(klik op deze tekst om een voorgeadresseerde mail te openen) |
Terug naar het Engelfrieten overzicht |
---|
Naar beneden |
---|
Dit verhaal is opgebouwd uit 2 delen:
- Petrus Datheen, Willem van Oranje en de Calvinistische Republiek van Gent
- Van Petrus Datheen tot de Synode van Dordrecht, ons oudere verhaal:
KLIK HIER VOOR HET VERHAAL Van Petrus Datheen tot de Synode van Dordrecht
Petrus Datheen, Willem van Oranje en de Calvinistische Republiek van Gent
Een citaat uit het 2e verhaal over Petrus Datheen:
Ondanks de meningsverschillen vraagt Willem van Oranje in 1572 Petrus Datheen naar Holland te komen, waar Petrus Datheen tot raad en commissaris van Willem van Oranje wordt benoemd. Tegelijkertijd blijft Petrus Datheen echter verbonden aan het hof van de Keurvorst van de Palts.
Om alle 17 Provincies van de Nederlanden eensgezind te krijgen in het verzet tegen Spanje, komt de Pacificatie van Gent tot stand, waarin echter niets over Godsdienstzaken wordt afgesproken en dus komt er weer, nu een definitieve verwijdering tussen Willem van Oranje en Petrus Datheen. Als dan ook nog een Protestants leger vanuit de Palts optrekt naar het Katholieke Zuiden en het Protestantse Noorden liever geen steun krijgt van Katholieke Franse troepen breekt er bijna een burgeroorlog uit rondom Gent. Volgens Petrus Datheen hebben afgodendienaars nergens recht om Gods Woord te bedrijven. O.l.v. een zekere Jan van Hembyze breekt in Gent een tweede beeldenstorm uit, Petrus Datheen kan hierdoor, ongewild, dat wel, voor het eerst in de gereinigde kerk van St. Baefs preken. Enige tijd later trekken de Protestantse troepen uit de Palts Gent binnen. Prompt komt Willem van Oranje ook naar Gent, waar Petrus Datheen hem ontwijkt, vlak voor de intocht van de Prins, verlaat Petrus Datheen Gent.
Na een maand breken er weer onlusten uit, want Petrus Datheen is weer in de stad. De vroedschap van Gent verzoekt nu officieel de Prins van Oranje om te bemiddelen, voordat de Prins weer aangekomen is, is Petrus Datheen met Jan van Hembyze al weer gevlucht.
Petrus Datheen
Dit bovenstaande citaat is aanleiding voor het verhaal Petrus Datheen, Willem van Oranje en de Calvinistische Republiek van Gent:
Uit het verhaal
Willem van Oranje, was hij katholiek of protestant
halen we onze inleiding voor dit verhaal over Petrus Datheen, Willem van Oranje en de Calvinistische Republiek van Gent.
De Calvinisten in het zuiden van de Nederlanden behoorden, daar is iedereen het altijd over eens, tot de meest radicale. Soms worden deze Zuidelijke Calvinisten zelfs Fundamentalisten genoemd…
Na de "Spaanse" furie van 1576, waarbij in Antwerpen meer dan 7000 Antwerpenaren werden gedood, en bij deze moordpartijen werden de Rooms-Katholieken echt niet ontzien, vertrok Willem van Oranje uit Delft richting de Zuidelijke Nederlanden.
Een andere mythe over Willem van Oranje is dat Willem van Oranje altijd in Delft gewoond zou hebben, absoluut onjuist! Het grootste gedeelte van zijn leven bracht Willem van Oranje door in vooral Brussel, Breda en Antwerpen.
De laatste 6 jaar van zijn leven woonde Willem van Oranje zelfs grotendeels in de Zuidelijke Nederlanden. Willem van Oranje omschreef de Zuidelijke Nederlanden altijd als zijnsa chère patrie
In Antwerpen ging Willem van Oranje, met zijn kinderen uit zijn vorige huwelijken en Charlotte de Bourbon en hun 2 dochters (er zouden er nog vier volgen) wonen in de door Alva gebouwde Citadel. In 1582 vond in deze Citadel de aanslag plaats op Willem van Oranje door Jean Jaureguy.
Willem van Oranje was wel gewaarschuwd voor aanslagen tijdens zijn reis vanuit Delft naar het zuiden, maar het liep allemaal anders, want:
In de Zuidelijke Nederlanden werd Willem van Oranje ingehaald gelijk de Messias, aldus de verslagen. Willem van Oranje reisde per boot en op de boot was het Wapen aangebracht van Philips II. De Opstand was immers niet gericht tegen Philips II, maar tegen o.m. Alva en het ongewenste buitenlandse leger dat door de Nederlanden trok.
Op diverse plaatsen in de Zuidelijke Nederlanden werden Rooms-Katholieke Te Deums georganiseerd ter ere van de komst van Willem van Oranje. Willem van Oranje was erbij toen in de St. Goedele Kathedraal van Brussel het Te Deum werd gevierd ter ere van de komst van Willem van Oranje......
Vele burgers van Antwerpen beschouwden Willem van Oranje als een engel die uit de hemel was neergedaald om hen uit hun nood te verlossen en het stadsbestuur zegde Willem van Oranje een detachement harquebusiers toe om Willem van Oranje op zijn tocht naar Brussel tegen een mogelijke aanslag te beschermen. Hierop besloot Willem van Oranje door te reizen.
Op zijn boottocht op het kanaal naar de hoofdstad kwamen duizenden Brusselaars Willem van Oranje begroeten. Bij de verschillende sluizen waren met tapijten, vlaggen en banieren versierde boten in gereedheid gebracht; op een hiervan speelde een orkestje ‘het liedeke van zijn Excellentie’, ( = Het Wilhelmus) terwijl op een andere de daden die door Jozef, Mozes en David ten bate van het volk Israël waren verricht, werden uitgebeeld als een prefiguratie van Willem van Oranje's strijd tegen de Spaanse tirannie.
Bij zijn aankomst in Brussel werd Willem van Oranje verwelkomd door delegaties van de Staten-Generaal en het stadsbestuur, die Willem van Oranje vergezelden in zijn tocht door de rijkelijk met oranjeappels, wapens en vlaggen versierde straten. Door velen van de samengestroomde burgers werd Willem van Oranje uitbundig toegejuicht, terwijl menigeen ook van vreugde huilde. Onder het luiden van de klokken en het afschieten van vuurwapens reed Willem van Oranje met de Engelse gezant William Davison aan zijn rechter zijde en Aerschot aan zijn linker zijde naar het Hof van Nassau, dat Willem van Oranje meer dan elf jaar niet had betreden.
Op de weg hierheen passeerde Willem van Oranje de Grote Markt, waar Egmont en Horne, die Willem van Oranje niet had kunnen overreden samen met hem de wapens op te nemen, desniettemin in 1568 op bevel van Alva waren onthoofd, en ook het Hof van Brabant, waar Willem van Oranje eens als raadsheer van keizer Karel had gediend.
Willem van Oranje kon op de volle steun rekenen van de Brusselse bevolking, die Willem van Oranje vereerde alsof Willem van Oranje een godheid was. In geen enkele andere stad dan Brussel is Willem van Oranje ooit zo op handen gedragen. Vrouwen vielen op hun knieën wanneer Willem van Oranje door Brussel reed en mannen bewaakten dag en nacht Willem van Oranje's Brusselse paleis.
1583
Willem van Oranje
En dan zou je toch ook verwachten dat in het Zuiden waar Willem van Oranje dus op handen werd gedragen, het protestantisme bevorderd zou worden. Nee dus, pas 7 maanden later, in september 1578, verzocht Willem van Oranje het stadsbestuur van Antwerpen om in de kapel van de citadel, waar Willem van Oranje dus woonde, een dominee te mogen laten preken.
Van Willem van Oranje is ook bekend dat hij zich verre hield van theologische disputen. Waar het Willem van Oranje om ging, was een tolerante maatschappij zonder geloofsbeperkingen. Net zoals een Protestant (Lutheraan, Calvinist), moest ook een Katholiek in alle vrijheid kunnen leven. (Met uitzondering van de Wederdopers, daar was "iedereen" op tegen) Het leverde Willem van Oranje heel wat conflicten op, eerst met de Katholieke Plakkaten gericht tegen de Nieuwe Religie(s), later met vooral de Calvinisten die zich ook weer weinig tolerant zouden opstellen tegenover de Katholieken.
Na het beleg van Haarlem en vooral ook n.a.v. het Verraad van Rennenberg werd, alleen in Holland en Zeeland, de katholieke godsdienst verboden. Willem van Oranje was hier op tegen.
Wat meestal ook niet bekend is, is dat Willem van Oranje het ook niet eens was met de godsdienst bepalingen in het in 1579 opgestelde Unie van Utrecht verdrag, opgesteld onder "voorzitterschap" van Willem van Oranje's zeer Calvinistische broer Jan (de Oude). Pas na lang aarzelen heeft Willem van Oranje toegestemd met het Unie van Utrecht verdrag, maar het niet ondertekend. Over het ontbreken van de handtekening van Willem van Oranje en de aarzeling / worsteling van Willem van Oranje, werd maar niet gesproken in de 19e eeuw en dus kwam in de vaderlandse geschiedenis boeken het verhaal dat Willem van Oranje het Unie van Utrecht verdrag zou hebben opgesteld en dat is een zeer hardnekkig misverstand gebleven....
Waarom werd de katholieke godsdienst verboden? Men vond dat katholieken te veel heulden met de vijand, zeer onterecht zoals we nu weten, maar wel met grote gevolgen.
Over Willem van Oranje en de Unie van Utrecht hebben we maar een apart verhaal gemaakt:
Unie van Utrecht 1579? Unie van Utrecht deugde niet, aldus Willem van Oranje
De Unie van Utrecht werd ondertekend op 23 januari 1579, zonder de handtekening van Willem van Oranje.
Na een paar maanden geprobeerd te hebben vooral de godsdienst bepalingen van de Unie van Utrecht te veranderen, bleef er voor Willem van Oranje weinig anders over dan aansluiting bij de op 23 januari 1579 ondertekende Unie van Utrecht.
