(klik op deze tekst om een voorgeadresseerde mail te openen) |
Terug naar het Engelfrieten overzicht |
---|
Naar beneden |
---|
Een zeer gewaardeerde bijdrage van Gerrie van der Laan
Heb je een vraag of opmerking voor Gerrie van der Laan, stuur dan Aad, de webmaster, een email: aad@engelfriet.net
Op onze site kun je meer vinden over de in dit verhaal genoemde namen en aspekten, gebruik daarvoor onze zoekmachine:
Klik hier als je wilt zoeken via Aad's Freefind search engine, vul in het venster jouw woord in, bijvoorbeeld Rotterdam en klik op ENTER
Historisch blijspel "Kaat Mossel", opgevoerd in 1937
Kaat Mossel zingt:
Mosselen! Mosselen!
Aan de Oranje wagen
Hier moet je Oranje mosselen vragen
Oranje hier, Oranje daar!
De prins is onze beste vaêr!
Het eerste bedrijf verplaatst ons naar het "Bredase Veerhuis" in het Rotterdam van 1784. Hier zijn Patriotten en Prinsgezinden op het punt elkaar in de haren te vliegen, wat slechts wordt voorkomen door de grote numerieke minderheid van de Kezen - de scheldnaam voor de Patriotten - die dan ook op initiatief van de intussen ten tonele verschenen Kaat Mossel de herberg uitgedrongen worden. Na een gesprek van de Oranjeklanten over de volgende dag, de verjaardag van de stadhouder prins Willem V, op te richten erepoorten wordt de in Oranjedoek gewikkelde, hevig gesticulerende Isaäc Hubert, het hoofd van de Rotterdamse Kezen, de herberg binnengebracht. Onder gejuich van alle aanwezigen wordt deze gedwongen drie buigingen voor het portret van de prins te maken waarna hij onder het zingen van een Prinsenliedje de deur uitgezet wordt. Enige tijd later verschijnt mevrouw Danckelman, een hofdame van de gemalin van prins Willem V, die het plan op touw had gezet de Rotterdamse Oranjeklanten te wapenen tegen de Patriottische vrijkorpsen. Met de uitvoering hiervan was reeds een aanvang gemaakt, maar Kaat Mossel en haar vriendin Ruige Keet weten mevrouw Danckelman te dwingen geld te verschaffen om de geweren terug te kopen en zodoende Rotterdam te bewaren voor een bloedbad.
Het tweede bedrijf speelt twee jaar later in de zaal van het gerechtshof op het Haagse Veer te Rotterdam. In de tussen het eerste en het tweede bedrijf liggende tijd is het, bij het aantreden van de vrijkorpsen om de wacht voor het stadhuis te betrekken, tot een botsing gekomen tussen de Oranjegezinden en de Kezen. Het volk bekogelde de vrijkorpsen met stenen, waarop deze op commando van luitenant Van Zwijndrecht, de massa onder vuur namen waarbij verschillende doden en gewonden zijn gevallen. Kaat en Keet werden hierbij als verdacht van het aanzetten tot oproer gevangen genomen. Vóór de aanvang van de eigenlijke rechtszitting is mevrouw Danckelman naar het gerechtshof gekomen waar zij door de Prinsgezinde burgemeester Van der Heim in de gelegenheid wordt gesteld een onderhoud met de beide beklaagden te hebben, die zij komt bedanken voor hun stilzwijgen over de aangelegenheid van de snaphanen. Even later begint de rechtszitting en wordt onder protest van Isaäc Hubert, besloten Ruige Keet onder handtasting (een klap of een oorvijg) in vrijheid te stellen.
Tegen Kaat Mossel wordt door Hubert geëist dat zij te pronk gesteld zal worden met een groot bord voor haar borst waarop te lezen zal staan "Oproermaakster", waarop zij gegeseld en gebrandmerkt moet worden; vervolgens veroordeeld tot vier jaar tuchthuisstraf om daarna voor altoos gebannen te worden uit Rotterdam en omgeving. Dit wordt Keet te machtig en zij begint te vertellen wat Kaat voor Rotterdam gedaan heeft met betrekking tot de kwestie van de snaphanen. Kaat neemt het woord over en geeft een uiteenzetting van de zaak zonder namen te noemen en waarbij zij het geheel zo voordelig mogelijk voor de prins doet uitkomen. Het volk, dat buiten het gerechtsgebouw heeft staan wachten, is ongeduldig geworden en dringt onder het geroep van "Oranje Boven" en "Kaat Mossel moet vrij!" de rechtszaal binnen. Kaat vertelt nu aan haar vrienden dat zij het op het advies van haar advocaat Mr. Bilderdijk hogerop zal zoeken en dat zij naar Den Haag moet om eerherstel te krijgen. Met het zingen van het "Zouden wij als brave Hollandse helden" eindigt dit bedrijf.
Het derde bedrijf speelt zich af in een kamer op de gevangenpoort te 's-Gravenhage, korte tijd nadat het stadhouderlijk gezag met behulp van 's prinsen zwager, koning Frederik Willem II van Pruisen, hersteld is. De prins heeft er zorg voor gedragen, dat het Kaat in haar gevangenis aan niets ontbreekt wat dan ook wel duidelijk uit de aankleding van haar "cel" blijkt. De stadhouder heeft aan allen, die voor Oranje gevonnist zijn amnestie verleend, maar Kaat weigert haar gevangenis te verlaten alvorens men heeft verklaard dat zij onschuldig is en men haar een schadevergoeding heeft gegeven wegens het verlies van haar broodwinning. Tijdens een bezoek van haar dochter Trijntje en haar aanstaande schoonzoon Baljon wordt een brief van het Hof van Holland gebracht waarbij haar een schadeloosstelling wordt verleend van f 3642,-. Alle vrienden en vriendinnen uit Rotterdam zijn naar Den Haag gekomen en voeren Kaat Mossel nu in triomf onder gezang van "Oranje Boven" de gevangenpoort uit. Het vierde en laatste bedrijf toont ons de feestelijke intocht van Kaat Mossel in Rotterdam, dat te harer ere versierd en geïllumineerd is. Allen, zelfs Isaäc Hubert, zijn met Oranje getooid en verkeren in feeststemming. Na een lofrede van burgemeester Van der Heim overhandigt Isaäc Hubert haar een giftbrief waarbij de stadhouder haar een jaargeld van driehonderd gulden toestaat. Tijdens het zingen van het Wilhelmus valt daarna het doek.
Een zeer gewaardeerde bijdrage van Gerrie van der Laan
Heb je een vraag of opmerking voor Gerrie van der Laan, stuur dan Aad, de webmaster, een email: aad@engelfriet.net
Op onze site kun je nog meer verhalen vinden van haar, gebruik daarvoor onze zoekmachine:
Klik hier als je wilt zoeken via Aad's Freefind search engine, vul in het venster jouw woord in, bijvoorbeeld Gerrie van der Laan en klik op ENTER
![]() |
wat zijn we trots op ons familiewapen ...., beetje jaloers zeker .... |
Terug naar de top |
---|