Een e-mail sturen naar Hans? Zijn e-mail adres is hans@engelfriet.net
(klik op deze tekst om een voorgeadresseerde mail te openen)
Terug naar  het Engelfrieten overzicht

Naar beneden 

Dwalen door de Roderijselaan en omstreken

Hans heeft, net als zijn Moeder Alie, een geheugen om jaloers op te zijn ....

De omgeving in de Willebrordusstraat, waar wij woonden, was een gezellige buurt met veel vertier. Aan de linkerzijde van ons huis op de hoek van de Rodenrijselaan was groenteboer Kooi gevestigd. Hier kocht ma altijd de groenten en aardappels. Het moest niet te duur zijn, want anders kocht zij dit op de markt. Maar toch kwamen wij hier vaak.

Aan het begin van het stookseizoen moest ik altijd sinaasappelenkisten halen. Die kreeg ik dan gratis mee en moest deze op straat in elkaar hakken met een bijl. De kleine stukjes hout waren prima als aanmaakhout voor de kolenkachel.

Aan de overkant van de groenteboer was onze slager gevestigd. Zijn achternaam weet ik niet meer, maar wij noemden hem altijd oom Henk. Daar werd altijd vlees en worst gekocht. Oom Henk, de slager, was een aardige man en je kreeg altijd een stuk worst van hem. Vaak moest ik voor het gezin tussen de middag een ons worst halen. Ik herinner mij nog de heerlijke berlinerworst, die hij verkocht. Heerlijk was dat; ik heb deze worst nooit meer zo lekker gegeten als in die tijd.

Maar plotseling ontdekte ik toch wat bij oom Henk de slager. Wat bleek : aan zijn rechterhand miste hij zijn wijsvinger. Met deze "grote ontdekking" ging ik weer naar mijn moeder en vroeg haar hier na. Nu zij bevestigde dit wel en vertelde, dat oom Henk zijn vinger was kwijt geraakt tijdens het uitbenen van vlees. Ik wilde ook graag weten, waar die vinger dan wel was gebleven.
Je gelooft het niet, maar moeder vertelde, dat het wel eens kon zijn, dat deze door de gehaktmolen was gegaan.
Wat een verhaal!! Ik heb later altijd goed opgelet in de slagerij of oom Henk nog steeds maar negen vingers had in plaats van tien, want stel je voor: er werd bij ons thuis veel gehakt gegeten!!!.

Naast oom Henk, de slager, was nog een slager in de Rodenrijselaan, maar daar werd alleen gekocht als oom Henk met vakantie was.

Daarnaast was een echte sigaren -en sigarettenwinkel. Ik kocht daar altijd voor mijn vader de sigaretten.Ook de merken sigaretten weet ik nog: North-State; Lexington; Roxy en voor de dames als die op visite kwamen : Miss Blanche.

Een eindje verder de Rodenrijselaan in was een kantoorboekhandel. Naast allerlei kantoorartikelen werden hier ook boeken verhuurd. Een soort privé bibliotheek dus. Mijn moeder las toen ook al graag en bijna wekelijks ging ik een boek voor haar halen. De eigenaresse van die zaak wist wel waar mijn moeder van hield, dus het was bijna altijd goed.
De zaak werd goed bewaakt, want in die zaak lag altijd een grote hond. Hij deed je niets en keek altijd wat lodderig uit zijn ogen.
In die tijd hadden wij nog geen telefoon. Maar er moest wel eens iets geregeld worden. Nu, dat ging altijd per post. Ik moest vaak in die winkel halen een briefkaart voor binnen de stad of voor buiten de stad. Dat scheelde in portokosten. De post werd trouwens in die tijd nog driemaal per dag bezorgd.

Wij zijn nu aangekomen op de hoek van de Bergweg en de Rodenrijselaan en steken nu over. In die periode was dit nog geen oversteekplaats met strepen. Zowel thuis als op school kreeg je als het ware altijd les in oversteken. Eerst naar links kijken, dan naar rechts kijken en dan weer naar links kijken. Kwam er dan niets aan, dan mocht je oversteken. Later is hier een officiële oversteekplaats gemaakt en werd ook later bemand met verkeersbrigadiers van de
Juliana van Stolbergschool.

Aan de overkant van de Rodenrijselaan zijn wij nu aangekomen en staan nu bij de ingang van de Juliana van Stolbergschool.
Hoe wij daar binnen moesten komen, daar valt ook nog wel iets van te zeggen. Wij staan nu voor de poort, zoals wij dit noemden.