Willem van Oranje deed dit door op 3 mei 1579 een verklaring uit te geven, waarin Willem van Oranje zonder enig enthousiasme alsnog de Unie van Utrecht aanvaardde. Onder het Unie van Utrecht tractaat zelf plaatste Willem van Oranje zijn handtekening echter NIET en Willem van Oranje zou het ook later NOOIT doen..
Ondertekenaars Acte Unie van Utrecht 23 januari 1579
Bovenaan de handtekening van (broer) Jan (Johan, Graaf) van Nassau (de Oude)
maar NIET die van Willem van Oranje
Verder handtekeningen van o.m.
J. van Poelgeest, Reinier van Cant,
Willem Roessens, Nicolaas Blanx,
Pieter de Rijcke, Caspar van Vosberge,
maar nergens die van Willem van Oranje
Over het grote misverstand dat Willem van Oranje voor 100% achter de Unie van Utrecht zou hebben gestaan, gaat het verhaal over Willem van Oranje en de Unie van Utrecht.
Unie van Utrecht 1579? Unie van Utrecht deugde niet, aldus Willem van Oranje
Iedereen die maar wat afweek van de "Rechte Leer" kon beschuldigd worden van quasi-Roomse neigingen en was dus bijna automatisch pro-Spaans....
De Calvinistische Kerk, zo wordt nu vaak gesteld, verdrong de Rooms-Katholieke Kerk en verbood op haar beurt de Rooms-Katholieken (nog steeds de overgrote meerderheid van de bevolking!) godsdienstvrijheid.
Maar anders dan bij de Rooms-Katholieken 20 jaar eerder, de Calvinistische Kerk werd nu niet volledig gesteund door de overheid. En dat was de voorlopige winst te danken aan o.m. Wilem van Oranje!
Pas in het 12-jarig bestand zou een steeds nauwer wordende verstrengeling van Kerk en Staat bijna desastreus aflopen voor anders-, wat ruimer denkenden. Deze laatsten werden dus o.m. verdacht van heulen met de vijand, want niet recht in de leer, wat kon uitlopen op quasi-Rooms en dus pro-Spaans gedrag.....
In 1577 werd in Gent door deze fundamentalistische Calvinisten een staatsgreep gepleegd o.l.v. het Comité der Achttien Mannen. Het Comité der Achttien Mannen vond de godsdienstbepalingen zoals opgenomen in de Pacificatie van Gent (ook wel, heel toepasselijk, de Bevrediging van Gent genoemd) afgesloten op 8 november 1576, niet streng genoeg.
De belangrijkste bepalingen in het Pacificatie van Gent verdrag (de Bevrediging van Gent) waren, althans voor dit verhaal over Petrus Datheen, Willem van Oranje en de Calvinistische Republiek van Gent:
Na het afsluiten van de Pacificatie van Gent schreef Willem van Oranje een brief aan Koning Hendrik III van Frankrijk om te bemiddelen bij Philips II.
Philips II weigerde natuurlijk zich neer te leggen bij de bepalingen van de Pacificatie van Gent, niemand weet hoe en wat Hendrik III precies heeft bemiddeld, mogelijk heeft hij zelfs nooit hierover contact opgenomen met Philips II.
In 1576 kwam er een mogelijk keerpunt: een halfbroer van Philips II, Don Juan, werd benoemd tot nieuwe Landvoogd. Voor de 17 gewesten was Don Juan alleen acceptabel als Don Juan de bepalingen van de Pacificatie van Gent onderschreef en dat deed Don Juan!
Als bewijs dat Don Juan het vertrouwen van de 17 gewesten wilde wekken, stuurde Don Juan de Spaanse troepen weg!
Na verloop van tijd vond Don Juan echter dat hij te weinig macht, aanzien en respect ontving en liet weer Spaanse troepen binnen, die prompt het kasteel van Namen innamen. In dezelfde tijd radicaliseerden de calvinisten en braken dus weer rellen uit. Argumenten voor Philips II om de Pacificatie van Gent niet eens te overwegen....
Vaak wordt gedacht dat de Pacificatie van Gent een direkt gevolg is van de Spaanse Furie in Antwerpen, ogenschijnlijk wel, maar in werkelijkheid niet: op de dag dat de al overeengekomen tekst van de Pacificatie van Gent naar de Staten-Generaal in Brussel werd gebracht, werd in Brussel bekend dat de dag daarvoor de Spaanse Furie in Antwerpen had plaatsgevonden.
- De bestaande plakkaten tegen ketterij zullen worden opgeschort.
- Alleen in Holland en Zeeland wordt de Nieuwe Religie geoorloofd, in de andere gewesten mag de Rooms-Katholieken niets in de weg gelegd worden.
- Na vertrek van de "Spaanse" troepen zal de Staten-Generaal z.s.m. bij elkaar komen om over allerlei zaken, w.o. godsdienstige verschillen, definitief een unaniem besluit te nemen
De Spaanse Furie zorgde er wel voor dat de Pacificatie van Gent zonder enig voorbehoud werd aangenomen!
De Pacificatie van Gent werd bekrachtigd op 7 januari 1577 in Brussel door de Staten-Generaal der Nederlanden. Deze Eerste Unie van Brussel, maar bekender geworden onder de naam Generale Unie, hield in dat in Zeeland en Holland, Buren en Bommel alleen het calvinisme werd toegestaan en in de andere gewesten alleen de katholieke godsdienst, maar in de andere gewesten dan Holland en Zeeland mochten de aanhangers van de Nieuwe Religie niet vervolgd worden. In Holland en Zeeland zouden de Rooms-Katholieken gedoogd worden. Willem van Oranje werd erkend als stadhouder van Holland en Zeeland.
Dat van nu voortaen d'inwoonderen ende onderzaeten van d'een ende d'ander zyde van wat lande van herwaertsovere ofte ende van wat staete, qualiteyt ofte conditie hy zy, overal zullen mogen hanteren, gaen ende keeren, woonen ende trafficqueren, koopmansche wyze ende anderssins, in alle vrydom ende verzekerheyt, welverstaende dat niet georlooft oft toegelaeten en zal zijn, die van Hollandt, Zeelant ofte andere, van wat lande, conditie, ende qualiteyt dat hy zy, yet te attempteren herwaertsovere, buyten die voirsz. landen van Hollandt, Zeelandt ende geassocieerde plaetsen, tegens die gemeyne ruste ende vrede, zunderlinghe teghens die Catholicke Roomsche religie ende exercitie van dien, noch yemanden ter causen van dien t'injurieren, irriteren mit worden oft mit wercken, noch mit gelycke acten te scandalizeren, op pene van gestrafft te worddene als perturbateurs van de gemeene ruste, anderen ten exemple.
Bovendien, en dat weet bijna niemand, althans je vindt het niet of nauwelijks terug in de vaderlandse geschiedenisverhalen:
Samengevat: Rooms-Katholieken die woonden buiten Holland en Zeeland, zouden niet worden lastig gevallen om welke reden dan ook.....
Het spreekt vanzelf dat de Eerste Unie van Brussel, bekender geworden onder de naam Generale Unie ook van harte werd ondersteund door de katholieken en dat kwam Willem van Oranje niet ongelegen, gelet op de (komende) problemen met Gent.
En natuurlijk was het ook een overwinning voor Willem van Oranje dat de Eerste Unie van Brussel, bekender geworden onder de naam Generale Unie ook werd ondertekend door de Calvinistische Staten van Holland en die van Zeeland!
Citaat uit het verhaal
Inquisitie, ontdaan van mythen: Inquisitie is deel Zwarte Legende
Tijdens de mislukte vredesbesprekingen van Keulen in 1576 had Philips II gebroken met de door hem gedurende de voorafgaande tien jaren gevoerde politiek van genadeloze onderdrukking van elk verzet tegen zijn beleid en zich bereid getoond grote concessies aan de opstandelingen te doen. Philips II had hun aangeboden alle Spaanse troepen terug te trekken en hun privileges te respecteren. Tijdens de Keulse vredesonderhandelingen had Philips II de protestanten in Holland en Zeeland zelfs vrijheid van godsdienstoefening toegezegd, terwijl hun geloofsgenoten in de andere provincies een termijn van vier jaren zou worden gegeven om naar het buitenland te vertrekken.
Tijdens deze Keulse Vredesonderhandelingen was ook geprobeerd om Willem van Oranje om te kopen:
De hertog van Terranova was door Philips II gemachtigd aan Willem van Oranje voor te stellen dat voor het geval Willem van Oranje zich in Duitsland zou terugtrekken, Willem van Oranje een bedrag van 100.000 dukaten zou ontvangen en zijn Nederlandse bezittingen en het stadhouderschap van Holland en Zeeland aan Willem van Oranje's zoon Philips Willem zouden worden toegekend.
Na zijn aankomst te Keulen besprak Terranova dit plan met een van de keizerlijke afgevaardigden, de graaf van Schwartzenberg, die een goede vriend van Willem van Oranje was - hij noemde hem zijn ‘vader’ - en zich bereid betoonde om in de onderhandelingen van de Spaanse hertog Terranova met Willem van Oranje te bemiddelen.
Hierop nam Schwartzenberg contact op met Willem van Oranje, die hem berichtte gaarne van de door zijn vriend aangeboden diensten gebruik te willen maken en een van zijn vertrouwelingen naar Keulen te zullen zenden om over zijn particuliere zaken besprekingen te voeren. Inderdaad arriveerde Willem van Oranje's secretaris Nicolaas Bruyninck eind juni te Keulen en Nicolaas Bruyninck kreeg van Schwartzenberg te horen dat indien Willem van Oranje alle Nederlandse gewesten die door zijn troepen bezet waren, terug zou geven aan Philips II, Willem van Oranje ongetwijfeld zeer ingenomen zou zijn met de gunsten die Willem van Oranje hiervoor van Philips II zou ontvangen.
Hierop antwoordde Nicolaas Bruyninck dat hij, Nicolaas Bruyninck, alle reden had om te geloven dat zijn meester in zo'n schikking zou treden.
Terranova was nu wel vol vertrouwen dat hij zijn doel zou bereiken en zegde Schwartzenberg een bedrag van 20.000 dukaten ineens en een jaarlijkse uitkering van 4000 dukaten toe indien alles naar wens zou verlopen.
