(klik op deze tekst om een voorgeadresseerde mail te openen) |
Terug naar het Engelfrieten overzicht |
---|
Naar beneden |
---|
De man die in de 19e eeuw met een revolutionair plan kwam, voor de verbetering van de waterhuishouding in en rond Rotterdam was een zekere
Willem Nicolaas Rose (1801-1877)
Rose was van 1839 tot 1855 stadbouwmeester , zeg maar 'directeur' van 'Gemeentewerken', van 1855 tot 1877 ingenieur-adviseur van de Gemeente Rotterdam en van 1858 tot 1867 Rijksbouwmeester.
In 1839 was Rose nog luitenant der genie (op dat moment gelegerd te Maastricht) maar had zich op het gebied van de bouwkunst een grote naam verworven.
Rotterdam was in 1839 nog steeds beperkt tot de stadsdriehoek (Coolse Vest - Goudse Vest - Nieuwe Maas), maar begon ondanks de extreem dichte bebouwing toch uit zijn voegen te barsten. Eén van de eerste plannen van Rose is het saneren van de waterhuishouding, die in zeer slechte hygiënische staat was en de oorzaak van een cholera-epidemie in 1832.
Terecht beroemd is Rose geworden vanwege dit Waterproject, waar we mooie singels als de Westersingel en de Noordsingel aan te danken hebben.
Een dieptepunt in de carrière van Rose vormde het instorten van de Boompjeskade. Rose dacht de stad veel geld te kunnen besparen door rivierkades te funderen met rijshout en steen. Hij verwachtte wel enige verzakkingen maar dacht dat de kosten van herstel bij lange na niet zouden opwegen tegen de kosten van een fundering met heipalen. Dat dit een misrekening was bleek in de nacht van 9 op 10 juli 1854 toen een deel van de kade instortte en met de rivier werd meegenomen. Rose werd uiteraard verantwoordelijk gehouden.
Omdat hij toch nog veel steun had in de stad werd hij 'eervol' ontslagen als stadsarchitect en aangesteld tot ingenieur-adviseur van de Gemeente Rotterdam.
Rose werd ook bekend als de ontwerper van het Coolsingel ziekenhuis, maar daarvoor klik je even op deze link, niet waar...
Ben je net klaar met je verhaal en dan plotseling een recentie van een boek over Rose in de Volkskrant van 20-12-2001, dat zetten we er nog even bij, zeer illustratief :
Maar terug naar de Rotterdamse singels :
In 1860, twee jaar nadat de toen beroemde J Rotterdamse architect Willem NicolasRose (1801-1877) tot het achtenswaardige ambt van landsbouwmeester was verheven, beging hij een fatale fout. Hij kreeg de roemvolle opdracht het regeringscentrum in Den Haag te vernieuwen. Naast grote nieuwbouwprojecten, onder meer voor het Departement van Koloniën en de Hoge Raad, stond ook renovatie van het Binnenhof op het programma. Dit laatste gebouw verkeerde in zo'n treurige staat dat Rose besloot de kap van de Grote Zaal (de huidige Ridderzaal) volledig te vervangen door een ultramoderne constructie van ranke gietijzeren kolommen en veel glas.
Dit ontwerp leverde nog voor het werd uitgevoerd een storm van kritiek op. Nationale grootheden als P. J. H. Cuypers, architect van het Rijksmuseum, en Victor Le Stuers, feitelijk oprichter van Monumentenzorg, sabelden het plan neer. Roses positie werd er niet beter op toen bleek dat de afgebroken kap, die hij als zeventiende-eeuws had gedateerd, vermoedelijk was gemaakt omstreeks 1250. De controverse bleef duren tot Roses schepping twaalf jaar na diens dood alsnog werd afgebroken en vervangen door een replica van de oude kap.
Het is een geschiedenis die tot in recente publicaties over Rose doorwerkt. Vaak bezorgt het hem de kwalificatie sloddervos, wat bevestigd lijkt door het feit dat hij in Rotterdam een vergelijkbaar ernstige beoordelingsfout maakte, met als gevolg een ingestorte kademuur. Soms echter wordt hij er juist om geroemd en voorloper genoemd van het moderne bouwen. En ook hiervoor zijn dan meerdere argumenten aan te voeren, zoals het uiterlijk van zijn Departement van Koloniën, dat bij oplevering werd verguisd, maar waarvan men tegenwoordig de strakke, sobere vormen veelal toejuicht.