Wij moesten altijd in rijen van twee naast elkaar netjes lopen naar de hoofdingang van de school. Hard lopen werd bestraft. Aan het einde van de poort gingen de kleintjes linksaf naar de kleuterschool. Meneer Verstraate keek vanuit de eerste verdieping van het schoolgebouw toe of alles wel ordelijk verliep. Hij leek wel een generaal, want gewapend met stok werd regelmatig op het raam getikt, dat alles wat netter moest. Ging het naar zijn mening niet goed, dan ging het raam open en moest je voor straf midden op dat plein vlakbij de zandbak gaan staan onder een grote boom om later op rapport te komen. Dit leverde altijd strafwerk op.

Wij gaan verder de Rodenrijselaan in. Iets na de school was een wat vreemde zaak voor ons.
Naar mijn beleving van nu werd daar gehandeld in gereedschap, motoren, ijzerwaren en vele andere zaken. De naam van de eigenaar weet ik niet meer. Wel weet ik, dat het een Griek was. Hij zag er behoorlijk bebaard uit. Hij was ook echt fanatiek. Als het koninginnedag was, stak iedereen de vlag uit: de Nederlandse vlag natuurlijk. Hij niet, altijd steevast de Griekse vlag.

Naast die Griek was de bekende zaak van Van der Meer & Schoep, brood - en banket. Wij kwamen daar wel, maar dan voor artikelen uit de reclame, want ook deze zaak was niet al te goedkoop.
Wel had deze winkel op een bepaald moment een leuke actie. Bij aankoop van pakken beschuit zaten zegeltjes. Die konden worden gespaard en later worden ingewisseld voor echte foto's over de wederopbouw van Rotterdam en later nog voor twee boeken, waar die plaatjes in geplakt moesten worden. Al deze artikelen ging ik halen, na voldoende zegeltjes te hebben gespaard bij de fabriek van Van der Meer & Schoep aan het Willebrordusplein. De titels van de boeken waren : "Bruisend Rotterdam". Toen was ik al heel enthousiast in het verzamelen van artikelen en boeken over Rotterdam. Veel later heb ik deze boeken eens uitgeleend en wat gebeurde? Ik weet niet meer aan wie ik deze boeken heb uitgeleend, maar ik heb deze helaas nooit meer terug gezien. Eénmaal heb ik deze nog gevonden op een boekenmarkt. Deze boeken waren erg slecht en men vroeg het aardige bedrag van f. 160,00 hier voor. Dat heb ik niet gedaan, dus maar blijven zoeken.

De ingescande boeken staan nu volledig bij Alex op de site (zie de homepage van de Rotterdammers)


Verder de Rodenrijselaan in en nu naar de hoek van de andere grote Willebrordusstraat, die uitkomt op het Willebrordusplein en de Lisstraat. Op de hoek was een viswinkel annex patatzaak. De eigenaar heette Wakker en had een keurige zaak. Zijn zoon, Karel, zat bij mij op de lagere school. Het gezin is later verhuisd naar Hillegersberg. Maar bij Karel kwam ik vroeger ook vaak, zoals hij ook bij mij, want ook hij was gek van postzegels verzamelen.

In de winkel bij vader Wakker werd wel eens wat gekocht. Een zakje patat kostte in die tijd f. 0,25. Maar dit werd altijd gewogen. Ik weet het gewicht niet meer van die zakjes : 100 of 200 gram?. Maar het gebeurde heel vaak, dat er iets uit het zakje patat werd terug genomen. Ook kroketten daar waren lekker. Deze werden niet gewogen en kostte allemaal f. 0,25. Een oom van Karel had ook een winkel in de Zwart Janstraat en heeft later de zaak van Wakker overgenomen. Vader Wakker kon m.i. gaan rentenieren van ons te veel afgenomen patat!

Wij steken nu de Rodenrijselaan weer over naar oom Henk, de slager. Dan steken wij de Willebrordusstraat weer over naar groenteboer Kooi en lopen dan weer verder de Rodenrijselaan in. Naast de groenteboer was een drogist gevestigd. Het was een eigenaardige winkel, want hij was gedeeltelijk onder de grond gevestigd. Deze zaak werd dan ook wel het "keldertje"genoemd. Naast pleisters, pillen en drankjes werd hier ook veel lekker snoep verkocht en op oudejaarsdag rotjes.