Spoedig bleek echter dat Terranova's optimisme voorbarig was. In een gesprek met een andere keizerlijke afgezant, de aartsbisschop van Keulen, gaf Nicolaas Bruyninck enig idee van wat Willem van Oranje als tegenprestatie van het opgeven van zijn opstandige houding verwachtte. Dat was niet gering:
- de invrijheidstelling van zijn oudste zoon Philips Willem
- de betaling van de twee miljoen gulden die Willem van Oranje verschuldigd was aan Duitse legerbevelhebbers
- de teruggave van Willem van Oranje's in beslag genomen goederen
- het herstel in alle door Willem van Oranje beklede ambten
- handhaving van de protestantse eredienst in alle plaatsen waar deze was ingevoerd
Willem van Oranje had niet meer kunnen eisen, zo merkte de aartsbisschop van Keulen op........
De Keulse Vredesonderhandelingen liepen op niets uit, niet alleen i.v.m. het onoverbrugbare verschil over de godsdienst, maar ook over een groot verschil van inzicht over de macht van de Staten-Generaal. Er was, en dat was het breekpunt, geen enkele garantie dat Philips II zich zou houden aan welke afspraak dan ook. Want, in de ogen van Philips II, gold:
een afspraak gemaakt met ketters mag eenzijdig worden verbroken
Niets zou Philips II er van kunnen weerhouden om de wapens weer op te nemen en zelfs in de Nederlanden de Spaanse Inquisitie in te voeren, aldus een advies van de Aartsbisschop van Toledo!
Na de staatsgreep in Gent gepleegd o.l.v. het Comité der Achttien Mannen ontstond er een conflict tussen Willem van Oranje en Gent en dan vooral tussen bijv. Petrus Datheen en Willem van Oranje:
Willem van Oranje was een voorstander van Religievrede: Protestanten en Rooms-Katholieken moesten vrij hun godsdienst kunnen belijden, verwoord door Willem van Oranje in het befaamde 100 gezinnen compromis, wat je dus ook nauwelijks terugvindt in de meeste vaderlandse geschiedenisboeken:
En wat vonden Petrus Datheen en anderen in Gent:
Willem van Oranje stelde in 1578 een Religievrede voor: in Holland en Zeeland, in steden waar tenminste 100 / honderd Rooms-Katholieke gezinnen woonden, tolereer dat Rooms-Katholieken een eigen kerkgebouw krijgen. Andersom in het katholieke zuiden.
Het voorstel werd door de Calvinistische Staten van Holland en die van Zeeland verworpen. Vanaf het beleg van Haarlem was er in Holland en Zeeland geen tolerantie meer t.o.v. Katholieken.
In Holland en Zeeland bestond wel Gewetensvrijheid, maar geen Godsdienstvrijheid, laat staan een Religievrede.
In Henegouwen en Artois gold het omgekeerde...
Het ontbreken van een Religievrede heeft Willem van Oranje altijd betreurd en zorgde voor een verwijdering t.o.v. zijn politieke Calvinistische bondgenoten.
De overheid moet partij kiezen voor de Nieuwe Religie, want dat is immers de Ware Godsdienst en DUS dient een protestantse overheid geen Rooms-Katholieke kerken te tolereren
.............De basis van het conflikt tussen Willem van Oranje, Petrus Datheen en de Calvinistische Republiek van Gent.............
NOG GESCHIEDENIS GENT
In 1537 ontstaat een politieke crisis. Landvoogdes, Maria van Hongarije, een zus van Karel V, vraagt een bede van 1.200.000 florijnen aan de drie steden Gent, Brugge en Ieper. Noodzakelijk om voor haar broer Karel V een leger van 3000 man in te huren. Niet alleen Brugge en Ieper, maar ook Gent weigert om op de bede in te gaan.
In zo'n rebelse stad als Gent gingen dus voor veel inwoners van Gent de bepalingen van De Pacificatie van Gent niet ver genoeg. En toen kwam op 1 november 1577 o.l.v. het Comité van de Achttienmannen, aangevoerd door Frans van der Kethulle, heer van Ryhove en de volksleider Jan van Hembyze, twee overtuigde calvinisten, de Calvinistische staatsgreep. De bevolking van Gent was er niet echt op tegen en zo ontstond de Calvinistische Republiek van Gent. Gent ging zelfs zover dat zij zich soeverein noemden en dus niets meer te maken (wilden) hebben met anderen, heel opmerkelijk! En in Gent wist men nog heel goed wat er in het verleden vwb Gent allemaal was gebeurd, zie de voorgaande paragraaf over de geschiedenis van Gent!
Volgens veel historici had de Calvinistische staatsgreep o.l.v. het Comité van de Achttienmannen, aangevoerd door Frans van der Kethulle, heer van Ryhove en de volksleider Jan van Hembyze de stilzwijgende goedkeuring van Willem van Oranje. Het verhaal gaat dat Frans van der Kethulle, heer van Ryhove bij Willem van Oranje de plannen voor de Calvinistische staatsgreep had voorgelegd, waarop Willem van Oranje een ontwijkend antwoord zou hebben gegeven.
Een van de eerste besluiten van het revolutionaire Gent was het voorstel aan de stad Brussel om het bondgenootschap te vernieuwen dat Vlaanderen en Brabant in 1339 hadden gesloten! Deze unie dateerde uit de tijd dat Koning Edward III steun zocht in de Nederlanden voor zijn strijd om het koningschap van Frankrijk. Gent en de andere Vlaamse steden verwierpen toen het gezag van hun Graaf en diens Franse leenheer, en schaarden zich achter de Koning van Engeland. Het was in Gent dat de Vlamingen de Koning van Engeland als hun nieuwe soeverein erkenden.....
Meteen in november 1577 kwam Gent ook met een voorstel aan de Staten-Generaal voor het geval dat de Vredesonderhandelingen van Keulen zouden mislukken. Gent stelde de vorming voor van een systeem van stadstaten, waarin het hele graafschap Vlaanderen onder het gezag van de drie grote steden, Gent, Brugge en leper zou komen te staan.
Gent schreef voor haar eigen kwartier het volgende voor:
- afschaffing van de autonome plattelandsdistricten
- invoering van een raad van afgevaardigden van de steden die beslissingen zou nemen in staatsaangelegenheden, oorlogszaken en kwesties die de openbare orde betroffen
- veiligstelling voor Gent van een derde van de stemmen in de benoeming van schepenen in de kleinere steden
De Calvinistische Republiek van Gent herstelde voor de stad Gent zelfs de middeleeuwse coöperatieve organisatie die door Karel V na de opstand van 1540 was afgeschaft. Belangrijkste was dat Gent (weer) het recht in eigen hand nam om een evt landsheer te erkennen of niet, afhankelijk van het accepteren van voorwaarden zoals die door Gent zouden worden voorgesteld. Met als doel natuurlijk het beperken van de macht van de landsheer.....
En dat alles had natuurlijk te maken met het feit, Gentenaren kenden hun geschiedenis maar al te goed natuurlijk, dat vanaf de 14e eeuw tot ca 1570 Gent betrokken was geweest bij 4 grote opstanden. In totaal was Gent in deze periode bijna 25 jaar in opstand geweest! In heel Vlaanderen kan men achteraf zeggen dat eens in de 7 jaar er wel ergens een Opstand was uitgebroken.....
De Gentse Calvinistische Republiek wilde in 1577 dus, voor alles, de beperkingen van 1540 vwb de stedelijke autonomie weer afschaffen. Frans van der Kethulle, heer van Ryhove en Jan van Hembyze en hun volgelingen wilden dus een terugkeer naar de Middeleeuwse "onafhankelijke" status van Gent. De Calvinistische Republiek van Gent zou, achteraf, de laatste grote Middeleeuwse opstand zijn... En net als bij de vorige, nog min of meer vers in het geheugen, zou Gent weer zijn eigen rol willen spelen ÈN het omliggende land willen overheersen.
Onbekend is meestal ook dat tijdens de Calvinistische Republiek van Gent nu de katholieken werden vervolgd:
28 juni 1578
Executies van monniken op de Vrijdagmarkt te Gent
..........een onbekende zwarte bladzij..........
Volgens velen zat daarmee de Calvinistische Republiek van Gent op dezelfde lijn als Philips II: vrijheid van geloof werd niet toegestaan!
Gent presteerde het ook om 2 jaar, voordat de Staten-Generaal dit deed op 26 juli 1581, al op 6 augustus 1579 de landsheer Philips "II" het gezag over Gent te ontzeggen. Men deed dit naar het Italiaans model: civitas sibi princeps. Ook begon Gent zelfs met het uitgeven van eigen munten.
In datzelfde jaar 1578 vond ook in Gent, wat men is gaan noemen, de tweede Beeldenstorm plaats met, volgens velen, nog ergere resultaten dan in 1566. Nu nog steeds beroemde Gentse kerken hebben in 1578 hun interieur grotendeels definitief verloren: St.Salvatorkerk, St. Michielskerk, St.Baafs en de St.Pieter.
Ook de abdij van Blandijnberg en een aantal kloosters en abdijen buiten Gent (Waarschoot, Heusden en Waasmunster) worden geplunderd.
De in Gent wonende Jacob Hessels, Heer van der Camere, procureur-generaal van de Raad van Vlaanderen, o.m. ondertekenaar van het doodvonnis van de Graven van Egmont en Horne, wordt op 4 oktober 1578 zonder enige vorm van proces in Sint-Denijs-Westrem opgehangen. In 1576 had Jacob Hessels nog 6 wederdopers in Gent laten terechtstellen....
Citaat uit het verhaal:
De integrale tekst van het Plakkaat van Verlating / Verlatinghe, Juli 1581
Plakkaat van Verlating / Verlatinghe
26 Juli 1581
In de Staten-Generaal
26 Juli 1581
De leden van de Staten-Generaal van de Verenigde Nederlanden groeten allen, die dit zullen zien of horen voorlezen, en laten weten:
Het is aan ieder bekend dat een vorst, als dienaar van God, geacht wordt zijn onderdanen te beschermen tegen alle onrecht, overlast en geweld, zoals een herder zijn schapen beschermt. De onderdanen zijn niet door God geschapen om de vorst in alles wat hij beveelt onderdanig te zijn en hem als slaven te dienen. De vorst regeert bij de gratie van zijn onderdanen en moet met recht en reden over hen regeren, hen beschermen en liefhebben zoals een vader zijn kinderen liefheeft en zoals een herder met hart en ziel zijn schapen beschermt. Als een vorst zijn plichten niet nakomt, maar, in plaats van zijn onderdanen te beschermen, hen probeert te onderdrukken als slaven, dan is hij geen vorst, maar een tiran. In dat geval mogen zijn onderdanen, na beraadslaging in de Staten-Generaal, hem afzweren en een andere leider kiezen.