Architectuurhistorica Hetty E.M. Berens (1958) schetst in haar lijvige biografie van Rose een genuanceerder beeld. Het is niet het eerste boek waarin dat gebeurt, en met name in 'Waarheid en karakter, het debat over de bouwkunst 1840-1900' dat hoogleraar architectuurgeschiedenis Auke van der Woud in 1997 publiceerde, wordt Roses veelzijdige en belangrijke positie in allerlei kringen al toegelicht. Maar terwijl Van der Woud zijn aandacht vooral op de vakdis-cussies richtte en publicaties als voornaamste studiemateriaal hanteerde, heeft Berens zich in de eerste plaats in de man verdiept.
Tientallen brieven, platen en memoires werpen een ander licht op de kwesties van het Binnenhof en de kademuur; en op het Departement van Koloniën dat slechts aan geldgebrek zijn sobere uiterlijk dankt (Roses oorspronkelijke ontwerp was rijk versierd). Belangrijker is dat deze gebeurtenissen worden teruggebracht tot hun juiste proporties: als incidenten in een rijk en productief bestaan.
Het was een prachtige tijd, die negentiende eeuw, waarin het ambacht van een architect nog avontuurlijk was en het vak van stedenbouwkundige nog moest worden uitgevonden. Rose beoefende beide professies met hart en ziel. Zijn beste tijd beleefde hij in Rotterdam, waar hij vanaf 1859 ingenieur Gemeentewerken was en de ontwikkeling van Rotterdam als snel groeide havenstad op alle fronten begeleidde. Rioleringsstelsels, inpolderingen, nieuwe havens, nieuwe woonwijken: met alles moest Rose zich bezighouden.
Daarnaast ontwierp hij zo'n 150 gebouwen, waaronder een feestzaal waarvan pianist Franz Liszt de onovertrefbare akoestiek heeft geroemd, en een concertzaal in de Doelen. Het leverde alleen tijdelijk roem op. Slechts een handvol van zijn bouwwerken (zoals een school in Rotterdam (welke ???) en het militair tehuis Bronbeek bij Arnhem, (ah, ha, daar komt Aad wel eens, hebben DE bibliotheek over Nederlands-Indië) staat nu nog overeind.
In Berens' fraai uitgevoerde biografie komt zijn werk weer enigszins tot leven, met ontroerende foto's, sierlijke tekeningen en vaardige prenten. Daarnaast spettert zijn inventiviteit uit de plannen, of het nu om bruggen, polders havens of, gewoon, gebouwen gaat. Het Cool-singelziekenhuis (1839/1850; grotendeels verwoest in 1940) spande de kroon. Het was ooit het modernste ziekenhuis van Europa met allerlei nieuwigheden dankzij de stoommachine: verwarming, ventilatie, stromend water, zelfs liften. Toch kreeg ook de architectuur veel aandacht. Diepgaand boog Rose zich over de vraag hoe gebouwen met dergelijke nieuwe bestemmingen een passend uiterlijk konden krijgen.
Terugval op de dode regels van het classicisme vond hij ongepast. Met het Coolsingelziekenhuis introduceerde hij, min of meer in navolging van de Duitse architect K. F. Schinkel, de Rondboogstijl in Nederland. Een feit dat, net als Rose zelf, inmiddels bijna was vergeten.
Hetty E. M. Berens: W. N. Rose 1801-1877; Stedenbouw, civiele techniek en architectuur. Nai Uitgevers, dfl 69,50 (euro 31,54).
Rotterdam maakte qua waterhuishouding in het begin van de 19e eeuw, nog deel uit van de Schie en de Rotte boezem. Afhankelijk van het waterniveau en dus de snelheid van het water van de Schie en de Rotte richting Maas, werden de vele grachtjes, waar alle, laten we maar zeggen riolen (al bestonden die toen nog niet) op uit kwamen, ververst.
