Een e-mail sturen naar Aad? Zijn e-mail adres is aad@engelfriet.net
(klik op deze tekst om een voorgeadresseerde mail te openen)
Terug naar  het Engelfrieten overzicht

Naar beneden 

Over de restauratie van de Groote of St. Laurenskerk van Rotterdam na WOII

Over de Kapel van de Heren van Kralingen

Op een van zijn speurtochten in antiquariaten ergens buiten Rotterdam, liep Aad op tegen een verzameling Mededelingen n.a.v. de restauratie van de Groote of St. Laurenskerk van Rotterdam na WOII, kompleet met een 33-toeren orgelconcert grammofoonplaatje.
Deze bundel mededelingen, geschreven in de jaren '50 en '60 is natuurlijk zeer uniek, zoo uniek dat we er voor onze site wat uit gaan laten zien.

Gecommitteerden tot de zaken der Ned. Hervormde Gemeente te Rotterdam
hebben de eer U het navolgende te berichten

laurensbookmark

Kerstmis 1956

Aan hen die bijdragen voor de restauratie van de Groote of St. Laurenskerk van Rotterdam

Negende Mededeling over het verloop van de werkzaamheden

Over de Kapel van de Heren van Kralingen

We hebben op onze site al heel veel over Kralingen, vooral dankzij Arie Spek, dus bij dit alles mag een Mededeling over de Kapel van de Heren van Kralingen natuurlijk niet ontbreken.

Klik hier als je wilt zoeken via Aad's Freefind search engine, vul in het venster jouw woord in, bijvoorbeeld Kralingen en klik op ENTER

kralingenwapen

24 juli 1816

Het voormalige gemeentewapen van Kralingen

Van goud beladen met een achtpuntige star van rood

LINK

In de kapellen is een aanvang gemaakt met het herstel van de muren. Dit werk trekt dadelijk de algemene belangstelling, vanwege het verrassingselement dat het bevat. Zeer onlangs is zulks tot veler voldoening opnieuw gebleken en wel bij werkzaamheden in de zoge­naamde Kapel der Heren van Kralingen.

Deze Kapel der Heren van Kralingen, de enige die van oudsher onder eigen benaming bekend gebleven is, is de mid­delste van de drie kapellen, welke aansluiten op de noordertrans, d.i. het noordelijke zijschip van het koor. De Kapel der Heren van Kralingen grenst ten westen aan de grote kapel, waarin zich het praalgraf van Kortenaer bevindt.


De geschiedenis van de Kapel der Heren van Kralingen is zeer oud. Haar oorsprong ligt in een ver verleden. Waarschijnlijk is het zo, dat deze Kapel der Heren van Kralingen gelijktijdig gebouwd met het koor en de trans van de huidige kerk, diende ter vervanging van een soortgelijke kapel in een daar­aan voorafgaande parochiekerk van Rotterdam, welke kapel reeds in het bezit geweest zou zijn van het geslacht Cralingen of, meer waarschijnlijk nog, in dat van de Heren van de heerlijkheid Kralingen.

Ten tijde toen het koor in aanbouw was, omstreeks 1490, was Alyt van Kyfhoek (1470 - ­1530) Vrouwe van Cralingen. Van moederszijde stamde zij uit het geslacht Van der Lecke, Heren van Kralingen, terwijl zij door haar huwelijk met Claes van Assendelft (1485) deze heerlijkheid in het laatstgenoemde geslacht deed overgaan.
Ruim anderhalve eeuw is de heer­lijkheid Kralingen met het daarbij behorende slot Honingen en de Kapel der Heren van Kralingen in de Grote Kerk in het bezit van dit geslacht geweest.

Citaat uit ons kastelen verhaal:



De van Assendelft 's bezaten talrijke goederen in het graafschap Holland. Het slot te Kralin­gen was stellig niet hun hoofdverblijf, en dit feit maakt het begrijpelijk dat hun kapel te Rotter­dam aanvankelijk geen grafkapel was. De leden van het geslacht plachten begraven te worden in de naar hen genoemde kapel in de Grote Kerk te 's-Gravenhage. De Rotterdamse kapel was oorspronkelijk een zogenaamde "devotiekapel" en is eerst later tot grafkapel verbouwd.

