| Klik hier als je wilt zoeken via Aad's Freefind search engine, vul in het venster jouw woord in, bijvoorbeeld Overschie en klik op ENTER |
|---|
en dus ontvingen we de volgende leuke bijdrage van Cor Sloff, email : corsloffassen@hetnet.nl
Mijn grootvader Kees Sloff en zijn 2e echtgenote Lena de Jong waren rusthuis vader en moeder van het rusthuis voor ouden van dagen in de Dorpsstraat tegenover de Herv.Kerk.
Het waren in oorsprong twee woningen naast de pastorie. Er was een grote keuken beneden en de woonkamer aan de straatzijde. Boven waren de "vrouwenzaal"en de "mannenzaal".
Achter was een zeer grote tuin met een vijver, vruchtbomen en moestuin. Deze grensde aan de ene zijde aan de oude begraafplaats en aan de andere zijde aan de tuin van de pastorie, in de tijd bewoond door Ds v.d.Hooft.
deze foto hing in het halletje van de school
Van 1911 tot 1943 predikant in Overschie, bekleedde vele bestuursfunkties.
In Januari 1964 op 87-jarige leeftijd in Overschie overleden
LINK
LINK
De mannen hielden de tuin bij en verzorgden een groot aantal konijnen, onder leiding van Opa Sloff. De vrouwen deden het huishouden en kookten het eten. Dit onder leiding van Opoe Sloff. Zij was een rustige zachtaardige vrouw die vrede hield onder de roddelende bewoners. Ook de tuin van de dominee werd door hen verzorgd. Aan de zijde van de dominees tuin stonden drie aan één gesloten schuren met een kookpot en konijnenhokken. Rond de kerstdagen was het druk, want dan werden er konijnen geslacht voor de verkoop. Ook in het oogstseizoen was er veel drukte om alle groente en fruit te wekken. In beide tuinen stonden een aantal pruimen en croosjes bomen. Ook bessen struiken. Zwarte, rode en kruisbessen waren er dan in overvloed. Er werd dan ook in het seizoen veel bessensap gekookt in de grote keuken. Op deze manier werden de kosten van levensonderhoud mede door de bewoners in de hand gehouden.
Grootvader Kees had ook nog tijd voor allerlei dorpsfestiviteiten en deed het een en ander voor de kerk. Toen de oorlog uitbrak werd het echt moeilijker. Twee neven van mijn vader, zonen van Jan Sloff uit de Schielaan, doken onder in het rusthuis. Later toen het voedsel een probleem werd, kwamen er ook geiten in de schuur. Op gezette tijden werden deze in de grote keuken geslacht. Dit moest wel omdat de schuren begluurd konden worden door de bewoners van de Rotterdamse rijweg vanuit hun achterramen. Daar woonden enkele N.S.B. ers die klikten naar de Duitse bezetters. Grootvader moest heel voorzichtig zijn want hij had onderduikers en zijn schoonzoon Jan Boer uit de Oranjestraat deed iets in het verzet. Zijn zoon, mijn vader, was voor de honger winter al opgepakt en op transport gesteld naar Oostenrijk. Direct na de bevrijding stond Kees Sloff weer vooraan bij het regelen van feestelijkheden in Overschie.
Het bovenstaande speelde zich af vanaf 1938 tot 1945. Ik ben geboren in 1934 en heeft dus dit verhaal als kinderjaren herinnering. Mijn ouders woonden vanaf 1932 tot 1935 in de Schoolstraat, waarna zij verhuisden naar IJsselmonde. Ik ben dus opgegroeid in IJsselmonde, maar wij gingen zeer vaak naar Overschie en speelde met een aantal neefjes en kinderen wiens grootouders in het rusthuis woonden. Ik kan mij herinneren een Meneer Vrolijk. Ook de naam Borstlap op de vrouwenzaal zegt iets. In mijn herinnering was zij ziek en lag veel op bed. Het is moeilijk om de namen terug te vinden in je brein, maar als je ze hoort komt er vaak toch wel iets terug. Van één van deze bejaarden kreeg ik een model van het Delftse bootje, later heeft dat jarenlang in het restaurant "De Zweth" gestaan, bij het raam aan de waterkant.
Toen mijn grootvader 65 jaar werd zat zijn werk er op en ging hij met A.O.W. Dat was in 1946. Toen noemde men die van Drees trekken als ik het goed heb. Om die reden zijn zij samen naar de Zweth verhuisd. En inderdaad, net over de brug in een klein huisje. Een rijtje van 4, vlak naast een brede sloot die naar de polder liep. Vele malen ben ik daar ook geweest. Hij had daar een klein tuintje en verbouwde wat groente en aardappelen. Opoe Sloff deed het huishoudentje, praatte met en hielp de buren. Op 23 aug. 1951 is zij overleden en begraven op Hofwijk. Het land waarop de begraafplaats is gesitueerd was heel vroeger in het bezit van de aangetrouwde familie Post.
Grootvader Kees had suikerziekte gekregen en daardoor een glazen oog. Hiermee vermaakte hij ons door het, tot grote ergernis van mijn moeder, te pas en te onpas op tafel of je bord te leggen. Maar alleen wonen met deze ziekte en zijn onhandigheid met eten bereiden heeft zijn dochter Marie al snel besloten hem in huis te nemen. Dus verhuisde hij kort na het overlijden van Opoe naar de Dirklangestraat in Delft. Ik meen dat het begin 1952 was. Bij zijn dochter, die geen kinderen had, heeft hij tot 1958 gewoond. Jan Boer, haar man was ovenist bij de 'De Porseleine Fles, stof genoeg tot praten. Op 13 maart 1958 is hij overleden en begraven op de begraafplaats "Jaffa" in Delft.
Wat de bewoners van het rusthuis betreft is het moeilijk na zo'n lange tijd namen herinneren. Als je ze hoort of leest komen er meer herinneringen boven. Op termijn wil ik proberen om de gemeentelijke of kerkelijke archieven door te snuffelen. Misschien is daar nog iets geregistreerd. Op diverse sites van het internet heb ik al te kennen gegevens te zoeken. Ook ben ik in Overschie het dorpsmuseum wezen bezoeken. Veel over het dorp, maar minder over het rusthuis.
Cor voegt er nog deze foto's aan toe :
in de rechterhoek op de bovenste foto, de tweede van rechts, ontdekte Aad Ds. G.A. van der Hooft