In de praktijk was deze natuurlijke doorspoeling natuurlijk zwaar onvoldoende, het stonk er dus altijd, net als in alle andere steden met veel water. (Amsterdam, Delft, 's Hertogenbosch, enz, enz)
Rose kwam met het voorstel om de waterhuishouding van de binnenstad los te koppelen van de Schie en de Rotte en dus werden een aantal grachtjes gedempt en werden de overige grachtjes gespoeld met vers Maaswater. Rose ontwierp hiervoor in 1842 een singelplan, wat je kunt zien op de onderstaande kaart :
Bij vloed zou via duikers in het oosten bij de Schiedamsedijk en in het westen bij de Oostpoort, Maaswater worden binnengelaten om zodoende de stadsgrachten te spoelen. Bij eb zou het vuile water dan weer naar de Maas afvloeien.
Om de bebouwde gedeelten van de stad goed te kunnen spoelen, maakte Rose ook gebruik van de bestaande hoogteverschillen tussen Rotterdam en de omliggende polders.
Voor de afwatering van de nog ombebouwde gedeelten rondom de oude stad, waar Rose ook de plannen voor ontwierp voor bebouwing met huizen, maar dat is weer een ander verhaal...., bedacht Rose een aantal singels : in het oosten de Boezemsingel, de Crooswijkse singel, de Noordsingel etc, en in het westen de Diergaarde singel en de Westersingel. De singels vormden meteen de grens tussen de oude stad en de stadsuitbreidingen.
Op de hoek van de Westersingel en de Eendrachtsweg werd bovendien het Westelijk Stoomgemaal gebouwd, bij de Oostpoort, waar later het Maasstation zou komen, klik maar even op deze link, het Oostelijk Stoomgemaal. Het Oostelijk Stoomgemaal pompte het water de singels in en via via ook de binnenstad in, het Westelijk Stoomgemaal pompte alles er weer uit. Een unieke manier om de stad door te spoelen !! Wel werd in die tijd veel geklaagd over de stinkende singels, in feite een soort open riolen...
De Westersingel Eendrachtsweg vanaf de Westzeedijk
Citaat uit ons Stadspoorten van Rotterdam verhaal:En zoo is Rotterdam dus aan die prachtige singels gekomen...., we bekijken er natuurlijk ook een paar :
En zoo zag het er nog uit vlak voor 1912, want toen werd het laatste restant van de Oostpoort afgebroken :
Vanuit het Westen, dus vanaf het Oostplein
Vanuit het Oosten met zicht op het oude Arsenaal van de Admiraliteyt van de Maeze (link),
sinds 1869 de Marinierskazerne
Historisch gezien erg jammer, want deze Oostpoort heeft in 1572, na de inname van Den Briel Bossu zien binnentrekken :
Bossu trekt Rotterdam binnen (1572)
Zoo'n 223 jaar later, in 1795, werden de Fransen hier feestelijk onthaald :
De Oostpoort op 21 Januari 1795
rechts Molen de Noord, verbrand op 28 Juli 1954
rechts nog een glimp van de Goudvest
De Heemraadssingel in 1925
weet je ook meteen waar die naar heet...
De Westersingel
De Bergsingel
De Noordsingel met gerechtsgebouw in 1910 (?)
De huidige Noordsingel
Een typisch Rotterdams (?) bruggetje
gezien vanuit de Burgemeester Roosstraat, het bruggetje ligt over de Noordsingel
De naam van Rose leeft verder in de Rosestraat, de opvolger van Rose was een zekere G. J. de Jongh, ook die naam is ons niet onbekend...
Meer over het Waterproject van Rose kun je vinden in dit verhaal:
De veranderingen in de Coolpolder van Rotterdam (2/3) (tot ca 1900)
Tot slot :
Via deze link ga je naar de Website van de gemeente Rotterdam (de dienst Stedenbouw en Volkshuisvesting) waarop informatie wordt gegeven over het door de gemeente vastgestelde Singelplan. Dit is het plan om 16 Rotterdamse Singels in de periode 2001-2006 op te knappen voor 45 mln gld. En dat alles volgens dit kaartje :
Meer over Rose kun je vinden in dit verhaal
![]() |
wat zijn we trots op ons familiewapen ...., beetje jaloers zeker .... |
Terug naar de top |
---|