De Staten-Generaal gingen uiteindelijk nog een aantal jaren op zoek naar een "soeverein", Gent was al zo ver dat zij de soevereiniteit bij de eigen Gentse stedelijke magistraat legden. Pas na het debacle met Robert Dudley waren de Staten-Generaal ook zover....
Citaat uit het verhaal:
1588 De Spaanse Armada en Parma
Robert Dudley
Graaf van Leicester
1532 - 1588
Als steun stuurde Elisabeth Leicester die echter meer verprutste dan goed deed. Uit onvrede over de slechte relatie met de Nederlanders ( dat ging er natuurlijk over, wie is nu de baas ), gaf bijvoorbeeld het Engelse garnizoen van Zutphen zich op een dag zo maar over aan de Spanjaarden. Tactisch werd Leicester uiteindelijk verzocht terug te gaan, en de soevereiniteit ? Die hielden de Staten-Generaal vanaf die tijd maar zelf, een beetje noodgedwongen weliswaar, maar wel uniek in de toenmalige wereld. Iedereen had immers toen een Soeverein (Koning, Hertog, Heer...)
Frans van der Kethulle, heer van Ryhove, zou onderweg terug naar Gent zijn ingehaald door Philips Marnix van St. Aldegonde die hem namens Willem van Oranje toch min of meer toestemming zou hebben gegeven. En deze manier van handelen door Willem van Oranje was niet bevorderlijk natuurlijk voor de latere relatie tussen Gent en dan in het bijzonder mensen als Petrus Datheen en Willem van Oranje....
Bij het begin van de de Calvinistische staatsgreep o.l.v. het Comité van de Achttienmannen werd prompt iemand van de hoge adel gevangen genomen: de katholieke Philips III van Croy, Hertog van Aarschot, prins van Chimay, markies van Renty, graaf van Beaumont en heer van tal van andere heerlijkheden en het meest belangrijkste: Philips III van Croy, Hertog van Aarschot was Stadhouder van Vlaanderen! Ondanks diverse meningsverschillen die Philips III van Croy, Hertog van Aarschot had met Willem van Oranje, lukt het Willem van Oranje om Philips III van Croy, Hertog van Aarschot vrij te krijgen.
Na de Calvinistische staatsgreep in Gent kwam er een stroom van mensen naar Gent, daarbij natuurlijk veel vluchtelingen uit bijv. Emden en Engeland die zich vanzelfsprekend niet alleen onverzoenlijk, maar ook zeer dogmatisch zouden opstellen. Ook trokken veel, naar we mogen aannemen, protestantse soldaten naar Gent, waardoor ook het militaire gezag van Gent verstevigd werd. Maar ook vanuit Gent zou de omgeving, tot aan het huidige Zeeuws-Vlaanderen toe, geregeld worden bezocht door vooral ruitereenheden uit Gent die soms een ware terreur zouden uitoefenen. Het begrip Gentse Ruiters heeft nog steeds een negatieve klank!
Het Comité van de Achttienmannen had Philips III van Croy, Hertog van Aarschot gevangen genomen om Philips III van Croy, Hertog van Aarschot te dwingen af te treden als Stadhouder van Vlaanderen.
De aanleiding voor de gevangenneming van Philips III van Croy, Hertog van Aarschot, was zijn poging geweest om van Vlaanderen een anti-Willem van Oranje bolwerk te maken......
Om een lang verhaal kort te maken, na zijn in vrijheidsstelling dankzij Willem van Oranje, keerde de uiteraard getergde en diep beledigde Philips III van Croy, Hertog van Aarschot zich uiteindelijk toch af van Willem van Oranje (ze hadden immers toch al geen goede verstandhouding) en koos weer voor Philips II.
Door de gevangenneming van Philips III van Croy, Hertog van Aarschot door het Gentse Calvinistische Stadsbestuur verloor Willem van Oranje heel veel steun van veel katholieken, er gaan zelfs verhalen dat Willem van Oranje wist dat Philips III van Croy, Hertog van Aarschot gevangen zou worden genomen, na zijn gevangenneming besefte Willem van Oranje dat dit veel te ver ging....
Niet alleen Philips III van Croy, Hertog van Aarschot was gevangen genomen, in totaal waren 15 belangrijke personen door het Comité van de Achttienmannen van Gent gevangen genomen:
- Philips III van Croy, Hertog van Aarschot / Aerschot, prins van Chimay, markies van Renty, graaf van Beaumont en heer van tal van andere heerlijkheden en het meest belangrijkste: Stadhouder van Vlaanderen
- Ook de Stadhouder van Waals-Vlaanderen
- De Bisschoppen van Brugge en Ieper
- Twee leden van de Raad van Vlaanderen
- Diverse Vlaamse hoge edellieden en baljuwen
Door de acties van Gent zakte de sympathie bij katholieken voor de Opstand naar een dieptepunt. Vooral Brugge en Ieper protesteerden heftig tegen het gevangen zetten van hun bisschoppen. Het zou het begin van het einde inluiden van de katholieke steun voor Willem van Oranje en aanleiding worden voor de Unie van Atrecht.
De twee zonen van Willem van Oranje zouden de dalende sympathie van de katholieke anti-Spaanse bevolking ook ondervinden: Maurits bij de verovering in 1590 van Breda (met het turfschip plan van schipper Adriaan van Bergen, absoluut niet bedacht door Maurits....) en Frederik Hendrik in 1629 van 's-Hertogenbosch.
Het is een van de vaderlandse mythen dat Breda en 's-Hertogenbosch zouden zijn bevrijd, beide steden werden, zo voelden de inwoners dat, veroverd. De inwoners van Breda en 's-Hertogenbosch hadden na de verovering geen (RK) godsdienstvrijheid meer. Bij, wat in de vaderlandse geschiedenis wordt genoemd, de Val van Breda (1625), de verovering van Breda door Spinola op Justinus van Nassau, bastaardzoon van Willem van Oranje, pas toen voelde de bewoners van Breda zich bevrijd en vierden feest. En kregen hun vrijheid van RK godsdienst weer terug.
Frederik Hendrik had de inwoners van 's-Hertogenbosch vrijheid van godsdienst aangeboden, maar werd overruled door een delegatie Contra-Remonstranten. De sympathie van de katholieke Zuidelijke Nederlanders voor de Opstand zakte hierdoor definitief weg.
Later werd Maastricht wel vrijheid van godsdienst aangeboden en tot verbazing van vele Calvinisten kwam bij een veldtocht van Frederik Hendrik in de Zuidelijke Nederlanden de bevolking niet in de verwachte opstand. Zoals ook al was gebeurd in 1600, tijdens de tocht van Maurits naar uiteindelijk Nieuwpoort. Spontane hulp van de bevolking bleef uit.
De dalende sympathie van de katholieke anti-Spaanse bevolking had dus ingezet in Gent, met de gevangenneming van 15 katholieke vooraanstaande personen, zeker geen absolute tegenstanders van Willem van Oranje.....
Willem van Oranje heeft waarschijnlijk zich te laat gerealiseerd wat de gevolgen waren, vandaar zijn bezwaren tegen de godsdienst artkelen van de Unie van Utrecht:
Unie van Utrecht 1579? Die Unie van Utrecht deugde niet, aldus Willem van Oranje
En zo kwam dus ook iemand als Petrus Datheen in Gent terecht, tegenwoordig omschreven als een fanatiek iemand, sommigen noemen Petrus Datheen in zijn Gentse perioden zelfs een ijzervreter.
Op 19 maart 1578 trekken 's nachts 100 Gentse ruiters met 1000 man voetvolk naar Brugge, overvallen Brugge en installeren ook in Brugge een Calvinistisch Comité van Achttienmannen.....
Petrus Datheen was een theocraat die heilig geloofde dat er buiten de ware, calvinistische kerk geen heil was. Tolerantie kende Petrus Datheen niet. Alles moest wijken voor de zuivere prediking van Gods Woord. Daarvoor zette Petrus Datheen alles op het spel. Petrus Datheen keerde zich zelfs tegen Willem van Oranje.
In Gent werden de inwoners steeds radicaler. Willem van Oranje heeft diverse keren Gent bezocht om voor verzoening te pleiten. Want Gent handelde tegen de bepalingen van de Pacificatie van Gent, die in de Zuidelijke Nederlanden de monopoliepositie van de Rooms-Katholieke Kerk erkende.
Petrus Datheen en zijn medestanders hadden natuurlijk een aantal kerken overgenomen en claimden erna het alleenrecht van de calvinistische godsdienst. Willem van Oranje pleitte echter steeds voor verdraagzaamheid en wilde ruimte voor de rooms-katholieke eredienst. Petrus Datheen heeft toen vanaf de preekstoel in de Sint-Baafskathedraal gezegd dat Willem van Oranje net zo gemakkelijk van godsdienst verandert als iemand anders van bovenkleding.....
Zo verblijft Willem van Oranje vanaf 29 december 1577 zelfs veertien dagen in Gent en wordt Willem van Oranje uitgeroepen tot 'vader des vaderlands'.
Gent vormt gedurende een bepaalde periode zelfs het centrum van de Opstand! Maar katholieken keren zich af van Gent als blijkt dat het het Comité van de Achttienmannen van Gent het
Genève van het Noorden
willen maken. Genève is het grote voorbeeld, want daar werkt en predikt immers Calvijn!
Vooral Waalse katholieken, de geschiedenis ingegaan als De Waalse malcontenten hebben steeds meer moeite met Gent en dan natuurlijk vooral met de manier waarop Gent de Pacificatie van Gent uitvoert. Prompt worden de Waalse malcontenten door de Gentse Achtienmannen Paternosterknechten genoemd.
Willem van Oranje vond dit laster en heeft deze uitspraak Petrus Datheen nooit vergeven. Willem van Oranje kon niet hebben dat een voormalige karmelieter monnik als Petrus Datheen hem, Willem van Oranje, verweet dat hij niet oprecht was. Het is nooit meer goed gekomen tussen Petrus Datheen en Willem van Oranje.
In deze tijd verschenen ook veel anti Willem van Oranje pamfletten uit katholieke en conservatieve hoek. Maar één van de in 1579 verschenen pamfletten waarin het beleid en de persoonlijkheid van Willem van Oranje scherp bekritiseerd werd, was van de hand van een overtuigd calvinist, Petrus Datheen en had als titel:
Vermoedelijk, maar weet dat niet zeker, is in de Gentse periode van Petrus Datheen zijn Heidelbergse Catechismus ontstaan en veel van Petrus Datheen's psalmen.
Waarschuwing en raad aan het Nederlandse volk
Petrus Datheen was natuurlijk goed op de hoogte van alles, want had lang samengewerkt met Willem van Oranje!
Maar wat Petrus Datheen schreef over Willem van Oranje was ook voor tijdgenoten onthutsend en je vindt het uiteraard nooit terug in de populaire vaderlandse geschiedenisboeken:
Willem van Oranje was een hypocriete tiran, alleen maar uit op eigen voordeel. Katholieken beschouwden Willem van Oranje ten onrechte als de ziel van de Opstand (aldus Petrus Datheen), maar het verzet tegen de Spanjaarden was helemaal niet te danken aan Willem van Oranje. Willem van Oranje was bij de komst van Alva immers gevlucht en de militaire invallen van Willem van Oranje in 1568 en 1572 hadden niets uitgericht, de bevolking had zich zelf moeten verdedigen!
En nu koos Willem van Oranje ineens voor de steun van de Franse katholieke Hertog van Anjou en was niet ingegaan op de steun van edelmoedige paltsgraaf Johan Casimir. (had steun toegezegd inderdaad, maar daar moest wel voor betaald worden en dat geld was er niet)
Ook was de nederlaag van de Calvinistische Republiek van Gent te wijten geweest aan Willem van Oranje, die had toch steun gezocht bij Waalse katholieke edelen. Ook had Willem van Oranje geld dat de Gentenaren bijeen hadden gebracht voor het ontzet van Maastricht ergens anders voor gebruikt.
Kortom: Willem van Oranje was een hypocriet en een tiran en in een nieuwe Unie moest ieder Gewest waken voor zijn eigen soevereiniteit. Willem van Oranje zou die met voeten treden!
Begrijpelijk was het voor een rechtlijning iemand als Petrus Datheen niet te begrijpen dat Willem van Oranje steun zocht bij het katholieke Frankrijk, maar daar hebben we het ook al uitvoerig overgehad in dit verhaal.
Toen de katholieke Hertog van Anjou uiteindelijk met zijn hulptroepen uit Frankrijk kwam en aan de stadspoorten van Gent doortocht verzocht en er ook aan toevoegde dat aan Rooms-Katholieken weer een kerk teruggegeven zou worden, ja, begrijpelijk dat Gent dit weigerde, en natuurlijk werd de Hertog van Anjou met zijn mannen niet in Gent toegelaten.
Uiteindelijk is (1584) Gent, net als Brugge en Antwerpen, veroverd door Alexander Farnese, de hertog van Parma.Alexander Farnese, Hertog van Parma
1543 - 1592
zoon van de Landvoogdes Margaretha van Parma
Wat was de invloed van de Calvinistische republiek van Gent op de Opstand?
Het heeft er zeker toe bijgedragen dat de katholieke zuidelijke adel zich zou afwenden van de Opstand, wat uiteindelijk zou leiden tot de Unie van Atrecht. Ook heeft het er toe bijgedragen dat door het verlies van de steun van veel katholieken Willem van Oranje wel zijn steun moest zoeken bij de noordelijke Calvinisten.
Wat Willem van Oranje het meeste begon te verontrusten, was dat het nieuwe Gentse bewind de rechten van de katholieken met voeten trad en het protestantse geloof te vuur en te zwaard begon te verspreiden. Dit werd vooral in de Waalse gewesten ten scherpste veroordeeld. Hier voelde men zich door het agressieve optreden van de Gentenaren bedreigd en stelde men Willem van Oranje hiervoor verantwoordelijk. Al in begin 1578 lieten enkele hoge Waalse geestelijken zich uiterst minzaam over Willem van Oranje uit. Zo noemde Matthieu Moullart, de bisschop van Atrecht, Willem van Oranje in een van zijn preken een wolf in schaapskleren en verkondigde Jean Sarrasin, de abt van St.-Vaast, dat terwijl vroeger iedereen Willem van Oranje adoreerde, nu velen wensten dat Willem van Oranje vermoord zou worden. Ook onder de hoge Waalse adel begon Willem van Oranje in het voorjaar van 1578 veel van zijn aanhang te verliezen.
Hoe liep het af met een aantal hoofdpersonen van de Calvinistische republiek van Gent?
Een aantal vooraanstaande edellieden die in die tijd van de Pacificatie van Gent zijn trouwste aanhangers waren geweest, zoals Georges Lalaing, de stadhouder van Henegouwen en diens halfbroer de baron de Montigny, riepen nu de hertog van Anjou in het land om het gezag van Willem van Oranje te ondermijnen.
Om aan het Gentse radicale optreden een halt toe te roepen besloten de Staten-Generaal op 24 april een edict uit te vaardigen waarin alle lokale autoriteiten gelast werden erop toe te zien dat in overeenstemming met de Pacificatie van Gent het protestantse geloof niet in het openbaar werd beleden en geen acties tegen de katholieke godsdienst plaatsvonden. Dit besluit was kennelijk vooral tegen Gent gericht, maar toen de Raad van Vlaanderen, in theorie de hoogste autoriteit in de provincie, het edict op 2 mei in Gent publiceerde, lieten de stedelijke gezaghebbers alle exemplaren hiervan vernietigen en vier leden van de Raad arresteren.
Om elk wederzijds wantrouwen tussen de katholieke en protestantse tegenstanders van de Spaanse overheersing uit de weg te ruimen was het natuurlijk nodig dat in het godsdienstgeschil naar middelen werd gezocht om de gemoederen tot bedaren te brengen. Willem van Oranje drong er dus bij Hembyze en de andere Gentse afgevaardigden sterk op aan de nog steeds in hun stad gevangengehouden katholieke notabelen in vrijheid te stellen. Maar zijn nog vrij vriendelijke aanmaningen sorteerden geen enkel effect. Zolang de vijand in het land was, weigerden de Gentenaren hun gevangenen los te laten en v.w.b. het door Willem van Oranje aangekaarte godsdienstvraagstuk verklaarden zij pas een mening te kunnen geven nadat zij hierover met hun stadsbestuur in overleg waren getreden.
Spoedig na Willem van Oranje's besprekingen met de Staten van Vlaanderen bleek dat de Gentenaren zijn denkbeelden niet deelden over de wijze waarop het godsdienstgeschil diende te worden opgelost. In mei vond met goedkeuring van de magistraat een beeldenstorm plaats, waarvan vooral de vier bedeloorden ernstig te lijden hadden. De monniken werden de stad uitgejaagd en hun kloosters werden van al wat de aanhangers van de nieuwe religie als afgoderij beschouwden, gezuiverd. In een hiervan, dat van de predikheren, werd op 1 juni in het bijzijn van een aantal leden van het stadsbestuur voor het eerst openlijk 'het ware geloof' verkondigd. En dit was alleen maar het begin van een gewelddadig protestantiseringsproces dat zich in de volgende maanden voltrok, niet alleen in Gent maar ook in alle andere Vlaamse steden waar de Gentenaren het voor het zeggen hadden. In september was vrijwel overal in Vlaanderen de katholieke godsdienstoefening verboden en werd in 24 van de 28 Vlaamse steden de nieuwe religie gepredikt. Enkele Gentse machthebbers maakten zich aan wreedheden schuldig die sterk leken met die van Lumey en zijn aanhangers in de zomer van 1572 in Holland….. (o.m. de Martelaren van Gorkum)
Zo werden bijvoorbeeld zowel in Brugge als in Gent in juli 1578 een aantal monniken die zich aan homoseksueel gedrag zouden hebben bezondigd, levend verbrand.
Merkwaardig dat tegelijkertijd een aantal vooraanstaande predikanten naar Gent werden gehaald en in Gent zelfs een theologische hogeschool werd opgericht en dat het onderwijs aan de Latijnse scholen aan goede Calvinisten werd toevertrouwd. Het stadsbestuur streefde ernaar, zoals Hembyze in deze tijd verklaarde, van Gent een tweede Genève te maken.
Dat Vlaanderen in de loop van 1578 werd geprotestantiseerd, was door Willem van Oranje dus niet voorzien. Dit is begrijpelijk want in het anderhalve jaar volgend op de Pacificatie van Gent hadden de protestanten zich in de voorheen koningsgezinde gewesten nog nauwelijks geroerd. Zelfs in de meest opstandig gezinde stad, Brussel, was nooit de eis gesteld dat protestanten vrijheid van godsdienstoefening zou worden toegekend.
Zelfs tijdens de eerste zeven maanden dat Willem van Oranje in Antwerpen verbleef, bleef in Antwerpen de uitoefening van de nieuwe religie verboden en pas in september 1578 verzocht Willem van Oranje het stadsbestuur van Antwerpen de prediking van de door Willem van Oranje beleden godsdienst in de kasteelkapel toe te laten.
Het militant protestantse beleid dat Gent in 1578 begon te voeren, is dus uniek in de geschiedenis van de Nederlandse opstand. Het vormt vooral een scherp contrast met de gedragslijn die in de jaren 1572-1576 gevolgd was door de Hollandse en Zeeuwse regenten, die zich niets of zeer weinig aan de bevordering van de gereformeerde religie gelegen hadden laten liggen en daarom door fervente calvinisten niet geheel ten onrechte voor 'libertijnen' werden uitgemaakt.
Willem van Oranje liet geregeld aan Gent weten dat het openbaar prediken van de protestantse godsdienst te Gent hem zeer verontrustte, omdat hierdoor het land in ernstig gevaar werd gebracht. Willem van Oranje voegde er ook aan toe dat indien aan deze toestand geen einde kwam, hij, Willem van Oranje, de gereformeerde predikanten en hun geloof zou gaan verafschuwen.
