Een e-mail sturen naar Aad? Zijn e-mail adres is aad@engelfriet.net
(klik op deze tekst om een voorgeadresseerde mail te openen)
Terug naar  het Engelfrieten overzicht

Naar beneden 

De Rotterdamse reinigings- en ontsmettingsdienst vanaf 1876 tot 1909

Een zeer gewaardeerde bijdrage van Gerrie van der Laan

Heb je een vraag of opmerking voor Gerrie van der Laan, stuur dan Aad, de webmaster, een email:
aad@engelfriet.net

Op onze site kun je meer vinden over de in dit verhaal genoemde namen en aspekten, gebruik daarvoor onze zoekmachine:

Klik hier als je wilt zoeken via Aad's Freefind search engine, vul in het venster jouw woord in, bijvoorbeeld Rotterdam en klik op ENTER




De Rotterdamse reinigings- en ontsmettingsdienst vanaf 1876 tot 1909

In de jaren van 1876 tot 1899 onder directeur Cramer werd het door de vegers opgehaalde straatvuil, en een deel van het huisvuil, dat de karrelieden vergaarden, gestort in "postvaartuigen", die daarvoor lagen in de Zalmhaven, de Glashaven, aan de Grote Zeevismarkt, de Baan, de Coolvest, de Goudsevest en de Oostvest. Die schuiten en die karren voerden de voorraad naar twee vuilnisstalen, gelegen in Bosland en aan de Lage Boezem. De turf- en zomer-as ging naar de as-loods in Bosland. De kool-as en de winter-as werden zoveel mogelijk gebruikt voor ophogen van wegen. Afgekeurd vlees, dode dieren enzovoort werden begraven in een terrein tussen de begraafplaats Crooswijk en de Schietbaan. Korte tijd werden in die eerste periode van eigen beheer de straten nog besproeid met uit de havens gepompt water, en langs Schie, singels en vesten met de blekersgieter, het zogenaamde lange hoosvat. Het voordeligste zaakje was toen het verkopen van de mest, zó dat het dikwijls moeilijk was aan alle aanvragen tijdig te voldoen. Er werd gemiddeld f 2,10 per scheepston betaald. De as werd gebuild en die bracht dan 20 ct. per hl kool-as, en 23 ct. voor de turf-as op. De kool-as van fabrieken en de grove overblijfsels van het zeven gingen weg tegen 60 ct. per kubieke meter. En ook voor puin, oude steen en "kwade bagger" werden goede prijzen besteed.

Zo kon deze directeur der gemeentereiniging over de eerste zeven maanden van zijn beheer in 1876 een verantwoording overleggen, waarin de totale kosten van de dienst ruim f 141.000 bedroegen, maar de baten ruim f 47.000. Een verhouding, trouwens, idealer voor de gemeentefinanciën dan voor de reputatie van "Modderstad". Al mogen de verdiensten van de heer Cramer geenszins onderschat worden. Hij stond met recht voor het reinigen van een Augiasstal, - en onder meer in het bestrijden van de pokkenepidemie, die in 1883 Rotterdam teisterde, heeft hij bijzonder goed werk gedaan. Maar zo nam ook hij bijvoorbeeld reeds de eerste proeven met paarde-veegmachines. Omtrent de werkzaamheden ter ontsmetting valt uit de oude jaarverslagen op te maken, dat in 1877 twee maal een woning werd gereinigd wegens tyfus en dat één maal een stal werd gedesinfecteerd voor kwade droes. De goederen, daartoe aangewezen, werden in een hiervoor bestemde oven op Bosland verbrand onder politietoezicht. In 1891 werd een ontsmettingsoven bij het stoomgemaal Oostblommerdijkse polder aan de Zwaanshals in bedrijf gesteld. Curieus is een zinsnede uit het verslag over het werk in 1877, toen de eerste drie rolvegers waren aangeschaft. Hierover schreef de heer Cramer in een ambtelijk stuk:

"De ondervinding heeft aangetoond, dat deze machines uitstekend dienst doen bij droge straten en wanneer deze met droge modder bedekt zijn. De toestand, reeds door Hildebrand in zijn Camera Obscura als een eigenaardigheid van Rotterdam vermeld, dat zij met chocolade bedekt zijn, is voor vegen met rolvegers ongeschikt. In plaats van dan het vuil weg te vegen, wordt het over de straat glad uitgestreken." - Een waarheid, die vijftig jaar later nog steeds onverminderd voor deze stad geldt. Met dit al - en hiermee staak ik de verdere opgaven van deze voor de belastingbetalers te opwindende cijfers, - want met dit al hadden de ontvangsten van de reinigingsdienst in datzelfde jaar 1877 veel meer dan de helft der totale uitgaven bedragen, en wel f 94.000 tegenover f 167.000. Trouwens geleidelijk aan maakten de nieuwe hygiënische maatregelen van de ondernemende heer Cramer de reiniging toch óók duurder, zo, dat in 1880 zelfs van belastingbetalers een verzoek kwam, om met het oog op de steeds stijgende kosten de proef te staken met het nachtelijk vegen van de straten, ter voorkoming van de stofplaag. En ook wel opmerkelijk is, dat de directeur in ditzelfde jaar '80 een voorstel indiende om ieder huisgezin een privaat te verschaffen, maar dat B. en W. dit als strijdig met de bepalingen op het bouwen afwezen, hoe zeer de commissie van bijstand, toen gepresideerd door wethouder A. Milders, het plan op grond van gezondheid en zindelijkheid ondersteunde. Het sneeuwruimen was in vroeger jaren ook reeds een zeer kostbaar werk. Dat blijkt uit de post hiervoor van f 19,211 in 1891, toen de losse werklieden nog slechts f 1,50 voor een dag van tien uur uitbetaald werd. Allerlei nuttige verbeteringen volgden: zo werden de nieuwe vuilniskarren op veren gemaakt, de straalpijpen kregen sproeimondstukken, en op klachten van de bewoners maakte de heer Cramer persoonlijk een maquette uit karton voor een schuitenhuis ten dienste van de vuilnis- en fecaliënvaartuigen, dat later aan de Coolvest tot stand kwam.

