Een e-mail sturen naar Aad? Zijn e-mail adres is aad@engelfriet.net
(klik op deze tekst om een voorgeadresseerde mail te openen)
Terug naar  het Engelfrieten overzicht

Naar beneden 

Rotterdamse schilders en konstwerkers in de Gouden Eeuw

Een zeer gewaardeerde bijdrage van Gerrie van der Laan

Heb je een vraag of opmerking voor Gerrie van der Laan, stuur dan Aad, de webmaster, een email:
aad@engelfriet.net

Op onze site kun je meer vinden over de in dit verhaal genoemde namen en aspekten, gebruik daarvoor onze zoekmachine:

Klik hier als je wilt zoeken via Aad's Freefind search engine, vul in het venster jouw woord in, bijvoorbeeld Gouden Eeuw en klik op ENTER




Rotterdamse schilders en konstwerkers in de Gouden Eeuw

lucasmadonna (54K)

Madonna geschilderd door St. Lucas

In het jaar 1492 kregen de gildebroeders van St. Lucas een eigen altaar in de Grote Kerk. De oudste ons bekende bijzonderheden van dit gilde dateren echter van 1609. De ordonnantie van dat jaar was bestemd voor "alle degene, die palet, verwe ofte pencelen besigen, tsij oly ofte waterverwe; alle glaesschrijvers, glaesmaeckers, glaesvercoopers, borduerwerckers, plaetsnijders, beeltsnijders van hout, steen, metael ofte andere substantiën, compasmaeckers, constdruckers, bouckdruckers, bouckvercoopers, constvercoopers ende schilderievercoopers".

Het afleggen van een proef was alleen voor de glazenmakers voorgeschreven; de kandidaat had de keus uit het maken van "een lantaern met punten" of van "een glas met een steeck". Het gilde had vier hoofdlieden, twee uit de schilders en twee uit de glazenmakers. De verdere bepalingen van de ordonnantie hielden een gedetailleerde regeling van de zorg voor behoeftige gildebroeders in.

Omstreeks 1640 werden de plateel- en tegelbakkers in het gilde opgenomen. Op 5 juni 1641 verzochten de "gemeene knechts, werckende bij den platielbackers alhyer", in een ampliatie op de gildekeur de bepaling op te nemen, dat de meester-plateelbakkers niet meer dan één leerjongen in de tijd van twee jaren mochten aannemen. Burgemeesteren stelden het rekest in handen van de hoofdlieden van het St. Lucasgilde, met het verzoek de mening van de gezamenlijke plateelbakkers op dit punt te mogen vernemen en hun advies te ontvangen. Een dergelijke bepaling zou niet erg bevorderlijk zijn voor de bloei van het bedrijf. De hoofdlieden gaven dan ook als hun mening te kennen, dat iedere meester zoveel knechts zou mogen houden als hijzelf wilde en bovendien vijf jongens aan het schilderen mocht zetten, ieder jaar één.
Hij echter, die al meer dan vijf jongens in dienst had, mocht gedurende hetzelfde aantal jaren als hij boven het getal vijf gegaan was, geen nieuwe jongens meer aannemen. De meesters moesten alle bij hen in dienst zijnde knechts en leerjongens bij het gilde doen inschrijven en de verschuldigde recognitie betalen. Deze bepalingen zouden, naar de hoofdlieden verklaarden, strekken "soo well tot commoditeit van de meesters als van de knechts". Omstreeks dezelfde tijd werd het gewoonte dat één van de plateelbakkers tot hoofdman van het gilde werd benoemd.

Volgens de achttiende-eeuwse ordonnantie omvatte het gilde ook een heterogene groep kunstenaars en handwerkslieden. Er behoorden toe:

Van de zeven hoofdlieden moester er twee worden gekozen uit de fijnschilders, twee uit de glazenmakers en uit de tegelbakkers, steenhouwers of beeldsnijders en grofschilders ieder één. Uit deze bepaling blijkt, dat ook de tegelbakkers geacht werden tot het St. Lucasgilde te behoren, hoewel ze in de opsomming ontbreken. Art. 46 zegt ten overvloede dat de vrije meesters verplicht zijn de namen van hun knechts en leerjongens "en sulks ook de tegelbakkers ten aensien van hun knegts en leerjongens, die schilderen" binnen de tijd van een maand na hun in dienst treding aan te geven op de vergadering der hoofdlieden. Klaarblijkelijk waren de tegelbakkers dus alleen lid van het gilde ten behoeve van de in hun dienst zijnde plateelschilders. Op hen sloeg ook het voorschrift, dat zij zich niet als knecht bij meester-tegelbakkers mochten verhuren voor zij zes jaar als leerjongen hadden gewerkt en een dagloon van acht schellingen waard waren. De werkgevers van hun kant mochten niet meer dan zes leerling-plateelschilders tegelijk te werk stellen.

Het oudste bericht over de corporatie der tegelbakkersknechts dateert van 1670. In dat jaar werd hun hoofdlieden toegestaan voortaan vier busbroeders op de nominatie voor hoofdman te plaatsen. Hun werkkring bestond uitsluitend uit het beheer van een fonds tot ondersteuning van oude en zieke vakgenoten. De ordonnantie van 1720 noemt hen "opsienders".
De toetreding tot de bus was niet verplicht. Wilde een knecht lid worden, dan was het hem echter geraden om zich binnen een maand, nadat hij in Rotterdam werk had gevonden, als zodanig te laten inschrijven. Anders vroeg men hem bovenop het intreegeld nog drie gulden en zelfs zes gulden, wanneer hij langer dan twee jaar aarzelde. Bleef een contribuant langer dan een maand in verzuim de maandelijkse contributie te betalen, dan werd hij onvoorwaardelijk van de ledenlijst geschrapt. De uitkering bedroeg in geval van ziekte f 2.50 per week, wanneer de financiële toestand dit tenminste veroorloofde. Zij, die er wegens ouderdom of een of ander "ongeneeslijk quad" voorgoed het bijltje bij hadden neergelegd, genoten alleen een uitkering ineens van f 18.-. Eenzelfde bedrag werd betaald als begrafenisgeld bij overlijden van een contribuant. Uitstedige busbroeders ontvingen geen onderstand, ze behoefden tijdens hun afwezigheid dan ook niet te contribueren.




Een zeer gewaardeerde bijdrage van Gerrie van der Laan

Heb je een vraag of opmerking voor Gerrie van der Laan, stuur dan Aad, de webmaster, een email: aad@engelfriet.net

Op onze site kun je nog meer verhalen vinden van haar, gebruik daarvoor onze zoekmachine:

Klik hier als je wilt zoeken via Aad's Freefind search engine, vul in het venster jouw woord in, bijvoorbeeld Gerrie van der Laan en klik op ENTER






Familiewapenklein
wat zijn we trots op ons familiewapen ...., beetje jaloers zeker ....


Terug naar de top





Last update :

30 Mei 2015