Ben je op zoek naar iets over Erasmus, klik dan HIER
Maar we beginnen eerst weer met een aantal foto's die we al hebben op onze site :
Helemaal links het Beursgebouw in aanbouw, op de rechter "C&A hoek" het Erasmiaans Gymnasium
LINK
Uit dit verhaal :
Hoek Coolsingel Laurensstraat
links op de hoek zijn nu de trappen van het "Beursgebouw", rechts op de hoek stond destijds het Erasmiaans Gymnasium en nu dus C & A,
kortom we staan bovenop de koupgout........
Deze foto's staan nog niet op onze site :
1898
Het Erasmiaans Gymnasium aan de Coolvest
het dempen moest nog beginnen....
1899
Het Erasmiaans Gymnasium aan de Coolvest
het dempen moest nog beginnen....
wat een prachtig gebouw, wat staat er bovenaan ?
GYMNASIVM ERASMIANVM
1893
de leraren
een van deze heren (wie ???) ging dus in diskussie met Ds. Landwehr van de 1e Chr. HBS over Erasmus vs Marnix
LINK
Nou kan Aad het natuurlijk niet laten om hier ook 2 foto's bij te zetten van de 1e Chr. HBS uit dezelfde tijd :
Het lerarencorps in 1911
Zie jij het verschil tussen de leraren van het Stedelijk Gymnasium en de Christelijke HBS ??
Nee, dus...
Het schoolgebouw van de 1e Chr. HBS in de Jonker Fransstraat vanaf 1910
Een aanvullend citaat uit dit verhaal :
Op de vergadering van 2 Febr. 1905 was een brief van de eigenaar van het pand ingekomen, waarin deze meedeelde, dat hij een aanvraag tot verhuring van het benedenhuis ontvangen had voor een vishandel. Het bestuur besloot hem te berichten, dat het daarin berustte in de hoop, dat het niet schadelijk voor de school zou werken. Het andere benedenhuis was reeds in gebruik bij een slager, zodat het gymnasium, dat op no. 71 zat en de H.B.S., die op no. 69 geïnstalleerd was, elkaar niet hoefden te benijden. Toen later de viswinkel plaats maakte voor een bloemenwinkel, kon dit wel als een vooruitgang genoteerd worden. De materialistische en sterk geurende onderbouw der scholen kwetste meer het gevoel dan dat het de scholen in hun werk enigszins stoorde.
We gaan maar verder met ons verhaal, hier past een jaloers zwijgen....
Het oude gebouw van het latere Erasmiaans Gymnasium aan de Wijde Broedersteeg dateerde uit 1581. De nieuwbouw aan de Coolvest werd betrokken in 1884.
Bij de openingsrede van de burgemeester (Vening Meinesz) werd de directeur van Gemeentewerken (G. J. de Jongh) uitvoerig geprezen, terwijl C. van de Wall de eigenlijke architekt was geweest, een van de ondergeschikten van de Jongh.
Bovenop het gebouw de godin Pallas Athene met de lans in haar linker- i.pv. haar rechterhand. Beeldhouwer L.P. Stracké had een foutje gemaakt..........
De leraren foto is genomen op de binnenplaats. Achter de tafel, uiteraard in het midden, Rector J. Kan. De vierde van links staand is de bekende dichter J.H. Leopold, leraar Klassieke Talen. In het Museumpark is voor hem een plaquette aangebracht.
Aan het eind van ieder schooljaar werd het rapport door Rector Kan (grootvader van de cabaretier Wim Kan) persoonlijk overhandigd, de zittenblijvers moesten op bezoek bij de Conrector.
En dan nu aandacht voor de zogenaamde promotie ceremonie en het daarbij verstrekken van een (duur) prijsboek, lees maar even mee:
Welke leerling zet zich nog in om goede prestaties te leveren, als men de beloningen afschaft
verzucht in 1724 Joannes Jens, rector van de Latijnsche School binnen de stad Rotterdam, de voorloper van het tegenwoordige Gymnasium Erasmianum.
De beloning in de vorm van prijsboeken als middel om een geduerig ijver-vuur onder het jonge volkje aan te wakkeren was ook voor hem het pedagogisch uitgangspunt, dat een onuitwisbaar stempel heeft gezet op het schoolleven in de 17e t/m de 19e eeuw. Enige in fraai perkament en kalfsleer gebonden boeken in de bibliotheek van het Gymnasium Erasmianum herinneren als tastbare brokjes schoolhistorie aan een tijd, waarin langzamerhand verstarde schoolvormen met een deftig maar pedant uiterlijk vertoon gepresenteerd werden. Gedoeld wordt hier op de plechtige openbare promotie met prijsuitreiking, wanneer de naar de Academie of een hogere klasse bevorderde leerlingen hun prestaties met boekenprijzen beloond zagen.
De Waalse Kerk met links de bloemenmarkt (1790)
we kijken de Hoogstraat in
De Waalse Kerk in 1902
LINK
Op de dag van de plechtigheid kwamen de Curatoren, ook wel scholarchen of schoolvoogden genoemd, 's morgens een half uur voor aanvang bijeen in der Kerkmeesterenkamer van de St. Laurenskerk en later in de Waalse Kerk (een schoolgebouw met een aula kende men niet!) om de uit te reiken prijsboeken van hun handtekening te voorzien. Op 1 maart 1779 ontvingen zij hier vlak voor de promotie en-passant zelfs nog een sollicitant uit Zwolle!
Vervolgens betraden zij de kerk en namen achter een tafel plaats, waarop voor iedere curator een afschrift van de te houden oraties lag. Ter opluistering van de plechtigheid werd er op het orgel gespeeld. De instructie van de organist van de Groote Kerk uit 1777 vermeldt, dat hij diende te spelen bij de Promotien van jeugt in de Publique Erasmiaansche Scholen, of bij eenige Oratiens of andere Publique Actens.