Ook trachtte Willem van Oranje de militant anti-katholieke Gentenaren de wind uit de zeilen te nemen door aan de Staten-Generaal voor te stellen een religievrede, dikwijls met de Duitse term 'Religionsfried' aangeduid, in te voeren. Net zoals in een aantal Duitse steden zoals Worms, Frankfort en Augsburg zouden in de Nederlanden zowel protestanten als katholieken vrijheid van godsdienst genieten.
Ter verdediging van zijn voorstel betoogde Willem van Oranje dat de protestanten zich zeer verdienstelijk hadden gemaakt in de strijd tegen de vijand en daarom op vrijheid van godsdienst aanspraak mochten maken. Indien men hen als ketters bleef behandelen, zo merkte Willem van Oranje op, viel te vrezen dat er onlusten zouden uitbreken, terwijl in landen zoals Duitsland en Polen waar een godsdienstvrede was ingevoerd, protestanten en katholieken in goede verstandhouding met elkaar leefden.
Willem van Oranje's voorstel werd echter zeer ongunstig door de Staten-Generaal ontvangen. Zij herinnerden Willem van Oranje eraan dat zij zeer recentelijk alle provinciale autoriteiten hadden gelast geen enkele schending toe te laten van de Pacificatie van Gent waarbij de uitoefening van het protestantse geloof buiten Holland en Zeeland verboden bleef. Volgens hen bestond er geen gegronde reden om nu een andere weg in te slaan.
Willem van Oranje hield echter voet bij stuk en diende twee weken later bij de Staten-Generaal een door zijn raadsheren opgesteld wetsontwerp in voor het invoeren van een religievrede.
Alleen Brabant zou akkoord gaan met Willem van Oranje's voorstel, en reeds op 23 augustus, twee maanden voordat de Staten van deze provincie hun instemming hiermee te kennen gaven, had (alleen!) Antwerpen de door Willem van Oranje voorgestelde godsdienstvrede ingevoerd.
De Gentenaren echter, aldus de Staten van Henegouwen in oktober 1578, willen overal het katholieke geloof en de adel uitroeien en de door hen bedreven tirannie is nog erger dan die van de Spanjaarden. In deze tijd begon het ernaar uit te zien dat alle pogingen van Willem van Oranje om te voorkomen dat de Waalse gewesten zich van de Generaliteit afscheidden en zich met de koning verzoenden, tevergeefs zouden zijn....
Een zeer zware teleurstelling voor Willem van Oranje was dus de afwijzing van de religievrede door de Gentse machthebbers.
De afgevaardigden van Brugge en Ieper toonden zich weliswaar bereid Willem van Oranje ter wille te zijn, maar zonder de instemming van het zoveel machtigere Gent kon geen enkel besluit worden genomen. Hierop zond Willem van Oranje twee keer Marnix naar Gent. Maar ook deze fervente calvinist, die meer dan enige andere volgeling van Willem van Oranje het vertrouwen van de Gentse bewindslieden genoot, wist niets te bereiken. Hembyzes aanhangers bleven doorgaan met kloosters te plunderen en vooraanstaande katholieken gevangen te zetten, zo niet ter dood te brengen.
In september nam de Gentse weerstand tegen Willem van Oranje's gematigde godsdienstpolitiek nog toe doordat Datheen in Gent arriveerde en met de organisatie van het stedelijk kerkwezen werd belast. Deze vooraanstaande predikant, die in het verleden vele diensten aan Oranje had bewezen en als voorzitter van de Dordtse synode in juni 1578 nog het invoeren van de religievrede had bepleit, werd nu een van Hembyzes invloedrijkste raadsheren en steunde de Gentse volksleider in zijn anti-katholieke politiek. Datheen beschuldigde Willem van Oranje even gemakkelijk van godsdienst als van hemd te veranderen, een uitspraak waardoor Datheen zich de eeuwige haat van de doorgaans zo vergevensgezinde Willem van Oranje op de hals haalde.
De Waalse edelman Baron de Montigny veroverde in deze zelfde periode de Vlaamse grensstad Menen meester en verklaarde dat hij Vlaanderen niet zou verlaten zolang de Gentse tirannie niet ten einde was gebracht. De burgeroorlog, die Willem van Oranje steeds had getracht te vermijden, stond voor de deur.......
Frans van der Kethulle, heer van Ryhove zou Willem van Oranje altijd trouw blijven steunen, naar Frans van der Kethulle, heer van Ryhove is in Gent een brede, dichtbebouwde straat vernoemd. Frans van der Kethulle, heer van Ryhove's Hof in de Onderstraat draagt de naam van Frans van der Kethulle, heer van Ryhove.
Jan van Hembyze heeft echter nog steeds afgedaan. Jan van Hembyze had, toen de situatie uitzichtloos was, onderhandeld met de vijand, is toen wegens hoogverraad veroordeeld en uiteindelijk werd Jan van Hembyze op het Sint-Veerleplein onthoofd.
Als Jan van Hembyze een verrader was, dan was Philips Marnix van Sint Aldegonde dat ook, want die heeft Antwerpen immers ook overgegeven aan de Spanjaarden?
Jan van Hembyze opent op 5 maart 1584 in het diepste geheim vredesbesprekingen met Parma. Toen Parma, met medeweten van Jan van Hembyze, Dendermonde, dat in handen is van zijn voormalige compagnon Frans van der Kethulle, heer van Ryhove, aanvalt wordt Jan van Hembyze beschuldigd van verraad. De aanval van Parma op Dendermonde wordt afgeslagen.
Op dezelfde dag verschijnen Spaanse soldaten bij Gent en Jan van Hembyze bezet het stadhuis. Een schepen doorziet het plan van Jan van Hembyze en waarschuwt de andere burgers van Gent. Op 15 mei 1584 wordt Jan van Hembyze gearresteerd en op 4 augustus 1584 (dus een paar weken na de moord op Willem van Oranje: 10 juli 1584) onthoofd. Volgens de overlevering valt het hoofd van Jan van Hembyze van de piek waarop het geplaatst is en verwondt daardoor een toevallige voorbijganger......
Gent is dan al omsingeld door Parma, die niet alleen Gent (17 september 1584), maar ook ervoor al Brugge en Ieper heeft ingenomen..........
Tijdens de onderhandelingen met Parma weigerden de Calvinisten godsdienstvrijheid toe te staan aan de katholieken, pas na zware dreiging van Parma ging men overstag. Parma verbood daarop godsdienstvrijheid aan de Calvinisten, (en dat was ook de instructie natuurlijk van Philips II) maar, net als bij andere steden zoals Antwerpen, kregen Calvinisten 2 jaar de tijd om Gent te verlaten. Na deze termijn van 2 jaar was in Gent nog slechts één godsdienst geoorloofd: katholiek.
Frans van der Kethulle, heer van Ryhove, vlucht naar Willem van Oranje, naar Delft waar Frans van der Kethulle, heer van Ryhove enkele dagen voor de moord op Willem van Oranje, aankomt.
Slechts een gering aantal Gentse Calvinisten zou de stad Gent verlaten.....
In de begrafenisstoet van Willem van Oranje draagt Frans van der Kethulle, heer van Ryhove, de standaard van Willem van Oranje. In 1585 overlijdt Frans van der Kethulle, heer van Ryhove, in Utrecht, financieel geruineerd.
Petrus Datheen zou in 1584 het land verlaten en kwam uiteindelijk, na een verblijf in verschillende Noord-Duitse steden in het Oost-Pruisische Elbing (nu een Poolse stad) terecht. In Elbing overleed Petrus Datheen in 1588 op 57-jarige leeftijd.
AAN DIT VERHAAL WORDT NOG GEWERKT
Van Petrus Datheen tot de Synode van Dordrecht
Petrus Datheen
Aad, als Protestants opgevoed iemand, is natuurlijk bekend met de naam Petrus Datheen. Petrus Datheen schreef die oude kerkliederen die soms nog steeds worden gezongen, op volle noten, zoals dat heet.
Als je wat aan het lezen bent over het 12-jarig bestand (1609 - 1621) kom je vanzelf ook bij de Synode van Dordrecht en dan via via ook steeds weer bij Petrus Datheen en ja, dan wordt Aad toch wat nieuwsgierig, wie was die Petrus Datheen nu eigenlijk. Tot je verbazing kom je Petrus Datheen dan in allerlei boeken tegen, er altijd overheen gelezen, zullen we maar zeggen.
En dan ga je ook even zoeken op zolder, naar zoo'n origineel echt Protestants gekleurd boek uit 1956 en daar lees je dan, samengevat, dit in:
Niet ver van de Franse grens in Vlaanderen, in Mont-Cassel, werd waarschijnlijk in 1531 Petrus Datheen geboren.
Petrus Datheen groeit op in het Karmelieten klooster te Ieperen, rond 1547 verlaat Petrus Datheen het klooster want Petrus Datheen heeft de leer der Reformatie omhelsd. Petrus Datheen moet vluchten naar Engeland en wordt opgeleid tot predikant, al snel komt Petrus Datheen in aanraking met Calvijn en wordt Petrus Datheen een van de vurigste aanhangers van Calvijn.
Maar ook uit Engeland moet Petrus Datheen vluchten en komt terecht bij Frederik III, keurvorst van de Palts.
Frederik III, keurvorst van de Palts
Hier heeft Petrus Datheen de berijming der Psalmen, de vertaling van de Heidelbergse Cathechismus en de liturgie ter hand genomen.
In opdracht van de keurvorst maakt Petrus Datheen vanaf 1566 vele reizen, naar Engeland, Frankrijk en Vlaanderen, waar Petrus Datheen vooral in de buurt van Gent verblijft. En daar komt Petrus Datheen voor het eerst in konflikt met Willem van Oranje, de laatste keurt de beeldenstorm af, Petrus Datheen juicht het echter toe en dus mag je aannemen dat Petrus Datheen in de buurt was, toen dit gebeurde:
Citaat uit dit verhaal:
De Beeldenstorm in de Nederlanden begon op 10 augustus 1566 te Steenvoorde, in het Westerkwartier, ten zuiden van de huidige Belgisch-Franse grens. Na een hagenpreek van (ex-monnik) Sebastiaan Matte trokken zijn toehoorders, onder leiding van Jacob de Buysere, naar het klooster van Sint Laurentius om er de beelden stuk te slaan.
Op 10 augustus 1566 werd het klooster van Sint Laurentius bestormd en van binnen geheel vernield.