Een dergelijke devotiekapel bezaten de Heren van Kralingen bovendien nog op hun slot Honingen, hetgeen blijkt uit het testament van Heer Gerrit van Assendelft, overleden in 1558. Deze vermaakt hierin aan zijn broeder Dirk onder meer:

Wanneer de verbouwing tot grafkapel heeft plaats gehad, is niet met zekerheid bekend. Er is echter reden om deze verandering toe te schrijven aan Heer Jan van Assendelft, een neef van bovengenoemde Heer Gerrit.
Van Jan van Assendelft is namelijk bekend dat Jan van Assendelft als eerste van zijn geslacht hier ter stede woonachtig was. Ook staat vast dat Jan van Assendelft in 1618 te Rotterdam begraven werd, blijkens de rekeningen van Kerkmeesters, die vermelden:

Myn Heer van Cralingen 7 uuren beluyt.

Citaat uit ons verhaal over Johan van der Veeken:

Maar weer gauw terug naar De Heren van Kralingen voor wie slechts 7 uur de klokken hebben gebeierd:

Het is dus wel zeer waarschijnlijk dat Jan van Assendelft werd bijgezet in zijn kapel in de Sint Laurenskerk, inmiddels tot grafkapel ingericht.

Zijn echtgenote, Margaretha van Rossem, volgde hem een jaar later; nadien werden ook hun schoondochter en hun zoon in de grafkapel bijgezet.

De laatste, weer een Gerrit van Assendelft, Heer van Kralingen, Besoyen en Heinenoord, overleed in 1653 als laatste "mansoir" (d.i. mannelijke nakomeling) van zijn geslacht.

Na zijn dood vererfde de heerlijkheid Kralingen op zijn oudste dochter, Margrieta, die ge­huwd was met Simon du Faget. Zij stierf in 1665 en werd eveneens in de familiekapel be­graven.

In het kostersbegraafboek vindt men hiervan de volgende aantekening:

Maergrieta van Assendelft, vrou van Kralyngen.
In de Kerck.
Sarck.
lnde Kappel twee dooden verset

Hoewel zij geenszins kinderloos gestorven was, werd na haar dood het familiegoed ver­kocht. In 1668 werd de ambachtsheerlijkheid Kralingen met de heerlijkheid Honingen over­gedragen aan de stad Rotterdam. De koopprijs bedroeg f 86.300 benevens honderd gulden als "speldegeld".
In deze verkoop was mede begrepen de kapelle ofte grafstede vande heeren van Kralingen, die voor f 1600.- in het bezit van de stad overging.

Het is duidelijk dat door deze verkoop de geschiedenis van de kapel voorgoed werd losge­maakt van die van de heerlijkheid Kralingen, waarmee zij tot dan toe zo nauw verbonden was geweest. Er zouden voortaan geen Heren en Vrouwen van Kralingen meer zijn, die een laatste rustplaats zouden behoeven. En zelfs zouden degenen die hier reeds hun rustplaats gevonden hadden. daar niet lang meer ongemoeid gelaten worden.
In het jaar 1686, achttien jaar na de aankoop, verkocht de stad de kapel weer voor de som van f 3000.-. Bij de ont­ruiming van de grafkelder, die het gevolg van deze transactie was, werden daarin, naar de geschiedschrijvers verhalen, de stoffelijke resten der Heren en Vrouwen van Kralingen gevon­den, in loden kisten gevat.

De nieuwe eigenaar van de kapel werd Willem Bastiaansz. Schepers, Burgemeester van Rotterdam en Luitenant-Admiraal van het college der Admiraliteit van de Maze. Willem Bastiaansz. Schepers moet een zeer aanzienlijk man geweest zijn.

Voorzover dit niet reeds voldoende mocht blijken uit de hoge ambten die Willem Bastiaansz. Schepers bekleedde en uit de aankoop van de Kapel der Heren van Kralingen, ge­tuigen daarvan zijn tijdgenoten, wanneer zij vermelden hoe Willem Bastiaansz. Schepers in 1704 in deze kapel werd bijgezet met schier voorbeeldeloze luister. Of en hoelang de klokken hebben gebeierd, wordt niet vermeld, voegt Aad eraan toe.

laurenskerkzilver001

laurenskerkzilver002

laurenskerkilver003






Klik hier voor de overige verhalen op onze site over de St. Laurenskerk van Rotterdam





Familiewapenklein
wat zijn we trots op ons familiewapen ...., beetje jaloers zeker ....


Terug naar de top





Last update :

15 Mei 2005