(klik op deze tekst om een voorgeadresseerde mail te openen) |
Terug naar het Engelfrieten overzicht |
---|
Naar beneden |
---|
In 1846 verscheen o.m. in het Roomse Zuiden van Nederland een boekje met de titelEen zekere van der Linden (RK) kwam in dit boekje met kritiek op de emigratie van Christelijk Afgescheidenen naar de USA.
Verzint eer ge begint
Een hartelijk woord aan mijne landgenoten
over de in ons Vaderland heerschende ziekte genaamd
Landverhuizing
Ook verschenen spotprenten, bijvoorbeeld deze :
Van links naar rechts staat :Uiteraard eindigt het steeds met de ondergang van de nederzetting in Amerika.
Wie gaat er mee naar het nieuwe Kanaän ?
Daarheen ! Daarheen ! Trekt ons het hart, o Vader onrust heen !
Wij zijn er die Groenlandsche straatjes zoo dikwijls ten einde gegaan
Amerika ! O land van ons verlangen
Lijdend voorwerp voor deze discussie waren de afgescheiden predikanten Albertus C. van Raal en Antonie Brummelkamp. Zij waren tot de overtuiging gekomen dat alleen een vertrek naar Noord-Amerika een einde zou maken aan geloofsvervolging, werkloosheid en armoede. En zij richtten daarom op, deVereeniging van Christenen voor de Hollandsche Volksverhuizing naar de Vereenigde Staten van Noord-Amerika
Ons land kende toen moeilijke tijden; de aardappeloogst was in 1846 voor de tweede achtereenvolgende keer mislukt en mede door de hoge belastingdruk hadden velen alles opgeteerd. Bovendien waren de Afgescheidenen in veel streken van Nederland, het mikpunt van spot en verachting, waarover later meer.
In de jaren dertig van de 19e eeuw waren Nederlandse pioniers individueel reeds naar Noord-Amerika getrokken, op zoek naar avontuur en tevens om hun economische positie te verbeteren.
De Afgescheidenen emigreerden echter groepsgewijs. Nadat er gunstige berichten waren ontvangen van families die in 1845 en in de eerste helft van 1846 waren gegaan, besloot dominee Van Raalte zelf zijn aanhangers voor te gaan. In september 1846 vertrok hij met een groep van ongeveer honderd mensen vanuit Rotterdam met de Amerikaanse bark Southerner naar Noord-Amerika.
Dominee Albertus van Raalte
Na enige omzwervingen vestigden zij zich in de staat Michigan, waar later - door de komst van medestanders uit diverse provincies - plaatsen ontstonden als: Holland, Vriesland, Harderwyk, Zutphen, Overisel, Drenthe, Zeeland en New Groningen.
Michigan met de vele Nederlandse namen
Zoals uit deze plaatsnamen blijkt, kwamen de landverhuizers vooral uit landelijke streken van Nederland, waarbij Gelderland en Zeeland koplopers waren.
Een andere grote groep van emigranten trok onder leidingvan de Utrechtse predikant H.P. Scholte naar de Amerikaanse staat lowa, waar zij neerstreken op een plaats die de dominee Pella noemde. Scholte was naast predikant Hendrik de Cock de belangrijkste voorman van de in 1834 tot stand gekomen Afscheiding.
Maar ook vele hervormden en een aanzienlijk aantal rooms-katholieken maakten in die jaren de overtocht naar de Nieuwe Wereld.
Onder meer sloot de kolonisatie-voortrekker paterTh.J. van den Broek met de cargadoorsfirma Hudig & Blokhuizen een overeenkomst voor het vervoer van een grote groep rooms-katholieken, die in maart 1848 met drie zeilschepen uit Rotterdam vertrok.
Zelfs zij sloegen dus de waarschuwing 'Verzint eer gij begint!' van hun Roomse geloofsgenoot in de wind. Ze voelden zich kennelijk allen tot Noord-Amerika aangetrokken.