Wij lopen nu verder de Rodenrijselaan in en steken dan de Zestienhovenstraat over en dan weer steken wij de Schieveenstraat over en komen dan op de hoek van de Rodenrijselaan/Bergselaan. Wij steken daar over en komen op de hoek de bekende winkel van C.Jamin tegen. Nu hier werd veel gekocht, want die winkels waren echt volkswinkels. Tevens was dit de "werkplek"voor ons als verkeersbrigadier. En als wij nu terug lopen weer de Rodenrijselaan is, komen wij langs het statige beneden huis van meneer Verstraate. Ik keek altijd stiekem even naar binnen, wat natuurlijk eigenlijk niet mocht.

Nadat wij de Rodenrijselaan van die tijd hebben bekeken, gaan wij weer terug naar de Willebrordusstraat, waar wij woonden. Want daar zijn nog wel wat interessante dingen over te vertellen.

De straat was eigenlijk in tweeën verdeeld. Het voorste gedeelte, waar wij woonden, en het achterste gedeelte richting Bergsingel. Daar kwamen wij eigenlijk nooit om met andere kinderen te spelen. Of het was volgens thuis :"ander publiek", wat dat ook moge zijn. Ons gedeelte van de Willebrordusstraat werd eigenlijk in tweeën gedeeld door de chocoladefabriek van Beukers & Reineke.
Het was een groot pand en velen verdienden hier hun brood. Of de vestiging van zo'n bedrijf met grote pijpen nu wel goed was voor het milieu, vroeg je jezelf in die tijd niet af. De fabriek was altijd hermetisch gesloten. Wat had ik graag binnen willen kijken, hoe men daar werkte. Maar helaas, hier is nooit iets van gekomen.
Nu hadden wij toch nog wel profijt van die fabriek. Klaarblijkelijk werd er zeer hard gewerkt in een zeer strak schema en had men weinig pauzes, De eetpauze was tussen de middag en werd luidruchtig aangekondigd. Om half één 's middags loeide de sirene en dan was het etenstijd voor het personeel van de fabriek, maar ook voor ons, want dan moesten wij naar binnen om te eten.

Dan nog meer verhalen over de iets verdere omgeving van de Willebrordusstraat en mijn verdere activiteiten daar.
's Maandags moest ik altijd de overhemdboorden van mijn vader wegbrengen naar de stomerij op de Bergweg, een pand naast Café du Nord en vlakbij de tramhalte van lijn 14 en 22. Aan het einde van de week werden deze boorden dan uiteraard tegen betaling weer opgehaald.

Nu wij toch op de Bergweg zijn, aan de overkant van de Rodenrijselaan was de winkel van de Gruyter, onze "supermarkt"voor die tijd.

's Zaterdags moest ik daar alle noodzakelijke boodschappen doen. Ik moest wat sjouwen met tassen, maar zo ging dat in die tijd. Het was vaak erg druk en je moest goed opletten, wanneer je aan de beurt was. Alles werd voor je afgewogen en ingepakt.

Ik herinner mij nog goed de grote installatie voor koffiebonen. Koffie in die tijd was verkrijgbaar in bonen of gemalen. Meestal moest ik koffiebonen kopen, want dat was goedkoper en bovendien hadden wij thuis een koffiemolen. Je kon die koffiebonen kopen in alle soorten,die werden aangeduid met kleuren. Ik geloof, dat ik altijd het roodmerk moest kopen. In ieder geval niet het goudmerk, want die was de duurste. Ik zag wel eens, dat dat grote apparaat gevuld werd met nieuwe zakken koffiebonen.
Men vulde naar mijn beleving van toen het gehele apparaat met dezelfde bonen. Deze bonen kwamen wel terecht in de diverse gekleurde vakken : goud - groen - rood - oranje - etc.etc. Ik vroeg mij dan ook altijd af, of er nu werkelijk verschil was !!! Later zijn al die kleuren verdwenen, ik heb er nooit meer iets over gehoord.

De Gruyter was een echte volkswinkel, die ook stevig aan klantenbinding deed. Het snoepje van de week is nog steeds bekend bij mij. Maar ook de regeling van 10% korting. Ik had hier al vroeg affiniteit voor. Als je de boodschappen had gedaan en afgerekend, kreeg je als bewijs een bonnetje uit de kassa afgeslagen op vrij dik papier. Al die bonnetjes gingen thuis in een doosje en werden zorgvuldig bewaard. Had je nu f. 100,00 aan bonnetjes, dan kon je die inleveren en kreeg je 10% korting. Het was altijd wel puzzelen om exact aan die f. 100,00 precies te komen. Want bv. f. 98,43 was niet genoeg en over bv. f. 105,82 kreeg je ook maar 10% over f. 100,00. Er werd wel eens iets gekocht om een bonnetje te krijgen, dat je zo dicht mogelijk bij de f. 100,00 uitkwam. Ik vond dit een ware sport.

Als wij nu vanuit de Gruyter rechtsaf de hoek om gaan, dan komen wij in de Zwart Janstraat. Dat was de echte winkelstraat in het noorden van Rotterdam, gevolgd door de Noordmolenstraat.
Maar eerst nog even op die hoek boodschappen doen bij de luxe banketbakkerij van Winkelman. Het was niet altijd mogelijk, maar als ik nog geld over had van de boodschappen bij de Gruyter of de 10% had geïncasseerd, mocht ik bij Winkelman zeven sneetjes heerlijk krentenbrood kopen voor de zondag.

Nu ik het toch over de zondag heb, wij gingen dan altijd naar de kerk. Maar goed, er werd 's zondags veel gecollecteerd in de kerk. Drie maal per dienst ging de collectezak je neus voorbij. Er moest ook immers veel opgebracht worden in die jaren na de oorlog. Maar voor een groot gezin was dit toch een grote last. Want twee kerkdiensten maal drie collecten maal 6 of 7 personen, tel maar uit, wat er opgebracht moest worden. Dus er moest altijd klein geld aanwezig zijn.

Thuis hadden wij daar een praktische oplossing voor bedacht. Ik kreeg een paar gulden mee en stapte het toen nog deftige kantoor binnen van de Amsterdamsche Bank (tegenover Winkelman). Het kantoor zag er sjiek uit, zo ook het personeel.
Ik moest achter de tralies op mijn beurt wachten. Als ik dan eindelijk aan de beurt was, zei een grote man altijd tegen mij:"Wat moet jij?".
Nu ik had bijvoorbeeld drie guldens en moest hiervoor drie rolletjes stuivers hebben. Ik zei dan ook hard: "Ik wil deze drie guldens omwisselen in drie rollen stuivers voor de familie Engelfriet".
De deal werd gesloten en het is zo jaren lang doorgegaan.

bergwegstuivers


Rechts op de hoek van de Bergweg en de Zwart Janstraat de Bank van Hans

Nu wij toch in de Zwart Janstraat zijn, hier valt ook veel over te vertellen. Ik kwam er altijd graag en je kende op den duur alle winkels met bijbehorend personeel. Nu, dat wilden men wel eens testen.

Het moet ongeveer 1954/1955 geweest zijn toen men een grote wedstrijd uitschreef, die enkele weken duurde. Het ging als volgt: van iedere winkel werd van een personeelslid, meestal de chef, een foto gemaakt. Deze foto's werden geplaatst in de etalages van andere winkels en aan de hand van formulieren moest je dan invullen in welke winkel die persoon van de foto dan wel werkzaam was.
Dit spelletje heeft men vier weken gehouden door telkens weer de foto's te verwisselen. Ik heb vele formulieren ingevuld en ingeleverd, maar helaas nooit wat gewonnen. Maar dat vond je niet erg. Het meedoen alleen al vond je al leuk.

Zoals al gezegd, de Zwart Janstraat met zijn vele gezellige winkels kwam uit in de Noordmolenstraat. Nu, dat was ook een drukke winkelstraat echter veel smaller. Zeer regelmatig wandelden wij hier doorheen, want wij gingen ook vaak naar het Noordplein, waar de markt was.

Aan het einde van de Noordmolenstraat weet ik nog, dat daar op zaterdag tegenover een café mensen stonden, die schreeuwend een krant verkochten. Het bleek "De Waarheid" te zijn, uitgave van de Communistische Partij Nederland. Deze krant werd te koop aangeboden voor 5 cent.

Ik wilde wel eens zo'n krant kopen om eens te lezen, wat er nu werkelijk in stond. Maar dat mocht van thuis niet. De Waarheid komt er bij ons thuis niet in, was altijd het devies. Nu, dat was waar ook.

In ons gezin kwam een andere krant nl. De Rotterdammer, voor toen een echte christelijke Rotterdamse krant. (LINK)

Naast dit dagblad werd ook in familieverband het christelijk weekblad "De Spiegel" gelezen.
Als je daar nu nog over nadenkt, was het eigenlijk heel slecht. Ik was en ben nog altijd zeer nieuwsgierig vooral als het om de media gaat en wil nog steeds overal kennis van nemen. Zo was ik vroeger ook al. Maar de mensen van toen wisten niet beter en dachten volgens mij, dat dit zonde was en vooral niet van de kerk mocht.

Over kranten gesproken. Ik kwam toch wel aan mijn nieuws.

Want wat was het geval? Mijn vader werkte bij Siebel juweliers. Dit bedrijf had destijds vestigingen in Amsterdam, Den Haag en Rotterdam. Men adverteerde in allerlei kranten, speciaal in de plaatselijke kranten.
Uiteraard ontving het bedrijf facturen van deze kranten om de advertentiekosten te betalen. Dit alles moest echter wel gecontroleerd worden. Mijn vader deed dit controlewerk in de avonduren thuis. Eénmaal per maand kwam de chauffeur van Siebel, oom Jan ter Beek, zo noemden wij hem, bij ons thuis alle kranten afleveren, waarin Siebel had geadverteerd.
Deze kranten waren alleen nog maar op plaatsnaam gesorteerd en niet op krant.

Jarenlang heb ik die kranten gesorteerd op dagblad en daarna op datum, zodat mijn vader gemakkelijk de nota's kon controleren. En natuurlijk las ik tussendoor wel eens een krant!!!.




We onvingen de volgende reakties:

Hi Hans

de griek heette: Petimezas

en die eerste patatzaak op de hoek van de broers: Wakker (vischhandel)?

bijnaam: gram, omdat ze het zakje patat( fl. 0,25) afwogen

frits adelmund




De slagerij op de hoek tegenover groentewinkel van v.d. Kooi was Wensveen, de slagerij een paar huizen verder was van v.d.Wel en de boekhandel/ leesbibliotheek heette Staf-Vreezen.
De sigarenzaak "RIOVA" was van Ottenvager en de drogisterij in het sousterrain heette "De Magneet". De vader van Karel Wakker heette ook Karel en die was eind dertiger jaren getrouwd met de cheffin van het filiaal van v.d Meer en Schoep naast de viswinkel.

Eventueel bereid tot meer informatie

met vriendelijke groeten

J.J. van Houte




ik heb 22 jaar in de rodenrijselaan ( 53a) kantoor gehouden, en weet zodoende tamelijk veel over deze buurt. De naam van de "Griek " is inmiddels achterhaald, en klopt. Hij was een klant van mij ( administratief) en zijn voornaam was Dimitri Antoniades. hij vertelde mij indertijd, dat de beroemde zangeres Maria Callas enige keren bij hem op bezoek is geweest. Hij wist van mijn liefde voor muziek en na zijn overlijden kreeg ik van een van zijn zoons een collectie platen van Maria Callas.
Voor zijn overlijden had hij een ooggebrek, waardoor hij zijn smederijwerk niet meer zo goed kon uitoefenen. Af en toe hielp ik hem, om zijn hand enigszins bij te sturen.( wat een boekhouder al niet voor zijn klanten doet ! )
Er zou nog veel meer te vertellen zijn, want mijn vrouw en ik wonen vanaf 1959 in het oude noorden, maar met bovenstaande hoop ik een kleine aanvulling te hebben gegeven.

vriendelijk groetend,

Teun van Wijk




Bij het lezen en zien van je site kwamen er natuurlijk feiten boven die ik niet meer wist maar ook eigen herinneringen kwamen spontaan naar boven. Ik wil daarom graag mijn herinneringen kwijt over de Rodenrijselaan en de Juliana v. Stolbergschool al zijn het er naar mijn idee niet zoveel.

Mijn ouders woonden er vanaf 1948 . Ik ben van januari 1950. Wij woonden op de eerste verdieping en beneden ons met haar raam op straatniveau woonde een alleenstaande juffrouw, die naaister was. Aan de overkant woonde een Rooms Katholiek gezin de familie Zwueste waar ik vaak kwam. Met Sinterklaas speelde de vader de Goedheiligman. Er waren ondanks de betrekkelijke armoede altijd cadeautjes waar mijn ouders zich voor schaamden omdat het gezin het eveneens niet breed had. We deden spelletjes zoals tollen, knikkeren, en dus ook badmintonnen en in 1960 hoola hoop.

Bij ons om de hoek was de Zestienhovenstraat, waar naast de ingang van de vieze vochtige tuinen waar altijd het water met sop in stond, was het winkeltje waar je drop en zoethout kon kopen. Naast ons was slagerij Koppelaar verderop richting Bergweg zat ook nog slagerij de Knijff, een zoon zat op de Juliana v Stolberschool.

Bijna op de hoek van de Willebrordusstraat was drogisterij de Spatel, eigenaresse mevrouw Wolthuis; haar man stond ook in de zaak, die, als ik er een boodschap moest doen regelmatig hard in mijn wang kneep. Hij bakte soms patat voor een aantal kinderen uit de buurt die dan gezamenlijk aan een lange tafel zaten op een zaterdag?avond. Een dochter zat ook al op dezelfde school, dat is Jetteke Verbruggen, waar ik mee bevriend was.

Televisie kijken deed ik bij Tineke Pleune. Die familie woonde naast slagerij Koppelaar op 33. Verderop richting Bergselaan zat Pogo geluid en drogisterij M. van der Klis. Schuin aan de overkant zat natuurlijk Jamin.
Aan deze kant bijna naast de Willebrordusstraat zat een kruidenier, hoe die heette weet ik niet meer. We bezochten meestal groenteboer Sinke in Willebrordusstraat. Daarnaast zat ook de waterstoker waar ik petroleum in een kan moest halen.

In de Willebrordusstraat tussen de wasserij en de hoek met de Bergsingel was een soort fietsenmaker de ik meneer Metaal noemde.

Op de hoek van de Bergweg en de Rodenrijselaan stond een zuil en daarnaast stonden kerstbomen te koop als het daar tijd voor was.

Elke zaterdagochtend kwam de orgelmannen aan wie mijn moeder 5 cent via het raam gooide. Ik ging naar de kapper in een zaak naast station Bergweg; een medewerker daar noemden we Piet de Kortknipper.

Schuin tegenover op de Bergweg zat naast de Gruyter een speelgoedwinkel van van der Giessen; een zoon van de eigenaar zat eveneens op de Juliana v. Stolbergschool. Daar ging ik pas in september 1954 heen.

Juffrouw Klazien heette juffrouw Lezer en ik herinner me ook nog juffrouw Lans. Omdat ik in september naar school ging, had ik de hele lagere school door alleen maar onderwijzeressen. Twee daarvan nl. juffrouw Schop en juffrouw Jongeneel mocht ik graag vooral juffrouw Jongeneel die ik helaas alleen in de tweede klas had.
In klas een, drie en zes gaf juffrouw van Reekum les, die naar mijn mening voortdurend overspannen was, wat zich uitte in het met de liniaal op handen slaan, waarbij ze "stout handje" riep. Wat zij ook deed bij bepaalde kinderen die zij vooral dom vond, was het slepen aan de oren door de klas waarbij zij buiten zichzelf was van woede en het slachtoffer kermde. In de vijfde klas was Mevrouw Clausing die de dochter van dokter van Dijk behandelde als haar favoriet maar aan mij een hekel had en die voor mij dan onmogelijke dingen verzon waar ze mij dan mee treiterde, je ziet het waren zeker niet alleen leuke dingen .

In 1962 gingen we verhuizen naar IJsselmonde wat ik vreselijk vond en dat ook nog vlak voor het einde van het afsluiten van de lagere school en het verkeersexamen.

Min ouders zijn in 1947/1948 naar de Rodenrijselaan verhuisd vanuit Voorburg, waar zij woonden vlak na hun trouwen omdat er in Rotterdam geen woonruimte was. Ik ben van januari 1950. Ik kan me niet zoveel herinneren maar bij het lezen van je website kwamen weer feiten naar boven en nu zet ik mij herinneringen maar neer.

Ik ging naar de kleuterafdeling va de Juliana v. Stolbeschool in september 1954. Juffrouw Klazien was juffrouw Lezer en ik weet ook nog juffrouw Lans. Omdat ik pas in september ging, had ik waarschijnlijk op de lagere school allemaal onderwijzeressen, waaronder twee lieve nl. in de tweede klas juffrouw Jongeneel en in vijfde klas juffrouw Schop. In klas 1, 3 en 6 had ik juffrouw van Reekum, die voortdurend overspannen was wat zich uitte in het slaan op handen met een liniaal waarbij ze dan stout handje zei en het slepen aan de oren van "domme" kinderen door de klas waarbij ze buiten zichzelf was van woede. In de vijfde klas was er mevr. Clausing, die een lieveling had in de klas, nl. de dochter van huisarts van Dijk, Bertie van Dijk, en iemand die ze treiterde door hem de schuld te geven van dingen die ze zelf had verzonnen, dat was ik.

In de Rodenrijselaan weet ik me ook nog winkels te herinneren, namelijk in de richting van de Bergselaan drogisterij M. van der Klis, aan de overkant Jamin en aan die kant zat bijna op de hoek met de Willebrordusstraat een kruidenier. Naast ons op nummer 33 zat slagerij Koppelaar en schuin boven woonde de Familie Pleune waar ik mocht kijken naar Pipo en de Verrekijker. Aan die kant bijna op de hoek met de Willebrordusstraat zat drogisterij de Spatel waarvan de eigenaresse mevr. Wolthuis was, haar man heette Dhr. Verbruggen die ook in de winkel stond en als ik daar was voor een boodschap, altijd hard in mijn wang kneep, waarom weet ik niet. Hij had volgens mijn moeder geen drogisterij-diploma.

Op zaterdagavond bakte hij weleens patat voor een aantal kinderen uit de buurt, wat we dan aten aan een lange tafel beneden naast de winkel Ze hadden drie kinderen, waaronder Jetteke, die een vriendinnetje van mij was.We gingen naar groenteboer Sinke in de Willebrordusstraat daarnaast zat een waterstokerij waar ik petroleum moest halen. Van der Giessen speelgoed had een zoon Piet die ook op de JvS zat. Iedere zaterdagochtend kwam er een draaiorgel voor onze deur met twee mannen aan wie mijn moeder 5 cent via het raam toe wierp. Ik moest naar een kapper op de Bergweg naast station Noord een lid van personeel noemden we Piet de Kortknipper.

Met vriendelijke groet, Dick van Hartingsveldt




Zeer toevallig hoorde ik van mijn docher dat zij bij google naar de familie naam van van der molen had gekeken.Toen ik ook aan het zoeken ben gegaan kwam ik de geplaatste foto's tegen en mijn jonge jaren van 36 tot 61 van de roderijselaan kwamen weer terug.
Allemaal bekende namen en winkels van vroeger met de gezichten zag ik aan mij voorbijgaan.
Mijn broer is een paar jaar geleden nog in de omgeboudewinkel van de slijterij geweest.Toen mijn vader overleed heeft mijn moeder nog enige met behulp van mijn vrouw de zaak gerund.Uiteindelijk hebben wij de zaak aan firma Bols verkocht en de zetbaas heeft in notime de zaak laten verlopen.Zowel mijn broer als ik hadden beide geen zin om winkelier te worden.

In het verhaal stond de winkelier een Griek naast de zaak van zijn vinger had verbonden ,ik denk of ik weet wel dat het mijn vader is geweest daar hij als gediplomeert EHBO er altijd in die als eerste hulpdienst zijn hobby uitoefende.

Vriendelijke groeten Jan van der Molen




Ergens rond 1980 heb ik als jongen van 11 (en daarna wat ouder) een aantal jaren bij groentenboer Nico Sinke gewerkt die in de Willebrordusstraat precies tegenover de Ackersdijkstraat gevestigd was. Petimezas kwam daar bijna wekelijks beschimmelde citrusvruchten halen om daar, volgens Nico Sinke, zelf penicilline van te maken.

Met vriendelijke groet, Jeroen Twigt




Ik wil even reageren op het stuk over de rodenrijselaan.
Leuk om wat informatie te lezen over de straat waar ik mijn jeugd heb doorgebracht.

Ik wil even laten weten dat ik in het torentje van het woonadres rodenrijselaan 39 de bommenwerpers over Rotterdam heb zien vliegen. Als kleine jongen was het een waar spektakel.

De drogisterij heette inderdaad “De Spatel” . De naam van de eigenaar was Verbrugge (niet Verbruggen).

Naderhand is de zaak voorzien van een reklamebord boven de etalage waar de naam van zijn echtgenote mw. Wolthuis is aangebracht.

Veel succes verder.

Johan Verbrugge




Met veel plezier heb ik je artikel over de Rodenrijsestraat gelezen. Leuk, al die herinneringen.

Zelf heb ik vanaf 1950 (toen ik 1 jaar oud was) op de Bergeslaan gewoond, vlakbij de kruising met de Rodenrijsestraat. Op de hoek van de Bergeslaan en de Rodenrijselaan was het kruidenierswinkeltje van mevr. Raats, volgens mij familie van parfumerie Raats in de Zwartjanstraat. Als kind kregen wij geen geld mee, maar een boekje waar dan alle inkopen in werden geschreven. Later werd de winkel overgenomen door De Vries. De Rodenrijsestraatkant van Jamin had twee automaten met drop en chocoldade en derg. en daarnaast een soort rolluik waar je op bepaalde tijden ijs kon kopen. 10 cent voor een gewoon ijsje (blok in papier) en 25 cent voor hetzelfde formaat roomijs met chocolade. Iets verderop was de sigarenzaak van Bohré. Verderop was nog een winkel, ik herinner me niet meer wat daar te koop was. Later werd het een seksshop, geopend door Phil Bloom, Nederlands eerste naaktmodel op de tv.

De winkel op de hoek met de Schieveenstraat heeft ooit nog in de brand gestaan, ik meen me te herinneren dat er toen een beddenwinkel of zo was. Daarna is Pogo geluid er gekomen.