Dit was het begin van de beeldenstorm die een maand lang door de Nederlanden zou razen. De interieurs van veel kerken en kloosters werden daarbij vernield. Op 20 augustus zou de beeldenstorm Antwerpen bereiken en erna overslaan naar het Noorden.
Honderden kerken, kloosters, kapellen en hospitalen moesten het ontgelden. In Noord-Nederland bleef de schade over het algemeen beperkt door doeltreffend ingrijpen van de plaatselijke vroedschap, zoals die van Rotterdam.
Honderden kerken en kloosters werden door een vaak uitzinnige menigte verwoest. Sommige predikanten jutten hun volgelingen op en daar waar de vroedschap openlijk of in stilte met het nieuwe geloof hadden gesympatiseerd, was de schade natuurlijk het grootst.
T.g.v. de beeldenstorm, de bekende druppel van die overlopende emmer, stuurt Philips II Alva naar het Noorden:
Fernando Alvarez de Toledo, Hertog van Alva
1507 - 1582
Gouverneur-Generaal van de Nederlanden
1567 - 1573
LINK
En uit ons Escorial verhaal dit citaat:
Philips II wilde graag een mausoleum bouwen voor zijn vader, Karel V. Het ontwerp moest de grootsheid van zijn Rijk symboliseren en natuurlijk zijn Katholieke vroomheid benadrukken. Philips II was inderdaad, volgens vriend en vijand, een diep gelovig Katholiek die echter niet begreep, maar dat was natuurlijk in die tijd als Soeverein, als Alleenheerser, moeilijk te begrijpen, dat er mensen waren die over hun geloof wat anders dachten. Een van zijn grootste tragedies, hij heeft hier echt onder geleden, dacht echt dat die ketters allemaal in de hel zouden komen, hij moest ze dus wel redden..., goedschiks of kwaadschiks
Philips II in gebed na de nederlaag met de Armada in 1588
LINK
in zijn prive kapel in het Escorial
Het Escorial werd ontworpen door Juan Bautista de Toledo die van 1546 tot 1548 Michel Angelo had geassisteerd bij de bouw van de St. Pieter in Rome.
In dit Klooster paleis stierf Philips II, we zeggen nu dat hij half Koning en Monnik is geweest. Hij is de wereldgeschiedenis ingegaan als Soeverein over een van de machtigste en grootste Rijken.
Ondanks de meningsverschillen vraagt Willem van Oranje in 1572 Petrus Datheen naar Holland te komen, waar Petrus Datheen tot raad en commissaris van de Prins wordt benoemd. Tegelijkertijd blijft Petrus Datheen echter verbonden aan het hof van de Keurvorst van de Palts.
Om alle 17 Provincies van de Nederlanden eensgezind te krijgen in het verzet tegen Spanje, komt de Pacificatie van Gent tot stand, waarin echter niets over Godsdienstzaken wordt afgesproken en dus komt er weer, nu een definitieve verwijdering tussen Willem van Oranje en Petrus Datheen. Als dan ook nog een Protestants leger vanuit de Palts optrekt naar het Katholieke Zuiden en het Protestantse Noorden liever geen steun krijgt van Katholieke Franse troepen breekt er bijna een burgeroorlog uit rondom Gent. Volgens Petrus Datheen hebben afgodendienaars nergens recht om Gods Woord te bedrijven. O.l.v. een zekere Jan van Hembyze breekt in Gent een tweede beeldenstorm uit, Petrus Datheen kan hierdoor, ongewild, dat wel, voor het eerst in de gereinigde kerk van St. Baefs preken. Enige tijd later trekken de Protestantse troepen uit de Palts Gent binnen. Prompt komt Willem van Oranje ook naar Gent, waar Petrus Datheen hem ontwijkt, vlak voor de intocht van de Prins, verlaat Petrus Datheen Gent.
Na een maand breken er weer onlusten uit, want Petrus Datheen is weer in de stad. De vroedschap van Gent verzoekt nu officieel de Prins van Oranje om te bemiddelen, voordat de Prins weer aangekomen is, is Petrus Datheen met Jan van Hembyze al weer gevlucht.
Datheen wordt in de meeste geschiedenisboeken grof onrecht aangedaan. Wilde Datheen werkelijk alle roomse mensen uitroeien? Is dat de bedoeling van artikel 36? Dwaas, die het gelooft! Datheen wilde leven en handelen naar ' s Heeren Woord.
Hij stelde op prinsen geen betrouwen; maar op God alleen. Hij wilde alleen maar de roomse godsdienst bestrijden en de openlijke godsdienstoefeningen van hen, die niet naar Gods Woord leerden en leefden, weren uit het openbare leven naar buiten! Dat was zijn doel! Daarin had Datheen gelijk!
Laten we ook in onze tijd de weg van Oranje in dit opzicht niet volgen, maar ons houden aan Datheen. God deed grote daden door onze Prins Willem van Oranje, maar ook door Datheen.
In de strijd tegen Rome, dat opnieuw op de protestantse poorten klopt, moge God de Heere ons houden bij Zijn Woord. Dan zal Datheen ons nader staan in deze strijd, dan de weifelende politiek van Oranje.
Aldus een duidelijk Protestants Geschiedenis boek uit 1956....
Het bovenstaande in Italic doet, aldus Aad, groot onrecht aan dat wat Petrus Datheen nog meer heeft gedaan voor de organisatie van de, zoals dat toen genoemd werd, de Gereformeerde Kerk van de Noordelijke Nederlanden en dus van invloed op het ontstaan van de Noordelijke Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden.
Een ander protestants, maar wel wat minder polariserend boek, vertelt het volgende:
In 1568 werd in Wezel, waarschijnlijk op initiatief van Marnix van St.Aldegonde, over wie Aad nog eens een biografie wil maken, een vergadering belegd die de geschiedenis is ingegaan als het Convent van Wezel.
Het Convent besprak regels voor de eenheid in leer en kerkregering - een kerkregering, die met verwerping van de Roomse hiërarchie in uitgesproken presbyteriale richting ging. De gemeenten zouden moeten worden geregeerd door kerkeraden. De predikanten zouden meer in het bijzonder zich wijden aan de dienst des Woords, terwijl de opleiding van predikanten en de handhaving en de uitlegging der Heilige Schrift meer in het bijzonder taak was van de doctores. Ook werd ingesteld de z.g. "profetie": van de kundigste niet-ambtelijke gemeenteleden werden er enkelen aangewezen, die tot taak hadden wekelijks de preek te beoordelen, die 's Zondags was gehouden. Zo kon er op toegezien, dat de verkondiging des Woords zuiver en tegelijk stichtelijk en opbouwend bleef.
Het opzicht over de gemeenten was toevertrouwd aan de ouderlingen, die in hun huisbezoek herderlijke zielszorg uitoefenden. Diakenen werd de zorg voor de armen opgedragen, terwijl enkelen onder hen in het bijzonder de zieke en zo mogelijk de om-het-geloofgevangen gemeenteleden met goede raad en evangelische troost zouden bijstaan. Ook over de tucht en de sacramenten werd gehandeld.
De besluiten van het Convent werden door de leden ondertekend - de eerste ondertekenaar was Petrus Datheen, die mogelijk de vergadering heeft voorgezeten.
In de volgende jaren kwamen verschillende kerkelijke vergaderingen bijeen. De belangrijkste was de Synode van Emden (1571), de eerste synode, door de uit de Hervorming voortgekomen Nederlands sprekende kerken gehouden. Als voor het Convent van Wezel had ook voor het bijeen-roepen van deze kerkelijke vergadering Marnix van St.Aldegonde grote verdienste. Hij wist de Nederlandse vluchtelingenkerken - door brieven; door persoonlijk bezoek waar dat mogelijk was - voor het plan te winnen.
In Juni 1578 kwam de eerste Synode in de Nederlanden bijeen, de geschiedenis ingegaan als de Tweede Synode van Dordrecht, en weer voorgezeten door Petrus Datheen. Ondanks een pleidooi van Petrus Datheen om het laten we maar zeggen Duitse model te kiezen, zoals afgesproken op de Vrede van Augsburg.
Citaat uit ons verhaal over de Afscheiding van 1834:Maar we dwalen af:
Uiteraard is het onmogelijk om precies uit te leggen waar het nu omging bij de Afscheiding van 1834, een paar fragmenten uit een van Aad's boeken geven misschien wat meer duidelijkheid.
Waar het, afgezien van geloofskwesties uiteindelijk omging, was het zelfstandig zijn van een plaatselijke kerk. Door alle eeuwen heen heeft iedere staat het recht opgeeist om niet alleen via inspraak, maar ook het direkte benoemingsrecht te hebben voor allerlei kerkelijke ambten, oorlogen zijn hierover gevoerd, vele miljoenen mensen zijn van die niet gescheiden Staat en Kerk het slachtoffer geworden.
Enkele voorbeelden : denk aan de ruzies over de benoeming van een Paus, voor een nieuwe bisschop moest toestemming worden gevraagd aan meestal de soeverein, vaak kwam de soeverein dan met een eigen voorstel, een vroedschap kon een dominee uit de stad laten verwijderen.
Ook werd eeuwen lang het Principe van de Vrede van Augsburg (25 september 1555) aangehouden :Wiens gebied, diens godsdienst
Na de Vrede van Augsburg trad Keizer Karel V af, hij was het er niet mee eens dat er ook Protestantse Duitse Staten mochten komen...
1548
Karel V
Welke godsdienst dat werd dus bijvoorbeeld in de vele Duitse Staatjes bepaald door de lokale vorst (Hertog), hij RK, iedereen RK, en wie besliste dan over welke bisschoppen benoemd zouden worden....
Na de Napoleontische tijd was er in Nederland in feite slechts 1 Staatskerk mogelijk, (afgezien van de RK, waar een afsplitsing ook nu nog steeds helemaal ondenkbaar zou zijn, al is het wel diverse keren gebeurd in het verleden) de nog steeds bestaande huidige Hervormde Kerk. Een afsplitsing van deze ene kerk was in de ogen van de toenmalige overheid gewoon niet mogelijk, om dat te verhinderen werden wetsartikelen uit de Napoleontische tijd gebruikt om dwang uit te oefenen, een samenscholingsverbod met boetes en verplichte inkwartiering van huzaren...