Na een inleidend woord van de rector - Latijn was 'uiteraard' de voertaal - hielden eerst de leerlingen, die naar de universiteit gepromoveerd werden, hun afscheidsoratie. De jeugdige redenaars oreerden vanaf de ordinaire harangueer-stoel. Waarschijnlijk was dit een soort van dubbel spreekgestoelte, waarbij de rector een hogere plaats had dan de promovendus.
Na de gepromoveerden bedankten de met een prijs naar een hogere klasse bevorderde leerlingen voor hun boekgeschenk met het - uit het hoofd - reciteren van een korte 'gratiarum actio' of kortweg 'gratias', een Latijnse dankbetuiging in versvorm van ongeveer twintig regels. De rector had van tevoren de tekst van deze dankbetuigingen op papier gekregen (of hij bezat de tekst al, als hij zelf bij de vervaardiging ervan was betrokken!) om een spreker, in geval hij mocht blijven steken, fluisterend voort te kunnen helpen. In het algemeen verliep dit bedanken tot genoegen van Curatoren, maar bij de zomerpromotie van 1784 had de leerling Cornelis Dalen volgens hen niet zeer gracieus voor de hem toegewezen prijs bedankt.
Het uitspreken van de oratie kon voor de toehoorders vervelend lang duren. Het promotiereglement uit 1828 bepaalde dan ook, dat een oratie niet langer dan twintig minuten mocht duren. Bij het overschrijden van die grens behield de voorzitter van Curatoren het recht de spreker door het uitspreken van het woord sufficit ('het is genoeg') zijn rede te doen staken. Gewoonlijk hielden de drie beste leerlingen deze oraties.
Na de oraties en de 'gratiassen' kwamen de leerlingen een voor een naar voren om van de president-curator hun prijzen uitgereikt te krijgen. Orgelspel sloot de plechtigheid af.
Hierna torsten de gepromoveerde leerlingen hun vaak omvangrijke boekwerken trots mee naar huis.
Een enkeling liet zijn prijs thuisbezorgen door de dienstmaagd van den rector, die hiervoor wel een fooitje ontving.
Een voorbeeld van een tekst op het schutblad voor in het prijsboek?
De ijverige en nauwgezet werkende jongeman, W. Adr. de Gruijter Vink, die van de derde naar de vierde klasse is bevorderd, hebben de Curatoren van de Erasmiaansche School met deze prijs begiftigd.
Zomerexamen 1826
Ook in de literatuur komt de Rotterdamse promotie-plechtigheid terug. In de Camera Obscura (1839) geeft Hildebrand in het hoofdstuk 'Meisjesangst' uit 'Gerrit Witse' een amusante beschrijving hoe de heer en mevrouw Vernooy hun nichtje Klaartje Donze, die bij hen aan de Hoogstraat logeert, trachten te interesseren voor Gerrit Witse, die als primus op de Latijnse school te Rotterdam zonder een woord te haperen zijn 'gratias' deed.
Klaartje Donze zijn we ook al tegengekomen in dit verhaal :
Er wordt verteld dat op de weg over het schiereiland (De Kleine Draaisteeg genoemd) ooit Klaartje Donze bijna haar nek brak, aldus de Camera Obscura
Klaartje Donze krijgt van haar tante uitleg van de bij de promotie gebezigde termen:
'primus is' antwoordde tante op goelijken, onderwijzenden toon, 'als men de hoogste is van zijn klasse, maar dan op 't Latijnsche school, weetje. Dan is er prijsuitdeeling in de Fransche kerk, en dan doen alle primussen gratiassen'.
En toen Gerrit zijn prijs in ontvangst mocht nemen, herinnerde mevrouw Vernooy zich:
'Maar me hart kon kloppen als hij op moest komen. Ik heb lang geweeten wat de rector dan zei: hoe was 't ook weer?'
'Ja', zei Vemooy, 'hoe was 't ook weer? Acide Witse...'
'Et excipe pryzia ', viel de gedienstige echtgenote in. 'Ja, Klaar, ik ken ook me Latijn'.
Het was, zoals we zien, bij Tante met die Latijnse kennis dan wel povertjes gesteld. 'Acide' staat voor het uitgesproken 'accede'='treed nader' en het substantivum "pryzium' zal vergeefs in een Latijns woordenboek opgezocht worden.
Dit verhaspelde Latijn speelde de biograaf van Mr. Marten Mees in 'Een man van de daad' (1946) duidelijk parten.
Marten Mees
1828 - 1917
LINK
Met verwijzing naar Gerrit Witses promotie schrijft hij, dat men veilig kan aannemen dat op het plechtige ogenblik waarop Marten Mees als Rotterdamse gymnasiast zijn prijs in ontvangst kwam nemen het 'Acide Mees, excipe prysia' weerklonken zal hebben. Veiliger kan men dus aannemen dat dit niet het geval geweest zal zijn. (????)
Mevrouw Vernooy vond de gehele plechtigheid wel indrukwekkend om te zien maar moeilijk te volgen:
'ik kon er niets van verstaan, dat voel je. Klaar, want het was alles Latijn..... of was het Grieksch, Vernooy?'
'Ja', zei Vernooy, zijne wenkbrauwen veel beduidend samentrekkende: 'als ik mij wel bezin, geloof ik dat het Grieksch was'.
Dat deed er ook niet toe. De indrukwekkende vertoning had in ieder geval de bij ons volk zoo hooggeschatte plechtigheid en deftigheid
Dit zijn trouwens onze verhalen over het Erasmiaans Gymnasium van Rotterdam :
En via onze Search Engine zou je nog meer kunnen vinden: