(klik op deze tekst om een voorgeadresseerde mail te openen) |
Terug naar het Engelfrieten overzicht |
---|
Naar beneden |
---|
Een zeer gewaardeerde bijdrage van Gerrie van der Laan
Heb je een vraag of opmerking voor Gerrie van der Laan, stuur dan Aad, de webmaster, een email: aad@engelfriet.net
Op onze site kun je meer vinden over de in dit verhaal genoemde namen en aspekten, gebruik daarvoor onze zoekmachine:
Klik hier als je wilt zoeken via Aad's Freefind search engine, vul in het venster jouw woord in, bijvoorbeeld Rotterdam en klik op ENTER
Rotterdam in 1844 volgens J.TH. Dutillieux en G.W. van der Voo
Hertaling.
Dutillieux en Van der Voo woonden beiden te Rotterdam; de eerste was letterkundige, de tweede huisonderwijzer en bekend om zijn voor zijn tijd radicale denkbeelden. "Physiologhie van Rotterdam door twee Rotterdammers". 's-Gravenhage, 1844, blz. 1 vlg., 10 vlg., 33 vlg. en 63 vlg.
Zou ik niet met u aanvangen, frisse vloed, die onze stad bespoelt; vloed, waarop ik trots ben? Dagelijks zie ik u en nooit verveelt het mij, het oog met welgevallen over uw groene spiegel te laten weiden. Als u op uw golvende rug de rijk beladen zeekastelen herwaarts voert en ik hun saluutschoten over uw water hoor rollen, dan voel ik, dat ik Rotterdammer ben....
O, vreemdelingen! slaat dat heerlijk schouwspel gade. Zie, het doet mij altijd goed als ik de bewoners der binnensteden, de Delftenaar, Leidenaar, Hagenaar, enz. aan zijn stenen zoom zie staan, om met open mond een aankomende of gaande ofwel in rust liggende stoomboot aan te gapen; of met verwondering naar de overzijde turen, wanneer een fregat, met vlag en wimpel, uit de golven tegen de sleephelling opkruipt, als ware het een walvis, die zich eens op het droge wil gaan koesteren....
Ginds ligt de kant vol met grote en kleine fusten, waarbij de roeier bezig is de inhoud op te nemen en de bedienden zich met wegen en proeven onledig houden; terwijl een groepje kaailopers met hongerige ogen staat te vlammen om van de rum of arak een aandeel in de proef te krijgen. Hier is de haven blauw geverfd door de indigo; ginds kleven u de voeten aan de grond door suiker of honing; daar weer liggen blokken tin of campêchehout opeengehoopt. Hier staat de pikkel opgeslagen en worden de kanasters suiker of balen koffie en rijst gewogen. U ziet de wegers met hun flesjes aan het knoopsgat; de sjouwers met hun gestreepte mutsen en hun broeken, waarvan het kruis in ruime golven bijna tot aan de knieën reikt; de zwerm vingervlugge straatheren en dames, die, zo dikwijls zij hun kans schoon zien, monstertjes nemen van alles wat maar onder hun bereik komt.
Die beweging, die drukte, die bedrijvigheid, geeft u een goed idee van "Le commerce aux cent bras, actif, infatigable" en van Rotterdams havens.
Dan, wanneer de nijvere werkman zijn dagtaak heeft volbracht, wanneer de vleermuis en ander nachtelijk gedierte zich vertoont, dan ziet men bij enige van die havens en wel op de meest afgelegen plaatsen van de Scheepmakershaven, het uitvaagsel der diep gevallen vrouwen, die hier het laatste bedrijf van hun rampzalig leven komen afspelen, om daarna, in de een of andere verborgen hoek de ziel uit te blazen en weggehaald te worden, door niemand beweend....