1846
De Johanna Cornelia is net vertrokken van de Boompjes te Rotterdam
volgepakt met emigranten naar uiteindelijk o.m. Michigan
Uiteraard is het onmogelijk om precies uit te leggen waar het nu omging bij de Afscheiding van 1834, een paar fragmenten uit een van Aad's boeken geven misschien wat meer duidelijkheid.
Waar het, afgezien van geloofskwesties uiteindelijk omging, was het zelfstandig zijn van een plaatselijke kerk. Door alle eeuwen heen heeft iedere staat het recht opgeeist om niet alleen via inspraak, maar ook het direkte benoemingsrecht te hebben voor allerlei kerkelijke ambten, oorlogen zijn hierover gevoerd, vele miljoenen mensen zijn van die niet gescheiden Staat en Kerk het slachtoffer geworden.
Enkele voorbeelden : denk aan de ruzies over de benoeming van een Paus, voor een nieuwe bisschop moest toestemming worden gevraagd aan meestal de soeverein, vaak kwam de soeverein dan met een eigen voorstel, een vroedschap kon een dominee uit de stad laten verwijderen.
Ook werd eeuwen lang het Principe van de Vrede van Augsburg (25 september 1555) aangehouden :Wiens gebied, diens godsdienst
Na de Vrede van Augsburg trad Keizer Karel V af, hij was het er niet mee eens dat er ook Protestantse Duitse Staten mochten komen...
1548
Karel V
Over zijn zoon Philips II hebben we al ooit geschreven :
Philips II wilde graag een mausoleum bouwen voor zijn vader, Karel V. Het ontwerp moest de grootsheid van zijn Rijk symboliseren en natuurlijk zijn Katholieke vroomheid benadrukken. Philips II was inderdaad, volgens vriend en vijand, een diep gelovig Katholiek die echter niet begreep, maar dat was natuurlijk in die tijd als Soeverein, als Alleenheerser, moeilijk te begrijpen, dat er mensen waren die over hun geloof wat anders dachten. Een van zijn grootste tragedies, hij heeft hier echt onder geleden, dacht echt dat die ketters allemaal in de hel zouden komen, hij moest ze dus wel redden..., goedschiks of kwaadschiks
Philips II in gebed na de nederlaag met de Armada in 1588
LINK
in zijn prive kapel in het Escorial
LINK
Welke godsdienst dat werd dus bijvoorbeeld in de vele Duitse Staatjes bepaald door de lokale vorst (Hertog), hij RK, iedereen RK, en wie besliste dan over welke bisschoppen benoemd zouden worden....
Na de Napoleontische tijd was er in Nederland in feite slechts 1 Staatskerk mogelijk, (afgezien van de RK, waar een afsplitsing ook nu nog steeds helemaal ondenkbaar zou zijn, al is het wel diverse keren gebeurd in het verleden) de nog steeds bestaande huidige Hervormde Kerk. Een afsplitsing van deze ene kerk was in de ogen van de toenmalige overheid gewoon niet mogelijk, om dat te verhinderen werden wetsartikelen uit de Napoleontische tijd gebruikt om dwang uit te oefenen, een samenscholingsverbod met boetes en verplichte inkwartiering van huzaren...
Een geldboete van dfl 30,= voor een ongeoorloofde bijeenkomst van Afgescheidenen
Trouwens het woord afsplitsing is op zich al diskutabel, want zij die zich afsplitsten, vonden juist dat de anderen waren afgedwaald van de Enige En Echt Waarachtige Weg, dus nu maar gauw wat fragmenten voor de sfeer in de jaren 1830 - 1850:Uit allerlei dorpen kwamen mensen om hun kinderen door de Cock te laten dopen, wat eigenlijk niet was toegestaan, kerkrechtelijk. Ook werd het de Cock verboden om nog langer te preken, andere dominees kwamen naar Ulrum om in zijn plaats te preken en dan kwam er niemand in de kerk. Uiteindelijk werd de Cock afgezet, maar bleef preken in besloten kring en toen kwam een bevriende dominee langs, Dominee H. Scholte uit Doeveren in het RK Brabant (!)