In het jaar 1895 kwam er een ernstige ramp over de paardenstand door de kwade droes, waarvoor in betrekkelijk korte tijd de meeste dieren afgemaakt moesten worden, - overeenkomstig de eis van de toenmalige rijks-veearts. Of dit toen allemaal onvermijdelijk is geweest, valt nu moeilijk meer uit te maken. In ieder geval gaf het natuurlijk een onoverkomelijke stagnatie in het bedrijf. En nu werden er inderhaast nieuwe paarden gehuurd van de laagste inschrijver, een stalhouder in Den Haag. "Vermakelijk was het om te zien" - noteert een ooggetuige - "hoe deze koetspaarden, met zware werkpaardenzadels op, tussen de bomen van de vuilniskarren voort schommelden." Het bedenkelijke systeem van huurpaarden heeft sedertdien in onze gemeente voortgeduurd, tot het gekomen is tot een modelstand van paarden in eigen beheer voor de gemeentelijke diensten. Onder de eerste directeur is vervolgens nog het kantoor uit de karrenstal verhuisd naar de Kipstraat no. 46, en zijn de reparatie-inrichting en de stallen naar het Bosland verplaatst. Na drieëntwintig jaren van een zeer zeker voor Rotterdam heilzaam beheer van de dienst der reiniging en ontsmetting is de heer Cramer in 1899 op zijn verzoek gepensioneerd. De voormalige hoofdopzichter bij gemeentewerken, de heer A. van der Perk, heeft een nieuwe geest in de organisatie gebracht, maar zijn voornaamste werk, dat van zo ingrijpend belang is geweest voor de latere organisatie van de reinigingsdienst, komt thans aan de orde.

Onder zijn voorganger al waren de laatste tijd herhaaldelijk bezwaren ingekomen van omwoners van Bosland omtrent de kwade geuren, die de vuilnisbelt daar verspreidde. En de nieuwe directeur werd dan ook ontvangen met een regen van klachten over deze misstand. B. en W. hadden het onderwerp gesteld in handen van de Commissie voor de gemeentereiniging, wier voorzitter inmiddels Jhr. F. van Citters was geworden. En zij nodigde de heer Van der Perk reeds aanstonds uit voorstellen te doen tot opheffing van de belt Bosland. Voor het bestuderen van dit vraagstuk werd f 1000 gevoteerd. In dezelfde tijd, dat de nieuwe directeur zich hiermee bezighield, hervormde hij het vuilnistransport op hygiënischer en economischer wijze en regelde hij de veegdienst naar een veel beknopter en dus doelmatiger stelsel. Ook verbeterde hij langzaam aan het verouderde materieel. Hij was zijn reorganisatiearbeid begonnen door om te zien naar technisch geschoold personeel, en weldra werd C.J. Glavimans aangesteld. Maar vooral weidde hij inmiddels zijn modern wetenschappelijker inzicht aan de ontsmettingsdienst in deze groot geworden havenstad, en al spoedig werd de desinfectie-inrichting aanmerkelijk uitgebreid en overeenkomstig de eisen van de tijd verbeterd, zodat zij praktisch dienstbaar is gebleken, ook in tijden van epidemie, bij het vóórkomen van cholera, pokken en vlektyfus.

In 1903 kwamen zijn voorstellen betreffende opheffing van de belt Bosland met de daarmee samenhangende wijziging in de ophaal-inzameldienst. En hoewel met de uitvoering veel geld gemoeid zou zijn, ontvingen autoriteiten, deskundigen en pers deze wéldoorwerkte, vernuftige plannen met bijzondere waardering, Het rapport concludeerde om te stichten moderne stortgelegenheden in verschillende delen der stad, en om het afval te verbranden, dus zodoende definitief te verwijderen. In 1909, eindelijk, volgde het raadsbesluit van 25 februari tot stichting van de vuilverbrandingsinrichting aan de Maashaven.




Een zeer gewaardeerde bijdrage van Gerrie van der Laan

Heb je een vraag of opmerking voor Gerrie van der Laan, stuur dan Aad, de webmaster, een email: aad@engelfriet.net

Op onze site kun je nog meer verhalen vinden van haar, gebruik daarvoor onze zoekmachine:

Klik hier als je wilt zoeken via Aad's Freefind search engine, vul in het venster jouw woord in, bijvoorbeeld Gerrie van der Laan en klik op ENTER






Familiewapenklein
wat zijn we trots op ons familiewapen ...., beetje jaloers zeker ....


Terug naar de top





Last update :

17 Maart 2024