De Hoogstraat... is de plaats waar de gehele bevolking, op verschillende tijden van de dag, loopt, draaft, wandelt of slentert. 's Morgens zeer vroeg passeert de ambachtsman die zich naar zijn "karrewei" begeeft, met zijn spulletjes op de schouder en zijn kruikje "lavissement" aan de hand; de krullenjongen, zijn snee roggebrood etend en fluitend; de courantenjongen, die de nieuwsbladen onder de deuren van de nog slapende burgers steekt; de melkboer met zijn kar; de bakkers met hun wagens, de slachters met hun manden op de nek; in één woord, het arbeidend gedeelte der inwoners.
Tegen negen uur ziet men er de kantoorbedienden, met hun spanbroeken, korte jasjes, zijden hoeden en handschoenen, stoffen laarsjes en de sigaar in de mond. Een half uur later komen de boekhouders, met hun zwarte rokken of bruine jassen met grote kragen en bloezenmouwen, zwarte broeken, glimmende laarzen en hoeden, witte dassen en watten in de oren. Vervolgens komen de huismoedertjes met hun stemmige japonnetjes en de dienstmeisjes met hun paarse jakjes, zwarte rokken en witte katoenen mutsjes, zich naar vleeshal, vis-, groen- of botermarkt begevende. Bij fraai weer komt tegen twaalf uur de bloem der jufferschap om haar "emplettes" te doen in de vele prachtige winkels.
Dit wordt na etenstijd nagevolgd door de vrouwen en dochters van bakkers, vleeshouwers, timmerlieden en andere lieden, die, omdat zij een matig kapitaaltje bezitten of eigen rijtuig houden voor fatsoenlijke lieden willen doorgaan. De kleding van deze juffrouwen is dikwijls kostbaarder dan die der dames, die vóór de middag hier wandelen; maar het gebrek aan goede smaak springt dadelijk in het oog en maakt de na-aperij allerbelachelijkst.
Tegen de tijd tussen licht en donker wordt in de winkels het gaslicht ontstoken; en dat gedeelte van de Hoogstraat is herschapen in de grote wildbaan, gestoffeerd met dames, die zo schalks van onder het kapotje naar u lonken; dienstmeisjes, die gevraagd hebben om een boodschap te doen: oude snoepers, in ruime overjassen gewikkeld, waarvan de opgezette kraag slechts even de rode tip van de neus zichtbaar laat; jonge heren, gearmd en nonchalant flanerende, de dienstmeisjes om de middeltjes vattende, of de vriendelijke juffertjes en passant een teken van verstandhouding gevend. Dit alles doorspekt met matrozen, die met het zuurverdiende geld in de zak, de "Laagte" afgaan, om er de volgende dag zonder geld vandaan te komen; Franse reisbedienden in manufacturen, met baarden als sapeurs en wijde geplooide broeken; joden met "sjitroenen en appelsjijnen, half foor niet"; vrouwen met kroten of hete zoete appelen; fluitende en schreeuwende straatjongens; publieke bruiloftspartijen, dansende en zingende lieden, met twee à zes gemaskerde feestvierders, soms een man met een orgel of een klarinet erbij. Dit gewoel duurt tot elf à twaalf uur, wanneer de winkels gesloten worden en de straat doods en somber wordt, evenals alle straten in alle steden.
Op de Noord-Blaak kunt u 's morgens de kindermeisjes in het zonnetje zien wandelen met het kroost der gegoede ingezetenen. Hier wordt ook de Bloemmarkt gehouden. Verder noem ik u: de Wagenstraten, maar voornamelijk de Weste Wagenstraat, waar het een buitengewone drukte, gerij, geschreeuw en geloop is. De Oppert, waar de renteniers wonen, met de bekende vlotjes achter aan de Rotte uitkomende, waarover u lezen kunt in de lotgevallen van Joachim Polsbroekerwoud (Reisontmoetingen van Joachim Polsbroekerwoud en zijne vrienden). De Zandstraat, enig in Nederland, met zijn wijd beruchte speelhuizen, weergalmend van het gestamp der dames en de eentonige wijzen der Schotse reels (horlepijp muziek).