Ds. Hendrik de Cock
De Afscheiding ontstond in Ulrum, Groningen. Als predikant stond daar Ds. Hendrik de Cock (1801-1842). Hij had gestudeerd aan de Hogeschool te Groningen en preekte aanvankelijk in de geest van het onderwijs, daar door hem ontvangen. Doch hij kwam tot het inzicht dat de liberale opvattingen door hem - en velen zijner collega's in de omtrek - verkondigd, niet strookten met de leer van de bijbel.
In zijn gemeente waren mensen, die de oude, Gereformeerde waarheid kenden en beleden, dat de zaligheid uitsluitend een genadegave Gods is; dat de mens zelf niets, maar dan ook niets tot het verwerven van die zaligheid kan toe doen. "Indien ik ook maar één zucht tot mijn zaligheid moest bij brengen, dan was het voor eeuwig verloren," zeide eens één hunner. Die woorden troffen De Cock. Ze brachten hem tot nadenken en tot onderzoek. Onderzoek van de Schrift; onderzoek van de werken der "oude schrijvers", der schrijvers uit de bloei van het Gereformeerde belijden.
De nog niet afgezette kerkeraad van Ulrum vroeg Scholte de komende zondag te komen preken :
Ds. H. Scholte
's Zondags zou Ds. Scholte weer preken. Maar... daar wilde het Provinciaal Kerkbestuur een schotje voor schieten. Eén van de artikelen van een van de kerkelijke reglementen schreef voor, dat in vacante gemeenten niemand "iets mocht verrichten, dat tot het Herders- en leraarsambt behoorde", als de consulent daar geen toestemming voor gaf. Op dat artikel werd de Ulrumse kerkeraad 's Zaterdagsmiddags per brief opmerkzaam gemaakt. Wel nu - dan zou 's Zondagsmorgens aan de consulent gevraagd worden, of Ds. Scholte mocht optreden.
Het werd gevraagd - het werd geweigerd. De consulent preekte.
Na de morgengodsdienstoefening vroeg Ds. Scholte hem weer, goed te vinden dat hij, Scholte, zou spreken. Weer een weigering. En de kerk, waar de gemeente bleef zitten om die middag Ds. Scholte te horen, werd door de politie ontruimd! Werd - op last van de kerkvoogdij en van het plaatselijk gemeentebestuur - gesloten.
Toen preekte Scholte die middag in de open lucht. Als in de tijd van de hagepreken.
Een hagepreek van Afgescheidenen
de klok weer 3 eeuwen terug
Ulrum besluit zich af te scheiden, zij delen dit besluit mee aan zowel de Kerkelijke als de Burgerlijke Overheid, zelfs gaat er een smeekbrief (zoals dat toen genoemd werd) naar Koning Willem I. Alle autoriteiten (kerkelijk en burgerlijk) delen mee dat zij het besluit van de Kerkenraad niet accepteren. In 2003 zou waarschijnlijk niemand zich hierover nog druk maken ???
Een afgescheiden dominee preekt illegaal in een keuken van een boerderij
De samenkomsten onder leiding van de Cock werden als ongeoorloofd bestempeld :
Omdat ze - beweerden de machthebbers - in strijd waren met de wet!
Niet met de grondwet. Die waarborgde vrijheid van godsdienstoefening. Doch . . . men beschouwde de afgescheiden gemeenten als "ongeoorloofde verenigingen". En hun samenkomsten als "samenscholingen".
In het wetboek van Napoleon, tijdens de inlijving bij Frankrijk hier te lande van kracht geworden en in de jaren der Afscheiding nog van kracht, waren dergelijke verenigingen, waren ook "samenscholingen van meer dan twintig personen" verboden!
Dit verbod was - vanzelfsprekend ! - bedoeld geweest om geheime bijeenkomsten van tegenstanders van Napoleons regiem strafbaar te stellen en staatkundige samenzweringen te voorkomen. Nu werden eenvoudige gelovigen, die zich om des gewetens wil gedrongen voelden met de Hervormde Kerk te breken en die in eigen kring hun godsdienstoefeningen hielden, als staatsgevaarlijk behandeld. Arrestaties, gevangenschap, hoge geldboeten, inkwartiering - dat waren de middelen waarmee de overheid de rustverstoorders tot onderwerping en rust wilde dwingen.