Een geldboete van dfl 30,= voor een ongeoorloofde bijeenkomst van Afgescheidenen
Trouwens het woord afsplitsing is op zich al diskutabel, want zij die zich afsplitsten, vonden juist dat de anderen waren afgedwaald van de Enige En Echt Waarachtige Weg, dus nu maar gauw wat fragmenten voor de sfeer in de jaren 1830 - 1850:
Ds. Hendrik de Cock
De Tweede Synode van Dordrecht nam het voorstel van haar voorzitter, Petrus Datheen, niet over. T.g.v deze verdraagzame opstelling, daar is iedereen het nu over eens, kwam de Republiek tot grote bloei. Officieel was de Staatskerk Gereformeerd, maar zelfs een Katholiek als Johan van der Veeken in Rotterdam, werd niets in de weggelegd.
Johan van der Veeken
LINK
Johan van der Veeken is nooit lid van de Vroedschap geworden omdat hij Rooms-Katholiek bleef. Op het slot van Capelle richtte hij bijvoorbeeld een grote zaal als katholieke kerk in en dankzij hem werden er in Rotterdam weer geregeld katholieke diensten gehouden.
Van der Veeken stierf in 1616 te Rotterdam. Bij zijn begrafenis werd de klok maar liefst elf en een half uur geluid. Een waardig afscheid van een man die veel bijgedragen had aan de economische opbloei van Rotterdam.
Uit ons Schotland verhaal:Samengevat weten we nu dat Petrus Datheen predikant is geweest in Londen, vlak voor de regering van Bloody Mary, toen gevlucht is naar Frankfurt (1555) en Frankenthal (1562 - 1566).
Onbekend is meestal ook dat Philips II, voordat hij zijn vader, Karel V, opvolgde zoo'n twee jaar in Engeland heeft gewoond als echtgenoot van Queen Mary Tudor I, niet te verwarren weer met Queen Mary of Scots.....
Philips II 's echtgenote Mary Tudor I was fanatiek katholiek en liet bijvoorbeeld op 1 dag 300 protestanten ombrengen. Tijdens de (politieke) bruiloft at Mary Tudor I van een gouden bord, Philips van een zilveren bord, de hofhouding was het niet eens met dit politieke huwelijk, bang voor nog meer katholieke invloed op het Engelse bestuur.
Men zegt dat Philips opgelucht was toen hij terug moest naar Spanje om zijn vader op te volgen. Zijn vrouw Mary Tudor I stierf in 1558 en werd opgevolgd door haar protestantse halfzuster Elisabeth I.
Philips II en zijn echtgenote Mary Tudor I aan het Engelse hof
over Philips II hebben we uiteraard ook een verhaal:
LINK
....echtgenote Mary Tudor I is dus de geschiedenis ingegaan als
Bloody Mary
Petrus Datheen bewerkte de Confessio Belgica van Guy de Bres. Ook vertaalde Petrus Datheen in 1563 de cathechismus van Ursinus en Olevianus, de geschiedenis ingegaan als de Heidelbergse Cathechismus. Tot 1773 werd de door Petrus Datheen samengestelde Psalmberijming in Nederland gezongen en sommige kerken doen dit nog steeds.
In 1584 werd Petrus Datheen door de Staten van Utrecht gevangen genomen (waarom ???) en na zijn vrijlating vluchtte Petrus Datheen naar Duitsland. Petrus Datheen was niet alleen dominee, maar ook chirurgijn, ook gaf hij les aan een Gymnasium in de buurt van Dantzig. Petrus Datheen overleed in 1588.
Tijdens het 12-jarig bestand (1609 - 1621) vond o.m. dit plaats:
Citaat uit o.m. dit verhaal:
In de jaren erna speelden ook de godsdienstige twisten uit het 12-jarig bestand weer een rol (waar we maar niet verder op ingaan), met o.m. als gevolg een muiterij van de schutterij in Amsterdam. De onderlinge verstandhouding tussen bijvoorbeeld steden als Leiden, Haarlem, Gouda, Utrecht, Rotterdam en Amsterdam werd steeds slechter, arminiaanse (remonstrantse) vroedschappen maakten ruzie met gomeriaanse (contra-remonstrantse) vroedschappen en omgekeerd.
Maurits had zich uiteindelijk, via zijn staatsgreep in 1618, ten koste van uiteindelijk o.m. Oldenbarnevelt en Hugo de Groot, aan de zijde van de Contra-Remonstranten geschaard, zijn halfbroer Frederik Hendrik zou juist aanvankelijk de steeds machtiger wordende Remonstrantse kant gaan kiezen, totdat, maar dat komt later in het verhaal.
verschenen na 13 Mei 1619, de onthoofding van Oldenbarnevelt en andere hoofdpersonen
v.l.n.r.
Oldenbarnevelt, Ridder, Heer van Berkel en Rodenrys
Johannes Uyt den Boogaart, gewezen Predikant van Zn. Excel. (Maurits)
Hugo Grotius, Pensionaris der Stat Rotterdam
Rombout van Hoogerbeets, Raedsheer en Pensionaris der Stat Leyden
Gillis van Ledenberg, Secretaris der Heeren Staten van Utrecht
Adolf van Wael, Heer van Moersbergen
LINK
het jasje wat Hugo de Groot droeg tijdens zijn ontsnapping
nu in het Schielandshuis te zien
Hugo de Groot's laatste woorden waren :
Door veel te begrijpen, heb ik niets af kunnen maken
LINK
En dus besluiten we dit verhaal met de beroemde prent met toelichting van de Derde Synode van Dordrecht
1618 - 1619
De (Derde) Synode van Dordrecht
Tijdens het Twaalfjarig Bestand ontstond in de Republiek een godsdienstig geschil tussen de hoogleraren Arminius en Gomarus.
Om dit bij te leggen, werd in Dordrecht in de Schuttersdoelen de Synode van de Gereformeerde Kerk bijeengeroepen. De Kerken hadden zevenendertig predikanten en negentien ouderlingen afgevaardigd, de verschillende universiteiten vijf hoogleraren, en de Staten-Generaal achttien vertegenwoordigers. Daarnaast waren er circa dertig buitenlandse afgevaardigden. De voorzitter van de Synode was de Leeuwarder predikant Johannes Bogerman.
Op de prent zit de voorzitter voor de schouw. De remonstranten en contraremonstranten zitten gezamenlijk in de banken links op de voorgrond. Aan de lange tafel in het midden zitten de remonstranten die het woord voeren en op de banken rechts de buitenlandse vertegenwoordigers.
De plaatsen voor de Fransen bleven leeg. Zij kwamen niet opdagen.
Linksachter zitten de vertegenwoordigers van de Staten-Generaal met aan de kleine tafel hun secretaris, Daniel Heinsius.
In de regel waren de vergaderingen publiek en zolang de buitenlanders aanwezig waren, beraadslaagde men in het Latijn.
Tijdens de Synode werd de remonstrantse leer veroordeeld. Verder werd besloten tot een bijbelvertaling, de Statenbijbel, die van grote invloed is geweest op onze taal. De Statenbijbel kwam in 1637 gereed.
Als Penningmeester van de Synode fungeerde trouwens Jacob de Witt, de vader van Johan en Cornelis de Witt. Vader Jacob de Witt zou ooit door Willem II worden opgesloten op Loevestein, en zijn zonen zullen vaak hebben moeten aanhoren aan wie vader Jacob de Witt dit te danken heeft gehad: Prins Willem II van Oranje. Voor meer details klik dan even HIER.
We kregen de volgende bijzondere reaktie:
Voorlopig ben ik nog niet uitgekeken op uw url, maar wel moet me reeds van het hart dat wat er staat genoteerd over Petrus Datheen enige nuance behoeft.
Datheen vertaalde zijn psalmberijming uit de Franse berijming van Calvijn. NIET UIT DE GRONDTEKST! Datheen telde het aantal lettergrepen zodat dat overeenkwam met het aantal noten van de melodieën in het Geneefse Psalter. Datheen maakte dus zelf geen melodieën. Het gevolg was dat de woord- en toonaccenten slechts zelden samenvielen. Daarmee was zijn berijming onzingbaar!
De leden der nieuwe 'Gereformeerde Kerk' waren al niet gewoon te zingen, met als enige steun een voorzanger werd het domweg een puinhoop, daar is voldoende over gepubliceerd. De orgels, (als ze al niet waren gesloopt in de beeldenstorm) werden beschouwd als Paapse verderfelijkheid, en moesten zwijgen. C. Huygens heeft er een pleidooi voor gevoerd ze te gaan benutten als begeleidingsinstrument. Maar het kwaad was al geschied.
Datheen had zijn berijming zo snel mogelijk in elkaar geknutseld, Datheen voelde de hete adem van Marnix van St Aldegonde, en diens psalmberijming, in de nek.
Datheen had er bovendien zelf geld in gestoken dus moest wel opschieten.
E.e.a. had tot gevolg dat al vrij snel na het invoeren van de gemeentezang het tempo sterk werd vertraagd, en nog later (wellicht onder invloed van achtereenvolgens de Nadere Reformatie, het Piëtisme en Empfindsamkeit) werd het zingen op gelijke noten ingevoerd. Maar zó had de reformator het niet aangereikt! En met die erfenis zit de rechter vleugel van de Gereformeerde gezindte tot op de dag van vandaag opgescheept.
Ik vind Datheen een behoorlijke drijver, ook op theologische gebied, alhoewel ik de oude formulieren wel prachtig vind!
Kees van Eersel, kerkmusicus (o.a. oud organist van de Oude kerk te Delfshaven)
Zie ook mijn site:
http://www.freewebs.com/keesvaneersel
Nog meer over Petrus Datheen kun je vinden in dit verhaal:
Willem van Oranje, was hij katholiek of protestant
Geinteresseerd in een historische rondleiding voor uw eigen groep(je) door Aad 'arcengel' Engelfriet, webmaster van deze grootste Nederlandstalige geschiedenis website, door o.m. een stad of streek in bijv. Nederland, België, Duitsland, Groot-Brittannië, Ierland en/of een historische lezing, publicatie, recensie:
Voor meer vrijblijvende informatie
aad@engelfriet.netWilt U eerst meer weten over Aad Engelfriet:
klik dan HIER
|
wat zijn we trots op ons familiewapen ...., beetje jaloers zeker .... |
Terug naar de top |
---|