De krotten en stegen van de binnenstad, waarin het ongedierte de onderlagen uit de bedsteden wegdraagt; en waar de bewoners zich vóór de deur zitten te wassen en te verschonen. Een van de voornaamste van deze stegen is de Langelijnstraat, synoniem van de Jordaan in Amsterdam en het Paddemoes in het vorstelijk 's-Gravenhage. Op de Schotse Dijk verspreidt het uitschot der twaalf stammen Israëls de liefelijkste geuren en sjachert en krioelt in holen en gaten, die u op het eerste gezicht een grilling op het lijf jagen. NB Aldus Dutillieux en van der Voo in 1844.
In plaats van een Bosch of Hout hebben wij een Plantage, die, hoewel niet groot, voor elke welgeaarde Rotterdammer echter al de bekoorlijkheid heeft, die de Aziaten aan de vallei van Kashmir toekennen!? Waan daarom niet, o lezer! die met mijn Rotterdam minder bekend bent, dat onze Plantage een bloemhof is - il s'en faut de beaucoup - het is een somber bosje, waarvan de hoge bomen zich tot in de hemel verheffen en waartussen zich hier en daar een perk van groene zoden opdoet. De zilveren Maas stroomt er statig langsheen en het oog heeft van de buitenzijde een heerlijk vergezicht over de majestueuze stroom, en op dat gedeelte der stad, waar Mercurius hoofdzakelijk zetelt, de Boompjes, aan welks paalwerk hij tal van schepen met zijn golven omplast, waartussen soms als kolibrietjes naast olifanten, roeibootjes van spelevarende lieden krielen. Aan de overzijde verheft zich het berookte, nijvere Feijenoord en in een schuine richting ziet men de Sleephelling in al haar luister. Zal het na dit alles nog nodig wezen u te vragen:
Weet u mij één plaats te noemen,
Hoeveel de Rotterdammer ook met zijn Plantage opheeft, hij trekt er echter zelden ter bedevaart heen; want zijn ligging is te ver buiten de stad, en daar worden ook de mooiste wandeldreven gevonden. Alleen de werkman, die de hele week in het zweet zijns aanschijns gearbeid heeft, gaat er 's zondagsmiddags met vrouw en kroost ter verlustiging heen.
Die op zoveel schoons kan roemen?
Rotterdam, de tweede stad van ons rijk, biedt alle mogelijke gelegenheid om zich er op een koninklijke wijze te vervelen; om zich er te vermaken even veel als een der kleinste provinciesteden.
Zo men er geen lid is van deze of gene sociëteit en die zijn hier even talrijk als spinnenkoppen in de zomer, is de rubriek vermakelijkheden een dood element. 's Zomers is er volstrekt niets; wanneer men tenminste het spelevaren, boomrooien, zwemmen van jongens in de wedden, en het naar 't land gaan van enige nuchtere en het terugkeren van enige beschonken schutters er niet onder rangschikt. 's Winters krijgt dit een heel ander aanzien... dan heeft men ten eerste, komedie; ten tweede, om de veertien of dertig dagen, tegen een zeer hoge entreeprijs, concert. Het is dus een wijd veld, dat voor u open ligt, vreemdeling! die zich in Rotterdam wil amuseren - zo wijd zelfs, dat u de hemel niet genoeg danken kunt als u onze stompe torenspits achter u ziet verdwijnen.
Een zeer gewaardeerde bijdrage van Gerrie van der Laan
Heb je een vraag of opmerking voor Gerrie van der Laan, stuur dan Aad, de webmaster, een email: aad@engelfriet.net
Op onze site kun je nog meer verhalen vinden van haar, gebruik daarvoor onze zoekmachine:
Klik hier als je wilt zoeken via Aad's Freefind search engine, vul in het venster jouw woord in, bijvoorbeeld Gerrie van der Laan en klik op ENTER
![]() |
wat zijn we trots op ons familiewapen ...., beetje jaloers zeker .... |
Terug naar de top |
---|