrikaanse Handelsvereniging (NAHV) volgens een reconstructie van een kaart van 1900 een handelshuis had.
Loango, voor die tijd de hoofdstad van het gelijknamige koninkrijk en destijds havenstad van de Franse kolonie, ligt een paar km ten noorden van Pointe-Noire in Congo, de grootste stad in de omgeving die de functie van zeehaven van Loango heeft overgenomen in de jaren 1920.
Ook Banana en Matadi aan de mondig van de Congorivier in het buurland Democratische Republiek Congo (DRC) komen in aanmerking als mogelijk startpunt van de landreis naar Brazzaville via Leopoldsville (het huidige Kinshasa) aan de overkant van de rivier. Men moest over land omdat de Congorivier tot Brazzaville / Kinshasa onbevaarbaar is.
De handelskaravanen van die tijd volgden normaalgesproken het huidige tracé van de spoorwegen en de autowegen (in beide landen RN1 genoemd volgens de kaart) die van Pointe-Noire in Congo en Matadi in de DRC naar de hoofdsteden Brazzaville en Kinshasa leiden.
Een dergelijke wandeling in het Afrikaanse binnenland was een riskante onderneming als gevolg van onder andere tropische ziektes zoals malaria en gele koorts waar men in die tijd nog geen goede oplossing voor had.
In de wijk Mpila in Brazzaville is een straat die "Avenue de la Pointe Hollandaise" heet loodrecht op de stroomrichting van de rivier en recht tegenover de Nederlandse begraafplaats die als een punt de rivier in steekt. De naam suggereert dat in deze buurt de concessie van de NAHV gelegen was met een handelshuis en een begraafplaats.
Waarschijnlijk was L.Th. Kentgens daar overleden aan malaria, gele koorts of een andere ziekte opgelopen tijdens de tocht van de kust naar Brazzaville.
Hij kwam in dezelfde maand aan als P. v.d. Sluys volgens de bronnen en misschien met dezelfde karavaan. Ook P. v.d. Sluys stierf kort na aankomst. Was het dezelfde doodsoorzaak? Was er dan misschien sprake van een epidemie?
Het zijn hypothesen en elk stukje informatie van iedere wereldreiziger die op de Nederlandse begraafplaats in Brazzaville begraven ligt is belangrijk voor deze puzzel.
Ter aanvulling op het bovenstaande ontvingen we van Tonko Kentgens ook nog deze fraaie foto van zijn overgrootvader L.Th. Kentgens:
L (Leonardus) Th. (Theodorus) Kentgens
1853 - 1899
Heeft er iemand nog meer aanvullende informatie over de Nederlandse Begraafplaats in Brazzaville, dan horen we dit graag!!
Via deze LINK kun je ook informatie vinden over de Nederlandse Begraafplaats in Elmina.
We kregen dit toegestuurd uit Vlaanderen van Jan Theuninck,
artist for peace, justice and civil liberties
http://www.google.nl/search?q=%22jan+theuninck%22
witte negers -
Na de zwarte negers van Leopold II, de witte negers van Albert II
We kregen de volgende korrektie:
Op de site van Kongo Vrijstaat staan de namen van drie koningen: Leopold I, II en III Saxen-Coburg genaamd. Dit klopt niet: de opvolger van Leopold II was zijn neef koning Albert I. Wegens de oorlog met Duitsland weigerde hij, analoog met het Britse hof, nog de Duitse familienaam te dragen en noemde hij zich van dan af Albert van België. Zijn opvolgers, dus ook Leopold III hebben dit voorbeeld tot op de huidige dag blijven volgen.
Herman Demarsin
Geinteresseerd in een historische rondleiding voor uw eigen groep(je) door Aad 'arcengel' Engelfriet, webmaster van deze grootste Nederlandstalige geschiedenis website, door o.m. een stad of streek in bijv. Nederland, België, Duitsland, Groot-Brittannië, Ierland en/of een historische lezing, publicatie, recensie:
Voor meer vrijblijvende informatie
aad@engelfriet.netWilt U eerst meer weten over Aad Engelfriet:
klik dan HIER
Terug naar Aad's homepage, met links naar al zijn verhalen |
---|
![]() |
wat zijn we trots op ons familiewapen ...., beetje jaloers zeker .... |
Terug naar de top |
---|