In Nederland!
Het land, dat zijn onafhankelijkheid had bevochten in de strijd voor godsdienstige en staatkundige vrijheid.
Het land, dat de eeuwen-door toevluchtsoord was geweest voor vervolgden om het Geloof: voor Portugese Joden en Franse Hugenoten en Salzburgse Protestanten.
Het land, waar in deze jaren het verdraagzame liberalisme de boventoon voerde!
Inkwartiering van soldaten - bij dominees die in de godsdienstoefeningen der Afgescheidenen waren voorgegaan; bij mensen, die huis of schuur voor zulke godsdienstoefeningen hadden beschikbaar gesteld. Ingekwartierden, die veeleisend waren en ruw optraden; die voor beledigingen en mishandelingen niet terugdeinsden. Het leek een navolging van de beruchte "dragonnades" in het Frankrijk van Lodewijk XIV . . .
Hoge geldboeten - zo hoog, dat de veroordeelde vaak het geld niet had. Geen nood! Dan werd van zijn bezittingen verkocht, tot d' opbrengst voldoende was om de boete te betalen. Zelfs meubels en kleren, als het "moest".
Naast deze harde maatregelen van overheidswege kwamen de spot, het uitjouwen, het hinderlijk volgen, het gooien met vuil en stenen, het insmijten van ruiten door het ruwe volk, dat in het optreden van de overheid voorbeeld en rechtvaardiging meende te kunnen vinden om de Afgescheidenen zoveel mogelijk overlast aan te doen.
Gelukkig werden er ook stemmen gehoord, die dat optreden afkeurden. Die de maatregelen, door de overheid genomen, onwettig noemden. Mr. A. M. C. van Hall, een rechtsgeleerde uit voorname familie, deed dit in pleidooien voor de rechtbank, waar hij aangeklaagde Afgescheidenen verdedigde; Mr. G. Groen van Prinsterer deed dit in een vlugschrift "De Maatregelen tegen Afgescheidenen aan het Staatsregt getoetst".
Het aantal afgescheiden gemeenten was toegenomen. In die gemeenten waren de ambten ingesteld: ze hadden predikanten, ouderlingen en diakenen. Maar voor de regering waren deze gemeenten nog steeds "ongeoorloofde verenigingen".
Ze konden ,,geoorloofd" worden. Dat was bepaald bij Koninklijk Besluit. In 1835.
Toen had men aan de Koning adressen aangeboden, waarin verzocht werd om vrijheid van godsdienstoefening, zoals de grondwet die toestond. Dat verzoek was van de hand gewezen.
Ook dit droeg niet bij aan de sfeer in het land:
In April 1853 ontstond de Aprilbeweging de door het protestantse volksdeel gevoerde actie tegen het herstel van de rooms-katholieke hiërarchie in Nederland. Dit herstel, waarvoor reeds in 1796 met het uitspreken van de scheiding van kerk en staat de mogelijkheid was geschapen, had men van rooms-katholieke zijde kunnen realiseren na de herziening van de grondwet in 1848, tot stand gekomen onder de liberale regering-Thorbecke, die het recht van volledige vrijheid van kerkinrichting erkende.
De tegenstand concentreerde zich in Utrecht, waar de kerkenraad van de Nederlands Hervormde Gemeente op 21 maart 1853 een petitie aan de Koning opstelde om de bisschoppen niet toe te laten. In korte tijd waren 200.000 handtekeningen uit het hele land verzameld.
Bij een bezoek van Willem III aan Amsterdam bood een deputatie van de Nederlands Hervormde, de Waalse, de Remonstrantse en Lutherse kerkenraden op 15 april 1853 de petitie aan. Toen Willem III hierop met sympathie reageerde en het grondwettelijk recht van de katholieken niet erkende, trad Thorbecke af. Volgens de nieuwe grondwet mocht Willem III zich er immers niet mee bemoeien. Willem III accepteerde het ontslag. De daarop volgende conservatie regering-Van Hall (1853-1856) liet het herstel van de bisschoppelijke hiërarchie echter onaangetast.