En er was nog een slager, halverwege de Bergselaan en de Schieveenstraat, Batenburg. Naast Pogo was nog een kelderwinkeltje. Dat is jaren een winkeltje geweest voor allerlei jachtartikelen, Kool voor zover ik me kan herinneren.

Hans van Zoelen




We kregen ook deze zeer bijzondere reaktie over Karel Wakker:

Mag ik het nu toch even voor mijn vader opnemen?

Ik kan me herinneren dat er regelmatig lacherig werd gedaan over het afwegen van de patat, maar dat zat toch heel anders in elkaar dan nu op de site te lezen valt.

Het door andere 'patatboeren' gebruikte puntzakje, waar altijd joviaal een extra schep op werd gedaan, die er meteen weer afviel, bedroeg qua inhoud minder dan de afgewogen 100 gram die mijn vader in de grotere vierkante zakken deed.

In die puntzakken zat meestal rond de 85 gram. We hebben het regelmatig gedemonstreerd.

Ook zat er in die punt nauwelijks patat, slechts wat kruim, dat mijn vader niet goed genoeg vond en dus al uit de bak schepte.

Mijn vader hield van kwaliteit en dat voerde hij dus ook door in handzamere zakken.

Oorspronkelijk begon mijn vader een viswinkel en langzaam maar zeker, hij voelde veranderingen aan, werd het assortiment uitgebreid. Wekelijks werd door mijn moeder (die 'hoofdjuffrouw' was geweest bij van der Meer & Schoep, naast zijn winkel) grote pannen nasi gekookt waar ballen van werden gemaakt.
Ik zie haar nog in de keuken staan.

Onze nasibal was in de hele omtrek bekend door de unieke kwaliteit.

Jaren lang heb ik op zaterdagmiddag in de winkel geholpen en dan was het rond etenstijd met zijn drieën nauwelijks bij te benen.

De z.g. broer die op de site wordt genoemd was 'oom Jan'. Maar dat was geen familie.

Mijn vader had op een gegeven moment ook een winkel in de Zwart Jansstraat, die werd gerund door deze oom Jan. Toen dat niet naar wens liep, kwam Jan de Rooij met zijn vrouw in de Rodenrijschelaan achter de winkel wonen en vertrok het gezin Wakker naar Hillegersberg.

Hij is dus niet gaan rentenieren van de achtergehouden patat. Hij is helemaal niet gaan rentenieren, maar heeft de zaak verkocht toen hij 65 jaar werd en leefde zoals velen rustig en tevreden zijn oude dag. Karel Wakker is 98 jaar geworden.

Krijgen we er ook nog deze 2 zeer bijzondere foto's bij:

wakker1947maartdeuropening

wakker1966kareljanderooij






Ontzettend leuk om deze site te bekijken en oude herinneringen op te halen!

Vanmiddag nog liepen mijn vrouw en ik door de Rodenrijsestraat en zo verder naar de Zwartjanstraat en zagen ook de ingang van de J.v.Stolbergschool,die ik ook bezocht heb in de jaren direct na de oorlog.

Tot mijn spijt moest ik ook zien de teloorgang van mijn oude H.B.S. op de Bergsingel,waar nu een andere richting les geeft.

Maar we waren ook nog even op het Noordplein waar een AOW er een centje bij verdiende met haring te verkopen.De haring was perfect maar hij zal wel nooit mee doen met de AD haringtest.

Ik ben geboren in de Schieveenstraat nr.8 en mijn vriendje was Corry Blaak,die elke Zaterdag als de melkboer kwam een kwartliter room moest opdrinken,zo slecht zag hij eruit.

Boven de RMI om de hoek op de laan woonde mijn eerste grote liefde Atie Velsen maar haar interesse ging al snel naar wat oudere jongens.

Harm van Tongeren




Dankzij Ria Wakker kunnen we nu ook onderstaande geweldige foto's laten zien!

april1947wakkeretalage (39K)

April 1947, de etalage van Vishandel Wakker

april1947vdmeerschoeppetimesas (25K)

April 1947, de luifels van Van Der Meer en Schoep en Petimesas

mei1947roderijselaan (35K)

Mei 1947, hoek Willebrordusstraat Roderijselaan, richting noorden

juli1947roderijselaan (48K)

Juli 1947, hoek Willebrordusstraat Roderijselaan, richting noorden






klik hier voor onze foto pagina over de Willebrordusstraat en omgeving





Familiewapenklein
wat zijn we trots op ons familiewapen ...., beetje jaloers zeker ....


Terug naar de top





Last update :

19 Januari 2013