Uiteindelijk kwam het erop neer dat als een afgescheiden gemeente zich maar aanmeldde bij de overheid, zij pas dan erkend werden, maar de sfeer was natuurlijk voor vele afgescheidenen ondragelijk geworden, zoo ook voor dominee van Raalte, over wie we via deze link nog het volgende kunnen lezen:
Albertus van Raalte werd geboren op 17 oktober 1811 te Wanneperveen. Studeert theologie te Leiden.
Als hij afgestudeerd is, krijgt hij een preekverbod omdat hij weigert de kerkelijke reglementen te erkennen. Hij voegt zich bij de afgescheidenen en wordt als predikant bevestigd te Genemuiden en Mastenbroek (1836).
Inmiddels is in Ommen op 11 december 1835 een 'Afgescheiden Kerk' gesticht, door ds. A. Brummelkamp, de zwager van Van Raalte.
Vanuit Genemuiden komt Van Raalte regelmatig naar de gemeente Ommen om voor te gaan in vergaderingen en kerkdiensten in Stegeren, Varsen, Arriën, Beerze en Ommen.
Het wordt onrustig in Ommen. Om ongeregeldheden te voorkomen volgt er inkwartiering (18 juli t/m 7 december 1836). Vergaderingen van meer dan 20 personen zijn - volgens een verouderde Napoleontische wet - verboden. Dat geldt ook voor kerkdiensten.
Zondag 13 november 1836 ontstaan er relletjes in de omgeving van de Arrierpoort, nadat Van Raalte het avondmaal bediend had in het woonhuis van bakker Egbertus ten Tooren. De burgemeester grijpt niet in.
Op 19 november wordt Van Raalte tijdens een kerkdienst in Den Ham gearresteerd, naar Ommen gebracht en daar opgesloten in de gevangenis.
De volgende dag gaat hij onder geleide naar Deventer om veroordeeld te worden. Hij wordt meteen in vrijheid gesteld en loopt terug naar Ommen, waar hij zijn werk voortzet.
Na enkele jaren neemt Van Raalte een beroep aan naar de Christelijke Afgescheiden Gemeente te Ommen, waar hij op 21 maart 1839 als predikant wordt bevestigd.
Kort na zijn intrek in de pastorie sticht hij een theologische school. Er is een tekort aan predikanten en daarom neemt hij de opleiding zelf ter hand.
Plannen om een kerkje te bouwen worden spoedig gerealiseerd, op 19 januari 1840 wordt het kerkgebouw in gebruik genomen.
Om de werkloosheid te bestrijden werkt Van Raalte mee aan de oprichting van een steen- en tegelfabriek in Lemele en een pottenbakkerij aan de Varsenerdijk. In oktober 1844 vertrekt Van Raalte naar Arnhem, waar de theologische school wordt voortgezet.
Tien jaar later verhuist deze naar Kampen. In deze periode begint de emigratie naar Noord-Amerika. De landverhuizers worden gedreven door godsdienstige (vrijheid in de keuze van kerk en school) en economische (armoede door de aardappelziekte in 1845 en volgende jaren) motieven. Van Raalte, die met Brummelkamp de brochure 'Landverhuizing' heeft geschreven, leidt de emigratie in goede banen.
Op 2 oktober 1846 vertrekt de bark ' Southerner' vanuit Rotterdam met aan boord 109 personen. Aankomst in New York 17 november.
Uit dit verhaal dan deze 2 brieven van een 16-jarige jongen :
Bij de voorbereiding voor de vestiging in Michigan is Grootenhuis de rechterhand van Van Raalte.
De functie van Van Raalte is veelzijdig: hij is niet slechts de theoloog, de 'herder en leraar', maar ook de zakenman en adviseur in financiële en maatschappelijke kwesties.
Zijn verdiensten zijn erkend door de stedelijke Universiteit te New York en het Rutgers College te New Brunswick en het van Raalte Institute. Ze verlenen hem een eredoctoraat.
Van Raalte sterft op 65-jarige leeftijd (7-11-1876).
Voor meer landverhuizers verhalen klik je even HIER
Hans voegde later nog het volgende toe aan dit verhaal, als reaktie op een vraag:
En dan iets over de Doleantie. Ik voeg bij een soort schema van de kerkelijke ontwikkelingen sedert 1834. Uit dit overzicht kunt u opmaken, dat er ná de Afscheiding van 1834 er wederom een grote scheuring heeft plaatsgevonden in 1886.
De overbekende Dr. Abraham Kuyper was daartoe de iniatiefnemer.
Eigenlijk zijn uit deze afscheiding de latere Gereformeerde Kerken synodaal voortgekomen, u weet wel die kerken die per 01-01-2004?? weer opgaan in de Verenigde Protestantse Kerk Nederland.
Om nu de hele geschiedenis hierover te vertellen zoals ook over de Afscheiding van 1834, dat zou te ver voeren, maar er is veel historisch materiaal beschikbaar in de wat betere boekwinkels natuurlijk vooral met een christelijke achtergrond.
In de provincie Zeeland zijn er door de jaren heen altijd veel afscheidingen geweest, vandaar dat er in die provincie nog zoveel afzonderlijke kerkgemeenschappen zijn.
Eigenlijk bestaat er een zwarte lijn door Nederland, te beginnen in Zeeland, daarna een beeetje via Rotterdam en de Hoekse Waard, de Krimpenerwaard, de Alblasserwaard en de Vijfherenlanden naar de Veluwe en dan even naar oost Overijssel en dan westelijk via Overijssel naar Urk met ook nog lichte vlekjes naar plekken in Friesland. (Aad: ook wel de Bible Belt genoemd)
En toen kwam Hans nog met dit schitterende schema:
De Kerkelijke ontwikkelingen in Nederland vanaf de Afscheiding (1834) en de Doleantie (1886)
We ontvingen de volgende reaktie: OEPS......snel verbeterd, Aad was er vorig jaar nog op de fiets geweest....
Tijdens het surfen op internet kwam ik op jouw site terecht. Ik was meteen geïnteresseerd, want geschiedenis is een van mijn hobby's. Wat een schat aan informatie; je blijft lezen. De site staat nu bij mijn favorieten.
Hoewel ik al weer 38 jaar in het wilde westen woon, kruipt het bloed waar het niet gaan kan.
In het verhaal over de Afscheiding staat: "De afscheiding begon in Ulrum Friesland..."
Ik heb mijn MULO-onderwijs genoten op de Hendrik de Cockschool in Ulrum, Groningen. Aangezien (ex) Groningers in Holland vaak moeten uitleggen dat heel Nederland ten noorden van Zwolle niet alleen uit Friesland bestaat, viel mij deze 'fout' meteen op.
Het blijft gevoelig, Friezen en Groningers ;-)
Ik zal in de toekomst nog vaak ronddwalen op jouw geweldig mooie site.
Met vriendelijke groet,
Anthon Pol
Aad voegt eraan toe: ben geboren in Rotterdam, maar woon al sinds 1968 in Z.O. Brabant en heb via mijn vrouw familie in Groningen, met schaamrood op de kaken: Anthon bedankt !!!!
Op onze site hebben we ook nog deze verhalen van broer Hans:
Mijn herinneringen en belevenissen in vele Rotterdamse kerken en ook het werken daarin
Klik hier voor de overige kerk verhalen op onze site
Geinteresseerd in een historische rondleiding voor uw eigen groep(je) door Aad 'arcengel' Engelfriet, webmaster van deze grootste Nederlandstalige geschiedenis website, door o.m. een stad of streek in bijv. Nederland, België, Duitsland, Groot-Brittannië, Ierland en/of een historische lezing, publicatie, recensie:
Voor meer vrijblijvende informatie
aad@engelfriet.netWilt U eerst meer weten over Aad Engelfriet:
klik dan HIER
|
wat zijn we trots op ons familiewapen ...., beetje jaloers zeker .... |
Terug naar de top |
---|